HELDERSUHE
EN NIEUWED1EPER COURANT.
1876. N°. 120.
Vrijdag 6 October.
34 Jaargang.
Algemeen Nieuws- en® Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
QUARANTAINE.
BEKENDMAKING."
Binnenland.
„W ij h u 1 (1 i g e u
li e t goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
t w franco per post - 1.65.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder maken bij deze
bekend, dat, even als vroeger, van den 16 dezer tot en met den
15 April 1877, de quarantaine zal gehouden worden achter in het
Nieuwediep bij het Nieuwewerk, en dat alle vroegere bepalingen
opzigtelijk het stoppen of ankeren en in quarantaine liggen in den
mond van de haven, van volle kracht blijven; zullende de schepen
aldaar de eerste visitatie moeten ondergaan, na welke visitatie de
visiteur der quarantaine, indien daartegen geene bedenkingen bestaan,
vrijheid verleent om naar het Nieuwewerk te verhalen of te zeilen;
doch indien er onverhoopt ziekte of besmetting aanwezig of te ver
moeden is, zoodanige schepen zal gelasten, om in den mond der
haven aan den Steenendam te meeren, alwaar zij tot nadere orders
van Hoogerhand steeds zullen bewaakt worden.
Het zal echter aan schepen, welke slechts aan visitatie zonder
quarantaine onderworpen zijn, vrijstaau, om de visitatie op de reede
af te wachten, indien het met hun belang in strijd is om in het
Nieuwediep te komen.
Ieder wordt ernstig gewaarschuwd, om zich zonder schriftelijke
vergunning van den Heer Directeur en Kommandant der Marine,
aan boord van quarantaine-schepen te begeven; ten einde zich te
vrijwaren voor de toepassing der zware straffen welke op de over
treding zijn vastgesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 2 October 1876. L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 5 October.
De commissaris des Konings in deze provincie heeft jl.
Dingsdag een bezoek gebragt aan liet Prov. observatorium,
aan het Algemeen Weeshuis en aan de gemeentescholen
Nos. 3, 5 en 7. Van hier heeft Z.Exc. zich naar Texel begeven.
Een werkman op 's Rijkswerf alhier, bezig zijnde met
het ledigen der verschoten en opgenomen projectielen, heeft
zich daarbij deerlijk bezeerd aan aangezigt en hand. Men
vreest dat hij zijn hand zal moeten verliezen.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
liet Testament van een Alillionair.
Weinige jaren geleden stierf te Parijs een zekere mijnheer Dupont,
een achtenswaardig oud heer, wiens geldelijk vermogen op ten
minste twee millioenen francs geschat mogt worden en aan wien
bovendien nog een villa te Passy in eigendom toebehoorde, die op
de bekoorlijkste wijze met kunstvoorwerpen van allerlei aard voor
zien was. Daar de heer Dupont reeds voor geruimen tijd zijne
vrouw verloren had en noch kinderen, noch nabestaande bloed
verwanten had, zoo waren zijne talrijke vrienden in eene groote
spanning aangaande den inhoud van zijn testament. Deze spanning
was niet weinig toegenomen, omdat de lieer Dupont in de laatste
maanden voor zijn dood aan zijne vrienden, evenals aan zijne verre
bloedverwanten, de uitdrukking had gebezigddat ze eenmaal
zouden moeten erkennen, hoe ernstig hij er naar gestreefd had,
zich dankbaar te betoonen aan de hem bewezeue ware toegenegenheid.
De heer Dupont was altijd bij uitstek gastvrij geweest, en bad
voor zijne vrienden en bloedverwanten wanneer ze in omstan
digheden van werkelijke en onverdiende verlegenheid verkeerden
ten allen tijde bereidvaardig en op de grootmoedigste wijze gezorgd.
Veertig personen, dames en heeren, van zeer verschillenden
ouderdom, ontvingen na het afsterven van den heer Dupont van
den notaris L., die hem altijd met zijne diensten als rechtsgeleerde
had voorgelicht, zeer spoedig de uitnoodiging, om, overeenkomstig
de begeerte van den erflater, den inhoud van zijn laatsten wil te
vernemen. Overeenkomstig dien laatsten wil zouden de armen van
Parijs universcele erfgenamen worden en zij hadden, naar de bepa
lingen in het testament gemaakt, meer dan één millioen aan kon
tanten in de opbrengst der te verkoopen meubilaire goederen te
verwachten, in zooverre daarover door den erflater door de gemaakte
legaten niet beschikt ware geworden.
De gezamenlijke veertig personen, met wie de heer Dupont in
een meer of mindere vriendschappelijke verbindtenis gestaan bad
en die bij de opening van het testament uitgeuoodigd waren,
werden door den overledene door legaten rijk bedacht, en de oude
heer had bij de keus der legaten, die aan de onderscheidene per
sonen werden toegedacht, de neigingen, den smaak en de behoeften
zijner vrienden zorgvuldig geraadpleegd.
Eene dame, die dikwijls de kostbare verzameling gehouwen
steenen van den heer Dupont bewonderd had, waren onderscheidene
prachtige caraeën, benevens de benoodigde som gelds vermaakt, om
ze tot rijke prachtvoorwerpen te laten bearbeiden. Een jong schilder
moest zesduizend francs worden toegeteld, om daarvoor een reis
naar Italië te maken; een kunstliefhebber ontving eene prachtige
schilderij en heerlijke Venetiaanscbe glazen vazen; een verren bloed
verwant van den heer Dupont, die een klein landgoed bezat, maar
geen paarden en wagens, moesten de wagens en paarden van den
overledene worden toegedeeld; de weduwe van een overste
eveneens een verre bloedverwant van den ouden heer en in zeer
Het ramtorenschip Koning der Nedei'landen is in
den nacht tusschen Dingsdag en Woensdag 11. hier ter
reede ten anker gekomen, gesleept door de stoombooten
Stad Amsterdam en Archimedes. De ramschepen Schorpioen
en Guinea vergezelden dien bodem op de reis van den
mond van 't Noordzeekanaal tot nabij de kustlichten te
Huisduinen. Het ramtorenschip werd 's voormiddags daar
aanvolgende hier in de haven gebragt en wordt thans op
's Rijks werf voor de reis naar Oost-Indië in gereedheid
gebragt.
Ter aanvulling van dit berigt ontleenen wij aan de
N. Rott. Crt. het volgende:
«Het ramtorenschip Koning der Nederlanden is jl. Dings
dag namiddag ten 2 ure van de Noordzeesluizen vertrokken.
De sleepboot Stad Amsterdam ging voor, twee andere
sleepbootjes (zoogenaamde kanaalbooten) gingen langs zijde
en de sleepboot Archimedes achteraan. Men ging langzaam
vooruit. Buiten de steenen bermen ging de sleepboot de
Noord op; het ramtorenschip ging te zuidelijk en raakte
den grond. Dit was een pijnlijk oogenblik. Gelukkig was
het water wassende en een paar minuten later kwam het
schip weêr vlot. Even vóór 3 ure heescli men de vlaggen
aan het uiteinde der pieren omhoog: de Koning der
Nederlanden was in het ruime sop. De ramschepen Guinea
en Schorpioen lagen in zee hun makker af te wachten om
hem te begeleiden en losten twee schoten. Het escader
vervolgde verder onder gunstige omstandigheden den togt
naar het Nieuwediep.»
De heer Mullens gaf hier Dingsdag en Woensdag in
het lokaal !t Centrum met goed succes eene voorstelling en
zal Maandag a. s. te Texel optreden.
De Vereeniging ter Beoefening der Krijgswetenschap
houdt op den 13 dezer eene vergadering te 's Gravenhage,
waarin door den heer C. J. Smith eene verhandeling zal
worden voorgedragen over: De verdediging van hetZuider-
frontier en van het Noorderfrontier, door de Marine in
verband met de kustbatterijen, torpedo's en touwversper-
ringen: a. De Grevelingen, hot Zijp en het Hellegat.
b. De gaten van de Goereê, het Haringvliet en het Hol-
landsch Diep. c. De Texelsche zeegaten, de Vliegaten
en de Noordelijke Zuiderzee, d. De Zuiderzee na het
verlies onzer positie te Helder.
bekrompene omstandigheden met bare dochter levende, verkreeg het
meubilair voor drie kamers en hare dochter, Madeleine, zesduizend
francs, om zich als onderwijzeressc in de muziek te kunnen ontwikkelen.
Zoo had de oude heer bij het maken der onderscheidene legaten
de neigingen, den smaak en de behoeften zijner vrienden geraad
pleegd, en alle legaten waren, wat de inwendige waarde van het
ontvangene aangaat, bijna volkomen gelijk. De veertig liefdegiften
vertegenwoordigden eene waarde van plus minus 240,000 francs.
In het testament, dat aan de gelegateerden door den notaris
werd voorgelezen, had de heer Dupont zijne vrienden en bloed
verwanten ook nog hartelijk dank gezegd voor de liefdevolle ge
zindheden hem betoond, die ze hem zoo dikwijls in woorden hadden
te kennen gegeven, er de bede bijvoegende, dat ze zijne nagedach
tenis in een vriendelijk aandenken mogten bewaren. Dat ook voor
het dienstdoend personeel aanzienlijke legaten waren uitgetrokken,
zal wel niemand verwonderen, die met den humanen geest van den
heer Dupont bekend was. Nadat de voorlezing der onderscheidene
legaten geschied was, vernamen de aanwezigen nog uit oene bijlage
van het testament, dat de heer Dupont ook nog een kistje bij de
Bank van Frankrijk gedeponeerd had, dat één millioen francs
bevatte en de gezamenlijke gelegateerden werden uitgenoodigd om
na verloop van één jaar, en wel op den 10 December, wederom
bij den notaris te verschijnen. Hij zou alsdan het kistje openen eu
zij zouden mededeeling ontvangen, aan wie van hen den rijken
inhoud zou zijn toegedacht.
Bedeesd zagen de gelegateerden elkander aan. Wie onder ben
mogt wel de gelukkige zijn? Uit den letterlijken inhoud van het
testament was niet de geringste aanwijzing op te maken, en met
verschillende gewaarwordingen verlieten zij de kamer van den notaris.
Eenigeu onder beu, die naar eigene overtuiging rijk, zeer rijk
bedacht waren, waren den heer Dupont oprecht dankbaar voor dit
vernieuwde bewijs van zijne liefderijke gezindheid jegens hen.
Anderen verkeerden in den waan, dat zij met recht aanspraak op
een grooter legaat konden maken, eu wrokkend en pruilend begaven
zij zich naar hunne woningen. Hoe zonderling vonden dezen het
verlangen van den overledene, nogmaals bij den notaris voor de
zelfde zaak te moeten verschijnen en misschien op nieuw met groote
ergernis naar huis te moeten terugkeeren, ingeval een ander wederom
boven hen voorgetrokken werd. Maar een clausule van het testa
ment legde op de punctuëele verschijning een bijzonderen nadruk.
Men zou zich tegen wil en dank dus wel moeten voegen naar de
gemaakte voorwaarde, om niet een misschien grootere winst op
het spel te zetten.
Madeleine, het jonge meisje, gevoelde zich een der gelukkigsten,
want de 6000 francs, die nu haar eigendom werden, stelden haar
in staat onderwijs te nemen, zoodat ze tot onderwijzeresse in de
muziek opgeleid kon worden. Haar moeder had steeds met veel
vuldige zorgen moeten worstelen om met het geringe pensioen,
dat ze ontviDg, haar eenvoudig huishouden op een fatsoenlijke
Prijs der Advertentiën: Vim 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Met liet bakken van brood uit enkel tarwemeel in
de militaire bakkerijen der verschillende garnizoenen zal
tot de helft der maand Nov. a. s. bij wijze van proef
worden voortgegaan.
Naar men meldt, is dr. Brester, leeraar aan de h. b.
school te Delft, in het bezit van een levend exemplaar van
den Colorado-kever.
Beroepen te Groningen ds. H. Pierson, pred. te
's Hertogenboscb.
De bisschop van Haarlem heeft o. a. benoemd tot
kapelaan te Zwaag den beer B. van Geldorp en tot assistent
te de Oocksdorp den heer A. B. Trautwein.
Men meldt uit Nieuwe Niedorp:
«Terwijl in het voorjaar langdurige koude en gedurende
den zomer langdurige droogte de hoop op een goeden hooi
oogst deden verdwijnen, is het thans de langdurige regen
die den landman ook alle hoop op een goeden graanoogst
beneemt. De greppels der landerijen zijn in slooten ver
anderd, en door het gebrek aan wind, waardoor de molens
dikwijls niet kannen malen, is het water hier overal zoo
hoog, dat in eene naburige gemeente enkele veehouders
hunne koeijen reeds op stal hebben moeten plaatsen. Onder
de granen, die niet bijtijds binnengehaald konden worden,
zijn het vooral kanariezaad, tarwe en haver die het hard
te verduren hebben; de korrels beginnen in de aren reeds
te kiemen, en waar gebrek aan lucht haar dit belet, strekken
zij tot voedsel aan de schimmelplanten, die haar voor het
gebruik geheel ongeschikt maken. Op de laaggelegen
landen staan de aardappelen en andere producten gedeeltelijk
onder water, en zelfs waar dit niet het geval is, rotten ze
door de aanhoudende vochtigheid van den bodem weg.
Uit een en ander blijkt, dat dit jaar voor den landbouwenden
stand niet tot de gunstige gerekend kan worden.»
Aan een aan de Amst. Crt. medegedeelden brief van
een welonderrigt persoon, is het volgende ontleend:
«Wij vernemen dat onder de vreemde officieren, wien
het vergund was de groote militaire manoeuvres van het
Duitsche leger te volgen, algemeen de overtuiging is
gevestigd, dat, sedert 1870 dit leger nog grootelij ks is
vooruitgegaan, zoo in innerlijke kracht als in organisatie
en materieel. Het zal wel niet gezegd behoeven te worden,
dat onder de bij deze gelegenheid zaamgekomen militaire
wijze te onderhouden, en ofschoon zij een verre verwante van den
heer Dupont was, had teergevoeligheid haar steeds teruggehouden
den rijken man om eenige ondersteuning te vragen. Aanzienlijke
geschenken op den Nieuwjaarsdag waren het eenige geweest, wat
zij van hem had ontvangen. Het jonge meisje, dat eene schoone
buigzame stem bezat, had eens, nadat zij den heer Dupont een lied
had voorgezongen, ter loops zich uitgelaten, hoe gelukkig zij wezen
zou, zoo het haar mogelijk ware haar muzikaleu aanleg te ontwikke
len, en alzoo voor haar een onafhankelijk en zelfstandig bestaan te
verkrijgen. Deze begeerte schijnt den menschlievenden heer Dupont
in de gedachte te zijn gebleven en Madeleine dankte hem er voor
met een erkentelijk hart, niet slechts in de oogenblikken, dat haar
mededeeling van het haar toegelegde legaat werd gedaan, maar
eiken dag waarop zij vreugdevol haar keunis vermeerderde en het
door haar begeerde doel steeds nader kwam.
Het was dan ook een natuurlijke daad van vroomheid, dat zij
op den eersten helderen Zondag morgen in het voorjaar met een
schoonen ruiker iu de hand zich naar het kerkhof spoedde, om
het graf van haar weldoener daarmede te versiereu. Maar hoe
verwonderde het meisje zich, toen zij het graf van dien rijken en
altijd weldoenden man in een toestand vond, die duidelijk aan
toonde, dat sedert den dag der begrafenis niet de minste en
geringste zorg daaraan besteed was geworden.
Zij deed onderzoek bij den doodgraver, die met het opzicht over
de begraafplaats belast was, of niemand zich over het onderhoud
van de laatste rustplaats van den ontslapen weldoener bekommerde.
Hij was niet in staat daarop eenig antwoord te geven; aan hem,
dit kon hij haar mededeelen, was niets opgedragen om er voor te zorgen.
Daarop ging Madeleine naar den notaris, die haar het legaat
had uitbetaald, en deelde hem mede den treurigen toestand, waarin
het graf van den heer Dupont verkeerde. De notaris antwoordde
haar schouderophalend en met een gebaar van innige droefheid,
dat de heer Dupont in zijn testament elke uitgave, die gedaan
moest worden, op het nauwkeurigst had omschreven en medege
deeld eD de noodige gelden daarvoor aangewezen had. Voor het
onderhoud van zijn graf was niets uitgetrokken; daarvoor waren
geene gelden beschikbaar gesteld.
In de oogen van het jonge meisje welden tranen op. „Neen!"
riep ze in vervoering uit, „neenzoo kan, zoo mag het lijk van
den man niet rusten, die zoovelen vreugde heeft bereid, zooveel
ellende verzaoht en gelenigd heeft. Mijn plicht zal het blijven, zijn
graf te verzorgen en te versiereu."
En dat lieve meisje hield woord. Een eenvoudig kruis met den
naam van den ontslapene versierde zeer spoedig den grafheuvel,
en viooltjes en maagdenpalm en rozen bloeiden weldra op het graf.
Madeleine en haar moeder gingen dikwijls naar de haar dierbaar
gewordene plaats, en het eenzame graf werd door haar schoon van
onkruid gehouden en versierd.
Na verloop van een jaar werd het bij de Bank gedeponeerde