UELOERSCHE
l'V IMIEIIWEDIEPER COURANT.
1876. N°. 61.
Zondag 21 Mei.
34 Jaargang.
Binnenland.
Brieven uit de Hoofdstad.
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingadag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.80.
B km franco per post - 1.65.
Uitg*ever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag: vertrekt de mail nnar
Oost-Sndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Padang en Batavia, te verzenden
per mailboot Holland, geschiedt voor drukwerken den
26 Mei e. k., na aankomst van trein III (Noordhollandsche
Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 27 Mei,
na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens.
HELDER en NIEUWEDIEP, 20 Mei.
Ten einde belangrijke proefnemingen met torpedo's te
doen, zal de torpedo-compagnie voor eenigen tijd van
Brielle naar hier worden gedetacheerd.
In de op gisteren gehouden vergadering van 't depar
tement Helder der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
is besloten, namens het departement, een adres van adhaesie
te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, ter
zake van het voorstel Moens.
De heer H. W. Disper, vroeger hulponderwijzer alhier,
heeft met goed gevolg examen afgelegd in liet teekenen
voor de commissie te Arnhem.
Tot aanmoediging van de zeedienst is dezer dagen,
op voordragt van den minister van Marine, door den Koning
eene belangrijke uitbreiding gegeven aan de rangen, welke
in het vaste korps bij de zeemagt kunnen worden opge
nomen. Schier alle rangen kunnen nu daartoe behooren.
Vooral voor de mindere rangen zal deze maatregel eene
belangrijke lotsverbetering tengevolge hebben.
De groote staatsman en geschiedschrijver mr. Guillaume
Groen van Prinsterer, is gisteren morgen te 's Hage in
75jarigen ouderdom overleden.
Uit het jaarverslag van de Stoomvaart-Maatschappij
Java blijkt, dat de lage vrachten over het jaar 1875 ook
die Maatschappij hebben gedrukt. Na een som van f 119,000
voor afschrijving op de schepen te hebben bestemd, kan
een dividend van 2 pCt. aan de aandeelhouders worden
uitgekeerd.
Vermoedelijk zullen de aandeelhouders er beter aan toe
zijn, indien de voorgenomen schikking met de Maatschappij
Nederland tot stand komt.
De schepen van de Java zullen, volgens die overeen
komst, in huur worden gegeven aan de Nederland. Voor
de huur van die stoomschepen wordt aan de Maatschappij
Java vergoed: een aandeel in het batig saldo der gezament-
lijke reizen, door de beide vloten volbragt.
Met betrekking van het verbod van den invoer van
rundvee in Pruissen vernemen wij, dat de Pruissische
regering de plaatselijke autoriteiten aan de Nederlandsche
grenzen gemagtigd heeft, aan Nederlandsche en Pruissische
veehouders, die niet tevens veehandelaars zijn, ter bewei
ding van hunne over de grenzen gelegen landen vergunning
te geven, om onder de noodige controle zooveel rundvee
uit Nederland in te voeren als met hun landbouw-bedrijf
overeenstemt. Verder wil die regering in het verleenen van
dispensatie niet gaan. (Z. W. Crt.)
Beroepen te's Hage ds. Nonhebei, pred. te Middelburg.
Bedankt voor het beroep naar Vlissingen door ds. J.
J. van Toorenenbergen, te Rotterdam.
I.
17 Mei.
Amice
Aan liet opschrift, dat met in 't oog springende letteren boven
dezen epistel geplaatst is, zult ge bespeuren, dat ik er toe overga,
aan uw verlangen te voldoen. Ge hebt me uw wensch kenbaar
gemaakt, dat ik u van tijd tot tijd langs dezen weg op de hoogte
zou houden van wat er hier in de Amslclstad zoo al voorvalt, dat
voor u, in uwe Noordhollandsche dreven, van eeuig belang kan
geacht worden. Welnu, ik heb u dat offer op het altaar der
vriendschap niet mogen weigeren en als blijk van mijn bereidvaar
digheid zet ik me al aanstonds aan 't werk. Ge weet hoe ik mij
voorstel de zaak te behandelen. Met een geopend oog, een helderen
blik en een ruim hart de dingen bekekenhier liefst wat prijzend,
daar misschien wat lakend als 't wezen moet; maar toch in alles
ook hier de leuze trouw blijvend: „Wij huldigen het goede!"
Voor wie in Amsterdam eens roncl wil zien, kon de tijd nooit
beter gekozen zijn. We hebben een feestweek, zooals we er in
lang geen gehad hebben. Laat me u efkens op de hoogte brengen.
Zondag ochtend begon het met de studenten. Minerva's zonen
hadden den 244s*en verjaardag van hun Athenaeura Illustre te
vieren, en wat meer zegt, deze feestdag zou tevens de laatste van
dien aard zijn. Ge weet namelijk, dat er welhaast, door de ves
tiging der Anisterdamsclie Universiteit, van geen Athenaeum meer
sprake zal zijn. De dag was dus in allerlei opzicht merkwaardij
Door het provinciaal bestuur van Noordholland is
jl. Donderdag aanbesteed: 1. Het voortzetten der voor
ziening van den onderzeeschen oever langs het zuiderstrand
van het eiland Vlieland, behoorende tot de zeewerken in
Noordholland. Minste inschrijver de heer C. Bot Cz., te
Sliedrecht, voor f 38,160. 2. Het aanleggen van twee
met steen bezette rijshoofden op het noorderstrand van het
eiland Vlieland, behoorende tot de zeewerken in Noord
holland. Minste inschrijver de heer L. Kalis Az., te Slie
drecht, voor f 37,600.
De tweede lammerenmarkt te Texel was jl. Dingsdag
goed bezet, met schoone partijen. Het schaap, waarvan
het lam geteeld is, was tegenwoordig. De kooper kan zich
nu beter op de hoogte stellen van de soort. De prijzen
liepen van f 10.50 tot 13.50 per stuk. Bij bekendheid
der prijzen op de aanstaande Purmerender markt verwacht
men vaster koers en meer gewilden verkoop. Men spreekt
er van om voortaan niet anders dan op de markt het vee
te verkoopen.
Men meldt uit Wijdenes, dd. 16 dezer:
«Hoewel tengevolge van het koude weer het grasgewas
nog schraal blijft, ziet men toch reeds veel vee in de weide
grazen. Gebrek aan hooi is bij vele boeren hiervan de
hoofdoorzaak, die hen dwingt de stallen te doen ruimen.
De vooruitzigten der bouwers zijn echter tamelijk bevredi
gend. Het karwei- en het mosterdzaad, hoofdproducten
in deze streken, beloven veel. Op enkele plaatsen worden
de jonge mosterdplantjes door de aardvloo en andere
insecten vernield. Appel- en pereriboomen schijnen veel
vruchten te zullen opleveren.»
Door de directie der Duinwater-Maatschappij te
Amsterdam is bij de regering concessie aangevraagd tot
het maken van een waterbassin nabij Castricum, of daar
waar dat in de verdedigbare linie zal kunnen gevonden
worden, en tot het leggen van pijpen van daar tot bij
Amsterdam.
Gisteren zijn te Haarlem voor fraaije handwerken
geëxamineerd en toegelaten de dames M. J. Blok, G. Seven-
huijsen, J. M. C. Waleson en E. van Neclc, allen van hier.
Jl. Donderdag ochtend ten 6 ure is, vergezeld van
een brigadier-majoor en 3 veldwachters, van 's Hage naar
Leeuwarden overgevoerd de tot levenslange tuchthuisstraf
veroordeelde Jut, die er bedaard en welgemoed uitzag.
Naar men verzekert heeft hij van zijne vrouw geen afscheid
genomen.
Bij aankomst te Leeuwarden bevond zich een massa
volks aan het station. De meeste voorzorgen waren geno
men en Jut hield zich bedaard; van toevallen of geweld
geen spoor, ook niet bij zijn aankomst in de gevangenis;
ook toen had men volstrekt geen moeite met hem.
Christina Goedvolk moet een verzoek om gratie of ver-
ligting van straf hebben ingediend, zoodat zij zoolang in
de gevangenis te 's Hage zal kunnen bewaard blijven, tot
dat daarop eene beschikking zal zijn genomen.
De vroege aardappelen en de vruchtbooraen staan,
naar aan 't Dagbl. gemeld wordt, in het Westland uitne
mend, terwijl de nachtvorsten geen noemenswaardige schade
hebben veroorzaakt.
Te Beusichem heeft bij den landbouwer W. H. Koedam
op den Breedendam aldaar, een 25jarig paard dezer dagen
weder een veulen geworpen; dat is het «negentiende» dat
zij ter wereld gebragt heeft, daar zij in negentien achter
eenvolgende jaren, elk jaar een veulen geworpen heeft.
Met belangstelling heeft men te Groningen vernomen,
dat de Pruissische regering benoemd heeft tot bouwkundig
opzigter bij de kanalisatie in het middelste Eemsgebied,
den heer A. M. Wind, bouwkundige aldaar. Zooals men
weet is Pruissen reeds sedert eenige jaren bezig het aan
Nederland grenzende gedeelte van 't zoogenaamde Mun
sterland tot ontginning te brengen, aanvankelijk door kanalen
door de woeste veengronden te doen graven. Het is ook
bekend, dat men teregt daarbij het voorbeeld der Groning-
sche Veenkoloniën volgt en bij de exploitatie later ook
verder volgen zal. Herhaaldelijk hebben ambtenaren uit
Pruissen onze Koloniën daarvoor naauwkeurig onderzocht.
Het tot dusver zoo geheel verwaarloosde noordelijke dal
van 't voormalige Hannover, dat aan ons land grenst en
uit turfveen en heidegrond bestaat, gaat nu een goede toe
komst tegemoet, ook door de verbinding van de wateren
aldaar met de onze, die wordt voorbereid en ten behoeve
van welke voorbereiding drie Nederlandsche gecommitteerden
thans juist te Berlijn werkzaam zijn.
Als tegenwoordig een jongman in Engeland of de
Vereenigde Staten trouwbelofte jegens een jongedochter
doet, maar ze niet vervult, daagt de versmade bruid den
trouweloozen minnaar voor de een of anderen regtbank,
en laat hem tot zooveel ponden of dollars schadeloosstelling
veroordeelen. Dat is modern, practisch. In vroegere
eeuwen wist men er nog wel wat anders op. Dat bewijst
het gebeurde met Johannes Meyer, van Mengen, bij Frei-
burg. Trouwens, de trouwbeloften van dezen persoon waren
van minder onschuldige handelingen vergezeld gegaan. De
man had geanticipeerd op een toestand, welke volgen zou,
als hij de belofte aan Barbara Pfisterin had gestand gedaan.
Daar dit laatste niet gebeurde werd hij eenvoudig
gedwongen met Barbara te huwen. In het trouwboek der
gemeente Mulheim, in Baden, staat omtrent dit geval het
volgende aaneeteekend«Den 6 Nov. 1737 is Johahnes
Meyer, van Mengen, op bevel van zijn Allerdoorluchtigste
Hoogheid alhier, door predikant Zanden in dén echt ver
bonden met Barbara Pfisterin. Daar de genoemde Meyer
absoluut niet met Barbara wilde huwen, is hij door vier
gewapenden in de kerk geleid en naar het altaar gesleept,
waar zijn hand met geweld in die van Barbara Pfisterin
is gelegd, en daar hij aanhoudend neen zëide en riep: «Ik
wil haar niet hebben,» heeft de heer predikant, krachtens
magtiging van zijn Allerdoorluchtigste Hoogheid «ja» gezegd.»
Een geneeskundig orgaan, de Medical Press and
Circular, berigt dat onlangs bij de opening van het ligchaam
van een verpleegde in 't Prestwich Asylum, niet minder
dan 1841 voorwerpen in diens ingewanden gevonden zijn,
namelijk 1646 schoenmakers, 6 spijkers zonder koppen van
4 duim, 19 spijkers van 3 duim, 8 spijkers van twee en
een halve duim, 18 van twee duim, 40 van eén halve
'duim, 7 van drie achtste duim, 39 houten spijkers, 5
I koperen spijkers, 9 koperen knoppen, 20 gespen, 1 speld,
14 stukjes glas, 10 keisteenen, 4 eindjes touw, 1 stuk leer
van drie duim lengte, 1 Amerikaansche els.
Op de aanplakbilletten en affiches van den Konink
lijken Schouwburg te Munchen, van 11 dezer, staat eene
bekendmaking van den intendant, inhoudendedat de hooge
dameshoeden, die thans in de mode zijn, een groot aantal
toeschouwers het gezigt op het tooneel benemen en dat'
derhalve, wegens de herhaalde daarover ingekomen klagten,'
aan de dames wordt verzocht, gedurende de voorstelling
I hare hoeden af te nemen.
en verdiende een meer dan gewoon feestbetoon. Daarvoor heeft
men dan ook flink gezorgd. Van Zondag af, toen de samenkomsten
een meer intiem karakter droegen, terwijl Maandag avond een
concert in het Park gegeven werd, totdat de feesten Dinsdag met
een welgeslaagde tocht naar Huizen en Blaricura besloten werden,
heerschte er voortdurend de meest aangename, joviale stemming
tusschen de tegenwoordige eu de toekomstige beoefenaars der
wetenschappen.
Minder joviaal zoo ge wilt, maar volstrekt niet minder aange
naam was een andere feestelijke plechtigheid, die hier Maandag
ochtend heeft plaats gehad. Ge vermoedt reeds, dat ik de opening
onzer oudheden-teutoons'elling op het oog heb. De aanleiding tot
het bijeenbrengen dezer verzameling draagt een zuiver historisch
karakter en is gegrond op het eerste optreden van Amsterdam als
koop- en handelsstad, geconstateerd door den giftbrief, dien graaf
Floris V nu ruim 600 jaar geleden aan de stad Amsterdam beeft
uitgereikt. De Commissie, die met de organisatie dezer tentoon
stelling belast was, heeft haar lang niet licht opgevat.
Vooreerst gelukte het haar, voor haar doel de uitnemend ge
schikte lokalen te verkrijgen van het zoogenaamde Oude-Manuen-
liuis, ook buiten Amsterdam genoegzaam bekend door de tentoonstelling
van schilderijen van levende meesters, die er elke twee jaar in
gehouden wordt. De zalen zijn ruim, hoog, van boven verlicht,
allen gelijkvloers, in één woord als het ware aangewezen voor een
expositie als deze, waarbij een artistiek licht zoo onmisbaar is.
Over de officiëele opening zal ik u niet lang bezig houden; ge
weet. mijn vriend, hoe dergelijke ceremoniën in den regel toegaan.
Misschien was er dit ééue merkwaardige bij dat de heer Witkamp,
lid der regeliugscommissie, de gebruikelijke prozaïsche speeches
afwisselde met een zeer poëtische extemporé, dat den roem van
Amsterdam moet bezongen hebben, maar waarvan ik alleen kon
hooren dat het uitging op „Vaderland en Vorst. Maar buite*
deze nieuwigheid onder tal van oudheden, liep de opening als naar
gewoonte af. Doch hoe belangrijk is de tentoonstelling zelve ed
welk een schier overweldigenden indruk ontvingen de genoodigden
de leden van den Gemeenteraad en de vertegenwoordigers van
de Pers toen zij na den hartelijken welkomstgroet der Commissie
de eerste wandeling door de zalen maakten. En geloof nu niet,
Amice, dat ik u deze onvergelijkelijk schoone collectie als „belang
rijk" voorstel alleen omdat zij Amsterdam betreft. Integendeel,
wat ge hier ziet is in menig opzicht de afspiegeling van de
ontwikkeling der geheele Nederlandsche natie sedert de laatste
driehonderd vijftig jaar, de niet genoeg te waardeeren gedenk-
steenen van wat ons volk en ons vaderland jaren herwaarts geweest
is in het openbare en het bijzondere leven. Eigenlijk moest geen
Nederlander, die hart heeft voor zijne geschiedenis en zijn geboorte
grond, deze verzameling oubezichtigd laten. Verre echter van mij,
dat ik u in bijzonderheden aanwijs, wat het belangwekkendste in
deze collectie is en wat haar een zoo bijzonder relief geeft. Daaraan
te beginnen zelfs, zou onmogelijk zijn. Verbeeld dat de tentoon
stelling is verdeeld over niet minder dan tien uitgestrékte zalen
en dat de pas verschenen eerste helft van den catalogus het tamelijk
sprekende cijfer van 3076 nommers bevat, en ge zult u een flauw
denkbeeld kunnen vormen zoo niet van het interessante, dan toch
van het vele dat hier voor het oog van vreemdeling en stadgenoot
ter bezichtiging is gesteld. Maar om het belangrijke te waardeeren,
raad ik u: kom en zie! Ge zult u de moeite en onkosten van
een reisje naar Amsterdam niet beklagen. Slot volgt.)