HELDERSCHE
EN \IEIJWEDIEPER COURANT.
1876. N°. 28. Zondag 5 Maart. 34 Jaargang.
Binnenland.
„Wij huldigen het goede."
Verachijnt flingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.80.
n franco per post - 1.65.
VERGADERING van den RAAD der gemeente TEXEL
op fiOonderdag 9 Maart B87G, 's morgens 10 ure.
Punten van behandeling:
Ingekomen stukken.
Benoeming Hulponderwijzer.
Verordening op het vervoer langs de Grindwegen.
losloopen Honden.
Burgemeester en Wethouders der gemeente AnnaPaulowna
maken bekend," dat de jaarlijksche aanneming van
leerlingen, op de Openbare Lagere Scholen in deze
gemeente, zal plaats hebben op den 1 April e. k.
Ouders of Voogden die hunne Kinderen of Pupillen
op gemelden datum de School wenschen te doen bezoeken,
worden uitgenoodigd daarvan vóór den 15 Maart e. k.
opgave te doen aan den betrokken Hoofdonderwijzer.
Anna Paulowna2 Maart 1876.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
C. E. PERK, Burgemeester.
A. J. DE JONGH, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 4 Maart.
In een bij het departement van Koloniën ontvangen
telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-
Indië, dd. 2 dezer, wordt het volgende berigt:
«De radja van Pedir heeft zich onderworpen en is
beëedigd; mitsdien is hem de Nederlandsche vlag uitgereikt.
In Groot-Atsjin is de gezondheidstoestand verbeterd,
de cholora zeer afgenomen. De in de XXVI Moekim
agerende kolonnes hebben den 26 Febr. Kwala Gighen en
den 28sten Kotta Pohama bezet.
Wij maken belangstellenden opmerkzaam op de hier
achter voorkomende aankondiging der derde en laatste
voordragt van den heer dr. Zaalberg, over Darwinisme en
Godsdienst. Ofschoon in hoofdzaak hetzelfde onderwerp
voortzettende, levert de heer Z. telkens, ook voor hen die
niet alle voordragten kunnen bijwonen, een geheel, dat als
op zichzelve staande kan worden beschouwd.
Met onderling goedvinden der commissiën van bestuur,
is de eerstvolgende Nutsvergadering, waarin de heer Koopmans
van Boekeren zal optreden, bepaald op Vrijdag 17 en de
alsnog te houden volksvoordragt op Vrijdag 24 dezer.
Z. K. H. Prins Frederik heeft zich, uit het Zuiden
van Frankrijk terugkeerende, over Parijs en Keulen naar
Neuwied begeven, alwaar hij zijn geboortedag bij den Prins
en Prinses von Wied heeft gevierd.
Men verwacht de opening der spoorweglijn Amers
foortZutphen op 15 Mei e. k.
Men meldt ons van Texel
«De mededeeling, dat op aanstaanden Donderdag gelegen
heid zal zijn aan den Burg op Texel eene vergadering bij
te wonen, waarin de heer mr. A. Kerdijk, van 's Dage,
als spreker zal optreden, heeft velen aangenaam verrast.
Men verwacht dan ook dat een talrijk publiek zal komen
hooren naar den begaafden strijder voor de bevordering
van volksonderwijs en volksbelang, en dat zijne komst ook
aan de bevordering van de belangen van het onderwijs in
deze gemeente een zeer gewenschten stoot geven zal.
Vooral diegenen, die als ouders van schoolkinderen zulk
een groot belang bij deze zaak hebben, zullen nu zeker
niet afwezig willen zijn, maar het waardeeren dat het
bestuur voor deze vergadering vrijen toegang aan iedereen
verleent.»
Jl. Donderdag werden de eerste nieuwe aardappelen
van den kouden grond aan Z. M. den Koning, thans op
het Loo, toegezonden door B. Schoemaker, te Hengelo
(Gelderland).
Men schrijft ons van Oude Schild op Texel, dd. 2 dezer:
«Heden had hier eene zeer eigenaardige plegtigheid plaats.
Aan R. Blom, die gedurende vijftig jaren onafgebroken
trouw en eerlijk als scheepstimmerman op de werf alhier
was werkzaam geweest, was door velen zijner medeburgers
een feestdag bereid. Op 't initiatief van zijn patroon, den
heer J. Zwanenburg, hadden zich eenige heeren tot eene
commissie vereenigd, ten einde den jubilaris een aandenken
te kunnen vereeren. Met 't beste gevolg slaagde de
commissie in hare pogingen, voor bewust doel aangewend.
Ook van de naburige dorpen ondervond zij krachtige
medewerking. Toen Blom, van zijn patroon vergezeld,
te huis kwam, vond hij daar de commissie wachtende, die
hem, onder hartelijke toespraken, namens vele belang
stellenden, een flinken armstoel, benevens eene prachtige
pendule aanbood. De jubilaris was door dit bewijs van
waardeering diep getroffen en werd op 't duidelijkst over
tuigd, dat hier zoowel de verdiensten van den werkman
als die van hooggeplaatsen op den regten prijs gesteld
Uitg-ever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN JP. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
worden. Om 't eenvoudig feest nog meer luister bij te
zetten, hadden vele schippers in de haven de vlag in top
geheschen, terwijl ook uit vele woningen de driekleur
vrolijk hare banen ontplooide.»
Men schrijft ons van Texel dd. 28 Febr.:
«Gepasseerden Donderdag heeft de heer W. Boomkamp,
van Noordwijk, in eene vergadering van de afdeeling Texel
der Hollandsche Maatschappij van Landbouw aan den Burg
en den volgenden avond te Oosterend, in eene bijeenkomst
van het Gezelschap «Nut en Genoegen,» eene voorlezing
gehouden op bet gebied van landbouw en veehouding. Het
uitvoerig uittreksel in deze Courant, onlangs opgenomen,
over de belangrijke lezingen van den heer B., maakt het
overbodig hier in herhalingen te treden. Een talrijk en
belangstellend publiek woonde de voordragten bij en gaf
op ondubbelzinnige wijze zijne goedkeuring te kennen.»
De Standaard deelt mede, dat dr. A. Kuijper zich
op dit oogenblik in het hotel Carabacel te Nice bevindt.
Aanvankelijk heeft de verandering van klimaat nog niet
de verwachte uitkomst opgeleverd. De chronische koorts
blijft nog steeds aanhouden, en de algemeene zwakte van
gestel zal, naar het zich laat aanzien, nog voor langen tijd
gebiedend volkomen onthouding vorderen van eiken intel
lectuelen arbeid.
Het O. M. bij het geregtshof te Atnsteidam heeft
jl. Woensdag tegen L. M. Pijnenburg, gedetineerde in het
huis van arrest te Hoorn, thans beschuldigd van moedwillige
brandstichting in dat gebouw, een tuchthuisstraf van tien
jaar geëischt. Woensdag a. s. uitspraak.
Mejufvr. Elize Baart is door de directie van het
gezelschap «de Vereenigde Tooneelisten» te Amsterdam
geëngageerd.
Jl. Donderdag ontstond brand in de woning van den
beer O., manufaclurier te Beverwijk, en niettegenstaande
spoedig aangebragte hulp is het gebouw uitgebrand. De
brand is, zoo men verneemt, ontstaan door het omvallen
van eene petroleumlamp.
De beer Waleson, hoofdinspecteur bij het departement
van Financiën, onlangs benoemd tot ridder der orde van
den Nederlandschen Leeuw, is jl. Donderdag te 's Hage
overleden.
Dezelfde bekende Parijsche firma Cail en Co., die
den bovenbouw van de spoorwegbrug over de Maas beeft
aangenomen, was ook de minste inschrijver, voor f 982,000,
bij de aanbesteding jl. Woensdag te Rotterdam gebonden
voor den bovenbouw van de gemeentebrug over de Maas.
Het schijnt met den Engelschman, die de bardglas
fabriek te Leerdam binnensloop, toch niet in den haak te
zijn. Volgens het Yad. moet er wel degelijk sprake zijn
van poging tot omkooping van ambtenaren dier fabriek.
Proces-verbaal is intussclien opgemaakt, en de zaak zal
mettertijd in behandeling komen.
In de laatste maand zijn te Utrecht de graanprijzen
aanmerkelijk gedaald; de aanvoer uit de Oostzeehavens is
zeer groot, zoodat het te voorzien is, dat de daling nog
wel zal aanhouden; de handel aan de beurzen is dan ook
zeer flaauw.
Uit Westergoo (Groningen) voorspelt men een vroege
lenLe, op grond van de vele vlugten kievitten, die daar
zijn gearriveerd.
Uit Kotta Radja meldt men o. a.«Toen majoor
Mekern zijn einde voelde naderen, verzocht hij om schrijf
gereedschap. Een lei en een grifiel werden daarop bij hem
gebragt. Daar 't avond was, lichtte zijn bediende hem
met een kaars bij, maar zoo onvoorzigtig, dat de klamboe
vuur vatte en in een oogenblik in brand stond. Toen door
spoedig toegeschoten hulp het vuur was gebluscht, was
Mekern dood.»
De omstreken van Parijs staan geheel onder water.
Don Carlos is jl. Woensdag avond ten 6 u. 25 m.
te Boulogne aangekomen en zou den volgenden dag naar
Engeland oversteken.
Koningin Victoria zal den 25 dezer naar Duitschland
vertrekken en het eerst naar Baden-Baden gaan.
Londensche bladen zeggen, dat verscheidene zee
mogendheden het plan hebben, telegraaf-stations in den
Oceaan te leggen, door welke depêches langs den onder-
zeeschen kabel naar de kusten en omgekeerd kunnen
bezorgd worden, zoodat. van land een bestendige gemeen
schap kan onderhouden worden met kruisers, pantserschepen
en poststoombooten.
Dezer dagen is te Berlijn het paleis van den faillieten
spoorwegkoning Strousberg in openbare veiling gekomen. Het
heeft 900,000 mark opgebragt en is aangekocht voor den
hofbankier des Keizers, baron von Colin.
De Duitsche officiële «Reichsanzeiger» meldt bij liet
besluit tot verbod van invoer van vee uit Nederland, dat
onze wetgeving op het punt van besmettelijke ziekten goed
en krachtig is, maar dat na 40 jaren, de uitroeijing van
de longziekte nog altijd niet gelukt.
Betreffende den paardenhandel schrijft men uit
Duitschland
«De paardenmarkt, te Hamburg gehouden, was werkelijk
levendiger dan die van 't verleden jaar. Drukker door
handelaren en koopers bezocht, was er veel vraag naar
weelde-, rij- en wagenpaarden van de 1ste klwaaronder
prijzen van 100130 en voor enkele tot 150 louis d'or
werden besteed. Middelsoort weelde-paarden waren weinig
gevraagd en liepen de prijzen voor deze en mindere klassen
van 7080 louis d'or uiteen. Beste werkpaarden werden
even duur als deze laatsten betaald; terwijl middelsoorten
6065 louis d'or opbragten. Er waren 450 paarden van
weelde en ongeveer 500 werkpaarden aan de lijn, waarvan
.onderscheidenlijk 50 en 100 onverkocht zijn gebleven.»
Reg-tszaken.
Wij hebben reeds melding gemaakt van de uitspraak van de
arrondissements-regtbank te 's Bosch in de zaak van Maria van
der Linden, die, schuldig verklaard aan twee moorden en diefstal,
deswege tot 15 jaar gevangenzetting in een verbeterhuis werd
veroordeeld. Het Paleis van Justitie bevat een uitvoerig verslag
van de behandeling dezer zaak en daaraan ontleenen wij nog enkele
bijzonderheden uit het getuigenverhoor. Het eerst worden gehoord
de heeren Meijeriuk, officier van gezondheid en dr. Strijbosch,
eerste geneesheer in het krankzinnigengesticht te 's Bosch, beiden
aldaar woonachtig. Aan hen was het onderzoek naar den toestand
van ligchaam en ziel van den beklaagde opgedragen, in verband met
de vraag: of de misdaad toerekenbaar is en of de abnormale
ligchaamsgesteldlieid invloed heeft gehad op de verstandsontwikkeling.
Met een uitgebreid rapport waren deze vragen beantwoord. Thnns
bevestigen die deskundigen dat rapport en zijn van oordeel, dat
de beklaagde niet krankzinnig is of was op het tijdstip van het
misdrijf, en dat. de abnormale ligchaamsgesteldlieid, die overigens
invloed zou hebben kunnen oefenen op de verstandsontwikkeling,
in dit geval niet dien invloed heeft gehad, dat de beklaagde, de
misdaad voltrekkende, niet zou geweten hebben wat hij deed. Met
aandacht hadden zij Maria van der Linden onderzocht, zich her
haaldelijk lang met hem onderhouden en waren eenparig tot het
besluit gekomen, dat hoewel dc opvoeding als meisje invloed op
zijn karakter had kunnen oefenen, van krankzinnigheid geen sprake
kon zijn. De beklaagde zelf bekende omstandig: „Op den
bewusten dag ben ik om 8 uur van huis gegaan om eikels te
rapen. Het eerst ontmoette ik twee kinderen, Hendrika en Theodora
Laarakkers. Deze scholden mij uit en verweten mij, dat ik geen
kermis kon houden en uit armoede eikels moest rapen. Kwaad
wordende, heb ik hen gewaarschuwd en gedreigd, waarop zij mij
antwoordden: „Gij kunt ons toch niet krijgen." In drift ben ik
hen toen nageloopen; zij vlugtten in verschillende rigtingen. De
oudste sprong in het hout, en toen ik nader kwam, kreeg ik het
voornemen haar te vermoorden. Ik greep haar aan, wierp haar op
den grond en sneed haar tweemaal met mijn knipmes in den hals;
daarna heb ik haar in de oogen gestoken en later in den buik.
Toen zij dood was, heb ik in haar zak gevoeld en er een beursje
met centen uitgehaald. l)e centen, 8 in getal, heb ik bij mij
gestoken en het beursje weggeworpen. Ik ben toen mijne handen
gaau wasschen in een nabijgelegen sloot en weggeloopen. Kort
daarop ontmoette ik Theodora Laarakkers en ik werd bang, dat
deze mij zou verraden. Ik heb gevraagd of zij met mij medeging,
haar over een sloot geholpen en, bij een tweede sloot gekomen,
heb ik haar voorover in het water gestooten en haar zoolang onder
water gehouden tot zij dood was; ik heb het kind voelen spartelen.
Ik ben wederom op den grooten weg eikels gaan rapen en heb,
bij mijne tehuiskomst, de centen onder de staldeur verborgen. Des
namiddags heeft men mij, o. a. vader Laarakkers, naar de kinderen
gevraagd cn ik heb toen geantwoord, dat ik ze niet had gezien."
Op de vraag waarom hij had gelagchen toen hij bij het lijk werd
gebragt, zegt hij: „Ik heb dit gedaan opdat de menschen zonden
denken, dat ik niet schuldig was." De brigadier der niarechaussée,
die met veel ijver en overleg het onderzoek in deze treurige zaak
volvoerd had, legde de volgende verklaring af: „Men vertelde mij,
dat er een lijkje gevonden was, en onmiddellijk begaf ik mij naar
de plaats, waar ik ook werkelijk twee lijkjes zag. Het- gehecle
dorp was op de been en ik hoorde mompelen, dat zij (Maria van
der Linden) er niet bijkwam. Ik liet haar halen en bragt haar
bij het lijkje van het oudste meisje. Zij ontroerde, doch herstelde
zich spoedig. Ik liet haar het lijkje opnemen en brengen naar de
plaats waar het verwonde zusje lag. Zij lachte en scheen geheel
op haar gemak. Ik vroeg of zij ook een mes bij zich had, waarop
zij ontkennend antwoordde. Haar zak doorzoekende, vond ik een
knipmes, waaraan bloed was. Zij wilde echter niets bekennen, doch
ik vermeende grond genoeg te hebben, om haar gevankelijk mede
te voeren. Des avonds heeft zij in mijne tegenwoordigheid aarze
lend de misdaden bekend. Den volgenden dag hebben wij met
Maria van der Linden de portc-raonnaie gezocht en gevonden,
digt bij de plaats van het gebeurde, alsmede op hare aanwijzing
de 8 centen onder dc staldeur. Ik heb nooit iets bijzonders van
haar gehoord; wel vertelde men, dat zij vol jongensstreken zat."
Zooals men weet, stond de dader vroeger als meisje bekend, maar
is bij 't onderzoek der zaak gebleken, dat hij een gebrekkig ont
wikkelde jongen was. De brigadier spreekt daarom echter nog
van „zij" en „haar."
Het rapport der deskundigen was duidelijk ten nadeele van den
beklaagde; het openbaar miuisterie hield de schuld voor ten volle
bewezen; de verdediger betwistte dit niet, maar drong alleen op
een nader onderzoek naar de geestvermogens van den beklaagde
op het oogenblik der daad aan en pleitte verzachtende omstandig
heden. De uitspraak was, zooals hierboven vermeld is.