HELDERS!IK
EN iMËUWEDIEPER (01 RAM
1876. N°. 126.
Vrijdag 20 October.
34 Jaargang.
Algemeen [Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
BEKENDMAKING.
Binnenland.
„Wij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingadag, Donderdag en Zatnrdag namiddag.
Abonnementsprijs par kwartaal 1.80.
w franco per poat - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: HOIEKPIEIK H°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 11 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Sülken 5?cnd4»rj!«e vertrekt de mail naar
Oost-Sndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De Burgemeester der gemeente Helder brengt, ter voorkoming
van ongelukken, ter openbare kennis, dat DE OEFENINGEN MET
SCIIEUP aan DEN HORS nog NIET ZIJN AFGELOOPEN, en
dat op dagen dat scherpe schoten plaats hebben, een half uur vóór
den aanvang een los schot gedaan en een roode vlag op de zuid
oostelijke punt van den stnifdijk gehouden zal worden.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
den 17 October 1876. STAKMAN BOSSE.
Het Gemeentebestuur van den Helder brengt, ter voldoening aan
het bepaalde bij de artt. 6 en 7 der wet van den 2 Junij 1875
(Staatsblad No. 1)5), ter openbare kennis, dat door A. FELIX
alhier, het verzoek is gedaan tot oprigting eener Brood- en Koek-
bakkerij in het huis, Wijk E, No. 327, Sectie A, No. 2092, in
de Breestraat, en dat dit verzoek met de daarbij behoorende
bijlagen ter Secretarie der gemeente ter visie is nedergelegd.
Bezwaren tegen die oprigting kunnen worden ingebragt op
Vrijdag den 3 November 1876, des avonds ten 7 ure, aan het
raadhuis der gemeente.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 19 October 1876. L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 19 October.
Naar men verzekert, zijn de schroefstoomschepen Zil
veren Kruis en Leeuwarden bestemd om in December a. s.
weder van hier te vertrekken naar Madeira en Curacao,
van laatstgenoemd eiland, in vereeniging met de van Galen,
langs de kust van Amerika naar de kaap de Goede Hoop
om vandaar de terugreis naar hier te aanvaarden.
De uitslag der verkiezing van veertien gemagtigden
in het kiescollegie der Hervormde gemeente alhier, jl. Dings-
dag gehouden, is als volgt: uitgebragt 534geldige stemmen,
volstrekte meerderheid 268.
1) MOOI PLEUNTJF.
Een Noordliollandsolie Eorpsliistorie, door Jan i
I. Vader en Dochter.
Heere raensch, Pleun! ik zou er nu toch maar uitscheiden.
Je zal je zelf heelemaal van streek maken, kind! Wat baat het
of je daar al zit te huilen? Er is immers toch niets aan te ver
anderen
Och Aafke, laat me maar huilendat doet me goed
't geeft me lucht
Nu, ik zou je bedanken, hernam het vorige boerinnetje,
terwijl zij even den fijnen bovenlip optrok. Ik weet niet wat ik
liever deed. En dat om zoo'n jongen't Is of er geen anderen
meer op de wereld zijn. Ik wil graag gelooven dat je veel van
Kees houdt, maar omdat je nu juist hem niet krijgt, behoef je nog
niet bang te wezen dat je een oude vrijster zult worden, hoor!
Neen, daar was geen vrees voor; dat durfde iedereen verklaren
die Plenntje Staphorst van nabij kende of haar ook maar een
oogenblik zag. Zonder juist onberispelijk schoon te mogen heeten,
was toch. de naam van „snoepig Pleuntje", zooals de boerenknapen
haar gemeenlijk noemden, lang geen onverdiende vleierij. Een
streng criticus zou er misschien op gewezen hebben dat haar
gestalte,, naar evenredigheid van haren omvang, wel wat te kort
was; dat sommige vormen min of meer de grenzen der schoonheidslijn
overschreden, en dat de omtrek van haar gelaat meer aan den
cirkel dan aan het langwerpig ovaal deed denken. Maar voor al
die fijnere eigenlijk wel wat vittige opmerkingen hadden
de eenvoudige dorpelingen oog noch oor; het lieve, aanvallige
meisje had evenzeer door haar zachtaardig karakter als door haar
innemend voorkomen aller harten voor zich gewonnen en voor het
aesthetisch gevoel der gezamenlijke boerenjongens kon geen der
dochteren Eva's uit den ganschen omtrek bij haar in schoonheid
halen. En was zij niet bovendien de éénige dochter van den
schatrijken Bram Staphorst, de eigenaar van een boerderij, zoo
bloeiend, zoo welvarend, en met zulke puike koebeesten in den
Btal of op 't veld, dat men vergeefs uren in 't rond naar een
dergelijke zocht? Geen wonder dat „mooi Pleuntje", met haar
glimmend zwarte kijkers en haar lief gezichtje een zeer begeerlijke
partij werd geacht! Menig kloeke knaap, wien 't vergund was
geweest Zondags avonds in de herberg met haar een walsje te
doen, was er drie dagen later nog zóó van in de war, dat hij den
melkemmer onder een paard zette, of uren lang aan den slootkant
bleef zitten peinzen.
Zoo was het Kees Felders ook gegaan.
Laatstleden kermis was hij haar cavalier geweest en had hij
heeL wat walsjes met haar gemaakt, zeker wel tien op dien éenen
avond; maar de herinnering aan al dat zalige genot was bij hem
niet. drie dagen daarna verflauwd of verdwenen. Pleuntjes beeld
stond hem onuitwischbaar voor deu geest, en al was hij ook: lang
zoo rijk niet als Bram Staphorst, en al noemde iedereen hem gek
omdat hij aan zoo iets durfde denkenmooi Pleuntje zou en
moest de zijne worden, al zou de onderste steen boven.
Gekozen werden, in plaats van de aftredenden, de
heeren: C. Boon, D. de Lange, en L. Verhey, ieder met
382, TV. Bruin J. Klein, en P. van Twisk, ieder met 381
en J. Oortgijsen, met 377 stemmen. Verder bekwamen de
heeren K. Pronk en A. v. d. Woude, ieder 145, A. Govers,
J. Juch, A. Klik, P. Spruit en L. Kikkert, ieder 144
stemmen.
Voor de zeven buitengewone vacaturen werden gekozen
de heerenP. Kindt, met 386, dr. D. Ilellema 383, J.
Breebaart 382, H. de Wit en R. Raadsveld, ieder 381, P.
Verhey 380 en J. v. Juchem 377 stemmen. Verder
bekwamen de heeren: C. Wigman en D. K. Bakker, ieder
143, P. Meijneke 138, J. Korver 101, J. C. de Buisonjó
en P. Spruit, ieder 100, P. Graaff 1)9, J. Kastelein en
UI. C. Meskes, ieder 44, C. Oldenburg 43. en J. Crince
42 stemmen.
Het zilveren feest der opheffing van het onvrije
territoir voor deze gemeente werd jl. Dingsdag door de
Sociëteit Mars gevierd met eene Soiree Littéraire et
Musicale. Een aantal verschillende werkzaamheden volgden
elkander op, nadat met eene ouverture de feestviering was
geopend. De heeren J. K. G. Muller, TV. Mets Tz. en
J. Zwanenburg, leden der Sociëteit Neptunus te Oude
Schild op Texel, waren tegenwoordig en vervulden ieder,
zeer ten genoegen van 't publiek, eene spreekbeurt. De
heer droeg, op de hem eigene voortreffelijke wijze,
een paar schoone zangstukken voor en oogstte daarvoor
den uitbundigsten bijval in. De verschillende werkzaam
heden werden herhaaldelijk afgewisseld door feestliederen
en besloten met een cri-cri-solo met koor, uitgevoerd door
de leden der Sociëteit. De wèlgekozen inhoud der cou
pletten, door den solist uitstekend voorgedragen, werd
levendig toegejuicht.
De zaal van Musis Sacrum was, inzonderheid door de
goede zorgen van den heer Polak, met smaak cn toepas
selijk versierd. Zij prijkte o. a. met de namen d -r mannen,
die vóór 25 jaren eendragtig zamenwerkten om voor de
plaats onzer inwoning opheffing te verkrijgen der bepaling,
die den bloei en de ontwikkeling dezer gemeente in den
Toch bestonden er redenen die wel degelijk het vermoeden
wettigden, dat een huwelijk tusschen Kees Felders en Pleuntje
Staphorst wel altijd tot de onmogelijkheden zou blijven bchooren.
Yooreerst viel er niet aan te denken dat de rijke landbouwer ooit
zijne dochter zou afstaan aan een weinig bemiddeld jongman, en
daarbij leefden de wederzijdsche ouders der beide jongelieden in
zulk eene volstrekte verwijdering, die bij den ouden Staphorst
allengs tot haat was overgeslagen, dat alleen reeds daarom van
eene vereeniging der kindereu nimmer sprake zou kunnen zijn.
Jasper Felders bewoonde met zijne vrouw en zijn eenigen zoon
een klein huisje aan den uitersten grens van het dorp. Het gezin
verkeerde sedert jaren in behoeftige en kommervolle omstandigheden.
De schamele woning met het daarachter gelegen stukje land, een
koe en een paar schapen maakten de gansche familiebezitting uit,
die bovendien nog met schulden bezwaard was. De bezorging
van dien kleinen eigendom en de weinige werkzaamheden die er
aan verbonden waren, konden zeer wel door Jasper alleen verricht
worden, en zoo hij al soms in enkele gevallen de hulp van zijn
zoon behoefde, geschiedde dit toch zoo zelden, dat Kees zich weldra
genoodzaakt zag elders bezigheid en verdiensten te zoeken.
In, plaats van zich echter hier of daar als vasten knecht te ver
huren was onze Kees door verschillende omstandigheden van
lieverlede een dorps-factotum, een allemans-knecht geworden, die
met alle ambachten terecht kon. Als een boer het in deu hooi-
of oogsttijd bijzonder druk bad en gaarne veel geld wilde geven
voor een rappen knecht, dan was Kees zijn man. Zijn buiten
gewone lichaamskracht eu zijn weêrgalooze vlijt maakten dat men
hem gaarne in dienst had. Hij werkte onvermoeid door van den
morgen tot den avond en was de eerste aan den arbeid en de
laatste die aan heengaan dacht. Maar was dan ook de grootste
drukte afgeloopen en wilde men hem verder voor het gewone
dagloon in dienst houden, dan had hij inmiddels vernomen dat
de dorpssmid voor een korte poos een sterken kerel noodig had,,
die de handen wist te roeren en dien hij goed wilde betalen, en
dan trok onze Kees daar heen, om later weder een geheel tegen
overgesteld beroep te vervullen. Als de notaris in het naburige
dorp een testament moest gaan maken, dan was het onveranderlijk
Kees Felders die in het Zondagspak hem vergezelde als getuige.
Was de knecht van den dokter plotseling ongesteld geworden, of
door andere omstandigheden verhinderd, zijn betrekking waar te
nemen, dan kon men Kees een paar dagen lang als koetsier van
den esculaap in de kleine tilbury zien zitten. Moest bij den
dominé de moestuin omgespit of dienden de erioten opgebonden
te worden, dan werd Kees en niemand anders als tuinier geroepen,
want niet alleen verrichtte hij dit werk met de meeste bekwaamheid,
maar dominé was bijzonder gesteld [op den haudigen, gewilligen
en goedhartigen jongen. Hoewel nu zulk eeu nomaden-leven het
peil zijner verdiensten af en toe deed rijzen en dalen, kwam hij
er over het algemeen toch even goed, zoo niet beter mee uit als
ieder ander, daar hij nooit om werk verlegen behoefde te zijn, en,
na een gedeelte van zijn loon aan zijne ouders te hebben afgestaan,
het overige trouw bespaarde. Zoodoende had hij reeds een vrij
weg stond. Van de nog in leven zijnde onderteekenaars
der toenmaals ingezonden adressen woonden eenigen deze
feestviering bij.
Zeer geanimeerd was het bal, waarmede deze Soirée
werd besloten. Een der nommers van het dansprogramma
luidde«Reis van den Helder naar Amsterdam en tusschen-
gelegen plaatsen, vice versa, in 80 minuten, door het
geheele aanwezige publiek.» We behoeven niet te ver
zekeren, dat van deze reisgelegenheid, nog van een
volks— en een sneltrein gevolgd, druk gebruik werd
gemaakt.
Naar men verneemt, heeft de president der plaat
selijke afdeeling van de Noord- en Zuidholl. Redding-
maatschappij alhier van een zich noemenden N. N., uit?
Java, de som van f 250 ontvangen, om verdeeld te worden
onder de bemanning der reddingboot, die in liet voorjaar
zulke uitstekende daden van zelfopoffering beeft betoond
bij het redden van de bemanning eener Grieksche brik.
Drietal bij de Evang. Luth. gemeente te Zierikzee
P. van der Veen, Herv. pred. te St. Maarten; H. F. W.
Grottendieck, Evang. Luth. pred. te Alkmaar, en W. J.
Manssen, Evang. Luth. pred. te Zaandam.
Bij de jl. Maandag plaats gehad hebbende verkiezing
van een hoofdingeland voor de Schager- en Niedorper-
Kogge, in de banne Winkel, is met algemeene stemmen
herbenoemd het aftredend lid, de heer K. Breebaart; er
waren 227 stemmen uitgebragt.
De 73jarige Klaas IJrsem, uit Nibbixwoude, die
eenigen tijd geleden door de regtbank te Hoorn was ver
oordeeld wegens 't aanwenden van een hem bekend middel
tegen fistels (tot één geldboete van f 75 en 5 elk van f 10)
en die daartegen, evenals het O. M., hooger beroep had
aangeteekend, stond jl. Maandag voor het hof te Amsterdam
teregt. Het O. M. (advocaat-generaal mr. Kist) achtte het
minimum der straf te laag en eischte een boete van f 200
of subsidiair 14 dagen gevangenisstraf. Advocaat mr. E. van
Lier, voor den beklaagde optredende, wees, zoo feitelijk als
juridiek, op verschillende gronden, die tot ontslag van regts-
vervolging moesten leiden. Maandag a. s. uitspraak.
aardig potje gemaakt, en op den duur was hij aan dat zwerven
zoo gewoon geraakt, dat hij er niet meer was af te brengen.
Maar was Kees nu op die wijze aller dienaar geworden en bij
de meesteu gezien en geacht, nog nooit had hij als kind of als
jongeling een voet over den drempel gezet bij Bram Staphorst,,
veel minder ooit eenig werk voor hem verricht. Het was blijkbaar
dat de zoon deelen moest in den afkeer, dien de rijke boer den
vader toedroeg. De naam van Felders mocht op de Staphorst
nooit genoemd worden, en. iedere ontmoeting of aanraking met
het behoeftige huisgezin werd zorgvuldig vermeden. Zoo ver men
zich herinneren kon, had die verklaarde vijandschap, op een dorp
zoo licht in 't oog loopend, reeds jaren bestaan, maar de reden
er van wist niemand te verklaren. Daar iedereen den rijken
Staphorst om verschillende belangen had te outzien, durfde men.
dit onderwerp in zijn bijzijn nooit aanroeren, en waagde deze of
gene het al eens hem er schertsenderwijs over te polsen, dan
werd hij korzelig, boos en maakte door een onbescheiden antwoord,
alle verdere vragen onmogelijk.
Bij den ouden Felders ging het niet veel beter. Het eenige wat
men van hem te welen kon komen, was, dat hij jaren geleden,
een hoogloopend verschil met Bram Staphorst had gehad, 't welk
nooit uit den weg was geruimd; dat hij vijf of zesmalen geheel
ongevraagd pogingen in 't werk gesteld had om een mogelijke ver
zoening te bewerken, maar altijd was afgestuit op Brams hard-
nekkigen onwil en trotsch, en dat hij nu voor goed de hoop had
opgegeven dat de zaak ooit in der minne geschikt zou kunnen
worden. Het bleek echter duidelijk dat de onmin, waarin hij met
den eigenaar van de Staphorst leefde, hem van harte leed deed en
dat de hoofdoorzaak van het voortduren der onaangename ver
houding alleen bij Bram te zoeken was.
Zoo stonden de zaken toen Kees Felders, bij gelegenheid van de
dorpskermis, in de herberg ook het schoone Pleuntje aantrof. Zij
was er heengegaan in gezelschap van de dienstbode harer ouders,
die wij Aafke hoorden noemen, en met nog een paar andere
boerinnetjes; en schoon zich reeds menige vriend en bekende had
aangeboden, had zij [zich nog geen bepaalden geleider gekozen.
Toen waagde Kees een stouteu slag; het was zijn coup d'amour.
Ondanks de vijandschap tusschen hunne ouders, trad hij regelrecht
op het lieve meisje toe, maakte een praatje en vroeg haar ten dans.
Doch daar wilde zij niet van hooren; dat kon en dat mocht niet.
Wat zou haar vader wel zeggen, als hij het hoorde? Maar Kees
had zijn plan van aanval zoo goed beraamd en hield zoo dapper
vol, dat mooi Pleuntje hare schansen een voor eeu moest prijs
geven en weldra in luchtige sprongen met den knappen jongman
zoo vroolijk door de ruime herberg huppelde, als ware er nooit
een Staphorst en een Felders op aarde geweest. En toen eindelijk
het ongewenschte uur van scheiden aanbrak, volgde er eeu weder
zijdsche liefdesverklaring in optima forrna, bekrachtigd en bezegeld
met ontelbare kussen en standvaste beloften, doch op stellige voor
waarde dat alles vooreerst geheim zou blyven.
Maar hoe kon iets geheim blijven, waarvan zoo velen getuigen
geweest waren? Als een loopend vuurtje verspreidde zich het