HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
1876. N°. 54.
34 Jaargang.
Vrijdag 5 Mei.
Binnenland.
„W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag- namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1-30.
franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: M O L E IV P L E IIV JT. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regela 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Hlken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWEDIEP, 4 Mei.
Omtrent de op 12 Maart jl. plaats gehad hebbende
aanvaring der te Cura^ao gestationeerde oorlogsstoomschepen
Leeuwarden en Zilveren Kruis, worden van particuliere
zijde de navolgende bijzonderheden vermeld:
«Den 6 Maart vertrokken, op een oefeningstogt, Zr. Ms.
stoomschepen Zilveren Kruis, Leeuwarden, Prinses Maria
en Cornelis Dirks; het voornemen bestond om een tiental
dagen aan de oefeningen ter zee te wijden. Maar wat
gebeurt er? Den 13den 's morgens verschenen de schepen
vóór de haven en reeds van verre kon men zien dat de
twee grootsten, Leeuwarden en Zilveren Kruis, aanmerke
lijke averijen hadden geleden. Bij de gehouden oefeningen
was namelijk de Leeuwarden tegen het Zilveren Kruis
aangevaren, zoodat de voorsteven van eerstgenoemd schip
groote schade aan den achtersteven van het laatstgenoemde
aanrigtte en ze mede ondervond.
Het ongeval is veroorzaakt door de omstandigheid, dat,
toen van het kommandoschip geseind werd dat de Leeu
warden moest wenden, dit schip op een daartoe te korten
afstand van het Zilveren Kruis was. Met groote moeite
kreeg men den voorsteven van het eene schip van den
achtersteven van het andere los; maar toen was de zaak
nog erger, doordat de beide schepen tegen elkander kwamen
te liggen, bakboord en stuurboord, en wel zoodanig, dat
zij door het deinen als anderzins beiden verschrikkelijk
hebben geleden. De verschansing van het Zilveren Kruis
werd bijna geheel vernield; de ijzeren stangen werden als
ijzerdraad gebrokende stukken vielen van hun rolpaarden,
welker assen braken, enz. enz. Ongeveer dertig minuten
lang bleven de beide gevaarten a la merci des flots tegen
elkander aanklotsen.
Waren de schepen niet, in plaats van onder stoom,
onder zeil geweest, zij zouden spoediger losgeraakt zijn,
maar nu moest men touwen, zeilen, enz. eerst wegsnijden,
alvorens ze van elkander te krijgen. Daarbij bekwamen
twee matrozen kneuzingen en wondende een viel uit het
want op het dek en moest naar het hospitaal vervoerd
worden, waar zijn toestand zeer zorgelijk was. De kosten
van herstelling der aangerigte schade kunnen gerust op
f 30,000 worden berekend; dat wil zeggen de voorloopigc
herstelling, want andere zouden de schepen op de Cura-
9aosche werven niet kunnen erlangen.
Het ongeval had plaats omstreeks 5 ure 's namiddags;
gelukkig dat de wind niet hevig was, de gevolgen waren
anders niet te overzien geweest. De beide schepen zijn
voorloopig naar de werven van de heeren J. E. van der
Meulen en Jesurun en Co. gebragt, waar ook vijf booten
worden vervaardigd, ter vervanging van die, welke van
boord zijn geslagen.» (D. v. 's Gr.)
Volgens een bij het departement van Marine ontvangen
telegram is Zr. Ms. schroefstoomscbip het Loo, onder
bevel van den kapt.-luit. ter zee E. L. baron van Heeckeren
van Walien, komende uit W.-Indië, den 1 dezer wegens
stormweder te Ryde (eiland Wight) binnengeloopen.
Blijkens een bij het departement van Marine ontvangen
telegram is Zr. Ms. ramtorenschip Prins Hendrik der Neder
landen, onder bevel van den kapt. ter zee A. N. L. Koop!
den 2 dezer van Aden te Point de Galle aangekomen.
Met veel genoegen maken wij gewag van het tweede
winterconcert van het muziekkorps der Artillerie-Schutterij,
dat Dingsdag jl. plaats vond. Het ontbrak dien avond niet
aan variatie in het wèlgekozenprogramma en de heeren
solisten bragten het hunne bij tot verhooging van het
muziekaal genot. Bewonderden wij den zachten afgeronden
toon van den altlioorn (den heer van Ophemert, dilettant),
het geacheveerde spel van der. heer Froschard (artist bij
de stafmuziek der grenadiers en jagers) deed ons zien welke
technische zwarigheden door dien artist glansrijk werden
overwonnen. Zijn spel was edel en in hooge mate rein,
geaccentueerd en genuanceerd. Ook het quintet, door de
gezamenlijke solisten ten gehoore gebragt, voldeed bij uitstek,
vooral de Andante van Paque, gearrangeerd door den heer
H. de Groot.
Het muziekkorps heeft sinds zijn laatste optreden wederom
eene flinke schrede voorwaarts gedaan. De verschillende
nummers werden flink uitgevoerd en zij gaven blijken dat
er. flink gestudeerd wordt. Onder leiding van het degelijke
bestuur en van den ijverigen kapelmeester gaat dit korps
zeker eene schoone toekomst te gemoet. Wij bevelen het
Helder's burgerij nogmaals ten sterkste aan en wij twijfelen
geenszins of men zal dit jonge korps in moreelen en stoffe-
lijken zin blijven steunen.
De schout-bij-nacht P. A. van Rees, directeur en
kommandant der Marine alhier, hield gisteren de jaarlijksche
inspectie over het Koninklijk Instituut der Marine.
Ds. H. Yrendenberg, alhier en ds. H. J. E. van
Hoorn, te Hoorn, komen voor op het twaalftal te Deventer.
Aan den lsten luit. Mooijaart, van het 7de reg.
infanterie alhier, is eene Atsjin-medaille en het eereteeken
voor belangrijke krijgsverrigtingen toegekend.
Heden is het de 62ste verjaardag der bevrijding van
deze gemeente uit de magt der Franschen.
Naar wij vernemen, zijn de gratificatiën uit het
fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende
dienst in de Nederlanden, aan de gewone deelgeregtigden,
met ingang van 1 Jan. 1876 verhoogd en onder meer de
gratificatie van f 30.30 gebragt op f 37.die van f 33.30
op f 40.die van f 40.40 op f 49.en die van f 43.30
op f 52.
Deze mededeeling zal zeker door belanghebbenden met
genoegen worden vernomen.
Blijkens eene opgave in de Staatscourant zijn in
1875 uit Nederland 585 personen als landverhuizers over
zee vertrokken, waarvan 201 hoofden van gezinnen en op
zichzelf staande personen, 92 vrouwen, 291 kinderen en
1 dienstbode.
Te Haringkarspel heeft de collecte voor den waters
nood opgebragt f 394.20.
De heer H. W. Wijmans, directeur van den arbeid
in het huis van correctie en arrest te Hoorn, dezer dagen
eervol ontslagen, ontving jl. Zaturdag, toen de commissie
van administratie met een toespraak van den vice-president,
den heer mr. W. C. J. de Vicq, een hartelijk afscheid van
hem nam, een armstoel, met den wensch dat hij daarin lang
de welverdiende rust mogt genieten en met verzoek zich
zelf nog een ander aandenken te verschaffen uit een stoffelijk
blijk van belangstelling, hem tevens overhandigd. De heer
Wijmans, diep getroffen door die blijken van achting eener
commissie, onder welke hij 43 jaren was werkzaam geweest,
beantwoordde die toespraak op gepaste wijze.
De burgemeester van Amsterdam heeft ter kennisse
der ingezetenen gebragt, dat Z. M. de Koning hem opge
dragen heeft, aan de burgerij HDs. dank over te brengen
voor de bewijzen van gehechtheid aan zijnen persoon,
gedurende het verblijf in de hoofdstad ondervonden. Hij
heeft verder berigt, dat hem namens Z. M. tweeduizend
gulden zijn ter hand gesteld ten behoeve der algemeene
armen dier stad.
Thorbecke's standbeeld is in den vroegen morgen
van jl. Dingsdag te Amsterdam op het voetstuk geplaatst.
Het beeld is 3.30 meter hoog. Het voetstuk is omgeven
door 4 treden en een ijzeren hek.
Het Yad. acht de benoeming van den minister van
Binnenl. Zaken tot ridder-grootkruis van den Nederl.
Leeuw eene welverdiende hulde voor den moeijelijken
arbeid, door hem aan de regeling van het hooger onderwijs
besteed, maar verwondert zich, dat ook geene verrassing
is bereid geworden aan den president der commissie van
rapporteurs, wiens aandeel in het werk zoo overwegend is
geweest.
De Koning heeft reeds jl. Vrijdag morgen de wet op
het hooger onderwijs onderteekend.
Mevrouw Iburg, te 's Hage, verlaat wegens hoogen
leeftijd het tooneel, na zestig jaren gevierd te zijn, zegt
het Vaderland, als een der beste «moederrollen,» waarop
't Hollandsch tooneel kan wijzen.
Met leedwezen verneemt het Dagblad, dat de be
roemde en door duizenden zoo geliefde heer mr. G. Groen
van Prinsterer in den laatsten tijd toenemend verzwakt,
zoodat zijn toestand niet geheel zonder zorg is.
H. M. de Koningin heeft gisteren morgen zich per
soonlijk, in haar rijtuig gezeten, aan de woning van den
heer Groen van Prinsterer naar zijnen toestand geïnformeerd.
De vorstin overhandigde daarbij een ruiker, met verzoek,
aan den heer Groen mede te deelen, dat zij zelve dit hulde
blijk bad aangeboden.
In het Kleine Veentje, te 's Hage, had jl. Woensdag
morgen, ten huize van vrouw D., een treffend ongeluk plaats.
Een driejarig kind, door de moeder alleen gelaten, kwam
waarschijnlijk te digt bij het vuur, waardoor de kleederen
in vlam geraakten en de moeder bij haar tehuiskomst slechts
het afgrijsselijk misvormd lijkje van haar kind terugvond.
Voorzeker een ernstige waarschuwing voor andere moeders.
Een vijfjarig kind, te Iiazebroek, slaapt sedert zeven
weken, zonder eenig ziekte-verschijnsel; nu en dan ont
waakt het eenige oogenblikken, neemt eenig voedsel en
slaapt dan weder in.
In de Peel vreest men dit jaar zeer veel schade aan
de boekweit te zullen lijden, daar een massa rupsennesten
overal op de velden millioenen rupsen dreigen voort te
brengen.
Zekere H. Snijders, die dezer dagen bij eene weduwe
te Nieuw-Dordrecht 's nachts aanklopte en, na binnen
gelaten te zijn, haar ernstig mishandelde en circa f 30
medenam, ontkent alle schuld.
Het slagtoffer is aan hare wonden overleden.
Uit 's Hage wordt dd. 27 April o. a. aan de Arnh.
Crt. gemeld:
Gelukkig dat onze stad Parijs niet is, Parijs waar de
modes gemaakt en gedoopt worden. Want indien de modes
te 's Hage gemaakt en gedoopt werden, ik durf wedden
dat dit voorjaar dan aan het schoone geslacht copof<?s-Goed-
volk of tuniqu.es au doublé assassinat bezorgd, en ons, slechter
bedeelden, Jut-hoedjes opgezet bad. Wij leven hier namelijk
sedert eenige dagen weder in eene gruwelijke jutomanie',
dezelfde kwaal die een groot jaar geleden een tijdlang in
geheel Nederland heeft geheerscht. Ik herinner me nog
dat mij, bij een mijner familieleden in eene noordelijke
provincie, in Sept. 1875 door een van de kinderen eene
bladzijde van een photogrammen-album werd voorgelegd,
met den uitroep: «Die zal oom wel kennen!» Oom kende
echter de vier zeer weinig gedistingeerde tronies niet, die
hem zoo onverwacht aanstaarden, en werd van stonde aan
als een monster van onverschilligheid voor de publieke
zaak beschouwd, want het waren geen geringer personages
dan mevr. van der Kouwen en haar dienstmeid en de
echtelieden Jut, die te midden van familiebetrekkingen en
goede bekenden in dat album werden bewaard. Ook was
men daar, op een grooten dag sporens van de residentie
verwijderd, reeds veel beter met alles wat er reeds van de
moordgeschiedenis uitgelekt was bekend, dan ik arme, die
nog wel, gelijk men schamper opmerkte, «om mijne betrek
king dan toch meer belang in dergelijke zaken behoorde
te stellen dan een ander.»
Veel meêwarigheid voor deze personen is er anders bij
het publiek niet te bespeuren; trouwens, uitgezonderd bij
de justitie en de politie, staat in den regel de criminaliteit
in omgekeerde reden tot de maatschappelijke positie en de
ontwikkeling van het publiek. Wanneer men zijn oor te
luisteren legt naar de gesprekken, die men op straat over
de geschiedenis van den dag opvangt, dan hoort men heel
wat verzuchtingen over de afschaffing van de doodstraf.
Heden ochtend ga ik een huis voorbij, waar de keuken
meid het brood aanneemt van den bakkersknecht; ook hun
gesprek liep over de zaak van Jut.
«Hè, zoo'n kerelzegt de bakker, die natuurlijkerwijze
navita de nautisaan den oven dacht; «ze moesten hem
verbranden
«Neen,» antwoordt de keukenmeid, die misschien juist
paling voor haar «volk» had gestroopt; «iederen dag een
stukje van zijn lijf afhakken. Dan zou hij krimpen!»
Ja, ik durf op grond van den hier thans heerschenden
geest eene goede uitkomst voorspellen aan den onderne-
menden uitgever, die photogrammen van de geregtszaal,
de regters, de advocaten en het publiek en de «duidelijk
te onderscheiden» portretten van de moordenaars, alles
voor de som van één kwartje te koop aankondigt.
Jl. Zondag is door de politie te Brouwershaven aan
boord van het daar binnengekomen schip Pallas een pas
sagier in hechtenis genomen, bekend onder den naam van
Carl Erk, van Riga. Hij wordt verdacht eene som van
100,000 zilveren roebels ontvreemd te hebben. Men vond
20,000 roebels in zijn bezit.
- Te Utrecht is de aanvoer van vette kalveren uit de
noordelijke provinciën, met melk gevoed en meest 6 of 8
weken oud, hoogst belangrijk. Men besteedt f 40 a 50
per stuk; 't kilogram bedraagt 50 a 54 cents. De vee
houders doen hiermede uitmuntende zaken.
Een trein van Zutphen naar Arnhem is voor eenige
dagen bij de brug over den IJssel op een verkeerd spoor
geraakt, tengevolge waarvan liij tegen een andere locomotief
i liep. Geen andere ongelukken zijn hierbij voorgevallen,
I dan dat enkele passagiers ligt gekwetst en de locomotief
en tender van den trein zwaar beschadigd zijn. Machinist
en stoker zijn er goed afgekomen.
j Op de jl. Vrijdag en Zaturdag te Zutphen gehouden
i linnenmarkt waren aangevoerd ruim 600 rollen linnen,
metende ieder ongeveer 35 ellen, waarvoor besteed werden
de prijzen van 45 a 55 cents per el.
Men meldt uit Deventer, dat de justitie zich dè
zaak heeft aangetrokken van het zoontje van den heer
dr. K. aldaar, dat, naar men zegt, door een beschonken
man geschopt en geslagen is geworden en aan de gevolgen
is overleden.
i Dat de veeziekte te Atsjin sterk woedt, blijkt hieruit,
dat in zes weken tijds 1400 runderen bezweken. Stelt men
den prijs, waarvoor zij aan het gouvernement geleverd worden,
op f 60 per stuk, zoo geeft dit een verlies van f 84,000,
't geen echter weinig te beteekenen heeft bij den last,
dien de ziekte en het opruimen der lijken veroorzaken.
Voor eenige dagen trad in een klein logement in
Westfalen des avonds een orgeldraaijer in gezelschap yan