Buitenland.
de in 1877 te Amsterdam te houden internationale tuinbouw
tentoonstelling.
Bij monde van den heer Teding van Berkhout, omtrent het adres
van ingelanden van den polder de Uitgeester- en Heemskerkerbroek,
om splitsing van dien polder, en op een nader adres van gelijke
strekking, ingediend door E. Graman, en verder omtrent de ont
werpen van waterschapsreglementen.
Bij monde van den heer Dijkers, op de aanvragen om toepassing
van art. 36 der wet op het lager onderwijs ten behoeve der gemeenten
Westzaan, Kortenhoef en Bansdorp.
Bij monde van den heer Hingst, op dergelijke verzoeken van de
gemeenten Nieuwendam, Krommenie en Texel.
Bij monde van den heer F. L. Kist, op dergelijke verzoeken van
de gemeenten Krommenie, Terschelling en Wieringen.
De conclusie van het rapport omtrent den Oostdijk is verworpen.
Evenzoo het voorstel daaromtrent van Gedep. Staten. De zaak zal
nu in handen eener commissie worden gesteld.
Aan de Amslerdam-Texelsche Stoombootreederij is een provinciaal
subsidie toegestaan van f 1000.
Door den heer Rahusen zijn aan Gedep. Staten inlichtingen
gevraagd over den stand der zaak van de verbetering van den
waterweg van Amsterdam en Rotterdam, welke door den voorzitter
werden verstrekt.
Zitting van Vrijdag 10 November. Ingekomen is een amen
dement op de conclusie van het rapport omtrent de aanvrage om
subsidie voor de in 1877 te Amsterdam te houden internationale
tentoonstelling.
Aangenomen is het voorstel van Gedep. Staten betreffende het
geven van eene bestemming aan het saldo der begrooting voor
1877 voor Meerenberg.
Besloten is, de prov. waterstaatsdienst onveranderd te laten en
aan den ingenieur te Alkmaar een geschenk van f 1000 aan te bieden.
Afwijzend is beschikt op het verzoek om subsidie voor de tuin-
bonw-tentoonstelling te Amsterdam.
Besloten is afwijzend te beschikken op het adres om splitsing
van den polder de Uitgeester- en Heemskerkerbroek. Gewijzigd
zijn de reglementen van den Yijfhuizerpolder en van de vereenigde
groote en kleine polders onder Zuid-Schalkwijk, en vastgesteld zijn
reglementen voor den Marker- en Oostwouderpolder, den Noord
polder bij Muiden, vereenigde Nauernasche-, Westzaner- en Zaan
dammerpolders en den Over-Amstelschen polder.
Besloten is, gunstig te adviseren op al de aanvragen om toe
passing van art. 36 der wet op het lager onderwijs.
Benoemd is, eene nieuwe commissie tot onderzoek der zaak van
den Oostdijk, welke commissie diligent wordt verklaard voor de
uitbrengiug van haar rapport tot eene daartoe bijeen te roepen
buitengewone vergadering.
Frankrijk.
Victorien Sardou is eigenaar geworden van de deur
van Corneille's woning in de rue d'Arganteuil, een echt
werkstuk uit den tijd Louis XIII, met haar ouden ijzeren
beslag, haar klopper, enz., dezelfde deur waardoor Oorneille
uit- en inging. Daar het huis in de rue de la Pie te
Roue geheel is weggebroken, is dit de eenige reliek. Sardou
had geene of weinig mededingers; ware het in Engeland,
en de deur van Shakespeare, zegt Figaro, het zou geweest
zijn een wedstrijd om het hoogste te bieden, maar wij
Franschen kennen zulk een vereering niet.
Engeland,
Op het jl. Donderdag te Londen door den lord-mayor
gegeven feestmaal betoogde lord Beaconsfield (Disraeli),
dat het doel der regering was: de handhaving van den Europe-
schen vrede, met vasthouding aan de verdragen, welke de
onafhankelijkheid en onschendbaarheid van Turkije ver
zekeren, en voorts de verbetering van het lot der Christen
bevolkingen in Turkije. Toen het voorstel van een wapen
stilstand voor 5 maanden verworpen werd, trok Engeland
zich uit de onderhandelingen terug, doch nam daarna het
initiatief voor de conferentie. Alle mogendheden hebben
beloofd die bij te wonen. Engeland verlangt den vrede,
zou alleen den oorlog voeren voor eene regtvaardige zaak,
zijne vrijheid en de onschendbaarheid van het rijk rakende,
maar eenmaal de oorlog begonnen zijnde, dien voortzetten,
totdat het regt zijn loop heeft gehad.
Door een der Engelsche geregtshoven is dezer dagen
een man tot zeven jaren gevangenisstraf veroordeeld, wegens
het gruwelijk mishandelen van twee paarden.
Een der uitwerkselen van de paniek die onlangs ter
Londensche beurze heerschte, als gevolg van de oorlogs
geruchten, was het stijgen van den prijs der quinine met
25 pCt. In 1870 gebeurde dit ook. Te verwonderen is
het niet, want indien de veldtogt zou zijn geopend geworden
in de moerassige landen welke de Donau bespoelt, zou
buitengemeen veel vraag geweest zijn naar quinine, het
eenige geneesmiddel tegen malaria.
Aan Punch, het gunstig bekende Engelsch weekblad,
is door de officieren en manschappen der Noordpool-expe
ditie eene zeer eigenaardige en welverdiende onderscheiding
verleend. Dankbaar voor het genot, 't welk hun de mede
genomen jaargangen gedurende den langen winternacht
verschaft hadden, noemden de Noordpoolvaarders den berg
in hunne nabijheid, waarop ze 't eerst weer de zon zagen
schijnen <Mount Punch.» In een zeer vleijend schrijven
geven ze den redacteur van een en ander kennis.
Daitschland.
Voor de regtbank te Berlijn werd jl. Woensdag
behandelt de zaak van zekeren Rohdo, beklaagt van diefstal.
Nadat het O. M. 4 maanden gevangenisstraf had geëischt,
vroeg de voorzitter aan Rohde of deze nog iets te zeggen
had. «Ja, heer president,» antwoordde hij, en onder het
uitspreken van deze woorden haalde hij een pistool uit
den zak, zette ze op de slaap van zijn hoofd en drukte ze
af. Gelukkig ketste het vuurwapen en vóór dat Rohde het
op nieuw kon rigten, bevond het zich reeds in handen van
de geregtsbeambten.
Italië.
De hertogin van Aosta, schoondochter van Koning
Victor Emanuel, is jl. Dingsdag te Rome overleden. Maria
Victoria Charlotta Henriëtte Johanna, dochter van Karei
Emanuel Philippus Joseph Alfonso Franciscus Marie,
Prins del Pozzo della Citerna, was geboren 9 Aug. 1847,
en bereikte dus den ouderdom van nog geen dertig jaren.
Sedert 30 Mei 1867 was zij gehuwd met Amadeus Fer-
dinand Maria, hertog van Aosta, en van 4 Dec. 1870
tot 11 Febr. 1873 waren zij Koning en Koningin van
Spanje. Uit hun huwelijk zijn drie zoons gesproten.
Omtrent het overlijden van kardinaal Antonelli wordt
nader het volgende gemeld. De lijder was geheel en al
uitgeput door de langdurigheid en de heftigheid van zijn
lijden, rhumatische smarten, blaas-catharre, steen. Sedert
acht dagen waren hem niet alleen de beenen en armen
schrikbaar gezwollen, maar ook het gelaat; hij was onher
kenbaar. Twee dagen vóór zijn dood werd hij ten volle
bediend en hij ontving dagelijks zijn bijzonderen biechtvader.
De Paus was levendig aangedaan over het lijden van zijn
eersten minister, en zond hem zijn zegen in extremis. De
kardinaal werd in zijn laatste dagen bijgestaan door eene
vrouw, die het werk eener liefdezuster waarnam met al
geheele toewijding en hartelijkheid; zoomede door zijne
broeders, de graven Gregorio, Ludovieo en Angelo, en zijn
jeugdigen neef graaf Augustino, zoon van Gregorio, die
zijn lieveling was. Men schat de fortuin Zijner Eminentie
op 80 a 100 millioen in Fransche, Amerikaansche, Engelsche
en Russische staatsfondsen30 millioen edelgesteenten,
diamanten en andere pretiosa. Bij testament heeft de kar
dinaal zijn geldelijk vermogen vermaakt aan zijne broeders,
zijne oudste zuster en zijn neef, de edelgesteenten aan het
Vatikaansche Museum, de pretiosa aan bijzonder aangewezen
personen, en de diamanten aan den St. Pieterspenning.
Amerika.
Ulysses 8. Grant, die 4 Maart 1877 aftreedt, na,
even als Washington, Jefferson, Madison, Monroe, Jackson
en Lincoln, na afloop van de eerste vier jaren herkozen
te zijn geworden, zou gaarne gedurende een derde
vierjarig tijdvak het presidentschap hebben uitgeoefend,
doch hij is niet meer in aanmerking gekomen, en zijne
partij, de republikeinsche, wenschte hem vervangen te zien
door Rutherford B. Hayes; deze echter leed de nederlaag
en met groote meerderheid werd de democraat Samuel J.
Tilden tot opvolger van Grant benoemd.
De geheele uitslag van de verkiezing is nog niet bekend,
doordien de resultaten der verkiezingen in Florida en
Zuid-Carolina nog slechts onvolledig opgegeven zijn.
Op de Amerikaansche spoorwegen zullen, tot gemak
van het reizend publiek, ook nog gevoegd worden business-
of kantoorwagens, met gemakkelijke en elegant ingerigte
lessenaars voor kooplieden enz.; verder nog baby-cars of
kinderwagens voor vrouwen, die met kleine kinderen reizen,
waarin alles ter verpleging voorhanden is, wat tot eene
welingerigte kinderkamer behoort.
INGEZONDEN.
"Ti
{Slot.)
Als we op de krachtige woorden letten, die het Polderbestuur
in de advertentie bezigt, dair mogen we gerustelijk aannemen, dat
het veel, zeer veel heeft gedaan. De mannen, allen van rijpen
leeftijd, waarborgen er ons.,, voor, dat zij geen onberaden stappen
zullen hebben gedaan. Maar nu komen die ellendige praatjes van
de menschen weer tusschenbeide, die die heerlijk schoone advertentie
tot niets anders maken, dan tot eene advertentie saamgesteld uit
groote woorden en holle klankenen dit niet alleen, die praatjes
zijn voor het Polderbestuur allesbehalve eervol. Maar misschien
zullen die praatjes weder lasterlijke geruchten zijn? Dat is voor
het Polderbestuur te wenschen, en hoog noodig is het, dut het met
zijne bevindingen voor den dag kome, opdat die lasterlijke geruchten,
zoo ze het zijn, den kop worden ingedrukt. De menschen vertellen
dit: dat het Polderbestuur van Geestmerambacht op Dinsdag den
31 October 11. eene vergadering heeft gehouden, waarin van de
dertien leden twaalf zijn tegenwoordig geweest, en dat één der
heeren de Wit die vergadering heeft bijgewoond. In die vergade
ring, zoo zegt men, heeft het Polderbestuur spijkers met koppen
geslagen. Want wat heeft het gedaan? Men zegt het volgende.
De heer de Wit zal, dit mag men veronderstellen, de deugdelijk
heid van het stoomgemaal duidelijk hebben aangetoond en de
schuld van het breken der machine hebben bewezen. Nadat die
zaak voor het Polderbestuur in het licht gesteld was, kon men
verder gaan. De heer de Wit kwam met twee voorstellen voorden
dag, die door de twaalf vergaderde leden unaniem zijn aangenomen
geworden. Die twee voorstellen hadden nog al iets te beteekenen.
Het eerste was dit: Om den machinist W. Tasche op staanden
voet zijn ontslag te geven en hem den toegang tot de machine
kamer te ontzeggen; het tweede had tot inhoud: eene advertentie
in onderscheidene couranten te plaatsen in welke, dat hoort
men niet van de menschen waarin de geruchten aangaande de
ondeugdelijkheid van het stoomgemaal als lasterlijke geruchten
worden verklaard en van allen grond ontbloot bevonden. Als deze
beide voorwaarden, door den heer de Wit voorop gesteld, door het
Polderbestuur werden aangenomen, dan zou de machine door de
heeren de Wit in orde worden gebracht.
Die twee voorwaarden zoo zeggen de menschen zijn door
de twaalf vergaderde leden van het Bestuur van den Polder Geest
merambacht zoo billijk en rechtvaardig bevonden, dat op staanden
voet een brief aan den machinist W. Tasche is opgesteld, waarin
hem zijn ontslag als machinist medegedeeld en de toegang tot de
machine-kamer ontzegd wordt; maar waarin hem tevens te kennen
wordt gegeven, dat het Polderbestuur hem genade wilde bewijzen
en hij daarom tot 1 Januari aanstaande in zijn woning mag blijven
en dat hem tot dien datum zijn wekelijksch salaris zal worden uit
betaald en verder de gedachten werden gescherpt en de pennen
in beweging gebracht om de advertentie op te stellen, die de heele
wereld in het Nieuws van den Dag van 3 November 11. lezen kan.
En nu? wat zijn die twaalf vergaderde mannen van het
Polderbestuur Geestmerambacht, na de gewichtige handelingen, die
ze hebben verricht, na het ernstig onderzoek dat ze hebben gehouden
en na hunne bevinding dat de geruchten, die in omloop zijn aan
gaande de ondeugdelijkheid van het stoomgemaal, van allen grond
ontbloot zijn wat zijn die twaalf mannen nu de ongelukkige
voorwerpen van kwaadaardige gesprekken onder de bewoners van
het Geestmerambacht! Het wordt dien mannen, die de macht
in handen hebben, euvel geduid, dat zij den machinist, die echtgenoot
en vader van drie kinderen is, zoo maar onverhoord, zonder dat
de man weet op welken grond hij ontslagen wordt, niet slechts
uit zijne betrekking ontslaan en broodeloos maken, maar hem, als
ware hij een schobbejak, wegjagen.
Men zegt wel dat de machinist W. Tasche zich met een schrijven
tot elk der leden van het Polderbestuur Geestmerambacht heeft
gericht, waarin hij vraagt, ja dringend eischt, dat er een vergadering
met de üeeren de Wit worde belegd en dat ook hem toegang zal
worden verleend, opdat hij de oorzaak verneme waarom hij ont
slagen en uit zijne betrekking als weggejaagd wordt, en zoo hem
iets ten laste wordt gelegd, hij in de gelegenheid zij zich te ver
antwoorden en te rechtvaardigen; men zegt, dat hij voor zich
vraagt, wat onze Staat aan den grootsten misdadiger, zelfs aan den
moordenaar Jut niet weigert, namelijk: de gelegenheid om zich te
rechtvaardigenmaar het Bestuur van den Polder Geestmer
ambacht schijnt daarvan niet te willen weten. Het schijnt, dat de
bevinding van het Bestuur zoodanig is, dat rechtvaardiging niet te
pas komt. Wat denkt toch wel zoo'n man, die maar machinist is,
van een Polderbestuur, dat uit mannen is saamgesteld, die allen
voorname ingelanden zijn? Denkt hij, dat zij niet alles nauwkeurig
hebben onderzocht en de geruchten aangaande hun troetelkind niet
lasterlijk hebben bevonden? Deukt hij, dat zijne verdediging of
verantwoording den minsten invloed zal uitoefenen, waar eenmaal
mannen als de heeren de Wit, die ingenieurs zijn, gesproken hebben?
Wel, welwat durft een eenvoudig werkman, al is hij zijner
eerlijkheid en goede trouw nog zoo bewust, zich al niet inbeelden
O Tasche! laat varen uwe dwaling; wees dankbaar, dat ze u niet
dadelijk aan den dijk jagen en u tot 1 Januari uw wekelijksch
salaris laten behouden. Gij zijt immers maar knecht en zij zijn
uwe heeren, en wat kunt ge er aan doen als zij u niet langer
willen gebruiken? De menschen laten zich niet dwingen, zij zijn
immers vrij. Gij kent de verwantschap nog niet tusschen de
woordenVrijheid en willekeur. Ge hebt stellig door één uwer
handelingen het heilige huisje beschadigt.... en nu is uw vonnis
geteekend. Geen mededoogen, al roepen uwe vrouw en kinderen
om brood en al zijt gij diep in uw eer gekrenkt. Maar gij vraagt
geen mededoogen, ge wilt u verdedigen tegen willekeur, en dat
wordt u geweigerd. Zoo spreken de menschen.
Maar hier staan we nog niet aan het einde van de praatjes, die
in het Geestmerambacht rondwaren. De lasterlijke geruchten,
zooals we nu uit de advertentie in het Nieuws van den Dag
door het Polderbestuur geplaatst, weten die in omloop zijn aan
gaande de ondeugdelijkheid van het stoomgemaal, hadden reeds
mannen te Koedijk en op andere plaatsen opgewekt, om aan het
Bestuur van den Polder het verzoek te richten een tweede stoom
gemaal te stichten en dat te plaatsen te Koedijk, opdat het water
uit het Geestmerambacht niet op den Raakmaatsboezem, maar
terstond in het Noord-Hollandsch kanaal gebracht zou worden.
Dat verzoek had vele onderteekenaren o. a. ook twee leden
van het Bestuur van den Polder Geestmerambacht. Op de ver
gadering van het Polderbestuur, gehouden Dinsdag 81 October 11.,
komt ook dat verzoek van Ingelanden ter tafel. Het verzoek wordt
gelezen, maar door de twaalf tegenwoordig zijnde leden ter zijde
gelegd; ook door die beide leden, die het verzoek mede onder
teekend hadden en in de vergadering tegenwoordig waren. Misschien
zijn die mannen tot andere gedachten gekomen; misschien zijn
ze tot het inzicht gekomen, dat een tweede stoomgemaal te plaatsen
geheel overbodig is. Het kan zijn, het is mogelijk, want niets is
zoo verandelijk als de mensch; maar dan waren ze aan hun mede-
onderteekenaren van het verzoek toch ten duurste verplicht de
gronden hunner veranderde denkwijze in het licht te stellen. Dit
is, zooals de menschen zeggen, niet geschied. Welke naam moet
aan zulk handelen gegeven worden Die het weet mag het zeggen
Zulke praatjes nu gaan in de laatste dagen onder de bewoners
van Geestmerambacht van mond tot mond. Zouden ze waar zijn?
Kunnen ze waar zijn? We weten nu wel, dat de lasterlijke geruchten,
die in omloop zijn aangaande de ondeugdelijkheid van het stoom
gemaal, van allen grond ontbloot zijn bevonden. Die kennis hebben
we aan het manmoedig gedrag van het Bestuur des Polders te
danken. Maar „het eene heeft men niet gehad, of 't andere krijgt
men weer" staat ergens in een tooneelstukje, en zoo is het ook
met het Bestuur van het Geestmerambacht gelegen. Het eene
lasterlijke gerucht is nauwelijks of niet eens ter algemeene kennis
gebracht, of het andere kwaad wordt wederom verspreid. Mag het
niet noodzakelijk genoemd worden, dat het Bestuur van den Geest-
merambachtspolder optrede met een goed gemotiveerde verant
woording en verdediging van zijn gedrag, opdat de monden van al
die praatjesmakers, die zich waarlijk niet eervol over het Bestuur
uitlaten, voor goed worden gestopt? Wij wachten!
Stoomvaart-Berigten.
STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ NEDERLAND.
Peins Hendei k.
2 Sept. van hier vertrokken. 15 Oct. Padang, 19 Batavia aang.
Pbinses Ahalia.
28 Oct. van hier vertrokken. 9 Nov. Napels aang. en vertr.
Peins van Oranje.
30 Sept. alhier aang.,vertr.25Nov.
c o n e a d.
18 Oct. van Batavia vertrokken. 8 Nov. Suez aangek., 9 vertr.
Koning dee Nedeelanden.
14 Oct. van hier vertrokken. 2 Nov. Suez aang. en vertr.
voorwaarts.
2 Nov. alhier aang., vertr. 23 Dec.
M ad o ka.
14^0ct. van Padang vertrokken. 8 Nov. Suez aang., 9 vertr.
Holland.
lljNov. van hier vertrokken.
Celeb e8.
19 Aug. van hier vertrokken. 27 Sept. Batavia aangekomen.
Stad Amstebdam.
30 Sept. van hier vertrokken. 24 Oct. Aden aang. en vertr.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Opgave van af Donderdag middag tot Zaturdag middag.
ONDERTROUWD: W. Blok, zeeman en G. Veenstra, weduwe
van H. A. Jacobs. J. Bakker, werkman en A. Vijselaar, weduwe
van M. Muller. C. van Vleuten, muziekant en J. Wild, weduwe
van H. C. van Poolen. J. Broekhuizen, zeeman en M. D. Klijn. J.
Klaasse, stoker en M. van 't Noordende. A. Grande, kleermaker
en T. Bruin. A. P. Staalman, machinist bij de Marine en
M. Kuipers.
GETROUWD: Geene.
BEVALLENW. J. Wagner, geb. van Wildernis, D.
OVERLEDENGeene.
•292ste STAATS-LOTERIJ
DERDE KLASSE.
Vierde lijst: No. 3726 f 1500; No. 12046 en 18266
ieder f 1000.