Buitenland.
De werkplaatsen der valsche munters, die voornamelijk
moeten gevestigd zijn te Valencia en Barcelona, bezitten
hydraulische persen, waarmede men de randen der platina-
stukken kan slaan zonder geruisch te maken. Eene enkele
werkplaats te Barcelona heeft IJ millioen valsche goud
stukken geleverd; eene andere heeft op nog grooier voet
gemunt. De werkplaatsen zijn zeer goed ingerigt en worden
bediend door knappe werktuigkundigen en graveurs. De
platinabaren worden door industrieëlen uit verschillende
deelen van Europa geleverd; hunne adressen zijn ver
raden.
In de Russische «Invalide» vindt men de volgende
beschrijving eener proefneming met een mobilen spoorweg,
naar de uitvinding van den kapitein der artillerie
Roumiantstoff.
Deze weg bestaat uit verschillende aan elkander sluitende
gedeelten, waaraan men eene willekeurige rigting kan geven.
Ieder gedeelte van 5.50 M. lengte bestaat uit een paar
rails, met spalken aan zes dwarsliggers vastgemaakt, waar-
ctoder twee overlangsche liggers van 0.076 M. zijn vast
gespijkerd, om bet vervoer van het geheele stuk gemakkelijk
te maken.
De te Volkoff genomen proeven zijn volkomen geslaagd.
De in der haast in twee dagen vervaardigde gedeelten weg
hebben, zonder in het minst beschadigd te worden, de
zwaarste proeven doorstaanmen heeft kanonnen tegen
hellingen van 10° opgevoerd en ze langs een regten hoek
laten wenden. Het gewigt van een kanon met toebehooren
was 18,018 kilogram.
De voordeelen van den mobilen spoorweg zijn onbetwist
baar de dwarsliggers behoeven niet in den grond gegraven
te wordende rigting van den weg hangt geheel van eigene
verkiezing af, de snelheid is 5.3 meter per minuut voor een
last van 36,036 kilogram, en met hulp van 40 man; 15
man kunnen gemakkelijk en zonder gevaar een gedeelte
wegdragen; 10 man kunnen het gemakkelijk slepen van
de eene plaats naar de andere. Als het terrein moerassig
is, plaatst men den weg niet onmiddellijk op den grond,
maar legt men er planken van 0.0254 M. dikte onder.
Als de weg onregelmatig of niet gebaand is, zijn 2 man
voldoende, om ten ruwste een platform te maken. De
prijs van een gedeelte weg is ongeveer f 240. De weg
wordt thans gebruikt tot het vervoer van 4 kanonnen van
het polygoon van Volkoff naar de station van Kresty, een
punt, waar verschillende lijnen elkander kruisen.
Een Blaauw Boek over den slavenhandel, 360 blad
zijden groot, dat correspondeutiën met Britsche vertegen
woordigers en agenten in het buitenland zoowel als berigten
van zeeofficieren bevat, is onlangs uitgegeven. Het begint
met eene mededeeling van kapitein Prideaux aan lord
Derby, gedateerd uit Zanzibar 2 Nov. 1874. Een zeer
interessant berigt levert de Britsche agent te Zanzibar, de
heer Holmwood. Deze geeft tamelijk naauwkeurig het
getal slaven op, die van Oct. 1873 tot Oct. 1874 over
den landweg getransporteerd zijn; het zijn de volgende
getallen: 32,000 in Pangani, 15,000 in Pemba, 16,000
in Gasi enz., en in het geheel omstreeks 100,000. De
prijzen wisselden af naar de landstreekin Pangani 2025
dollars, in Mombasa 2530 enz., tot eindelijk zelfs 50
dollars. Vrouwelijke slaven waren omstreeks 7 dollars goed-
kooper, met uitzondering van jonge meisjes, die voor
bijvrouwen bestemd zijn en van 40 tot 70 dollars kosten.
De sterfteverhouding had in sommige streken de ontzettende
hoogt» van 75 pCt. bereikt.
we do with it? Nu staat ge als den jongen, die een stuk speelgoed
van mij gevraagd heeft, dat hij niet hanteeren kan, omdat zijn
knuistjes te klein zijn. Een jaar of wat geleden was Holland in
last omdat de faecaliën uwe grachten verpestten; ge liet kapitein
Liernur komen om zijn geniaal stelsel hier toe te passen, maar
toen hij goed en wel 'begonnen was, hebt gij hem aan handen en
voeten gebonden door uwe verwenschte kibbelarijen."
„Ik begrijp u," zeide ik, „gij zinspeelt op eene oude kwestie.
Maar nu van alle zijden beweerd wordt dat Liernurs plannen in de
practijk moeten falen, zou het onverstandig zijn er verder geld aan
te verkwisten."
„Gij beschouwt de zaak verkeerd," merkte mijn hoogwaardige
vriend aan; „er is nog nooit iets goeds outdekt, dat niet van alle
zijden bestreden werd. Ge hadt Liernur niet door kleingeestigheid
moeten tegenwerken. Nu hebt ge u zelf en hem in een kwaad
blaadje gebracht. Maar het is niet niet die fecaliën-kwestie alleen
zoo droevig gesteld. Uw politie is te zwak, uw nachtwachts zijn
caricatureu, uw scholen zijn te klein, uw nieuwste huizen zijn
geen huizen, uw plannen worden niet of slechts half uitgevoerd,
en dat alles tengevolge van dien ellendigen, invretenden kanker,
die uw beste sappen, in casu uw fiuanciëele middelen langzaam
verteert. Ik zal u, als Amsterdammer," vervolgde de grijsaard,
trouwhartig zijn fijne blanke hand op mijn schouder leggend,
„niet de staaltjes behoeven te noemen, waaruit het bestaan der
kwaal maar al te duidelijk spreekt; ge weet beter dan ik hoeveel
er door tweedracht is te loor gegaan, dat door samenwerking had
kunnen gewonnen worden. Het concordia res parvae crescunt kome
weer in aanzien in Sint-Nicolaas oude veste. Een roer hebt ge
noodig; niet een man van wat naam of kracht ook, maar de geest
van waarachtige liberaliteit en verdraagzaamheidUan zult gij met
uwe groote middelen en uw kloeken zin ook grootc dingen tot
stand kunnen brengen. Dan zult ge"
Ik liet hem niet uitspreken.
Eerbiedig knielde ik voor hem neer en vatte bei zijn handen.
„O, goede Sint," sprak ik ernstig, „welhaast is het de groote
dag van uw feest. Zie, hoe onze stad, de stad bij uitnemend
heid, zich vaardig maakt om u voegzaam te ontvangen. Ai, ik
bidde u, ontzeg haar, ten poene van wat zij misdeed, dit jaar al
uwe rijke geschenken, maar verwaardig haar met dat ccue, dat gij
haar hebt toegewenscht, met den geest der ware vrijzinnigheid,
zooals ze woont in u, die goed deedt, eeuwen lang, zonder
omzien
Ik sloeg smeekend de oogen tot hem op.
Maar zijn antwoord hoorde ik niet
Toen ik de oogen weder neersloeg, lag aan mijn voetende
Indische brief van oom Daan, dien ik nog altijd moet lezen, in de
lengte, de breedte en de schuinte! Beklaag, amice, uw armen
vriend, uw
AMSTELAAR.
Verslag der verrigtingen van Zr. Ms. zeemagt in de loateren
van Atsjin; vervolg.
De Bandjermasin vertrok den 80 Aug. naar de westkust.
Eene praauw, komende van Parau, geladen met peper en eenige
wapenen, werd in beslag genomen; verder bezocht dit stoomschip
de verschillende havens der westkust eu bleef tot 12 Sept kruisende,
toen het door de Sambas werd afgelost en naar de reede van
Atsjin vertrok.
Station noordkust. De Citadel van Antwerpen, gekommandeerd
door den stations-kommandant, deed gedurende een gedeelte der
maand de dienst als wacht- en depótschip en maakte verder kruis-
togten, om eenige gedeelten van het station te bezoeken.
Op een dezer togten embarkeerde de assistent-resident ter noord
kust, ten einde de blokkade van Gigheu aan de hoofden bekend
te maken.
Van de reede Pedir werden door dit stoomschip voortdurend
sloepen op brandwacht gezonden, om den rijstaanvocr tegen te
gaan en werden een 25tal, voornamelijk met rijst geladen praauwen
aangehouden.
De Palembang bekruiste gedurende de maand Aug. het grootste
deel van den tijd het westelijk gedeelte van het station en
trachtte op verschillende punten, door het uitzenden van gewapende
sloepen, praauwen of rijst voorrad en op te sporen.
Bij afwezigheid van de Citadel van Antwerpen, werd door dit
stoomschip de dienst ter reede Pedir eenigen tijd waargenomen.
De Sumatra kruiste in het begin van Aug. om de oost, voor
namelijk langs de stations Sambilaugan en Merdoe.
Den 7 Aug. kruisende in de bogt van Sambilaugan werd er een
driemastschip verkend, dat sein deed „brand aan boord te hebben."
Spoedig bleek het te zijn de Sea-Chcaf, komende van Calcutta,
met bestemming naar Colombo, gezagvoerder W. Menmuir.
Na bekomen overtuiging, dat nagenoeg de geheele lading, be
staande uit rijst, boonen, lijnkoeken en beendcren-asch, door den
brand was aaugetast ca het uitslaan der vlammen ieder oogenblik
kon verwacht worden, werd dit schip door de Sumatra op sleeptouw
genomen en bij Telok-Semawe in weinig diepte ten anker gebragt,
om het daar te doen zinken, ten einde den romp en zooveel mogelijk
de lading te behouden.
13 uren na het ten anker komen, sloegen dc vlammen voor en
en achteruit en gelukte het eindelijk, een gat in den romp te kappen,
waarop het zonk.
Wrak met sloepen en al het toebehoorende werden door den
gezagvoerder aan den vorst van Soengey-Rayah verkocht.
De bemanning werd door de Sumatra naar Pedir overgebragt,
vanwaar zij denzelfden dag naar Penang vertrok.
Den 14 Aug. vertrok de Sumatra naar Singapore om te worden
gedokt.
De Riouw loste bij afwisseling de Palembang af, wanneer die
stoomer zich van kolen en ververschingen moest, voorzien, en deed
mede bij afwezigheid van het stationschip de dienst ter reede van
Pedir; verder vertoefde het eenigen tijd te Gighen, ten einde aldaar
de blokkade te handhaven.
Over het algemeen bleek de praauwenvaart om de westkust te
zijn verminderd, aangezien de aanvoer van rijst uit Pedir om de
oost nu zooveel mogelijk wordt tegengegaan.
Station oostkust. De Merapi, gekommandeerd door den stati
ons-kommandant, deed gedurende de maand Aug. de dienst ter
reede Edi en maakte verder een inspectietogt naar de stations
der noordkust.
De Borneo bewaakte gedurende het grootste gedeelte der maand
het station bij de monding van de Aracoendoer-rivier en werd
verder gebezigd om den assistent-resident, die de Rijkjes Passey
en Kurly, moest bezoeken, derwaarts te brengen.
De Amboina bekruiste in het begin der maand het station
Simpang-Olim en maakte van die gelegeuheid gebruik om eene
schetskaart der verschillende rivieren in het Rijk van dien naam
te beëindigen.
Verder deed het een togt om de zuid tot Tamiang; de kust en
het vaarwater waren «als uitgestorven; geene enkele praauw werd
er gezien.
De Boramelerwaard bezette gedurende de eerste dagen der maand
het station Aracoendoer, en nam daarna eenigen tijd, bij afwezig
heid van het stationschip, de dienst ter reede van Edi waar.
Den llden vertrok dit stoomschip naar Singapore, om aldaar
eenige uoodige reparatiën te ondergaan.
De gouveruements-stoomschepen Boni en Barito, gestationeerd op
de Simpaug-Olira- en Aracoeudoer-rivier, verwisselden van statiou
op beide rivieren viel niets meldenswaardigs voor.
De gouvernements-stoomer Siak kwam den 29sten, na reparatie
te Singapore te hebben ondergaan, in die station terug en maakte
zich gereed om de Barito te vervangen.
De kruisbooten No. 27 en 25 werden te Djoloh en op de reede
van Aracoendoer en Simpang-Olim gestationeerdde overige gewa
pende booten bleven op hare vroegere stations.
STATEX-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van Dingsdag 28 November. Bij het begin der alge-
meene beraadslaging over dc Staat,sbegrooting is de politieke toestand
besproken door de heeren Casembroot, Wintgens, Haffmans, Heij-
denrijck en Schiramelpenninck van der Oije. Nagenoeg allen achtten
den toestand, dat deze conservatieve regering liberaal regeert, on
houdbaar en beschouwden de verklaring van den minister van Koloniën
omtrent de conversie als nog grootere verzwakking van het kabinet.
De heer Ileijder.rijck heeft pertinent gevraagdDeelt het kabinet in
de preferentie van den minister van Koloniën voor individueel grond
bezit? De heer van Wassenaer van Catwijk zal vooralsnog zich niet
tegen de begrooting verklaren.
Zitting van Woensdag 29 November. De algemeene beraad
slaging over de Staatsbegrootiug is voortgezet. De heer des Araorie
van der Hoeven heeft uitvoerig de regering tegen de ongegronde
verwijten verdedigd. Na verschillende replieken heeft de regering
zelve de grieven wederlegd, die meerendeels op misverstand berusten.
Het outwerp tot herziening der Kieswet zal spoedig het depar
tement verlatende Onderwijswet zal worden ingediend vóór het
reces. Omtrent de uitvoering der agrarische wet heerscht bij de
regering evereenstemming. De heer Kappeijue heeft daarna aan
de conservatieven hunne stelselmatige oppositie tegenover liberale
kabinetten verweten. Morgen voortzetting.
Benoemingen, enz.
Met ingang van den 15 Dec. a. s. is benoemd tot plaatsvervan
gend kantonregter te Enkhuizen, de heer D. A. Hamerster Dijkstra,
notaris aldaar.
De benoeming van den heer H. W. C. Reijneke van Stuwe, tot
burgemeester der gemeente Sneek is, op zijn verzoek, ingetrokken,
en tot burgemeester dier gemeente benoemd de heer J. van Driesen,
wethouder aldaar.
De off. van gez. 2de kl. A. Pieters, behoorende tot de rol van
het wachtschip te Hellevoetsluis, wordt met den lnatsten dezer op
non-activiteit gesteld.
Frankrijk.
De koetsier van een der tramwagens te Parijs be
klaagde zich aan zijne vrouw, dat hij de Randen zoo vol
had met zijne teugels, zweep eu remkruk, dat hij soms
verlegen was hoe hij het fluitje, zoo onmisbaar voor de
dienst, aan den mond brengen zou. Zijne vrouw gaf hem
den raad den blaasbalg uit hunne keuken meê te nemen,
liet fluitje aan het uiteinde der pijp te bevestigen, en dan
met zijnen voet te trappen, als op een pedaal, wanneer hij
een fluitsein geven moest. De man volgde dien raad op,
en dat geïmproviseerd mechanisme werkte zóó goed, dat
de tramwav-compagnie het idee overnam, en het vernuftige
echtpaar 100 francs voor de uitvinding schonk, die nu op
alle wagens zal worden toegepast.
Engeland.
Jl. Zaturdag is de Hertogin van Edinburg op Malta
bevallen van eene dochter. II. M. de Koningin verheugt
zich nu in haar vijf-en-twintigste kleinkind.
Een Engelsch blad meldt, dat op de kusten van het
eiland IJsland de overblijfselen van een luchtballon zijn
gevonden, die eenige jaren geleden moet zijn opgestegen.
De zijde is gescheurd en het schuitje werd veel later ont
dekt. Daarin bevonden zich eenige menschenbeenderen,
een gebarsten flescli en een reiszak met papieren, die echter
zoo vast op elkander geplakt waren, dat ontcijfering onmogelijk
was. Men vermoedt, dat met dezen ballon ter lucht is
gevaren de matroos Prince, die, tijdens het beleg van Parijs
door de Pruissen, als aëronaut de stad verliet en van wien
sedert niets werd vernomen. Op dat tijdstip zagen nl.
Scliotsche visschers een ballon in noordwestelijke rigting
over den grooten Oceaan verdwijnen.
De Engelschman Rose, die nabij Palermo op brutale
wijze door bandieten werd opgeligt, is, na acht dagen door
de schurken te zijn verborgen gehouden, ongedeerd door
ben op vrije voeten gesteld, tegen betaling van een losgeld
van 80 of 100,000 francs. De berigtgever van de Opinione
verzekert, dat Rose niet aan dit zware losgeld, maar aan
de bemiddeling van zeker deftig en invloedrijk lid der
Mafia zijn behoud te danken heeft. Men ziet uit zulke
staaltjes hoe het met 't bandieten-handwerk in Sicilië nog
gesteld is. Natuurlijk schreeuwt de Engelsche pers moord
en brand, en ontzegt zij Italië eene plaats onder de be
schaafde natiën.
Naar de Pall Mali Gazette verneemt, zal de conferentie
eerst den 15 Dec. worden geopend.
Duitschland.
Onder de verzoekschriften, bij den Rijksdag ingekomen,
komt er een voor van een horlogemaker te Kottisch, bij
Stargardt, Friedrich Galley geheeten, die beweert, dat hij
en niet Schneckenburger de dichter van de «Wacht am
Rhein» is; hij verlangt eene belooning uit 's rijks schatkist.
Te Hildesheim in Hannover zijn twee leeuwinnen
uit een reizende menagerie ontsnapt. Het was zeer vroeg
in den morgen en zonder veel hindernissen spoorde een
kompagnie soldaten, een leeuwin in een kelder op, en bragt
die met het dienstpersoneel der menagerie levend terug,
de andere werd doodgeschoten; 't dier was in een tuin op
een boom geklommen. Een paard van den eigenaar der
menagerie werd dadelijk door een der leeuwinnen gedood.
Zuid-Afrika.
De Nijanza, die jl. Maandag van Kaapstad te Plymouth
binnenliep, brengt bericht dat, daar de oorlog in de Transvaal
wordt voortgezet in spijt van de vertoogen der Britsche
regeering, de gouverneur der Kaapkolonie, Sir H. Barkley,
geprotesteerd heeft er tegen. De berigtgever van den
Cape Argus te Kimperley meldt: «Steelport wordt door
de Kaffers belegerd. Op groote schaal wordt vee gestroopt.
Geduchte misnoegdheid heerscht in 't gansche land, en de
kans op Burgers' herkiezing is geheel verloren. Men is
sterk tegen de oorlogsbelasting. Meetings worden er tegen
gehouden, waarbij heftige verontwaardiging wordt gelucht.
Het land neigt meer en meer tof confederatie.»
Amerika.
In het aquarium te New-York bevindt zich thans een
levende walvisch. Deze gast, de reus der zee, is gehuisvest
in een bassin dat 30,000 gallons water bevat, hetwelk om
de 24 uren verfrischt moet worden. Het dier werd in de
St.-Laurensbaai gevangen in een opzettelijk daartoe ge
graven en met palen omheinde diepte, waarin het bij vloed
was gezwommen en waaruit het bij eb niet meer geraken
kon. Met een schooner werd de walvisch van Quebec
(Ivanada) vervoerd; daar kreeg hij een houten kast tot
verblijf en hierin bragt men hein per as naar Montreal,
vanwaar hij per extra spoortrein naar New-York werd ge
transporteerd. Gedurende de gansche vierdaagsche landreis
kreeg hij telkens het noodige frissche zeewater en de tot
zijn voedsel vereischte versche haringen.
Een zonderlinge politieke vergadering had bij gelegen
heid van de verkiezings-agitatie te New-York plaats.
Twee geleerden, doofstommen, Thomas Godfrey en William
Bond, hielden voor eene bijna uitsluitend uit doofstommen
bestaande toehoordersschaar een disputatie over de beide
candidaten voor het presidentschap. Godfrey opende het
debat en men kon uit zijne levendige gebaren en de af
wisselende uitdrukkingen van zijn gelaat zien, dat hij het
thema, hetwelk hij behandelde, volkomen magtig was. Bond
wederlegde hem, waarop Godfrey repliceerde. In het einde
werd er gestemd over de beide candidaten.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Weer nadert de tijd des jaars, dat we in couranten en op
aanplakborden de publicatiën zien geplaatst met het opschrift Nati
onale Militie, inhoudende de mededeeling dat de inschrijving
geschiedt in Januarij. Kort hierop verschijnen dan de openbare
kennisgevingen, wanneer de loting der in 't vorige jaar ingeschrevenen