STATEi\-GE\ERAAL. Buitenland. Engeland. Doitschland. Maatschappij ten behoeve van de in 1877 te Alkmaar te houden tentoonstelling van landbouw en zulks bepaaldelijk voor de bekrooning van graangewassen. Verder werd nog besloten elk lid te verstrekken ten vervolge het «Maandblad voor den Ned. Landbouwer,» onder redactie van Enklaar. Met de verloting van een 27tal Noordholland- sche kazen onder de aanwezigen eindigde deze vergadering. Aan boord van de mailboot Holland voor Ismaïla is den 3 dezer begin van brand ontdekt in het houten beschot, dat de steenkolen van de lading scheidt. Met behulp van twee spuiten, de stoomspuit en den extincteur heeft men den brand gebluscht. De geheele schade heeft zich bepaald tot een kist manufacturen, die verbrand is. In het Noordzeekanaal zit sedert drie dagen een schip aan den grond. Men meldt uit 's Hage, aan de Amst. Crt.: «De ongesteldheid van Prins Frederik is geenszins van zoo ernstigen aard als buitenlandsche dagbladen hebben gemeld. De Prins wordt nog in deze week alhier terug verwacht.» Tot deken van en pastoor te Zoeterwoude is benoemd de heer W. J. van Gorssel, pastoor te Warraenhuizen. Een braaf werkman, 75 jaren oud, die 53 jaren achtereen bij denzelfden baas heeft gewerkt, is jl. Maandag namiddag door bijziendheid in een sloot geraakt op den Buitensingel te Amsterdam. Levenloos werd hij op het drooge gebragt. Even als reeds vroeger te Botterdam bij de politie, is ook bij de Amsterdamsche politie en brandweer dezer dagen de volgende maatregel ingevoerd. Alle inspecteurs en agenten, die de ronde doen, en ook de mannen der brandweer zijn thans voorzien van een kips—cartouche, een klein kartonnen doosje in den vorm van dat der oude tnodel- patronen. Daarin bevindt zich alles wat noodig is om de eerste hulp te verleenen bij het leggen van een verband, als: een fleschje met ammoniak, bloedstillende watten, brandpleisters enz. Bij de gisteren gehouden 8ste veiling van landen in het drooggemaakte IJ, zijn verkocht 529 heet., 96 aren. De opbrengst was f 1,654,763, dus gemiddeld f 3122 per hectare. Jl. Maandag ochtend te half vijf werd te Haarlem eene 26jarige dienstbode door twee schippersknechts gered uit het Spaarne nabij de Waag. Zij was blootsvoets en had slechts een hemd en een wollen doek om het ligchaam. Aan een agent van politie, die inmiddels was aangekomen, deelde zij mede, dat zij uit wanhoop en verdriet te water was gesprongen en niet meer naar hare dienst terugwilde, waarop zij volgens haar wensch naar het huis eener zuster geleid werd. Naauwelijks deze woning genaderd zijnde, zakte zij ineen en beviel van een zoon. Voor eenigen tijd werd uit Leiderdorp melding ge maakt van een meisje, dat langen tijd achtereen had ge slapen. Dit meisje is sedert een paar dagen uit het ziekenhuis te Leiden ontslagen en bevindt zich thans te 's Hage bij hare familie. Hare gezondheid moet, naar men verneemt, thans niets te wenschen overlaten. Door burgemeester en wethouders van Leiden zijn aan den gemeenteraad aangeboden de ontwerp—voorwaarden voor het verleenen van eene definitieve concessie voor het aanleggen en exploiteren van een waterleiding van Katwijk tot en in de gemeente Leiden aan de heeren van der Vliet en mr. Ch. Bosch Beitz. Eindelijk verhaalde Egon op een keer: „Het volgende jaar mag ik naar de opera gaan, heeft papa mij beloofJ, als ik door mijn examen als vaandrig kom; en daar zal ik nog schoonero muziek liooren dan hier. O, hoe verheug ik mij als ik daaraan denk! En dan zal ik u alles uitvoerig schrijven, mama!" De beide tweelingzusters waren in het oog loopend verschillend, zoowel in uiterlijk als karakter. Victorine was het zoogenaamde troetelkindje der familie, even gevoelig voor indrukken als teeder van gestel. Een ernstige blik harer moeder kon haar dagen lang ziek maken; een verwijtend woord van den abt deed haar in tranen uitbarsten. Men moest haar, op raad van den dokter, zoo veel mogelijk sparen en ontzien. En nu was het Olga. die cenigermate als bemiddelaarster optrad, daar zij onophoudelijk bezig was om alles buiten het bereik harer geliefde zuster te brengen, wat haar nadeelig kon zijn of onaangenaam aandoen. De graaf betoonde zich bijzonder ongeduldig tegenover Victorine, en de dagen van zijne bezoeken waren derhalve in elk opzicht pijnlijk voor de zusters. In het bijzijn hnars vaders waren de meisjes steeds buitengewoon schuw en verlegen. Hij berispte bare houding, haar coiffure, haar toilet; wel op een lossen, schertsenden toon, maar toch onophoudelijk, van 's morgens tot 's avonds. Zijne tegen woordigheid drukte als een berg op de gravin en bare kinderen en op al de bewoners van het k.isteelhet was inderdaad een algemeenc, blijde herademing als de koele man van de wereld afscheid genomen had en zijn rijtuig in liet bosch verdween. Bij het vertrek huns broeders stortten de zusters steeds bittere tranen; terwijl zij jegens hun vader bij voortduring niets dan vrees aan den dag legden. De ziekte der gravin nam na elk nieuw afscheid van haren zoon in hevigheid toe, totdat dan eiudelijk het laatste afscheid kwam en zij haar schoon gelaat aan zijn hart liet rusten, om na een langdurig gesprek met hem aan zijn borst den adem uit te blazeu. Het was ln de eerste dagen der lente toen zij heenging, zonder strijd of verschrikking, eelijk een bloem welker ure gekomen is. De dood naderde haar in zijn vriendelijkste gedaante. Het was niet meer dan een zachte sluimering, waarop geen ontwaken volgde. Onder viooltjes bedolven, droeg men haar ter eeuwige rust. De graaf kwam eerst den ochtend van de begrafenis op het kasteel en vond zijn zoon als wezenloos, in een ijlende koorts. Er verliepen verscheidene maanden eer de erfgenaam van het Mauerhainsche huis naar Hochbürg teruggebracht kon worden. Slechts de opofferende verpleging der Barmhartige Zusters in het woudklooster ontrukte hem toen aan den dood. Onvermoeid waakten en zorgden zij voor hem, en dikwijls greep bij eene van die zachte handen, om ze met kussen te bedekken, en zijne, lippen fluisterden dan „Moeder, zijt gij bij mij Hoe zwaar viel hem het afscheid van deze zijne verpleegsteis, van het woudkasteel en zijne bewoners; de graaf echter drong op een bespoedigde terug komst aan. De winter was hier ook zonder twijfel te streng, en Egon had nog behoefte aan een zeer omzichtigen levensregel; volgens het oordeel van den geneesheer moest hij zelfs voor eenigeu tijd naar het Zuiden en daar zooveel mogelijk verstrooiing hebben; de smart over zijne moeder vervulde nog zijne geheele ziel. Wordt vervolgd.) Drie korporaals der artillerie, van Gorinchem op Loevenstein gedetacheerd, begaven zich jl. Maan lag namiddag op een houtvlotje, liggende ten dienste der gedetacheerde manschappen in de gracht rondom dit fort. Toen zij, naar men vermoedt, te veel beweging op liet vlotje maakten, kantelde het om en allen geraakten te water, ten gevolge waarvan een hunner verdronk. Door den gemeenteraad van Hellevoetsluis, is goed gunstig beschikt op de verzoeken van den kommandant van de brik Zeehond en den kapitein der mariniers aldaar, om jongelingen en manschappen toe te laten tot het lager onderwijs, dat des avonds gegeven wordt. De commissie, die zich in liet afgeloopen jaar te 's Bosch vormde met het doel eene verloting te houden ten voordeele van den Paus, heeft haar werk volbragt. Ongeveer 50,000 loten a 50cents werden geplaatst, en de voorwerpen voor de verloting werden om niet bijeengebragt. Na aftrek der onvermijdelijke kosten is jl. Zaterdag aan den nuntius Mrg Cabri te 's Gravenhage een bedrag van 38,000 fr. voor den Paus ter hand gesteld. De arrondissements-regtbank te Goes heeft 3 maanden celstraf en eene boete van f 8 opgelegd aan een slager te Wissekerke, die, bij een landbouwer in den stal geroepen om een kalf te slachten, heimelijk een ander kalf een doodelijke verwonding in den onderbuik toegebragt, waarna hij liet dier voor een geringen prijs kon koopen. In den hoogen ouderdom van bijna 82 jaren is dezer dagen te Doesborgh overleden de vice-admiraal Tengbergen, in 1848 gepensioneerd als schout-bij-nacht. Berigtex uit het Oosten. «De berigten omtrent de zaken in het Oosten worden dagelijks vredelievender,» zoo schrijven sommige bladen en wijzen dan op de beleefd heden, welke tusschen de hoofdpersonen der aanstaande conferentie te Konstantinopel gewisseld worden. Herhaaldelijk is er reeds op gewezen, dat daartegenover andere mededeelin- gen staan, die lijnregt in strijd zijn met het gevoelen, dat de kansen voor een oorlog verminderen. De woorden van Bismarck, «dat het tot een oorlog zal komen is vrij zeker,» hebben nog geenszins hunne beteekenis verloren. De feiten dwingen er toe, steeds voort te gaan met te waarschuwen tegen welwillende betuigingen op officiële bijeenkomsten. Nu weder wordt gemeld, dat tengevolge eener oproeping door de Bussische regering. 68 van de 200 te Warschau verblijf houdende artsen zich bereid hebben verklaard, in geval van oorlog, als arts bij de militaire dienst op te treden. Beeds hebben 4 artsen dienst genomen bij het leger en zijn dan ook reeds naar het hoofdkwartier te Kischeneff vertrokken. Het ministerie van Binnen). Zaken heeft een bijzouderen ambtenaar opgedragen, in alle ge vangenissen van Busland onderzoek te doen naar bruikbare lianlwerkslieden, ten einde die in de werkplaatsen der intendance te Petersburg, Moskou, Kiew enz. te gebruiken. Op de strandbatterijen bij Odessa worden de schiet oefeningen naar drijvende mikpunten dagelijks voortgezet. Ook het leggen van torpedo's geschiedt dagelijks. Van de reeds gelegde torpedo's moeten acht stuks met 50 pud van 40 pond, dus met 2000 pond kruid zijn gevuld; de overige met 1, 2 en 3 pud. In het geheel moeten reeds 600 torpedo's gelegd zijn. Te Otschakoff (eene zeehaven in Kherson) zijn de verschillende kazernen door ijzeren rails met de batterijen verbonden, ten einde over die rails troepen, krijgsmaterieel en het zwaarste geschut te kunnen vervoeren. Ongetwijfeld zullen deze weinige bijzonderheden, die elk voor zich geen dadelijk dreigend karakter dragen, met nog tallooze kunnen vermeerderd worden, maar men behoeft slechts op het onderling verband dezer enkelen te letten, om overtuigd te zijn, dat Busland voortgaat met zich voor te bereiden op alle gebeurlijkheden en dat het nog verre van geneigd is, vrede in de toekomst te zien. Ignatiefï zal, wanneer het spant, kunnen dreigen met een «Busland is gereed,» en is eenmaal dat woord gesproken, is het zóóver gekomen, dan kan één verkeerde stap van Turkije, één wrevelige opwelling, één oogenblik van besef zijner goede regten de zaak bederven, al heeft men te voren nog zoo gehoopt op eene minnelijke schikking er van. Onder het opschrift: «Een onderwijzer benoodigd,» wordt in het Kaapsche Volksblad een onderwijzer gevraagd aan de aandeelhebbersschool te Ventensburg. Het salaris is 225 p. st. en vrije woning, acht vrachten brandstof, namelijk zes vrachten mist en twee vrachten hout. Behalve de kundigheden in zijn vak, wordt van den persoon, die voor deze betrekking aangenomen zal worden, ook vereischt «dat hij de Bijbelsche waarheden van harte zal zijn toegedaan.» Uit de Transvaal wordt gemeld, dat Secocoenie zijn val nabij zou zijn, en dat de kansen voor de herkiezing van president Burgers goed schijnen te staan. Tweede Hamer. Zitting van Dingsdag 12 December. Bij het voortgezet debat over hoofdstuk V der staatsbegrooting zijn nog vele waterstaats- kwestiën behandeld, alsmede de regeling der spoorwegdiensten. Het amendement Schepel-Zylker betreffende een subsidie voor de buurtspoorwegen in Groningen is ingetrokken. Zitting van Woensdag 13 December. Verschillende onteigenings wetten en suppletoire begrootingen zijn aangenomen, zoomede de begrooting der landsdrukkerij, de bekrachtiging der provinciale belastingen in de verschillende provinciën en de verandering der grenzen van gemeenten in Zuidholland en Zeeland. Bij de spoorweg'oegrooting heeft de minister overgenomen 't amendement- Wijbenga om voor de lijn StavorenLeeuwarden f 250,000 en het amendement-Luyben om voor de lijn Zwaluwe's Bosch f 100,000 uit te trekken. De spoorwegbegrooting is daarop uuamien aangenomen. Benoemingen, enz. Tot surnumerair bij de administratie der dir. bel. in- en uitg. regten en ace. is o. a. benoemd de lieer F. J. van Grasstek, te Hoorn De ingenieur 2de kl. bij de marine, de lieer G. Turk, is met ingang van den 1 Jan. a. s. bevorderd tot ingenieur lste kl. Met ingang van den 1 Jan. a. s. is o. a. benoemd tot militie- commissaris in het 2de district van Limburg, de gepens. kolonel L. S. B. Sesseler. Frankrijk. Paul de Cassagnac, die zoo dikwijls aanleiding geeft tot onstuimige incidenten in de Kamer van afgevaardigden, heeft jl. Zaturdag weder de orde in die vergadering gestoord. De lieer Menier was, bij de discussie over de begrooting aan het woord, doch werd telkens opzettelijk en met rumoer in de rede gevallen door de Cassagnac, die ten laatste uitriep, dat een eenvoudig chocolade-koopman geen verstand heeft van financiële dingen. «Ja mijnheer Cassagnac,» zeide Menier, wiens geduld ten einde was, «ja, ik ben chocolade-koopman, en reken het mij tot een eer; ik was zelfs do leverancier van uwen vader, en geef u vergunning mij de schuld te betalen welke hij nog aan mij heeft.» Paul de Cassagnac antwoordde hierop: «Gij zijt een grove kerel,» en nu ontstond een verschrikkelijk tumult. Cassagnac, door den voorzitter tot de orde geroepen, wilde spreken, doch de Kamer liet hem niet aan het woord komen; toen vloog hij naar de plaats des voorzitters. Het tumult nam toe, en plotseling riep onder het publiek een ijverig Bonapartist: «Leve Frankrijk! Leve Napoleon IV!.» De voorzitter gelastte de ontruiming van de loge waarin die man zich bevondde deurwaarders vatten hem en bragten hem naar de zaal der dagbladschrijvers, alwaar hij door een questor werd verhoord. Dit incident had in de Kamer een opgewondenheid tengevolge, die zeer lang aanhield. Na afloop der zitting begaf Bobert Mitcliell, Bonapartist, zich tot den chocolade-koopman Menier, om namens Granier Cassagnac, vader en zoon, te verzoeken het incident, door Cassagnac jr. veroorzaakt, niet in de notulen te doen opnemen. Menier echter was daartoe niet te bewegen. Hij verklaarde dat in de Kamer geen andere personen dan afgevaardigden zijn, dat hij echter, nu particuliere omstandig heden ter sprake waren gebragt, bepaald verlangde het ge beurde in de notulen vermeld te zien. Blijft die vermelding achterwege, dan zou hij in de volgende zitting (jl. Maandag) ze verzoeken, en tevens vertellen hoe Granier Cassagnac senior hem negen duizend francs heeft doen verliezen. Beeds nu houdt men zich aan de groote opera te Parijs ernstig bezig met de vraag, welke opera men tijdens de wereldtentoonstelling van 1878 aldaar zal opvoeren, om de hedendaagsche Fransche kunst zoo schitterend moge lijk te doen uitkomen. Men weifelt nog tusschen Polyeucte van Gounod en Francesca di Bimini van Ambroise Thomas. De laatstgenoemde schijnt de meeste kans te hebben. Zóó lang voorbereid, kunnen uitvoering en mise en scène tot in de geringste détails voortreffelijk zijn. De vreemde lingen behooren dit wel in het oog te houden, als zij, tot hunne haardsteden teruggekeerd, hetgeen zij in de groote opera te Parijs zagen dadelijk tot maatstaf nemen voor hetgeen zij in hunne woonplaatsen hooren en zien, en waar dikwijls niet zooveel dagen van voorbereiding aan de directiën zijn geschonken, als in dit geval te Parijs weken. Eindelijk schijnt men ten aanzien van het in stukken gehouwen vrouwenlijk, dat voor eenigen tijd te Parijs uit de Seine werd opgevischt, op het regte spoor te zijn geraakt en schijnt het uitgemaakt, dat de vermoorde zekere weduwe Bellanger of Ballangé, geboren Le Manach is, de bijzit van een, thans gevangen genomen gewezen onder officier Billior, en den 7 Nov. jl., een dag vóór de ont dekking van het ligchaam, verdwenen. Verscheidene ge tuigen, met name de conciërge van het huis, waarin beiden verblijf hielden, moeten de aan het lijk gevonden kleederen herkend hebben. De Fransche bladen maken zich vrolijk met het «testament» van den aftredenden minister van Oorlog. Men weet, dat de laatste besluiten, enz., door den minister die de portefeuille nederlegt, nog op het uiterste genomen, met dien naam bestempeld worden, en dat hij gewoonlijk zijne laatste handteekening gebruikt, om nog zaken af te doen en te regelen, die hem na aan het harte gaan, en welke hij aan geen opvolger wil overlaten. En wat behelst nu de laatste circulaire van generaal Berthaud? «Maat regelen te nemen om aan de manschap het wasschen der voeten te vergunnen.» De spoorwegwachter te Wambrechies, wiens nalatig heid onlangs den dood van zeven personen veroorzaakte, die, in een rijtuig gezeten, door den trein werden over reden, is door de correctionele regtbank van Kijssel tot 2 jaar gevangenisstraf en 300 fr. boete veroordeeld. De jongste berigten van Kaapstad behelzen nadere bijzonderheden over het vergaan van het Engelsche trans portschip St.-Lawrence, met een regement troepen en eene groote hoeveelheid rijks-ammunitie aan boord. De St.- Lawrence liep, in den nacht van 8 November, op de Pater noster-rots aan de Afrikaansche westkust, 90 Engelsche mijlen benoorden Kaapstad. Het vaartuig bleek verloren. Gelukkig was het stil weder, en was de kust slechts één Engelsche mijl verwijderd. De tucht onder de opvarenden werd voorbeeldig gehandhaafd. Nadat de militaire bevel hebber de troepen op het dek had laten aantreden, werden eerst de 120 vrouwen en kinderen, daarna de 550 soldaten met de booten aan wal gezet. De bemanning verliet het schip het laatst. Niemand kwam om. Doch het schip en zijne kostbare lading zijn verloren. Na het landen reed een der officieren te paard naar Kaapstad, om hulp te ontbieden, die spoedig voor de schipbreukelingen kwam opdagen. Hoe de St.-Lawrence zoo onnoodig digt bij de kust verdwaald kwam, is een raadsel dat nog op te lossen blijft. Het besluit van den Duitschen Bondsraad, om Duitschland geen deel te doen nemen aan de Parijsche tentoonstelling en daarvoor geen gelden beschikbaar te stellen, is volgens de Nordd. Allg. Zeit., door den keizerlijken gezant te Parijs reeds aan de Fransche regering meegedeeld, waarom te dezer zake geen voorstel bij den Rijksdag meer verwacht

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2