IIELDERSGHE EiV \IEIIWEDIEPER COURANT. 1375. N°. 76. 34 Jaargang. Zondag 25 Junij. Binnenland. Brieven uit de Hoofdstad. „Wij huldigen het goede." Vorschijui ihugstlag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abmnemeutiprijs per kwartaal1 30. a franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertenticn: "Va* 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden ï&ar plaatsrnimt berekend. ÏOliiea öonderdas vertrekt de mail naar Oost-Indaë. Laatste Ligting 's avonds 6 uur. HELDER on NIEUWEDIEP, 24 Junij. De instructie-vaartuigen Urania en Ternate, alhier aan gekomen, zullen Maandag a. s. weder vertrekken. Een officier van de Deensche marine woonde gisteren eene proefneming bij van de torpedo-dienst alhier. De machinist der Marine C. Visser is geplaatst bij de torpedo-dienst alhier. Ter aanvulling van de vroeger door ons medegedeelde bijzonderheden omtrent de op handen zijnde kermis, kunnen .we nog berigten, dat de Salon des Variétés van de heeren Judels en Bouwmeester op het terrein vóór het lokaal Tivoli zal worden geplaatst. Bij koninklijk besluit van 7 dezer is, met wijziging van het besluit van 24 Aug. 1873 No. 31, bepaald, dat de mindere geëmployeerden en werklieden bij 's Rijks Marine voortaan het pensioen geheel met het daggeld zullen genieten, mits het laatste niet hooger zij dan f 1.50. Wij vernemen, dat in het belang der opleiding van machinisten bij de Marine onderscheidene gunstige maat regelen zijn verorderd. Het logies aan boord van het wachtschip te Hellevoetsluis, bestemd voor de machinist- leerlingen, is veel verbeterd en het onderwijs is op nieuw geregeld. De directie van de Hollandsche Spoorweg-Maatschappij heeft bepaald, dat de retourkaarton naar Amsterdam voor de leden van het 30ste Landhuishoudkundig congres geldig zijn gedurende de congrosweek, van 25 Junij tot 2 Julij. Bedankt voor het beroep naar Akersloot door dr. L. R. Oldeman, pred. te Ouwerkerk. Te Leiden is jl. Woensdag bevorderd tot doctor in de regten de heer F. N. Maclaine Pont, geb. te Hoorn, met stellingen. De Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst heeft zich verklaard voor de wenschelijkheid van verpligte vaccinatie, in het eerste levensjaar. Voorts besloot zij, zich niet tot de regering te wenden om afschaffing te vragen III. 22 Juni. Amice f Waarheen? Ziedaar de eerste vraag, die een rechtgeaard Amsterdammer zich in deze dagen stelt, als hij de oogen opent voor de zonnestralen, die reeds vier of vijf uur lang zijn slaapkoets hebben beschenen. Waarheen? Naar Volksvlijt of naar Artis, naar Linnaeus of naar het Park. naar Geloof echter niet, te oordeelen naar deze overpeinzing, dat alle rechtgeaarde Amsterdammers op eenmaal als bij tooverslag renteniers zijn geworden, die niets beters te doen hebben dan op de aan genaamste manier hun tijd zoek te brengen. Toch nietMaar herinner u dat, toen ik u de laatste maal schreef, wij nog in de naweeën van het tijdperk der kachels en der overjassen verkeerden, terwijl thans de thermometer, in de schaduw nog wel, ecu tempe ratuur van tusschen de zeveuig en tachtig graden Fahrenheit aanwijst. Het begint in de goede stnd mijuer inwoning dan nu ook op oud-vaderlandsche wijze te zomeren en de Amsterdammer van wien ik u zoo even sprak, denkt er er wel in de eerste plaats over na, welkenarbeid hem weder wacht, maar ook waar hij, na afloop van zijn dagtaak, op de aangenaamste, gezelligste en prettigste manier van zijne vermoeijenisseu zal uitrusten. Althans zoo hij niet behoort onder de gelukkigen, die straks hun haardsteden en altaren ouder de hoede stellen van den onmisbare» „huisbewaarder," en met pak en zak naar beter oord verhuizen. Maar dat voorrecht is niet iedereen gegeven, en even goed in de zeer hooge als in de zeer lage kringen der maatschappij is er menigeen met onverbreek bare banden aan de stad en haar dompige, benauwde zomerdagen gebonden. Wie heen kan gaan, haast zich te vertrekken. Dat getuigt reeds menig statig heerenhuis in de aristocratische wijken, waar alles spreekt vati het intredeu der zomerrust. Wie echter dat voordeel niet deelen kan, moet het zich hier zoo aangenaam mogelijk trachten te maken. Jammer slechts, dat de gelegenhedeu tot een landelijke ontspanning, tot een kort vertoef in de vrye natuur, met den dag schier beperkter en minder worden. In de stad zelf is van frissche lucht geen sprake en ik beklaag altijd uit den grond van mijn hart de arme lieden, die, na een geheelen dag in kantoor of werkplaats gepeinsd of gezwoegd te hebben, 's avondè een luchtje willen gaan scheppen en daartoe een waudeling maken langs een of meer onzer walgelijk riekende, walgelijk gekleurde, in één woord walgelijke stadsgrachten. Treurige illusie om daar „lucht" te zoekeu; of het moest zijn in de slechte beteekenis van het woord. Dus ter stede uit en daar de gcweuschte verfrisscking ter ver ademing verbeid! Maar ook dat begint bij de tegenwoordige uitbreiding van Amsterdam allengs bezwaarlijker te worden. „Meer licht!" kermde de Venloscko Götlie; meer luchtzucht de hijgende en blazende Amsterdammer, die het niet van zich verkrijgen kan, eeu uur te loopen om een half uur te kunnen uitrusten. O Amster- van den accijns op zeep en zout. Wel daarentegen ver- eenigde zij zich met het gevoelen, dat de gezondheidsleer moet worden onderwezen aan alle kweekscholen voor onder wijzers en onderwijzeressen en alle H. B. scholen. De volgende vergadering zal plaats hebben te Groningen. Door het Provinciaal bestuur van Noordholland is jl. Donderdag aanbésteed: 1. Het herstellen van de storm schade, ontstaan op 20 en 21 Nov. 1875 aan den leidam langs de zuidzijde van het vaarwater het Krabbersgat, bij Enkhuizen; minste inschrijver dc heer S. Mantel, te Enk huizen, voor f 7385. 2. Het verdiepen van de Ooster buitenhaven te Medemblik en het daarna onderhouden dézer haven tot en met 31 Dec. 1878; minste inschrijvers de heeren J. Kistemaker en A. Lak, te Midwoud, voor f8548. 3. Het herstellen van de stormschade, ontstaan op 20 en 21 Nov. 1875 aan de Rijkszeewering op het eiland Marken; minste inschrijver de heer B. Beukenkamp, te Wieringen, voor f 7776. 4. De uitvoering van eenig baggerwerk in het Zuider-Spaarneminste inschrijver de heer G. I. Koelemei, te Haarlem, voor f 2285. Men schrijft ons van Texel, dd. 23 Junij: «De scheertijd is begonnen; evenwel zijn er nog geene aankoopen van wol gedaan. De wolmarkten van buiten zijn niet gewild, zoodat men dit jaar geen hoogen prijs verwacht. Het hooi zal een goed beschot opleveren. De perceelen staan uitmuntend, men verwacht echter Hinken prijs.» Jl. Dingsdag tegen den avond speelden 2 kinderen, een van 5 en een van 2 jaar, van den heer W., een geacht ingezetene van Beets, nabij de sloot. De oudste wilde zijn zusje op de waterstoep tillen, maar viel met de kleine voorover in het water. Onmiddellijk kwam hulp toeschieten, doch helaas! te laat; het jongste kind, dat onderlag, was reeds gestikt, terwijl het jongentje tengevolge van den schrik tot nu toe sprakeloos is gebleven. De smart der ouders is niet te beschrijven. Men schrijft-, uit den Beemster, dd. 22 dezer: «Het is dit jaar een goed woljaar. De vachten vallen bijzonder zwaar en de soort is goed. De prijzen zijn over het algemeen redelijk. Het aanfokken van schapen is over het algemeen nooit onvoordeelig geweest, tlians echter mag men zeggen, dat het eene rijkmakerij is. De stapel wordt dam, o groote stad, 'k wou dat je meer plantsoeneu had! Want in dat opzicht zijn we nog jammerlijk ten achteren. Zie mij voor geen pessimist aan, die geen oog heeft voor de schoonheid van zijn Vondelspark of voor de genoegens van een speelevaart langs de boorden van den Amstel. Maar wat hebben wij gekregen ter vervanging van onze oude, geliefkoosde en gerenomeerde Amsterdamsche theetuinen, waar de moeders in den namiddag met haar kroost heentogen, om er de jongens te laten hoepelen of knikkeren, en de mesjes te helpen bij het touwtje springen of vlinders vangen, terwijl de eerzame huisvaders er 's avonds bij een vaderlandsche pijp de politieke of theologische kwestiën van den dag bespraken Dat alles is opge ruimd door het „bersten van onze gordelen", waarvan Schimmel in zijn Thorbecke-cantate zong, en op de plek waar eens de spes patriae krijgertje speelde of de schuchtere maagd met bevende rozenlipjes het jawoord lispeldedaar dreunt nu de stoommachine van een broodfabriek of verrijzen de moderne huiziugen als doov tooverslag bij tien en twintig tegelijk uit den grond. Eiken, zomer is er minder groen om de stad te vinden, en de zomer is daar juist met de deur in huis bij ons komen binnenvallen. Arme Amsterdammers Met de zomerwarmte komt ook de zomerstilte op allerlei gebied, 't Leveudigt is 't nog bij de geldmannen. Geen wonder; ze zijn nog pas ter halve bekomen van de verslagenheid, de schrik, de ontsteltenis, in hun eerbiedvvaardigen kring veroorzaakt door den val van eenige koningen in het woud der Beurs-pilaren. Eerst het altijd muurvast gewaande huis van Le Normant, en kort daarop de ondergang van een vier- of vijftal sterren der tweede en derde grootte aan den financiëelen horizont, omtrent welke evenmin eenig kwaad vermoeden bestond. Twee der „meest-belangrijken", wier operatiën bij de groote onthulling het meeste opzien baarden, hadden intijds het hazeupad gekozen; ik verneem echter dat men een hunner reeds kort na zijne ontvluchting te Parijs in hechtenis genomen heeft. Al deze treurige gebeurtenissen hebben hier ook buiten de handelskringen een hoogst verontrustenden indruk gemaakt. En geen wonderWie is in deze droeve dagen nog solide te noemen Maar het iB eigen schuld; het „er op of er onder" wordt bij velen de leus; als op één kaart, enik behoef u den meestal treurigen afloop niet te omschrijven. En waren al deze nederlagen nu nog maar het gevolg van gebruikelijke, schoon daarom nog niet te verdedigen handelsspeculatiendoch neen, de zwendelarijeu, de oplichterijen, in één woord de schurkenstreken, die in dezen ont redderden stand van zaken aan het licht komen, zijn zoo beueden alle kritiek, dat het prestige van den handel er een gevoeligen knak door geleden heeft. In onzen Gemeenteraad is het handelseleraent dezer dagen op uitnemende wijze versterkt door de verkiezing van den heer Insinger, voorzitter van de Amsterdamsche Kamer van Koophandel. Als tegencandidaat luid hij tegenover, zich den heer Kist, officier van Justitie. Hoezeer nu ook de laatste een man van groote verdiensten is, wiens rechtskennis in menig opzioht een aanwinst voor onzen Raad zou geweest zijn, heeft de meerderheid der kiezers echter jaarlijks bij den zeor grootcn uitvoer naar Londen al grooter en grooter, en de prijzen zijn tot eene buitengewone hoogte gestegen. Een gewezen brievenbesteller aan het postkantoor te Amsterdam stond jl. Woensdag voor de arrondissements- regtbank aldaar teregt wegens verduistering van gelden. Hij had verscheidene kwitantiën, welke door verschillende personen ter inning aan het postkantoor waren toever trouwd, overgenomen ara betaling daarop te erlangen. Voor een bedrag van ongeveer f 600 kon hij niet verant woorden, daar hij dat bedrag tot eigen gebruik had aan gewend. Beklaagde erkende de hem ten laste gelegde feiten. De regtbank veroordeelde hem tot eene cellulaire gevangenisstraf van 8 maanden. Aangaande de droogmaking van het zuidelijk gedeelte der Zuiderzee verneemt de Amst. Crt., dat de meest uit voerige plannen en teekeningen, onder leiding van den ingenieur Leemans te Kampen, worden vervaardigd en zoo spoedig mogelijk aan de goedkeuring der regering zullen worden onderworpen. Als bijzonderheden worden vermeld, dat, behalve 134 boringen, die vroeger onder beheer der ingenieurs Stieltjes en Beijerinck zijn verrigt, het vorig jaar door de regering p. m. f 9000 zijn besteed tot het doen van 274 boringen, onder beheer van meergenoernden ingenieur Leemans, en dat daaruit voldoende is bewezen, dat het zuidelijk gedeelte der Zuiderzee over het geheel puiken bouwgrond bevat en eene oppervlakte zal beslaan van p. m. 195,000 hectaren grond. Het plan der droog making gaat uit van den vasten wal nabij Enkhuizen, in zuidelijke rigting achter Urk om, en vervolgens met eenige kronkelingen aan te sluiten aan den Ketel nabij Kampen. De noodige kanalen en trekvaarten worden aangegeven en voor uitwatering is behoorlijk gezorgd. De plannen der uitvoering, die alle kans van slagen hebben, zijn zoodanig geregeld, dat de afsluitdijk in perceelen zou worden aan besteed, evenzoo het bouwen der watermachines, opdat het werk de krachten der Nederlandsche aannemers niet zou te boven gaan en men van eene goede uitvoering verkokerd zij. De genomen maatregelen vinden hunnen grond in den uitslag der droogmaking van het Haarlemmermeer en de uitvoering van het kolossale werk: de doorgraving van Holland op zijn Smalst. wijselijk begrepen dat, we op 't oogenblik een meer dan voldoend aantal juristen in den Raad hebben, misschien wel cenigszins ten koste van de commerciëele belangen. Juristen schijnen graag te praten en met praten alleen doet men zoo weinig zaken af. Adres aan de Tweede Kamer! De heer Insinger schijnt trouwens wel tot de zeer gewenschten te behooren, daar hij candidaat was gesteld door liberalen, conservatieven en ultramontanen, een allegaartje dat alleen door de zonderlinge politieke verwarring, die hier heerscht, is mogelijk gemaakt. Was het ook aan die verwarring toe te schrijven dat van de 7000 Gemeonteraads-kiezers die de hoofdstad telt, er slechts 950 aan de stemming hebben deelgenomen? Ik weet het niet; maar zeker is het dat dit belachelijke cijfer een treurig bewijs aflegt van de weinige belangstelliug in de openbare zaken, die hier meer en meer valt op te merken. Als ge die ver houding van 950 tot 7000 gadeslaat, is het bijna niet te gelooven dat er dezer dagen in deze zelfde stad zich een Vereeniging heeft geconstitueerd, die zich ten taak heeft gesteldde bevordering van het algemeen stemrechtArme lieden, wat bittere illusiën scheppen zij zichAls er onder de kiesgerechtigden zelf zoo weinig belangstelling voor het algemeen welzijn bestaat, wat is er dan te hopen van het volk achter die kiezers? Maar, onder ons gezegd, de tijd voor dc „Suffrage Universel" zal zich tusschen de Schelde en den Dollart nog wel wat laten wachten, ondanks alle mogelijke pogingen ter „bevordering." Bovendien zijn de lui, die in deze beweging aan het hoofd staan, volstrekt geen personen van beteekenis en komt de gcheole zaak mij voor, een stroovuurtje, een knappend vuurwerk te zijn, dat al zeer spoedig zal zijn uitgebrand. Te vergeefs zoekt men hier naar public spirit. De zittingen b. v. van de Kamer van Koophandel en van den Gemeenteraad zijn voor het publiek toegankelijk; wie belang stelt in het verhandelde, kan de discussiën bijwonen; maar hoeveel publiek bevindt zich in den regel op de tribune onzer Raadszaal? Bitter weinig, behaive wan neer het geruchtmakende .zaken of schandaaltjes gelden. Zoo b. v. bij de behandeling van het besluit tot schorsing van twee hulp onderwijzers, die aan leerlingen hunner klassen een lichamelijke kastijding hadden toegediend. Toen was er leven op de tribune en kon men zijn hart ophalen aan de nietige, venijnige, soms allevstuitendste discussiën over deze zaak tusschen eenige leden van den Raad. De kwestie of „slaan" al dan niet geoorloofd is, behoefde natuurlijk niet uitgemaakt te worden: de instructie voor de onderwijzers aan de openbare scholen schrijft wel degelijk voor, dat zij zich van lichamelijke straffen hebben te onthouden. Maai de vraag wasof een besluit tot schorsing wegens overtreding vaii dit voorschrift al dan niet in publieke Raadszitting zou behandeld worden. Zonderling genoeg, besloot de Raad tot de grootst moge- lijke publioiteit. Eilieve, waar moet dat heen Verbeeldt u, Amice, de Sohadenfreude, waarmee de jongens zullen neerzien op den ondermeester, die acht dagen heeft moeten thuisblijven omdat bij een deugniet, een bengel, die hem dagen achtereen gekweld en gesard heeft, ^een draai om de ooren heeft gegeven. Wij zijn allen j°ng gewèest en behoeven ons slechts even onzen schooltijd te herinneren, om na te gaan hoe het hiermee gesteld zal zijn. Niet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1