Buitenland. den grond, en dat de onbekende daders, die zich slechts van eene kleine geldsom hebben weten meester te maken, bij eene eventuele ontdekking zich niet ongestraft zouden hebben laten vangen, getuigt een ter plaatse door hen achtergelaten geladen pistool. Van de daders is vooralsnog geen spoor ontdekt. Het Handelsblad zegt, van goede zijde vernomen te hebben, dat de heer Klerck volhardt bij zijn besluit om als minister van Oorlog af te treden. Men schrijft het volgende aan de Leidsche. Crt.: -Iedereen is voldaan met den gevallen regen, wel het meest de tuinlieden en landbouwers. Nu hebben zich de slap neerhangende bloemen weer hersteld en is de vale kleur van het loof door een helderen tint vervangen. Alle gewas is verfrischt, de weilanden beginnen op te groenen en de wegen zijn weder begaanbaar. Voordat de maand Sept. ten einde is, loopen de koeijen misschien weer in de malsche weiden. Maar nu wenscht de boer ook vooreerst geen regen meer, anders valt er te veel. Er zijn toch al polders, waar men toebereidselen maakt om den molen in de zeilen te zetten. Men weet geen raacl met al het water, dat ingelaten is geworden. Het zal nu blijken, of de voorspelling omtrent den laten aardappel in vervulling komt. Men ver wachtte de ziekte in of het doorgroeijen van den knol. Met het laatste, waarbij een menigte onbruikbare, glazige aardappels verkregen wordt, buiten de ziekte, zou reeds een schadelijke rooijing plaats hebben, en er behoeven geen omstandigheden bij te komen om de aardappelen nog duurder te maken.» De Nederlandsche Vereeniging tot bevordering der koepok-inenting hield jl. Woensdag te 's Hage haar vierde jaarlijksche algemeene vergadering. De toestand der Ver eeniging werd niet ongunstig genoemd. Bij de bespreking van de wenschelijkheid, dat door de burgerlijke armbesturen de vaccinatie en revaccinatie als voorwaarden tot het verleenen van onderstand worden gesteld, werd de kwestie van regtsgeldigheid van zoodanigen maatregel opgeworpen. De vergadering besloot daaromtrent een regtskundig adres in te winnen. Daarna werd ter tafel gebragt eene gedrukte tabellarische verzameling van antwoorden op vraagpunten, betreffende de vaccinatie uitgeschreven. Deze tabel zal aan alle geneeskundigen in Nederland worden gezonden, met verzoek, daaromtrent hun gevoelen te willen mededeelen. Door het hoofdbestuur werd verder voorgesteld art. 1 van het algemeen reglement in dien zin te wijzigen, dat de verpligte vaccinatie in 't eerste levensjaar wordt opge nomen onder de middelen tot bereiking van het doel der Vereeniging. Dit voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen. Tevens werd besloten de minister van Binnenl. Zaken, bij een gemotiveerd adres, te verzoeken een regeling bij de wet van de verpligte vaccinatie in 't eerste levens jaar en van dc revaccinatie te bevorderen. Jl. Donderdag werd te 's Hage de eerste jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van den Anti-Dienstver- vangingsbond, waarin de voorzitter, graaf van Limburg Stirum, in een uitvoerige rede het beginsel van den Bond toelichtte en de geschiedenis er van mededeelde. De Bond telt thans 56 afdeelingen en 4697 betalende leden. Op het schenken van materiëelen steun wordt in het uit- gebragt verslag krachtig aangedrongen. De rekening werd goedgekeurd. Er bleek een batig saldo te zijn, maar er moeten nog betalingen geschieden. Eenige wijzigingen aansloeg. Midden in den nacht werd er moeite gedaan, om nog wat regenwater op te vangen, om onzen dorst te lesscheu. Gelukkig was er een vat aangespoeld, waarin we dat water konden opvangen maar aangezien 't water van de planken afdroop die door zeewater waren doortrokken, en 't vat ook, kregen we dat beetje water ziltig; maar 't werd toch gedronken, 's Morgens heel vroeg was iedereen aan 't strand in de weer, om te zien of er ook onder al 't aangespoelde van 't wrak eenige zaken te vinden waren, die gebruikt konden worden: eetwaren of goed. En blikje iengvisch, dat ze vonden, werd geopend en daarmede ontbeten. Ik kon echter geen enkel stukje door mijn keel krijgen, want ik zat in te grootcn doodsangst dat de branding, die alles aan 't strand spoelde, misschien ook een van mijn arme kinderen zou aanspoelen. Uit vrees daarvan bleef ik altijd op een afstand en toch werd ik als 't ware met geweld naar 't strand gedreven. Ik maakte mij angstig, ze daar te zien aanspoelen, en toch verlangde ik er naar, ze hadden dan ten minste nog begraven kunnen worden. Een van 't scheepsvolk, die zag welk een strijd ik streed, kreeg medelijden met mij; hij verzocht mij maar stil op mijn plaats te blijven, hij zou wel van tijd tot tijd gaan kijken of er iets was aangespoeld, en mogt dat 't geval zijn, dan zouden ze voor eene goede begrafenis zorgen. Arme kleinendat ik nu niet eens weet waar hun laatste rustplaats is! 't Is een harde slag wanneer men zijn kinderen verliest, en toch geloof ik nog niet zoo hard, als wanneer ze op die wijze wreedaardig worden weggerukt! Maar. achlaat mij niet morrenik heb een vreeselijk verlies geleden cn toch mag ik mij gelukkig achten. De goede God heeft mij ten minste nog mijn Karei gelaten, even goed als de anderen had ook hij mij ontrukt kunnen worden; maar hij is nog zoo wonder dadig gered. Den volgenden morgen omstreeks zeven uren gingen wij weder op marsch. Een der ons vergezellende inlanders vertelde, dat hij op een paar uren afstands wel een gehucht wist waar menschen waren, en waar we eten en drinken konden krijgen. Op dien man ver trouwende, klauterden wij weer 't gebergte op. Reeds den geheelen dag hadden wij geloopen, door doornen en struiken, langs onge baande wegen en op bloote voeten, toen wij tot onze teleurstelling nog niets van mensehen en huizen zagen; alles was wildernis en gebergte. In plaats van ons uit den nood te helpen, had onze gids ons er verder ingebragt, want dat wij verdwaald waren was zeker, 't Was een wanhopige togt. 't Begon reeds donker te worden, en men vond het niet raadzaam verder te gaan. Er werd toen algemeen besloten nog dien nacht in 't gebergte midden in de wildernis door te brengen. Wij zouden allen digt bij elkaar blijven, ingeval wij bezoek mogten krijgen van wilde beesten, die, zooals bekend is, in 't gebergte van Sumatra in menigte zijn. Vuur hadden wij niet; ai 't hout was nat, zoodat er niet aan te denken viel door wrijving of hoe dan ook vuur te krijgeD, en daarbij hadden we dien nacht zoo'n vreeselijke regenbui. Wij bragten werden in het reglement gebragt en daarna liet hoofdbestuur herkozen, behalve de heer Kerdijk, die verzocht had niet meer in aanmerking te komen; in zijne plaats werd de heer Roëll gekozen. Verschillende punten in 't belang van den Bond werden besproken. Daarbij bleek o. a., dat de verspreiding van den Bond door mondelinge voordragten aan de afdeelingen blijft opgedragen, terwijl het hoofdbestuur door zijne geschriften werken zal. De afgevaardigde uit den Helder verklaarde, dat door een fiksche redevoering aldaar de harten voor den Bond zouden worden gewonnen. Jl. Donderdag ochtend sloeg op de rivier de Maas, voor Rotterdam, een roeibootje, bezet met 8 werklieden, om, door aanvaring van een ligter, met het noodlottig ge volg, dat twee hunner, gehuwde personen, verdronken de een laat eene weduwe met vier en de andere eene met twee kinderen na. Bij 't berigt, dat te Schiedam bijna geene werklieden voor de branderijen kunnen gevonden worden, voegt de Arnh. Crt. de opmerking: Er schijnt meer liefhebberij te bestaan om jenever te drinken, dan om ze te maken. Jl. Donderdag morgen is op 's Rijks werf te Helle- voetsluis de «exhouser,» die in den monitor Adder is aan- gebragt, beproefd. De proef is uitstekend geslaagd. In 15 minuten was een ontzettende rook, veroorzaakt door het tusschendeks branden van werk, teer, enz., verwijderd. Heden zal deze monitor naar de reede stoomen om te beproeven of bij aanwending van alle stoomkrachten ook de «exhouser» in werking kan worden gebragt. In Noordbrabant, Vlijmen en Nieuwkuik, vertoont zich sedert eenige dagen in de welig bloeijende hopplant een insect, dat zich ook verleden jaar en wel toen voor het eerst vertoonde. Het zit in den stengel, dien het door knaagt, en is daarom moeijelijlc op te sporen. De hopteelers zijn daarover niet weinig bezorgd, en dit te meer, daar de aanvankelijke hopprijs de gunstigste vooruitzigten geeft, wat betreft den verkoop. Door eenige werkbazen in Noordbrabant verdere inlichtingen gevraagd zijnde omtrent den aanstaanden pro vincialen schoenmakers-wedstrijd te Breda, deelt de rege- lings-commissie o. a. nog het volgende mede Deze wedstrijd strekt vooral om de schoenmakers-industrie in Noordbrabant, alwaar zoozeer de bronader tot welig tieren daarvoor aanwezig is, te verheffen en door uitmun tendheid van tegenwoordig alom vereischt wordende kunst werken in dat vak, niet alleen met de groote steden van ons land, maar ook daar buiten te doen concurreren, en derhalve eveneens de stoffelijke belangen van den meester als van den werkman te behartigen. Het gemeentebestuur van Bi'eda heeft eene bijdage tot ondersteuning van liet plan toegezegd en de tijd van aanvraag tot inzending is verlengd tot den 10 dezer. Bij Goes heeft het laatste onweder veel vee in de weide gedood. Een groot aantal paarden en runderen zijn getroffen of in de slooten geraakt en omgekomen. De opperrabbijn der Israëlitische kerk in Gelderland ad interim van de provinciën Noordbrabant, Utrecht en Zeeland, de heer I. Lehman, is jl.; Woensdag avond te Nijmegen overleden. Ruim 43 jaren was hij in zijn laatste betrekking werkzaam en had zich in dat tijdsverloop de achting van velen verworven. In Mei 1874 benoemde hem Z. M. de Koning tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Het berigt uit Wageningen omtrent het getal leer- dien naclit doornat en bibberende van de kou door ik had van klceding alleen wat ik u reeds vermeld heb. Dat niemand een oog heeft kunnen sluiten, kunt gij wel begrijpen, en dankbaar waren we, toen na dien eeuwig langen nacht eindelijk de morgen aanbrak. Op raad van mijnheer Edeling zouden wij de opkomst van de zon afwachten alvorens op te stappen; de zon moest in 't Oosten opkomen, en daar zou dan de bewoonde kust moeten zijn. Wij regelden onzen koers dan ook daarnaar; en na op nieuw een uur of zes geloopen te hebben, kwamen wij eindelijk weer aan strand, aan 't zelfde strand vanwaar we gekomeu waren. We zouden juist weer den berg afklauteren, toen we ergens onder een boom uitgeholde kokosnoten zagen liggen; die noten waren in 't geheele bosch niet te vinden; zij deden ons dus zien, dat er menschen van andere plaatsen gekomen wareu. 't Volk begon dadelijk hard te schreeuwen, welk geschreeuw dan ook spoedig beantwoord werd; een oogenblik daarna waren we omringd door inlanders, die van de eilanden door den resident gezonden waren om schipbreukelingen op te sporen. Wij waren toen gered; hoe gelukkig wij in ons ongeluk waren, kunt ge niet begrijpen. De menschen bragten ons toen nog eenige bergen op en af, totdat wij aan den voet van 't gebergte aan een kreek kwamen, die in de Samangka-baai uitkwamaldaar werden wij met heel kleine vaartuigjes opgewacht. Wij werden alstoen ver welkomd door de bedienden vau den controleur Tromp, die ons, behalve wijn, brood en eijeren, ook nog een briefje overhandigden, waarin den schipbreukelingen werd verzocht zich te vereenigen op het eiland Telanger, en dat zich op dat eiland, behalve eenige schipbreukelingen, ook nog een kind bevond van mevr. Bosch. Drie dagen was ik reeds aan den vasten wal en steeds had ik de wanhopige gedachte gekoesterd, dat mijne drie kinderen allen ver loren wareudaar kreeg ik de tijding, dat ik nog één kind had behouden. Hoe gelukkig ik toen was, kan ik u niet zeggenmet ongeduld verlangde ik naar ouze aankomst op 't eiland. Ik had de bedienden ondervraagd, en naar hunne beschrijving kon ik opmaken, dat 't mijn Karei moest zijn. Ik was nog ver van 't eiland, maar kon toch reeds zeer goed de menschen onderscheiden; ik zag toen ook de meid met Karei aan 't strand loopen en, hoe vreemd ik er ook uitzag, de arme jongen herkende mij toch, want reeds van uit de verte riep hij: „ma, ma!" Dut waren voor mij oogenblikken, die ik nooit vergeten zal. Één nacht hebben wij nog op dat eiland doorgebragt; den volgenden dag teil I ure werden wij door eeii; stoombootje afgehaald en naar Telok-Betang gebragt, alwaar ik allerliefst door den resident werd ontvangen. Deze nam mij mei zich naar huis, waar ik een paar dagen logeerde. Vandaar werden wij met een boot van Batavia gehaald en konden den 28steD, 's morgens ten 11 ure, voet zetten op Batavia's grond. Nu heb ik nog niet eens geschreven hoe Karei gered is. Nadat hij in zee was, kreeg hij een in een mat gerold kussen te pakken; hieraan bleef hij drijven, totdat een inlander, die hoorde schreeuwen, hem opnam en in een sloep bragt. Hij herinnert er zich niets meer van, alleen dat 't water erg zout was. (N. v. d. D.) lingen aan de landbouwschool aldaar was onjuist. Bij het eerste examen zijn slechts enkele leerlingen aangenomen en een tweede examen moet den 15 dezer nog plaats hebben. Door den kerkeraad te Meeuwen zijn NB. reeds 81 vergeefsche predikants-beroepingen gedaan. De plaats is ruim 9 jaren vacant. Terwijl jl. Dingsdag te Leeuwen eene vrouw bezig was om hare geit aan een paal op den dijk te plaatsen, kwam onverwacht een wespenzwerm op haar en het dier aan vliegen. De geit is gedood; de vrouw werd gelukkig intijds door zekeren Meijer van de plaats verwijderd, doch moet derwijze gestoken zijn, dat zij bijna onkenbaar is. Uit Zwolle wordt gemeld, dat de vraag naar hooi voor Engelsche rekening dit jaar van geen beteekenis is, de hooipersen staan dan ook nog stil. De prijs van het hooi is daardoor gedaald. Ter paardenmarkt te Zwolle waren jl. Woensdag p. m. 200 stuks aangevoerd. Handel slap. Voor werk paarden besteedde men f 120 f 280; 2de soort f 65 f 90; voor de slagtbank f 30 k f 75; weelde paarden ontbraken. Te Stratum zijn door met lucifers spelende kinderen vier boerenhofsteden in de asch gelegd. Men meldt uit het noorden des lands, dat aldaar in den verloopen zomer veel turf is gemaakt, waarvan de kwaliteit algemeen zeer wordt geroemd. De prijs zal evenwel hooger zijn dan verleden herfst, daar 't verbruik alom toeneemt en de arbeidsloonen hooger zijn. De «boven landers,» die bier vroeger bij duizenden werk vonden, worden niet meer aangetroffen; onze arbeiders hebben het daardoor des te beter. Er is hoog dagloon betaald. Te Mcppel is deze week op nieuw een gestorven rund aangehaald en begraven, waarvan het vleesch op het punt stond naar worst fabriekanten te worden vervoerd. Het uitvoerig gedrukt verslag der verrigtingen van liet centraal-comité in Nederl.-Indië, van de Nederlandsche Vereeniging het Roode Kruis over 1875 is hier te lande rondgedeeld. Moet het verslag, helaas, aanvangen met de verklaring dat vooralsnog het tijdstip waarop het comité zijn arbeid zelfs tijdelijk slechts, zal kunnen staken met geen mogelijkheid is te bepalen de geschiedenis van de weldadige werking van de Vereeniging in het rapport geboekstaafd leert althans dat het Roode Kruis in Indië zijne schoone roeping begrijpt. Voor zoover de middelen der Vereeniging het toelieten, heeft zij niets onbeproefd gelaten om het lot te verzachten van het Nederlandsch leger in Atsjin. Met de meeste erkentelijkheid maakt het hoofdcomité gewag van den steun en de sympathie, die het in Indië en uit het buitenland heeft mogen ondervinden. Het eindcijfer der ontvangsten en uitgaven bedraagt f 74,463, terwijl de rekening sluit met een batig saldo van f 7435. Aan de Kaap de Goede Hoop maakt men groote toe bereidselen voor de internationale tentoonstelling, die in Febr. a. s. daar zal worden gehouden. Een beer vroeg te Parijs naar een kreeft. Een aardig vischvrouwtje van 18 lentes bood er hein een aan. «Is liij versch?» «Ja, kijk maar,» was haar antwoord, en ze pakte den kreeft op, hield hem omhoog, maar, o wee! de kreeft kneep zijn scharen digt en pakte daarmee den mooijen Griekschen neus van 't vischvrouwtje, dat gilde van pijn en slechts met moeite van de scharen werd bevrijd, maar daarbij het mooi van haar neus ganschelijk zag verdwijnen. De grootste boerderij in de wereld is die van George Grant, te Kansas, in Noord-Amerika. Zij omvat een gan- sclie landstreek en is 250,400 hectaren, of 42 vierk. mijlen groot. De eigenaar heeft een zeer aanzienlijken veestapel van schapen, runderen, paarden, cn stelt bij alle dieren prijs op veredelde rassen. Deze bezitting wordt echter nog door die van den graaf van Sutherland in Schotland over troffen, welke bijna bet gansche graafschap (83 vierk. mijlen) omvat. Benoemingen, enz. Z. M. heeft pensioen verleend ten laste van den Staat aan den gewezen hoofdonderwijzer D. Jz. Besem, zich schrijvende D. Bezura, te Schermerhorn, ad f 661. Door Gedeputeerde Staten van Noordholland is tot commies ter prov. griffie, in de plaats van den heer jhr. mr. G. de Bosch Kemper, onlangs eervol als zoodanig ontslagen, benoemd de heer mr. A. A. Land, thans adjunct-commies der 1ste klasse. Tot ontvanger te Terschelling is door den Raad benoemd de heer C. Zuuderdorp, wethouder aldaar, met ingang van 1 Sept. jl., in de plaats van den heer D. Redeker, die, tot burgemeester benoemd, voor de betrekking van ontvanger bedankt heeft. België. De directeur van het werkhuis Coillet te Brussel heeft eene school geopend, waarin aan jonge meisjes uitsluitend onderwijs wordt gegeven in vrouwelijke en huishoudelijke werkzaamheden. Het onderwijs, dat op 14jarigen leeftijd een aanvang neemt, omvat het naaijen, breijen, merken, verstellingen van allerlei aard, uit elkander nemen, weer in elkander zetten, garneren, opwerken, niet alleen van linnengoed en kleederen van vrouwen en kinderen, maar ook van blouses, werkbroeken en vesten van tricot. Zij leeren ook lakensche kleêren herstellen en zeiven de patronen maken, waaraan zij behoefte hebben; zelfs krijgen zij onderwijs in de werktuigkunde. Er is eene waschinrigting waarin de geheele wasch wordt behandeld, en een afzonder lijke strijkzaal. Zij krijgen ondei'rigt in het schoonmaken en onderhouden van de meubelen en in de geheimen der kookkunst, zoodat zij niet alleen leeren de spijzen aange naam te verwisselen, maar zelfs de kliekjes weer smakelijk op te disschen. Ook leeren zij gebakjes bereiden, met het oog op den aangenamen invloed van koekjes en gebakjes op het gezellige zanienzijn des Zondags en op de kinderen gedurende de week. De inrigting ondervindt reeds zooveel bijval, dat er spoedig nog meer zullen worden geopend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2