HELDERSCHË EN NIËI1WEDIEPER COURANT. 1876. N°. 55. 34 Jaargang. Zondag 7 Mei. B i n n e n i a n d. „W y huldigen het goed e." Verichijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1 80. w franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de inafl naar Oost-In tlië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De sluiting der mail naar Padang en Batavia, te ver zenden per mailboot KONING DER NEDERLANDEN, geschiedt voor drukwerken den 12 Mei e. k., na aankomst van trein III (Noordholl. Spoorweg), ten 10.58 des avonds; voor brieven den 13 Mei, na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens. HELDER en NIEÜWEDIEP, 6 Mei. In eene op gisteren gehouden vergadering van hestuurderen der gecombineerde vereenigingen tot het geven eener liefdadigheids-voorstelling is, na aftrek der noodzake lijke kosten, de som van f 189.63 ten behoeve der nood lijdenden door den watersnood bestemd. Deze som zal aan de plaatselijke commissie worden ter hand gestéld. Er blijft van de gecombineerde vereenigingen eene commissie van bestuur bestaan, zamengesteld uit de heeren D. de Lange, A. v. d. Boogaard, C. Ruijgh en J. G. (Jollijn. Dezer dagen is door het bestuur der plaatselijke afdeeling van de Yereeniging «Volksonderwijs» bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingezonden het adres van ingezetenen dezer gemeente tot ondersteuning van het voorstel Moens. Het adres telt circa 200 handteekeningen. Het aantal leden der plaatselijke afdeeling bedraagt thans 130. Volgens achterstaande annonce, waarop we bij deze de aandacht vestigen, worden zij tot eene vergadering bijeengeroepen tegen a. s. Dingsdag avond. De opzigter 3de kl. bij den Waterstaat in O.-Indië P. Metzelaar is verplaatst van Pekalongan naar Limpoeng. Naar men aan het Vaderland mededeeld is bij de verschillende gedeelten van het korps mariniers bij dagorde, de hooge tevredenheidsbetuiging van Z. M. den Koning, over genoemd korps bekend gemaakt. Naar wij vernemen, heeft het H. M. de Koningin behaagd, het weekblad voor dames «Do Huisvrouw,» uit gegeven door de firma Nijgh van Ditmar te Rotterdam, met Hare inteekening te vereeren. Bedankt voor het beroep naar Rotterdam door ds. E. E. Gewin, te Abcoude. Het Noorder-Zendingsfeest, eerst bepaald op den 5 Julij, zal volgens de Stand, den 14 Junij plaats hebben. Geen der antwoorden op de prijsvraag van de Maat schappij Tot Nut van 't Algemeen «Over de beste wijze van armverzorging», ister bekrooninginaanmerkinggekomen. De Vereeniging «het Nederl. Rundveestamboek» telde in 1875 127 leden, alsmede 7 begunstigers, terwijl 27 maatschappijen en vereenigingen tot bevordering van landbouw en veeteelt, of afdeelingen dier corporatie» de Vereeniging steunden. De aanvragen om inschrijving van vee bedroegen 158, daarvan werden 112 stuks voor Opname goedgekeurd, zoodat werden ingeschreven: 15 stieren van inlandsch ras, 94 koeijen van idem en 3 koeijen van gekruist ras. Op dit oogenblik zijn 136 gewone leden ingeschreven. De ontvangst over 1875 bedroeg f 3529.50, de uitgaven waren daarentegen f 3615.93|, zoodat de rekening sloot met een nadeelig slot van f 86.43|. Dit nadeelig slot wordt ruimschoots gedekt door den.verkoop van eerste afleveringen van het stamboek. Op de lijst der hoogstaangeslagenen in deze provincie komt (onder 192 namen) als de hoogste voor de heer jhr. J. B. van Merlen, te Heemstede, tot een bedrag van f 4518.60| en als de laagste de heer L. B. Gompertz, te Amsterdam, ad f 801.09. Men meldt uit Alkmaar, dd. 3 dezer «De gezondheidscommissie vestigt de aandacht op art. 13 der wet van 1 Junij 1865 (Staatsbl* No. 61) en wenscht den verkoop van vergiftige zelfstandigheden meer beperkt te zien.» «De kosten van het lager onderwijs in deze gemeente bedroegen, na aftrek van de schoolgelden in het vorige jaar f 14,829.477. De Latijnsche school met doorg. 10 leerlingen kostte, na aftrek van schoolg. f 1850,957.» «Een groene en vijf drooge veilingen van bloembollen alhier gehouden hebben f 6244.40 opgebragt.» In de Purmerender Crt. betoogt Westr-Friso, dat de jongens ten platten lande landbouw-onderwijs moeten ont vangen. Hoe meer het landbezit gesplitst wordt, des te meer moet men trachten het land productief te maken. Door onze landbouw-producten uit te voeren verarmen wij, zooals de zaken thans gaan, langzaam, maar zeker onzen grond. Wij doen nagenoeg eveneens als de rentenier, die, behalve zijne interessen, nog jaarlijks een min of meer aanzienlijk gedeelte van zijn kapitaal verteert. Alleen <loor toepassing van een verstandig landbouwstelsel, waardoor alles wat men aan den grond te veel ontneemt terstond weder wordt aan gevuld, zal men die klip vermijden. Maar dat moeten de landbouwers dan ook wetenhet moet hun duidelijk zijn, welke bouwstoften gebruikt zijn voor de zamenstelling van elke plantensoort en op wat wijze de grond, na een gedeelte van die stoffen te hebben verloren, weder in nor malen toestand moet worden gebragt. In de lagere scholen kan gewis geen vakondex-wijs gegeven worden, maar niets verhindert den onderwijzer om zijn onderrigt in de «kennis der natuur» zoo te wijzigen naar de lokale toestanden, dat hij zijnen leerlingen de beginselen dier kennis leert, waaraan zij bepaald in hun bedrijf de meeste behoefte hebben. Zoolang echter nog in vele scholen ten platten lande één man belast is met de opvoeding van 50 tot 100 kinderen van ver schillenden leeftijd, kan er geen spraak zijn van oordeel kundig onderwijs in de «beginselen van de kennis der natuur,» evenmin als in eenig ander vak. Is eenmaal evenwel ons volksonderwijs op voldoende wijze georganiseerd, dau krijgen wij ook het verpligt bezoek van de herhalingsschool tot den leeftijd van veertien of vijftien jaren. Daar is dan de plaats om het landbouwonderrigt in den engeren zin tot zijn volle regt te doen komen. Het ware dus zeer in het belang van onze plattelandsbevolking, indien nu reeds maatregelen genomen werden om den onderwijzers, in de eerste plaats hen, die aan het hoofd eener dorpsschool staan, gelegenheid te geven, de noodige kennis te verzamelen, ten einde zich voor een examen in den landbouw te bekwamen. Het gaat niet aan, hen daarbij geheel aan zich zei ven over te laten. De schrijver in de Purmerender Crt. wenscht: 1. Eene volledige Landbouw-Academie, ten einde te voorzien in de vorming van aanstaande hoofden van uitgebreide exploitatiën en van landbouwleeraars, zoowel van hen, die de betrekking van «wandelleeraars» zullen aanvaarden, als van dezulken, die eenmaal aan gemeentescholen als vakleeraars (in de herhalingsschool) zullen aangesteld worden. 2. Overal in de centrums van landbouwstreken cursussen voor onder wijzers, opdat aan die scholen, waarom financiële redenen geene bepaalde vakleeraars kunnen worden aangesteld, eerlang de hoofdonderwijzers die taak op zich kunnen nemen. 3. De lagere school worde zoodanig ingerigt, dat het onderwijs in de «beginselen van de kennis der natuur» dienstbaar kan worden gemaakt om de leerlingen goed te kunnen leeren waarnemen en eenige aanvankelijke begrippen aan te brengen, waaraan het volksonderwijs zich later kan aansluiten. Niettegenstaande het koude voorjaarsweder, ziet men in de drooggemaakte IJpolders onder Westzaan en Zaandam het koolzaad in bloei staan. Bij de algemeene vereenigde commissie voor den watersnood te Amsterdam is tot dusverre f 210,688.59 ontvangen. In het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam zal hoogst waarschijnlijk eene goede verbetering plaats vinden. Het gedeelte, dat nu wordt ingenomen bij tooneelvoorstellingen, zal door een schot met deuren worden afgescheiden, doch zoo, dat bij groote concerten de zaal tot een geheel kan gebragt worden. De zoogenaamde verhooging wordt dan in een amfitheater herschapen. Uit Amsterdam wordt volgens de Arnh. Crt. eene merkwaardigheid onzer regtspleging medegedeeld. Een man bedelt en maakt gebruik van het attest van een geneesheer, die verklaarde dat hij ten gevolge van bloed spuwingen niet geschikt was voor arbeid. Uit een later ingesteld onderzoek bleek, dat hij slechts ten gevolge van bloedarmoede ongeschikt was voor zwaren arbeid. Thans staat de man te regtwegensbedelarij en degeneeslieer als zijn medepligtige; Het openbaar ministerie eisclit voor beiden een celstraf van een jaar. Het kost moeite te gelooven dat die eisch werkelijk gemeend is. Toch onderstellen wij niet, dat de regterlijke autoriteiten een loopje met de wet zullen nemen. Maar indien de geneesheer veroordeeld wordt wegens medepligtigheid aan bedelarij, dan mag men nog vele veroordeelingen voorzien. Zij die een attest geven aan hare dienstboden, dat deze eerlijk zijn, zullen van medepligtigheid aan diefstal worden beschuldigd, als de dienstbode bij anderen steelt, en elke brief van aanbeveling aan een beschermeling uitgereikt, kan een middel worden om ons een jaar celstraf te bezorgen. De Kl. Crt. neemt aanleidiug, uit hetgeen in de laatste dagen in plan en in beraad werd genomen, om voor de toekomst den burger moed te geven. Potgieter sprak in 1844 van den moed der vaderen en vroeg, waar de Handelmaatschappij, als Java er niet was, haar zeilen zou hijschen; met al den degelijken geest en de fierheid van zijn 17de eeuwsch karakter, durfde hij de laauwheid zijner dagen stellen tegenover den roem van oud-Nederland. Sinds 30 jaren is er toch verbetering. Wacht de Handel maatschappij geduldig op vracht te Batavia, andere reeders durven op vrije mededinging uit te gaan; in de aanwending van stoomvermogen zijn we niet geheel achtergebleven; de tijd voor een geregelde maildienst is aangebroken; de Indische stoomvaartmaatschappij, die de kuststeden in het ge regeld verkeer opneemt, staat niet meer onder de rnagt van Jan Salie; naar Amerika is reeds een brug geslagen en er is van plannen gesproken eener stoomvaart op 't «verzuimd Brazilië;» al gaat er geen togt naar de Noord pool, er zijn toch nog kloeke zeeofficieren, die den togt aandurven; van Enkhuizen zijn ook plannen uitgegaan voor deelneming aan 't wereldverkeer. Altijd nieuwe krachtsinspanning en zelfwerkzaamheid is er noodig; plan nen zijn niet voldoende; er moet gehandeld worden; van de handelsrelatiën met Zuid-Afrika wordt veel verwacht; 't stoombootverkeer op Brazilië en Rio de la Plata kan goede rekening geven; de Nederl. poolvisscherij kome tot stand; de Sumatra-expeditie worde door de regering ge steund. Zoo komt men op den goeden weg. Een jaar verloren is echter 10 jaar achteruit; plannen moeten daden wordeD; dan is er reden tot goede hoop. Ji. Dingsdag morgen is te Sloten (N.-H.) een detache ment van 36 infanteristen uit Amsterdam aangekomen, wijl men vreesde voor verdere ongeregeldheden onder de polder werkers. De manschappen keerden echter spoedig terug, daar hunne hulp niet noodig was. De aanleiding tot de ongeregeldheden is, naar gemeld wordt, de volgende: De veenwerkers vroegen een loon van 27 cents in plaats van 26 cents per uur, en wilden het werk staken, zoo hun dit niet gegeven werd. Enkele gehuwde arbeiders weigerden hieraan mede te doen, omdat zij liever voor vrouw en kinderen geld bleven verdienen. Hierop haalden de onge huwde arbeiders hen over, toch maar in de werkstaking deel te nemen, hun voor enkele dagen arbeidsloon gevende om niet te arbeiden. Een der huisvaders een Duitscher naar men zegt nam dit geld aan, maar hervatte toch het werk. De vertoornde werkstakers wierpen hem daarop in het water, en de opwinding was zoo groot, dat vele werkgevers beangstigd werden, en meenden dat de werk lieden, die den arbeid wilden hervatten, door de anderen hierin belemmerd zouden worden. De Hollandsche werklieden hebben grootendeels het werk hervat of zullen dit spoedig doen. Of de vreemdelingen (Pruissen) aan het werk zullen gaan, is nog twijfelachtig, daar zij, naar het schijnt, het onderste uit de kan willen hebben. De werkgevers hebben de eischen der werklieden gedeeltelijk ingewilligd en het baggerwerk met 3 a 4 stuivers per roede verhoogd. Maar thans eischen ook de stikkers en droogmakers meer loon, op hun beurt men een werk staking dreigende. De huzaren en infanteristen, die dezer dagen naar Sloten zijn gegaan, blijven er nog. De wisselingen, die tegen het aanstaande speelsaizoen in de Amsterdamsche tooneel wereld worden tegemoet gezien, zijn, volgens het D. v. Zh. en 's Gr., vele. De vereenigde tooneel listen gaan, zooals bekend is, uit elkander. Enkele hunner zijn door de vereeniging het «Nederlandsch tooneel» geëngageerd; een deel der overige sujetten zal met 1 Sept. onder directie van den heer F. Kistemaker, die zich met den decorateur Prot heeft verbonden, het lokaal Frascati (Nes) bespelen. De lieer Henri Morriën, die gedurende de zomermaanden te Antwerpen zijn vis comica ten toon spreidt, heeft, naar men verneemt, voor het volgend jaar weder den netten salon Tivoli (Nes) gepacht. De heeren Bouw meester en Judels hebben zich vereenigd tot het bespelen van den Salon des Variétés (Amstël straat,) voorheen alge meen bekend onder den naam van Boas en Judels. Wat de heer van Lier voornemens is, hierover wordt in de tooneelwereld verschillend gesprokenvrij algemeen wordt verzekerd, dat deze in zijn schouwburg geen vaste troep zal engageeren, en dat de heeren le Gras, van Zuylen en Haspels tweemaal per week zullen optreden. In den Stads- j schouwburg treedt de fine fleur van onze Nederlandsche artisten op. Men zal dus in den aanstaanden winter niet behoeven te klagen over gebrek aan publieke vermake- lijkheden. Jl. Donderdag hebben te Haarlem het examen voor hulponderwijzer met goed gevolg afgelegd de hh. J. D. Aatjes, van hier; A. Blad, van Haringkarspel; J. Ott, van Barsingerhorn en F. L. Nuijens, van Westwoud. In het jongst verschenen nommer der Ned. Gedachten I leest men: «De heer Groen is den 27 April krank geworden. De doodsure scheen nabij. Thans acht men het gevaar geweken en is de reeds ter afdruk geteekende proef teruggehaald om er een danklied bij te voegen aan Hem, die alleen is de Weg, de Waarheid en het Leven.» De heer Groen van Prinsterer heeft wel een rustigen nacht doorgebragt, doch zijn toestand blijft niettemin, ten gevolge der zwakte, hoogst zorgelijk. (D.) I Men schrijft uit het Westland «Men wordt waarlijk aangenaam gestemd, indien men de verandering gadeslaat, welke de natuur heeft ondergaan sedert de twee laatste weken. Was in 't begin van April de verwachting der tuinders slecht, thans is zij hoog gespannen. Wel is waar doen de nachtvorsten min of

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1