Buitenland. Jl. Dingsdag ochtend is van Hellevoetsluis naar i 's Bosch vertrokken de tot het marine-etablissement behoorende stoombarkas, onder bevel van den luit. ter zee 2de kl. C. H. Comelissen, ten einde aldaar behulpzaam te zijn bij het redden en proviandeeren van noodlijdenden door de overstrooming. Het was gisteren (22 Maart) 555 jaar geleden, (in 1321) dat de eerste steen gelegd werd van Utrechtsch sieraad, den Domtoren, die met zijne slanke, hoog opgaande vormen, ver in den omtrek te zien is en van wiens ommegang den beschouwer een ruime blik op de omstreken is vergund. Het Utr. Dagblad wijdt aan deze herinnering een hoofdartikel. In de 7de eeuw werd op de plek waar de Dom staat de St. Thomas-kapel gesticht en onder Jan van Sirick, op het einde der 13de eeuw, werd de Domkerk tot een prachtige hoofdkerk, een meesterstuk van bouw kunst, zoodat het laatste werk van vergrooting en verfraaijing was voltooid, dat Hendrik van Yianden in 1254 had aan gevangen. Men meldt uit Middelburg, dat door de firma van Zeijlen en Decker aldaar eene circulaire is gerigt tot hare mede-ingezetenen in Zeeland, waarin zij van haar voornemen kennis geeft tot oprigting van een stoomvaart tusschen Middelburg en Java, aanvankelijk met een ijzeren schroef- stoomschip ter grootte van ongeveer 2000 a 3000 tonnen met compound—machines, geschikt om bij ongeveer 1000 lasten lading, 50 passagiers 1ste klasse, behalve troepen over te voeren. Daar genoemde firma uitzigt heeft een geschikt vaartuig te kunnen aankoopen, zou de zaak bij voldoende ondersteuning zeer spoedig in werking komen. Het benoodigde kapitaal wordt geraamd op f' 400,000, waarin de heeren van Zeijlen en Decker, die als directeuren zouden optreden, voor een aanzienlijk bedrag aandeel zullen nemen; het zal worden verdeeld in twintigste, veertigste en tachtigste aandeelen. Tot commissarissen zullen voor de eerste maal optreden de leden der Provinciale Staten van Zeeland: J. A. A. Fransen van de Putte, te Goes en G. J. Sprenger, te Middelburg. Bij de op Dingsdag gehouden verkiezing van een lid voor den gemeenteraad te Ylissingen is de heer F. Wibaut verkozen. Vóór de opening der stembilletten werd door eenige personen protest aangeteekend wegens een onregel matigheid in de kiezerslijst. Het leggen van een straatweg van de Stapel over de Ossensluis, gemeente de Wijk, naar Koekange en naar het Roogat, is aangenomen door den heer Scheuder, te Winkel voor f 43,797. Behoudens goedkeuring van Gedep. Staten, is het werk aan dezen inschrijver gegund. Het voorstel, om de kermis afgeschaft te verklaren, is door den raad van Arnhem in beginsel aangenomen. Te Oosterhuizen heeft een kind, terwijl de ouders afwezig waren, lucifers opgegeten. Den volgenden nacht is het onder hevige pijnen aan de gevolgen bezweken. De gemeenteraad van Assen heeft het verzoek om het Sterrenbosch voor het zesde Noorder-Zendingsfeest op 5 Julij beschikbaar te stellen, ingewilligd. Toen in October 1863 Koningin Isabella Madrid ont- vlugtte, bedroeg de nationale schuld van Spanje 2640 mil- lioen gulden. In de drie jaren dat Spanje republikeinsch was, nam zij zoozeer toe, dat Koning Amadeus den scepter aanvaardde over een land met 3564 millioen gulden schuld. Onder den dictator Serrano, die weder aan het hoofd eener republiek stond, klom zij tot 4848 millioen gulden. Onder Koning Alfonsus XII bereikte zij, in het eerste halfjaar zijner regering, 6360 millioen en nu, na afloop van den oorlog tegen de Carlisten, wordt zij geraamd op 7200 millioen guldens Nederlandsche courant. Yan de duizenden millioenen, die de Spaansche schuld vertegenwoordigt, zegt de Arnh. Crt., waaraan we boven staande regelen ontleenen, is door de tegenwoordige bezitters misschien niet meer dan een vijfde betaald; zij die er het meest door geleden hebben zijn de vroegere bezitters, en deze zijn óf reeds lang over hun verlies heen, óf worden in elk geval niet meer gebaat zelfs door de gunstigste regeling van den Spaanschen minister van Financiën. Dat deze geen streep door de schuld heeft gehaald, moet misschien worden toegeschreven aan het vermoeden, dat hij dan bij het sluiten eener volgende leening geeue groote bereidwilligheid zou ontmoeten om geld te leenen aan Spanje. Daarin heeft hij zich evenwel vergist. Waarom toch niet? Nederland is er toch nog altijd. Men kan in ons land met een effect altijd speculeeren, of het aandeelen zijn in eene spoorweg-maatschappij, die niet bestaat, of schuldbrieven van een land, dat niet betaalt; in Nederland is plaats voor alles; ons volk is altijd bereid zijne millioenen te geven, als men maar hoogen interest belooft. Ieder denkt voor zich zeiven, dat hij vóór dat het effect geheel en al waardeloos wordt, zich wel bergen zal, en juist zulk een effect van problematieke waarde is aan fluctuatie onder hevig en levert dus aan de heeren speculanten de meeste kansen om «er wat mede te verdienen.» Nederland koopt aandeelen in alles en het zou niemand kunnen verbazen als de één-percents-Spaansche effecten een geliefkoosd Nederlandsch effect werden; zelfs zoo de één-percents effecten nul-percents geworden waren en Spanje eene nieuwe leening uitschreef, uit Nederland zouden de kapitalen wel weder toevloeijen. Er is geen volk dat liever speculeert en dommer speculeert. De ondervinding der laatste jaren heeft hiervan de meest sprekende voorbeelden geleverd. Maar ook deze les der ervaring zal wei verloren gaan, gelijk trouwens de meeste anderen. Spanje zal wel het dorado der Nederlandsche speculanten blijven, ondanks de antipathie van jongs af voor dat volk ingeboezemd en het weinige vertrouwen, dat men in het land stelt. De New-York Herald van 12 Febr. bevat «slecht nieuws voor erfenisjagers in Nederland.» Uit dat blad blijkt, dat ingezetenen van Nederlandsche afkomst in de Vereenigde Staten niet zelden slagtoffere worden van per sonen, die hun kolossale erfenissen voorspiegelen, van verre verwanten in ons land. Tot waarschuwing vermeldt de Herald een brief, door den Amerikaanschen consul alhier onlangs aan een bewoner van New-York gezonden, die zijne tusschenkomst had ingeroepen om een erfenis te verkrijgen. De consul verklaart, dat de erfenisjagt een voortdurende kwelling is, zoo voor hem als zijne ambtgenooten te Rot terdam en het gezantschap te 's Hage. Schier geen mail komt aan zonder eenige van die aanvragen. In den regel beginnen de brieven aldus: «Ongeveer 180 jaar geleden liet zekere van B....m 40,000,000 dollars na, die zich thans in de Nederlandsche bank bevinden. Ik behoor tot zijn erfgenamen. Ik heb echter mijn naam veranderd, die nu B...r is, enz.» Onlangs kreeg de consul van eene dame uit Pensylvanië het treffende berigt, dat hare moeder, een vrouw van 91 jaren en clairvoyante, gezien had, dat in de Nederlandsche bank 30 millioen dollars lagen, die haar toebehoorden. De briefschrijfster verzocht den consul dat geld uit de bank te iigten, en met de volgende mail naar Amerika te zenden, liefst in een grooten wissel op Philadelphia, daar New- York te ver aflag De consul voegt er bij, dat zulke brieven dikwijls van beschaafde lieden en zelfs van hooggeplaatste personen komen. Daarom acht hij het noodig de Amerikanen te herinneren aan den tegenwoordigen stand der Nederlandsche wetgeving op oude erfenissen. Volgens de wet van 1852 zijn de erfenissen, die vroeger door de wees- en momboir- kamers werden beheerd, op eene algemeene commissie van liquidatie overgegaan, en bij die wet is bepaald, dat alle erfenissen, die niet binnen 5 jaar na de tweede aankondiging in het Staatsblad zijn opgevorderd, aan het Rijk vervallen. De erfenisjagers loopen cïus gevaar platzak thuis te komen. In Amerikaansche bladen vindt men het voor rookers niet onbelangrijk berigt, dat in de laatste jaren kolossale hoeveelheden stroopapier naar Havana worden uitgevoerd. Dit papier wordt met het sap van tabakssteelen verzadigd en dan in de «echte Havana-sigaren» gewikkeld, die aldus moeijelijk van onvervalschte zijn te onderscheiden en een zeer witte asch opleveren. Te Charleston, in Zuid-Carolina, is jl. Maandag in den vroegen ochtend een brand uitgebroken, welke bij volkomen gebrek aan water en door den zuidwestenwind zeer groote afmetingen aangenomen en eene schade van omstreeks 500,000 dollars aangerigt heeft. Hartverscheurende tooneelen hebben er plaats gehad en eene uit negers bestaande dievenbende plunderde alle huizen waarin zij kon doordringen. ISerlgtcn betreffende den watersnood. Z. M. de Koning heeft voorloopig reeds een bedrag van f 10,000 beschikbaar gesteld voor de noodlijdenden door de overstroomingen. Prins Frederik heeft f 3000 en Prinses Marianne f 1000 geschonken. Men schrijft uit 's Bosch aan het Vaderland: «De boot, die op last des Konings naar de Maasdorpen voer, had levensmiddelen en de tenten meegenomen, waar onder 8 met kooktoestellen, die, waar daaraan behoefte was, werden achtergelaten. Zeg kisten kleederen enz. van wege Z. M. zijn aangekomen. De stoombarkas van Prins Hendrik is tot vervoer der benoodigdheden aangevraagd. Te Oyen zijn 120 vlugtelingen opgenomen in het kasteel van jhr. Smits; te Teeftelen 45 in het schoollokaal; te Lithoyen 120, deels in 2 schepen, deels bij particulieren; alle huizen staan daar onder water; te Lith 85 in de school en in de Geref. Kerk, bovendien huizen er 233 in tenten. Te Kessel zitten 8 personen op den zolder der school; te Maren in het raadhuis en op den zolder der school 20; te Alem in de school 25 en te Engelen 59 in de school en het brandspuithuis; in de pastorie en in de school te Rosmalen 100; te Vught 30 in een noodschuur, 6 in de pastorie en 8 in het klooster; van 667, die te Berlicum hunne woningen moesten verlaten, zijn 95 in de school geborgen. Behalve dit aantal zijn overal nog onnoemelijk velen bij particulieren gehuisvest. De onbruik baarheid der wegen is groot, waardoor het vervoer van levensmiddelen enz. zeer belemmerd wordt. i 's Bosch 6,17, val 8 cM. In een gisteren verspreid bulletin der 's Hertogenb. Crt. leest men het volgende: «De nood in de omstreken blijft steeds groot; wel wordt door de commissie hulp verleend, doch er is niet alleen dringend behoefte aan levensmiddelen, maar evenzeer aan kleeding en dekking. De slagtoffere van den watersnood hebben in de overgroote haast, waarmede zij hun vijand, het water, moesten ontvlugten en zich op hunne zolders redden, alles moeten achterlaten; aan kleederen, vooral aan ondergoed, is zeer, zeer groot gebrek, bijzonder voor vrouwen en kinderen. Al wat zij bezaten is onder het water bedolvenhalf naakt zijn zij aan. het water, aan de koude en het gure weder ten prooi; helpe dus van elders wie helpen kan, want er zijn hier geen handen genoeg om in alle behoeften te voorzien. Bij de groote waterramp van 1860/61 zonderden tal van Nederlandsche vrouwen wat van haar onderkleederen en van die harer kinderen af, om de ongelukkigen te kleeden. Wij doen ook thans een beroep op de liefdadig heid der vrouwen van Nederland!» Aan het Handelsblad wordt uit 's Bosch geschreven: «Het is een vermakelijk, nooit te vergeten schouwspel, dat de straten van deze werkelijke schoone Brabantsche stad opleveren. Wij varen in een schuitje door de Wolven- hoek en Waterstraat, langs de Rijkskweekschool, de kazerne van de marechaussée enz. Aldaar op de Schapenmarkt, in de Snellestraat en Vughtenstraten staat van twee voet tot een meter water. Ik seinde u voor de grap, dat we bijna in een marmeren gang schipbreuk hadden geleden, om het dus met een enkel woord aanschouwelijk te maken hoe de toestand is. Ujtwijkende voor een houten bak, waarin een bejaard heer zich deftig naar huis boomde, dreven wij bijna den gang binnen van een fraaije woning, waarvan de zijkamer, keuken, enz. geheel onder water stonden. We zagen in een groote schuit een dienstmeisje aankomen, dat boodschappen had gedaan. Daar de boot5niët in het huis kon, stapte ze netjes in een houten bak die in den gang lag, en voer daarin naar de trap, waar ze behouden aan wal stapte. De bakken die men gemaakt heeft, gelijken het meest op groote etensbakken met hooge randen. Wij zagen verderop wel honderd menschen op stelten door het water loopen. Zij deden zulks bijzonder behendig. Uit Geften meldt men dd. 20 Maart: «Gisteren zijn door den komm. des Konings in deze provincie van 's Bosch via Uden verzonden 1000 rogge- brooden a 6 kilogram voor de noodlijdenden te Geffen, Heesch, Nuland en Rosmalen. De ellende daar is onbe schrijfelijk: alle gebouwen zijn ondergeloopen endeels ont ruimd. Sedert 5 dagen hoorde men noodkreten uit de bouwhoeve «Klarenoord,» bewoond door een 70jarigen grijsaard, Johs. v. d. Verdonk, die met 4 kinderen en 11 stuks melkvee gedurende dien tijd tot aan de borst in het water heeft doorgebragt. Er was wegens gebrek aan vaartuigen geen mogelijkheid om hen te redden. De bemanning eener boot, door den hoofdcommissaris van politie te 's Bosch met levensmiddelen naar Rosmalen gezonden, bragt eindelijk redding. Bijge staan door den koramandant der brigade koninklijke mare- chausée te Oss, P. J. Selschap, begaf die bemanning zich met haar vaartuig naar de overstroomde hoeve. Men slaagde er in menschen en vee in het vaartuig op te nemen, het geen niet zonder moeite ging, daar het reeds duister was geworden. Aan wal gekomen werd aan den grijsaard en de kinderen, die allen den dood nabij waren, terstond hulp verleend.» ^natste rlvierberigten. Door den aanhoudenden val van het water, die op de bovenrivieren krachtiger intreedt, wordt de toestand in het algemeen dagelijks meer geruststellend. De bestaande afschuivingen en verzakkingen aan de dijken zijn niet verergerd, terwijl zich geene nieuwe hebben voorgedaan. Te 's Bosch teekende het water 22 Maart vm. 8 uur 6.00 M. boven A. P.; in 24 uren gevallen 0.12 M. (Staatscourant.) Benoemingen, enz. Met ingang van 1 April is benoemd tot lid van het Hoog Militair Geregtshof de heer J. Vos, gepens. kapt. ter zee. STATEN-GEAERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag 21 Maart. Na discussie is het sub amendement van den heer van der Hoeven verworpen met 49 tegen 24 en het amendement van den heer Kappeyne (gelijkstelling van het Amsterdamsch Athenaeum met eene universiteit) aange nomen met 41 tegen 32 stemmen. Zitting van Woensdag 22 Maart. De regering heeft na de beslissing van Dingsdag, waar sprake was van athenaea, dit gewij zigd in het Amsterdamsche Athenaeum. Een amendement van den heer des Amorie van der Hoeven, om het beginsel athenaea in de wet te behouden, is verworpen met 43 tegen 24 stemmen. De discussie is aangevangen over art. 33 (vier faculteiten) en de daarop voorgestelde amendementen tot behoud der theologische faculteit. Heden (Donderdag) voortzetting. Engeland, De Prins van Wales heeft vóór zijn vertrek uit Bombay tot den Onderkoning een schrijven gerigt, dat in de officiëele Gazette is openbaar gemaakt, en waarin hij te verstaan geeft hoe groot genoegen zijn reisje door Hindostan hem heeft verschaft. De Prins zegt dat zijne verwachtingen overtroffen zijn, en dat de ontvangst, hem door inlandsche vorsten, hoofden en bevolking allerwege bereid, hem zeer aangenaam is geweest. Hij hoopt dat de millioenen Indi sche onderdanen van de Koningin meer en meer overtuigd mogen worden van de voordeel en des Britschen beheers, en voegt er bij, dat de inlandsche troepen eene legermagt vormen, op welke 't land met reden trotsch mag wezen de militaire revue te Delhi, verklaart hij, bood een hoogst indrukwekkend schouwspel. De Prins geeft ook zijne hooge waardeering te kennen van de civile dienst in Indië. Hij eindigt met den Onderkoning en de ambtenaren te danken voor de gastvrijheid en hulpvaardigheid, hem gedurende de vier maanden van zijn verblijf in Indië betoond. Alle modisten en manufactuurwinkeliers te Londen zijn uitgenoodigd, om hunne nieuwste costumes ten toon te stellen. Bij eene beoordeeling, zal door de jury op origi naliteit, bevalligheid en bovenal op economische beginselen gelet worden. Dit laatste valt bijzonder in den smaak der Engelsche vaders en echtgenooten. Een berigtgever van de Times deelt mede, dat te Colac, in Australië, 293 runderen, gefokt door den heer Robertson, verkocht zijn voor 30,807 p. st. Een vaars bragt 2200 p. st. op. Zwitserland. Uitgeweken Fransche en Duitsche Internationalisten te Bern beproefden jl. Zaturdag (verjaardag der Commune) eene manifestatie, die mislukte en op eene algemeene vecht partij uitliep. De troep werd uiteengedreven. De openbare meening daar te lande laakt de bedoelde manifestatie zeer. Italië. Uit Rome wordt aan de National-Zeitung geschreven, dat de verklaring van markies Montegazza, dat hij alleen schuldig was aan het uitgeven van valsche wissels ten laste van Koning Victor Emmanuel, gebleken is onwaar te zijn. Er is aan 't licht gekomen dat graaf Mirafiori, 's Konings eigen zoon uit zijn morganatisch huwelijk, aan deze zaak medepligtig is. Het geregtshof te Bologna moet reeds een bevel tot gevangenneming tegen hem hebben uitgevaardigd. Spanje. Dezer dagen heeft Koning Alfonsus aan het hoofd van 25,000 man troepen een schitterenden intogt te Madrid gedaan. Hij werd men geestdrift ontvangen. Aan de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2