HELDERSFHE EN MEI WEIIEFER COURANT. 1876. N°. 52. Zondag 30 April. 34 Jaargang. BEKENDMAKING. Binnenland. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdsg, Donderdag en Zatnrdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1 80. v mm franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN NT. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eliken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Endië. Laatste ligling 's avonds 6 uur. De Burgemeester der gemeente Anna Paulowna brengt ter kennis van de ingezeteuen, dat de Heer F. H. DE KONING, Rijks ontvanger te Zijpe, met den 1 Mei a. s. gaat verhuizen van de Schagerbrug naar 't Zand, Wijk K, No. 29. Anna Paulowna, den 27 April 1876. De Burgemeester voornoemd, C. E. PERK. HELDER en NIEUWEDIEP, 29 April. Wij maken onze lezers attent op de schietoefeningen, welke in het begin der maand Mei op de Hors zullen worden gehouden. De annonce betreffende die oefeningen moeten wij wegens plaatsgebrek tot het volgend nummer laten liggen. In de op gisteren gehouden werkende vergadering van 't departement Helder der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is benoemd tot lid der Commissie van voor- dragt tot het bekroonen van edelmoedige bedrijven de heerT. A. deCarpentier. Verder is besloten in eene binnenkortte houden vergadering te beslissen over een namens het departement in te zenden adhaesie-adres bij de Tweede Kamer, ter zake van het voorstel Moens. Naar wij vernemen zal Dingsdag den 2 Mei a. s. in het lokaal Musis Sacrum het tweede Winterconcert plaats hebben van het Muziekkorps der Artillerie - Schutterij. Deze soiree zal tevens opgeluisterd worden door eenige heeren artisten en dilettanten van Rotterdam en 's Hage. Wij voorspellen alzoo den bezoekers een regt aangenamen avond. Ds. Damsté, te Huisduinen, zal morgen half tien ure, zijn afscheidsrede houden. Dr. Kuyper's ligchamelijke ziektetoestand is in de laatste dagen merkelijk verbeterd; de koorts nam in hevigheid af. Het zenuwgestel is echter nog zeer verzwakt; onthouding van eiken intellectuelen arbeid blijft dus gebiedend noodig. Naar men verzekert, hebben zich voor de opleiding tot machinist-leerling ruim 100 sollicitanten aangemeld. Er zijn 40 plaatsen disponibel en het examen zal aanvangen den 8 Mei e. k. Door het prov. bestuur van Noordholland is jl. Don derdag aanbesteed: 1. Het verdiepen van eenige gedeelten van het Noordhollandsch kanaal, in twee perceelen en in massa; minste inschrijver in massa de heer W. Goedkoop, te Amsterdam, ad f 47,000. 2. Het voorzien der boorden van het Noordh. kanaal, in vier perceelenminste inschrij vers de hh.1ste perc. R. Kroon, te Buiksloot, ad f 6674; 2de perc. G. Honijk, te Schellingwoude, ad f12,987; 3de perc. R. Kroon ad f 8373; 4de perc. B. Beukenkamp, te Wieringen, ad f 9138. 3. De duinbeplanting en het stellen van rietschuttingen op Texel en den vasten wal van Noordholland, in drie perceelen; minste inschrijvers de hh.: lste perc. A. Vos, te Helder, ad f 4008; 2de perc. J. Oldenburg, te Bergen, adf 9250; 3de perc. dezelfde ad f 7400. 4. Het leveren van stortsteen en het bestorten der Hel- dersche zeewering, in twee perceelen; minste inschrijvers de hh.: lste perc. W. Goedkoop Dz., te Amsterdam, ad f 2587; 2de perc. dezelfde ad f 6980. In de jl. Donderdag gehouden jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, werd de balans over het afgeloopen jaar goedgekeurd, waaruit bleek, dat het bezoek nog steeds toeneemt, en dat de inventaris dit jaar weder belangrijk is vermeerderd. Het dividend werd voorts vastgesteld op f 0.50 voor elk aandeel en op f 0.90 per action de jouis- sance. Als commissaris werd herkozen de heer P. Goedkoop. Ter gelegenheid van het 30ste Nederlandsch Landhuis- houdkundig Congres zal op den 30 Junij, op de terreinen van de veemarkt te Amsterdam, eene tentoonstelling gehou den worden van paarden, fokvee en pluimgedierte. De aangifte voor inzendingen worden vóór den 20 Junij ingewacht, wat het vee betreft bij den heer N. Wafelbakker, en wat het pluimgedierte betreft bij den heer G. F. Westerman, Jjeiden leden van het bestuur. De gemeenteraad van Heemstede heeft, even als die van Haarlem, in de algemeene politie-verordening o. a. de Verbodsbepaling opgenomen, om aan den openbaren weg vogels te vangen en vogelnesten uit te halen. Tengevolge hiervan kan thans met goed gevolg gewaakt worden tegen het vangen van vogels in den onder beide gemeenten lig- fenden Haarlemmerhout, waarvan tot hiertoe nog al mis- ruik werd gemaakt. In de laatste acht dagen zijn ruim 5000 schapen langs Utrecht naar het buitenland verzondenjl. Woensdag werd nog 'een koppel van p. m. 300 stuks naar Engeland overgebragt; de gemiddelde koop dier dieren is van f 33 tot f 40 per stuk. De 200jarige gedenkdag van het overlijden van Michiel Adriaansz. de Ruyter zal heden te Vlissingen, de geboorte stad van Neurlands grooten admiraal, plegtig worden herdacht. Tal van corporatiën en de beide muziekgezel schappen zullen zich vereenigen in de groote zaal van den heer Kuipers, waar door dr. Snellen een redevoering zal worden uitgesproken. Vandaar zal men zich in optogt begeven naar het standbeeld van den luitenant-admiraal- generaal van Holland en West-^Friesland, om dezen hulde te brengen. Met ingang van den 6 Mei a. s. is benoemd tot directeur van het Telegraafkantoor te Wageningen de heer F. W. Jaeger, thans te Purmerende. De prijs van het varkensvleesch is te Zwolle in eens 5 a 6 cents per kilo gedaald. De vette varkens hebben eene daling van p. m. 14 cents per kilo ondergaan. Eenigen tijd geleden gebeurde te Deventer iets, dat bij velen verontwaardiging wekte. Zeker niet te goed bekend staand persoon werd, toen hij in beschonken toe stand over de straat zwierde, door een troep jongens al joelende nageloopen; de dronkaard keerde zich woedend om, greep den eersten knaap den besten en sloeg en schopte hem zóó, dat gevaarlijke inwendige kwetsuren ontstonden. Thans is de knaap, een zoontje van dr. K., overleden, hetgeen de verontwaardiging zeker niet zal doen verminderen. Uit het noorden des lands meldt men, dat zich aldaar onlangs in een der voornaamste plaatsen het volgende zonderling incident voordeed: «Bij het uitbreken van een brand in een bewoond perceel schoten twee brandspuiten toe, maar al dadelijk geraakte de bemanning in twist. De eene zeidegij hebt met het brandende huis niets te maken, want het ligt in mijn wijk. De andere beweerde juist het tegendeel. Daarop bespoten de beide twistende korpsen elkander met het water, 't Huis brandde onderwijl heel bedaard af. Weldra zal de regtbank beslissen, wie 't regt had den brand van een huis te blusschen, dat beide partijen lieten afbranden.» De Inflexible, een Engelsch pantserschip, sterker tot aahval en verdediging, dan éénige oorlogsbodem die tot dusver werd 'gebouwd, zal worden overtroffen door de Italiaansche pantserschepen Dandolo en Duiliothans te Spezzia en Castellamare in aanbouw. Ze zullen nl. vier lÜOtons-kanonnen, in stede van 81tons, voeren, en hare torens zullen bekleed zijn met pantsering ter dikte van 22, niet van 18 Eng. duimen. In de nabijheid van Bodmin is een geestelijke over leden, die in vele opzigten een zonderling was. O. a. excentriciteiten, die van hem wereldkundig zijn geworden, behoort ook die, dat hij op een Zondag van den kansel heel gemoedelijk zijn keukenmeid de dienst opzegde. Proces JutGoedvolk. Zitting van Donderdag 27 April. Reeds vroeg in den ochtend was eene talrijke menigte op de been, om de rijtuigen, die de beide beschuldigden naar het geregtshof bragten, te zien passeeren. Yan de gevangenis af tot op het Binnenhof hadden de nieuws gierigen zich in de straten geschaard. Even 9 ure verliet Jut, in een gewoon rijtuig, onder een behoorlijk geleide, de gevangenis, geëscorteerd door een piket huzaren. Kort daarna werd zijne vrouw in het cellulair rijtuig naar het hof gebragt. Het Binnenhof en de toegangen tot de geregtszaal waren door een digt opeengepakte menigte bezet, welke echter door de politie tot achter de poorten werd teruggewezen, ten einde het uitstappen zonder de minste belemmering te doen geschieden. Na dien tijd werden ook de toegangen tot het geregtshof vrij gehouden ten gerieve eener geregelde passage van de getuigen en het publiek, dat tot de gereserveerde tribunes werd toegelaten. Ongeveer tien ure waren die plaatsen reeds ingenomen door zeer vele hoorders en toe schouwers; tegenover tal van leden der magistratuur, die de voor hen bestemde plaatsen bezetten, was de balie gezeten, die ruim vertegenwoordigd was. Een vreeselijk gedruisch op de trappen kondigde ten 10 ure aan, dat de deuren voor het publiek waren ontsloten. Ieder stormde als het ware naar zijne plaats, zoodat het niet lang aanhield, of de breede ruimte was tot aan de wanden toe gevuld. Juist te 10 ure kwam het hof de geregtszaal binnen en werd de criminele teregtzitting geopend. Het hof is zamengesteld uit mrs. Franijois, president, van Bell, van Panliuijs, de Jonge Loke, Raedt van Oldenbarnevelt, raadsheeren, terwijl mr. Hanlo als bijzitter fungeert. Het O. M. wordt waargenomen door adv.-gen. van Maanen. De besch. werden binnengeleid te midden van de diepste stilte, eerst de tweede besch., Christina Goedvolk, daarna de eerste besch., Hendrik Jacobus Jut. Juts vrouw ging met vasten tred naar hare plaats. Voor zoover viel op te merken, was zij in het donker gekleed met een hoed op, terwijl haar gelaat bedekt was met een donkerbruinen sluijer, die zij echter verwijderde zoodra zij hare regters aanschouwde. Daarop kwam Jut binnen, omringd door eenige veldwachters en de gevangenbewaarders, die, met het oog op zijnen physieken toestand, met zijne verplegiug zijn belast. Hij was in het zwart gekleed, zijnde overigens niets bijzonders aan hem te bespeuren. Nadat de besch. hunne namen hadden opgegeven, maande de voorzitter den eersten besch. aan, geene beweging hoegenaamd te maken. Als hij door bewegingen de orde stoorde, had het geregtshof het regt hem te verwijderen en de openbare zitting zonder zijn bijzijn voort te zetten. Hij waarschuwde hem dus ernstig, zich stil te houden, daar het hof anders zou overwegen, of het van die bevoegd heid, bij de wet toegekend, zal gebruik maken. (Jut, die eenige oogenblikken scheen te aarzelen en wiens gelaat zich zenuwachtig vertrok, heeft blijkbaar de woorden begrepen en hield zich verder bedaard.) Vervolgens werden hel arrest van teregtstelling en de acte van beschuldiging door den griffier voorgelezen. Die voorlezing, te even 10 ure aangevangen, duurde tot ruim 12 ure. Gedurende de formaliteit luisterden de beide beschuldigden aandachtig en stil voor zich uit ziende. Bij sommige belangrijke zinsneden legde Jut blijkbaar belangstelling aan den dag door bijzonder daarnaar te luisteren. Nu en dan wendde hij zijne blikken om zich heen. Zoodra de zenuwen bij hem begonnen te werken, werden hem door zijne bewakers bedarende middelen toegediend, terwijl bij eene eventuele uitbarsting van ernstigen aard doctors hulp kon worden ingeroepen, vermits de heer Giesbers, offic. van gezondheid 2de kl. bij het garnizoen te 's Hage, tevens geneesheer in de gevangenis, zich in de zaal bevond. Overigens heeft men hem onschadelijk gemaakt door het aantrekken van een dwangbuis. Daarop is het verhoor van de 46 gedagvaarde getuigen aange vangen. De eerste was mevr. van Heusden, die den avond van 13 Dec. 1872 bij mevr. v. d. Kouwen had doorgebragt; de tweede, de meubelmaker Dat, de verloofde van de vermoorde dienstbode van mevr. v. d. Kouwen. Onder de getuigen, die heden nog gehoord zijn, kwam ook voor de heer Beukman, vroeger commissaris van politie te 's Hage, die, na eene beschrijving gegeven te hebben van den toestand, waarin hij de woning van mevr. v. d. Kouwen in den avond van 14 Dec. gevonden had, o. a. het volgende getuigde: In Oct. 1874 ontving hij een anonymen brief, waardoor hij in kennis werd gesteld, dat Jut, van de reis teruggekomen, in het bezit was van vele zaken van waarde, en toen werd hem kennis gegegen, dat Haffner gezegd zou hebbenik ben niet de moordenaar van mevrouw v. d. Kouwen. Terstond is toen door hem com missaris, op last der justitie, een onderzoek bewerkstelligd en heeft hij op Jut bevonden eene nota van inschrijvingen, welke Jut zeide, dat zijne vijanden in zijnen zak hadden gestoken. Ook werd een andere inschrijving gevonden, die hij voorgaf te zijn de vrucht van eerlijk verdiend geld, terwijl hij het andere van iemand zou hebben verkregen, met wien hij ongeoorloofde relutiën had gehad. Op de vraag des verdedigers, mr. Thorbecke, of getuige wist, of de honden al dan niet bij het komen op het bovenachtervertrek in de woning van de verslagene gekeft hebben, verklaarde getuige, dat hij thans zeker weet, dat zij niet geblaft hebben. De verdediger constateerde den strijd met vroegere verklaringen op dit punt. Vervolgens wordt door den griffier voorlezing gedaan van het visum repertum der schouwing, door de deskundigen, de heeren dr. H. G. Becht en J. Dijkgraaf, gehouden. Het verslag van hunne bevinding en hunne conclusiën zijn in extenso opgenomen in de acte van beschuldiging. Genoemde deskundigen, te dezen aanzien ter teregtzitting onder eede gehoord, bevestigen nader hun advies. De eerste deelt bovendien mede, dat hij meent, dat de dood door verbloeding ontstaan is, ten gevolge van van achteren toegebragte wonden. Een andere getuige, de heer van Starkenborg van Straten, assu radeur te Amsterdam, verklaart, onder zijne administratie gekregen te hebben eene erfenis van mevrouw v, d. Kou wen ad f 50,000. Hij heeft haar later op haar verlangen f 20,000 ter hand gesteld, niet om het huis, waarin zij woonde, te koopen, maar ten einde eigenares van een ander perceel te worden. Hij heeft haar gewaar schuwd tegen den omgang met lieden, wien zij zoo dikwijls haar vertrouwen schonk, en haar eenmaal toegevoegd: pas op, als gij niets ergers beloopt, zult gij nog eens bestolen worden. Voor het overige zijn door de verschillende getuigen die reeds allen zijn gehoord meerendeels dezelfde bijzonderheden medegedeeld, die in de acte van beschuldiging zijn vermeld. Zitting van Vrijdag 2S April.De beschuldigden worden onder vraagd. Jut, door den president ernstig aangemaand de volle waarheid te zeggen; legt bekentenis af overeenkomstig de acte van beschuldiging voor zooveel zijne schuld betreft, maar aarzelt of ontkent alle punten waaruit de schuld van Christina zou blijken. Christina heeft, zegt hij, niet vooraf van den moord geweten, en hem niet geholpen daaraan of aan diefstal; zij is alleen in het huis aan de Bogt vau Guinea tegenwoordig geweest en heeft later het gestolene bewaard. Met even groote beslistheid legt Christina Goedvolk daarna hare verklaringen af. In strijd met hare vroegere bekentenis, zegt zij niet vooraf van den moord geweten te hebben; doch zij bekent doch zij bekent dat Jut wel gesproken heeft goedschiks of kwaad schiks geld van mevrouw van der Kouwen te zulien nemen. Op de vraag wat zij door „kwaadschiks" verstaat, antwoord zijdoor „moord." Zij heeft hem van bloed gereiuigd, heeft hem zien stelen, zij heeft het gestolene verborgen en daarvan geleefd, maar zij ont kent ten stelligste van den moord geweten te hebben en zegt, vroeger het tegendeel verklaard te hebben alleen om Juts schuld te verzachten. De advocaat-generaul van Maanen heeft na het verhoor der beschuldigden in eene uitvoerige rede betoogd, dat het bewijs der misdaad geleverd is, dat het wetttig bewijs der schuld bestaat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1