Voor eenige dagen had te Beemster de publieke
aanbesteding plaats van eene nieuwe school en onderwijzers
woning, de vijfde binnen den tijd van 10 jaren. Er waren
tien inschrijvers. Het werk is gegund aan den laagsten
inschrijver, J. Gruning, te Nieuwendam, voor f 13,249.
Voor den internationalen zangwedstrijd, ter gelegen
heid van het 25jarig bestaan van Amstels—Mannenkoor, in
Sept. a. s. te Amsterdam te houden, en waarbij ook Z. M.
de Koning tegenwoordig zal zijn, hebben zich reeds 43
zangvereenigingen, waaronder zeer vele uit het buitenland,
zelfs uit Zwitserland, doen inschrijven.
De gemeenteraad te Velsen heeft jl. Zaturdag met
algemeene stemmen tot secretaris dier gemeente benoemd
jhr. C. C. H. Martens, candidaat-notaris, werkzaam ter
secretarie der gemeente Brenkelen.
De heer M. L. Hermans, te Hage, wiens rijtuig-
fabriek een Europesche reputatie verworven heeft, overleed
dezer dagen in 64jarigeu ouderdom.
De hondententoonstelling, te 's Hage in den Zoöl.
Bot. Tuin, door de jagtvereeniging Nimrod gehouden, is
weder zeer bezienswaard. Er zijn tenten opgeslagen waar
onder in negen reijeu de viervoeters in groote verscheiden
heid voorhanden zijn. De St. Bernards en Schotsche
honden van den Prins van Solms, de gladharige windhonden
van den Px-ins van Oranje en van baron Tuijl van Seroos-
kerke, te Velzen, de Fransche collectie van den heer
Ravry, te Parijs, de Deenschc doggen van den heer
Schlatman, te Amsterdam, de buldoggen van den heer
Dingjan, te Leiden, de drift van den heer Glavimans, te
IJsselmonde, wekten vooral de bewondering. In het volgende
jaar zal Nimrod zijn tentoonstelling te Amsterdam houden.
De tooneelspeler J. Beems, aan het gezelschap van
den heer Claus te Amsterdam verbonden, heeft zich in 't
kanaal te 's Hage verdronken. Hij laat een vrouw en vijf
jeugdige kinderen na. (Vaderland.)
Vijf-en-veertig jaren zullen weldra zijn verstreken
sedert de vereeniging Het Metalen Kruis ontstond. Dat
zoodanig feit, waar het een zoo uitnemend nationale instelling
geldt, feestelijk zal worden herdacht, is moeijelijk anders
te verwachten. Dit feest zal gevierd worden te Dordrecht,
den 20, 21 en 22 Aug. a. s. ter gelegenheid van de vijf—
jaarlijksche kameraadschappelijke bijeenkomst der leden.
De schade aan den monitor Adder, ontstaan door
aanvaring met de Noach IV, is hersteld, zijnde genoemd
vaartuig jl. Zaturdag uit het drooge dok te Hellevoetsluis
gehaald. In den loop dezer week zet die monitor zijne
togten op de rivieren voort.
De bekende hardglasfabriek te Leerdam heeft thans
in het Engelsche huis Henty Greener, een concurrent
gekregenlaatstgenoemde firma laat thans met verschillende
monsters hardglas het land afreizen.
De grasverpachtingen brengen te Werkendam ruim
een vierde meer op dan in het vorig jaar. Men berekent,
dat het gras gepacht wordt tegen p. m. f 50 per 1000 kilo.
Op Maandag 26 dezer zal te Utrecht gehouden worden
de tiende jaarlijksche algemeene vergadering van den Neder-
landschen Weerbaarheidsbond. Omtrent de pogingen, tot
ondersteuning bij de Hooge Regering aangewend, zal door
het centraal comité mededeeling worden gedaan. Ter
gelegenheid van de vergadering zal dien dag, en zoo noodig
den volgenden, een wedstrijd worden gehouden in het
schieten, waartoe zal worden gebruik gemaakt van de schiet
baan in het fort Vossegat te Utrecht.
Een schutter te Amersfoort, een «beschaafd man,» is
door den schuttersraad wegens dronkenschap in de dienst
tot f 100 boete veroordeeld.
Jl. Zondag werden te Breda op feestelijke wijze de
prijzen aan de bekroonde gezelschappen in den jongsten
internationalen tooneelwedstrijd uitgereikt. De Vereeniging
V. U. O. G., van Amsterdam, die de gouden medaille
van den Koning der Belgen, benevens f 500 als eerste
prijs voor het drama mogt behalen, trad 's avonds op met
het drama Ruy Biasvan Victor Hugo, in Nederlandsche
verzen overgebragt door F. H. Greb.
Men meldt uit Oss, dd. 11 dezer:
«De algemeene daling der kunstboterprijzen vindt hoofd
zakelijk haren oorsprong in het saizoen. JDe toongevers
der markt, de meer besproken firma's gebr. Verschuur te
Oosterhout en de gebr. Jurgens alhier, doen thans weinig
zaken. Om echter een klein denkbeeld van den omzet in
dit artikel te geven, diene, dat laatstgenoemde firma in
dezen slappen tijd eiken dag nog 15 karren, elk met
3500 halve kilogrammen boter beladen, naar 's Bosch laat
vervoeren, ter verdere verzending. Alzoo 52,500 halve
kilogrammen boter per dag. Voor eenige dagen is die
expeditie 2 dagen, om de warmte, gestaakt. Uit Frankrijk
zijn weder 400 tonnen margarine (gezuiverd rund vet) aan
gevoerd, om in de boterfabriek alhier verwerkt te worden.»
In de Arnh. Crt. wordt de gissing gewaagd, dat
ds. F. Haverschmidt Piet Paaltjens de schrijver is
van het Oera Linda Bok. Dr. van Vloten wijst de onjuist
heid aan der aanduiding, dat dr. C. M. Kan de schrijver
zou zijn van het boek, waarvan hij de onechtheid boven
twijfel verheven stelt.
De Arnh. Crt. maakt melding van een prachtigen
krans, uit de fabriek der heeren van Kempen, bestemd om
bevestigd te worden op een der stukken geschut, op Atsjin
veroverd, en door Z. M. den Koning aan Bronbeek ten
geschenke gegeven. Het opschrift luidt:
•Geschenk van Z. M. Koning Willem III. Ter vereering
van allen, die hun leven voor Koning en vaderland veil
hadden in onze Oost-Indische bezittingen, en ter herinnering
aan den onbezweken, volhardenden moed onzer zoo dappere
land- en zeemagt te Atsjin, in 1875.»
Die woorden zijn op eene bronzen plaat aangebragt en
deze is omringd door een fijn bewex-kte, verguld zilveren
lauwerkrans, waarin een afbeeldsel van verschillende militaire
en burgerlijke Nederlandsche en Indische onderscheidings
teekenen zijn aangebragt. Tusscher. deze onderscheidings
teekenen, in natuurlijke grootte en kleur, leest men op een
zilveren lint, dat zich door het eikenloof slingert, de namen
der plaatsen, die~~aan roemrijke krijgsbedrijven in Indië
herinneren: Sumatra, Bandjermassin, Lampongs-Timor,
Mol ukken, Celebes, Borneo, Boni, Atsjin, Montrado, Pa-
mangkat, Java-oorlog, Bali-Banka, Palembang.
Uit de Lemmer meldt men, dat er bijna avond op
avond bootladingen met meer dan 1000 stuks Friesche
lammeren de haven verlaten; allen tegen stevige prijzen
in den omtx-ek opgekocht, tot zelfs f 12.per stuk.
Den 1 Mei jl. is te Bloemfontein (Oranje-Vrijstraat) de
zitting van den Volksraad geopend. De begrooting was
aangeboden. De inkomsten over het vorige jaar hadden
113,000, de uitgaven ruim 116,000 p. st. beloopen, zijnde
respectievelijk 19,000 en 18,000 p. st. boven de raming,
hetgeen aan groote uitgaven voor landsgebouwen en de
reis van den president naar Europa moest worden toege
schreven. Het tekort werd echter door het overschot van
het vorige jaar gedekt.
Vau de diamantvelden hoort men klagten over achter
uitgang der prijzen van het edelgesteente; intusschen brengen
de delfgronden bij veilingen nog goede sommen op.
De terugkomst van president Burgers te Pretoria is
in de laatste week van April aldaar op feestelijke wijze
gevierd. Bij die gelegenheid heeft de president een rede-
voering gehouden, waarin o. a. het volgende voorkomt,
dat ook in ons land behartiging verdient:
«Toen ik in den loop des tijds aan het hoofd van dezen
Staat opgeroepen werd, maakte ik er geen geheim van,
dat ik een liberaal was op godsdienstig gebied, maar ik
heb tevens doen gevoelen, dat geen geloof beter gepi'otec-
teerd wordt dan door een liberaal. Ik heb mij met hart
en ziel toegelegd op de bevordering van de welvaart van
een land en een volk, dat ik hartelijk liefheb, en ik zal u
in de toekomst verder met alle krachten dienen. Maar nu
heb ik één bede. Ik heb mannen meêgebi-agt, die met
hart en ziel trachten zullen ons volk te ontwikkelen.
Wanneer ik zulke mannen roep om ons te helpen, onze
kinderen te leeren, om godsdienst en wetenschap als het
hoogste te beschouwen, dan meen ik regt te hebben om
de bede tot u te rigten, dat gij hun die ondersteuning
schenken zult, waarop zij regt hebben aanspx-aak te
maken. De Volksraad heeft het in mijne afwezigheid
goedgevonden om het lezen van den bijbel en het onderwijs
in de bijbelsche geschiedenis op de scholen in te voeren.
Ware ik tegenwoordig geweest, ik zou dat voorstel be
streden hebben. Het Heilige boek hoort daar niet tehuis,
waar wetenschap moet worden geleerd. Het behoort niet
in de school en den tempel der wetenschap, maar bij het
heilig huisaltaar, waar wij onzen God aanbidden. Evenmin
als wij in balcostuum naar een begrafenis of in rouwgewaad
naar een bal gaan, evenmin komt het Heilige boek daar
te pas. Ik wenschtc, dat het gansche volk dit mijn
gevoelen hooren kon, en ik hoop dat het door de drukpers
openbaar zal gemaakt wordenzonder godsdienst en waar
achtige vroomheid kan geen Staat vooruitgaan en geen
land bloeijen, en omdat ik dit geloof en diep gevoel, wil
ik de godsdienst niet onteeren, noch het Heilige boek ont
heiligen door het te brengen waar het niet thuis behoort.
Daarom heb ik mannen meegebragt om onze jeugd te
ontwikkelen, en ik heb hen niet naar hunne bijzondere
godsdienstige meeningen gevraagd. Ik heb alleen gevraagd
naar bewijzen van bekwaamheid in hun vak en zedelijk
karakter, en waar die vertoond werden, was ik tevreden.
Ik had geen regt om anders te handelen. Men zegt, dat
uw vrijheid en uw godsdienst in gevaar staan: maar weet
ge wie 't is die uw vrijheid u ontrooft? 't Is de man die,
om eigen voox-deel te behalen, in troebel water vischt en
het gebod van God en mensch veronachtzaamt door ver
deeldheid onder u te zaaijen.»
Volgens de Gazette de Liège is jl. Vrijdag aan het
spoorwegstation te Hermalle-sous-IIuy (prov. Luik) in een
groöten, onder allerlei andex*e goederen geplaatsten koffer,
waaruit een walgelijke reuk zich verspreidde, een in stuk
ken gehouwen vrouwenlijk gevonden. De bevoegde ovex--
heid heeft zich onverwijld naar genoemde plaats begeven,
ten einde een onderzoek in te stellen.
De Madridsche Gaceta, het officiële blad, bevestigt
het berigt dat Don Carlos zich in Mexico bevindt.
Dezer dagen zaten 2 Fransche heeren, in gezelschap
van eenige andere reizigers, in een rookcoupé van den
Nederl. Rijnspoorweg. Zij haalden hun sigarenkoker uit
den zak, maar, zoo 't schijnt, geen lucifers bij zich hebbende,
wisselden zij onderling in hun moedertaal eenige woorden
over de onbeleefdheid der Hollanders, die nooit vuur pre
senteeren. De heer L., een der medereizigers antwoordde
hun daai'op in het Fransch, dat de Nedexdanders uit zich
zeiven nooit vuur geven, maar dat zij ook nooit weigerden,
als er om gevraagd werd: adres aan Waterloo. Dit
antwoord was zoo ad remdat de twee vreemde heeren
overbluft waren en zich stilletjes in een hoek terugtrokken.
Een regenboog bij maanlicht. Op den avond
van 9 April jl. werd in de nabijheid van Malchen (Mecklen-
burg-Schwerin) deze zeldzame verschijning, die gezegd
wordt naauwelijks eenmaal in 100 jaren voor te komen,
waargenomen. Een aanhoudende stormwind joeg donkere
onweerswolken uit het zuidwesten op, terwijl de volle
maan in het oosten helder opkwam. Tegen 9 uur zag
men in het westen eene breede, witte, nevelachtige streep
aan de donkere wolk te voorschijn komen, op dezelfde
wijze als de strepen van het maanlicht uitschieten. Steeds
duidelijker bewoog zich de streep langzamerhand naar
boven en de regenboog werd zigtbaar. Hoe meer de donkere
wolk naderde, des te duidelijker kwam de boog uit, die na
5 minuten in eene rigting van het w. n. w. naar het
z. z. o. scherp afgeteekend aan den hemel stond. Hij was
ruim zoo breed als een regenboog bij zonlicht en hij had,
vooral aan de uiteinden van den horizon, eene witachtige,
iets naar het rood overhellende kleur. Daar de wolken
zeer snel door den wind werden voortgedreven, vex-dween
het natuurverschijnsel na ongeveer vijf minuten en de regen
viel toen in digte stroomen neder; 2 a 3 minuten latex-
was het weder dx*oog.
Onder het regentschap van den hertog van Orleans,
trok de bisschop Massillon, een der beroemdste vasten-
predikers van zijn tijd, van den kansel krachtig te velde
tegen de bloote halzen en boezems der hofdames.
«'t Zal,» riep de Massillon met bittere ironie, «niet lang
meer duren of men vindt het niet voldoende de mooije
■chouders te laten zien, maar er zelfs taches de beauté
(schoonheidspleistertjes) aanbrengen, om de blikken der
mannen nog des te zekerder daarheen te leiden.»
Dat was geen kwaad idee. Den volgenden dag verschenen
de dames op het bal bij den regent met vlekjes van zwarten
taf op de schouders. Men noemde ze «Massillonnes,»
zoodat de vi'ome prelaat niet alleen het denkbeeld aan de
hand deed, maar er ook zijn naam voor moest leenen.
Later noemde men ze mouches (vliegen), en al naar
gelang ze halfrond, eivormig, halvemaansvormig of ster-
vox-mig geknipt waren en naarmate van de plaats waar ze
gedx-agen wex-den, hadden ze bijzondere naxnen. Niet zelden
maakten de dames er gebruik van, om ongemerkt met
hare beminden te corresponderen.
«Wie smaak bezat,» schrijft de Mode Parisienne over
dit onderwerp, «plaatste de mouches op de pikantste wijze
op het gelaat, en naar het effect dat ze hadden, noemde
men ze la fatalela dangereuse of zelfs l'assassine. Een
voudige volgden steeds een bepaalden regel en hechtten
het eene pleistertje boven op den regterwang, het andere
onder op den linkerwang of in de plooi van den kin. Dat
was zoo het algemeen gebruik. Gedistingeerde dames
daarentegen droegen het pleistertje soms op de bovenlip,
waarvan de purperkleur dan door het contrast nog ver
hoogd werd.»
De mode der mouches de beautédie tot de schromelijkste
overdrijving aanleiding gaf, bleef voortduren tot het einde
der regering van Lodewijk XV.
Een boom tegen de koorts. Australië heeft
van de oude wereld menig geschenk gekregen: zijn blanke
bewoners, zijn huisdiex-en, zijn cultuurplanten. Men kan
niet zeggen, dat het deze gaven karig beantwoord heeft,
zelfs wanneer men uitsluitend denkt aan de wol en het
goud, die in enorme massa's worden geëxporteerd. Hierbij
kan men thans nog een zeer merkwaardig geschenk voegen,
een boom van zoo gansch bijzondex-en aard, dat het wel
de moeite loont een en ander daarvan mede te deelen, te
meer daar hij in andere landen meer en meer wordt aan
geplant, burgerregt verkrijgt en getoond heeft hoogst nuttig,
ja een rijke zegen te zijn.
In Australië groeijen Eucalyptus-soorten, wier trotsche
stammen als scheepsmasten in het woud omhoog x-ijzen en
die tot de reuzen van haar geslacht behooren.
Immers er zijn onder haar boomen, die, wat hoogte
betreft, voor de veelbesproken Californische reuzendennen
of Wellingtonia's niet onderdoen; want men heeft stammen
van Eucalyptus amigdalina gemeten, die in hoogte den
Straatsburger dom te boven gaan. Als koningen des wouds
streven zij stout ten hemel, en bij wijze van verdiepingen
omgeeft hen hun loof met verscheidene kransen. Even
alsof men de takken eener linde op de majestueuse schacht
van een palmboom gezet had, zoo tooit zich des^'zomers de
kroon met lichtgroene knopjes, waaruit witroodachtige bloe
sems te voorschijn komen. Dan gelijkt deze zoo imposante
boom, wanneer hij op een donkergroen grasland sterk uit
komt, naar de dichterlijke uitdrukking van een Australiër,
«bijna op een grijsaard met het sieraad der witte haren,
met het sterke ligchaam van eenen man en met het hart
van een jongeling.»
Deze boomen leveren voortreffelijk werkhout en gom kino
op, versieren het landschap, groeijen even snel als dennen
en zijn om deze redenen in verschillende landen aangeplant.
Gedurende ettelijke tientallen van jaren, dat men hiermede
bezig is, heeft men voornamelijk ten opzigte van den Euca
lyptus globulus waarnemingen gedaan, die thans door
zekeren heer Gimbert bijeenverzameld en aan de Academie
van Wetenschappen te Parijs aangeboden zijn. De merk
waardigste ontdekking, die daarbij is gemaakt, is wel
deze, dat de boom in de landstreken, waar hij wordt aan
geplant, de koox-ts verjaagt. Hij bezit namelijk de eigen
schap om het tiende gedeelte van zijn gewigt aan water
uit den bodem tot zich te trekken en kamfer geuren van
zich te doen uitstroomen. Zaait men hem in moerassige
streken, spoedig maakt hij deze droog. De Engelschen
bragten hem het eerst naar de Kaap de Goede Hoop en
bemerkten al spoedig nadat hij was opgegroeid, dat hij de
atmospheer van ongezonde plaatsen geheel en al veranderde.
Weinige jaren later werd de Eucalyptus op groote schaal
in verscheidene streken van Algerie aangeplant. Te Pardock,
eenige mijlen van Algiers, lag aan de oevers der Hamyse
een hofstede vanwege de koorts berucht, waar de menschen
in de pestaardige lucht als vliegen stierven. In het voorjaar
van 1867 plantte men daar 1300 Eucalyptusstammetjes, en
reeds in Julij van hetzelfde jaar, in de maand waarin
anders de koorts hare offers eischte, kwam geen enkel
ziektegeval voor, ofschoon de boompjes eerst 9 voet hoog
waren. Sedert is die plaats tot op dezen dag koortsvrij
gebleven. In de omgeving van Constantine stond de hofstede
Ben Machdylin in even kwaden roep; aan alle kanten
strekten zich moerassen uit, die zelfs in den heetsten
zomer niet opdroogden. In vijf jaren evenwel werd de
zeer uitgebreide vlakte door 14,000 Eucalyptusboomen
geheel en al opgedroogd en de gezondheidstoestand der
bewoners is daardoor voortreffelijk geworden. Evenzoo is
Gué nabij Constantine, dat mede om het heerschen der
koorts een kwaden naam had, thans door een Eucalyptuswoud
als door een park omgeven en thans gezond en vrij
van koortsen.
De ervaringen aan de Kaap en in Algiers opgedaan,
werden bevestigd door andere, op Cuba verkregen. In
het departement Var ligt daar een spoorwegstation in een
zoo hoogst ongezonde streek, dat alle beambten, die der
waarts verplaatst worden, beginnen met hun testament te
maken. Sedert echter bij deze plaats 40 Eucalyptusboomen
geplant werden, is zij gelxeel gezond.
Deze voorbeelden, welke met vele vermeex-derd zouden
kunnen worden en authentiek zijn, verdienen in elk geval
dat men er de aandacht op vestige. Het is goed, dat men