HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. 1876. N°. 152. Woensdag 20 December. 34 Jaargang. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. „W ij li u 1 d i g e n het goed e." Verschijnt Dingsdig, Donderdag en Zatnrdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal 1.80. v t h franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 1#3. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. IDlken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De sluiting der mail naar Batavia en Padangte ver zenden per Stoomschip Voorwaarts, geschiedt voor druk werken den 22 December a. s., na aankomst van trein III, (Noordhollandsche Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 23 December, na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens. Binnenland. HELDER en NIEUWEDIEP, 19 December. Tengevolge van nadere aanwijzigingen, is jl. Zondag morgen het «geregt» van Alkmaar hier geweest, om de zaak van C. F., als verdacht van verduistering van een kind, waarvan zij, als ongehuwde moeder, onlangs bevallen zou zijn, in loco te onderzoeken. Naar wij vernemen, heeft men zaken, tot die vermoedelijke verduistering in 'verband staande achter op het erf' van hare woning gevonden. Toen zij Zondag morgen naar de instructie werd gebragt, kostte het der politie veel moeite om haar voor het ruw geweld van het toegesnelde publiek te vrijwaren. Vooral waren er veel vrouwen en meisjes van «onbesproken gedrag,» die haar met allerlei scheldwoorden overlaadden. Hoe gaarne hadden we velen van die vrouwen toegeroepen: «wie van ulieden zonder Daar te IJmuiden geen quarantaine-doctor is gevestigd, heeft de inspecteur van het loodswezen alhier last gegeven dat schepen, van besmette havens komende, alhier zullen moeten binnenloopen. Spoedig zal echter in dat bezwaar worden voorzien, daar volgens het Nieuws van den Dag de aanwijzing van een quarantaine-plaats voor de haven van IJmuiden reeds bij de regering in overweging is. In de vergadering der Commissie voor Volksvoor- dragten alhier, jl. Zaturdag gehouden, zijn tot bestuurderen voor Floralia aangewezen de heeren jhr. W. A. Alting von Geusau, A. G. F. van Nieuwenhuijse, W. Ph. de Kruijff en T. Mooy. Ofschoon de tot nu toe verkregen bijdragen nog tot geen belangrijk cijfer zijn gestegen, heeft de Commissie het voor nemen opgevat om uitvoering aan de zaak van Floralia te geven. Zij vertrouwt, dat, is zij eenmaal aangevangen, haar 8) VERBORGEN OFFER S. DOOR EIISE POIKO. Vervolg.) Het was in het begin van de lenle, toen de aarde als in geuren gehuld was, dat men Eek hert voor het eerst in zijns vaders hui9 verwachtte; zijn moeder leefde reeds lang niet meer. De witte bank ouder den nootenboom, het lievelingsplekje der speelmakkers, lag als van ouds achter liet struikgewas verscholen; de vlierboom boog onder zijn bloesems; en daar verbeidden Victorine en Olga haar jongen vriend. /,Was hij dan werkelijk gekomen, de lang verwachte dag?" vroegen zij elkaar heimelijk. Hoe dikwijls reeds hadden zij samen de bladzijden van Eckberts brieven gelezen, waarin hij zich de gelukkigste van alle leerlingen noemde en met de edelste aller kunsten, de heerlijke schilderkunst, dweepte, en daartusschen vroolijke atelier-tafereeltjes uit het leven der schilders ontwierp. Zij hadden dan soms beproefd, zich voor te stellen hoe het wel zijn zou als hij terugkwam en het gezellig samenzijn van vroeger dagen weer begon. Onder allerlei vreemde, nooit bespeurde gewaarwordingen wandelden zij, arm en ar®, langs de smalle paden van den kleinen woesten tuin op en neer; beiden bemerkte dan voorzeker hoe hevig het hart der zuster klopte, beiden zagen zij elkanders gloeiende wangen en stralende oogen, en toch spanden de lippen zich in om onverschillige woorden te spreken. De klank van een posthoorn deed de zusters eindelijk verschrikt stil staan; nog een eindeloos lange pause, waarin beiden zooveel mogelijk haar ontroering voor elkander trachtten te verbergen, en de grijze schildershoed verscheen op het terras; dadelijk daarop stond een kloeke, rijzige mannengestalte op den weg die naar den nootenboom leidde. Het was een fraai, donker mannen- gelaat dat haar nu lachend groette, en een volle, hartelijke stem riep, half schertsend, half weemoedig: „Daar ben ik!" In een oogwenk waren de meisjes aan zijne zijde, hare fijne handen werden hem toegestoken, en toch vloog er een purperen gloed over hare wangen, toen hij ze daarop greep en tot zich trok. Ook Eckbcrt verloor bij het zien der beide zusters zijne onge dwongen manieren; de woorden dwaalden slechts spaarzaam heen en weder, maar de oogen spraken des te levendiger. Hoe schoon waren ze geworden, deze zusters! Hoe vertrouwelijk, en toch, hoe vreemd stonden zij daar tegenover hemMogt hij ze nog wel zoo gemeenzaam toespreken?! Eerst toen zijn vader en de waardige abt er bij kwamen en de bonne met haar goedhartig, vriendelijk gelaat en het gladgestreken haar, herkregen allen hun vrijmoedigheid. Hoe prachtig vonden allen hem; zoo opgeruimd, zoo levendig nog wel de noodige ondersteuning zal ten deel vallen. Met de voorbereidende maatregelen zal nu, naar wij vernemen, spoedig een aanvang gemaakt worden. Jl. Zondag avond gaf de onderofficiers-vereeniging «Vaderland en Oranje» alhier eene tooneelvoorstelling, ten voordeele der weduwe en kinderen van den konstabel-majoor J. G. Koch. Terwijl de leden der genoemde vereeniging den aanwezigen een genoegelijken avond bereidden, smaakten zij tevens het genot, dat het betoonen van liefdadigheid steeds oplevert. De netto-opbrengst was f 100.16 De machinist-leerling J. J. Stikkel heeft in Oost- Indië met goed gevolg examen afgelegd voor de betrekking van mach. 3de kl. bij de Kon. Ned. Marine. Met genoegen maakten we dezer dagen kennis met den Almanak voor Helder, Texel, Vlieland en Terschelling, voor liet jaar 1877, uitgegeven door den boekhandelaar Moojen te Texel. Dit jaarboekje bevat, nevens een goeden kalender en belangrijke opgaven nopens gemeentebestuur, polderbestuur en bevolking in de onderscheidene gemeenten in den titel genoemd, een niet onverdienstelijk mengelwerk, door de heeren Muller en Mets bijeengebragt. Er worden onderscheidene gedichten en prozastukken onder aange troffen, die zich zeer goed laten lezen. Voor de bewoners der gemeente Helder is het gedichtje: «Helder's toekomst» niet onbelangrijk,- schoon men zich ook alreeds hier ter plaatse op zeevaart en vissclierij toelegt om bronnen van bestaan te openen. 't Boekje kome in veler handen, terwijl de redactie zich steeds over veler medewerking moge verheugen. De Kreuzzeitung meldt, dat Prins Frederik den 15 dezer te Berlijn is aangekomen op zijne terugreis van Muskau naar 's Hage. De Prins was vergezeld door den Vorst en de Vorstin von Wied en zijne- kleinkinderen. Voor de opengevallen Rijksbeurs bij de normaallessen te Amsterdam is, na gehouden vergelijkend examen, voor gedragen Anthonie Bakker, te Pettenvoor die te Hoorn A. Balk, te Wijdenes. Ook op West-Terschelling blijft men, ten opzigte van verbetering van het zangonderwijs niet achter. Door den onderwijzer Tijm werd verleden jaar eene klasse geopend, voor leerlingen beneden 14 jaren. Zijn onderwijs leverde zoodanige resultaten op, dat hij dezen winter niet alleen het onderwijs aan de reeds bestaande klasse hervatte, maar en zoo geestigDe uren vlogen om als een droom. 's Avonds, toen de zusters samen alleen waren in haar nestje, omarmden zij elkander hartstochtelijker dan ooit te voren; doch zonderling: hoezeer zij zich ook aan elkander vastklemden als teedere vogels, spraken zij toch met koortsachtige gejaagdheid over allerlei andere dingen, en alleen niet over de groote gebeurtenis van den afgeloopen dag; die ééne naam werd niet genoemd. Eerst toen zij het licht uitgeblazen en haar gebed gedaan hadden, zochten de kleine handen elkaar om «goeden nacht!' te zeggeu, en nu was liet Victorine die fluisterde: «Als Eckbert toch eens altijd hier bleef, wat zou dat heerlijk zijn! Dunkt u ook niet, Olga?" «Zeker, mijn hart; zoo'n dag als heden heb ik nog nooit beleefd!" luidde zachtkens het antwoord. En hij bleef tot aan den herfst iu het woudkasteel; doch dan zou hij naar Florence en Kome gaan. Er werd voor hem een atelier op het slot in gereedheid gebracht en zijne werkzaamheid begon. Hij wilde, zooals hij schertsend zei, vooreerst bij wijze van oefening schilderen al wat hem in den weg liep; in de eerste plaats zijn vader; daarna, uit het geheugen en volgen3 een miniatuur- portret, de overleden gravin; voorts de abt, de bonne en eindelijk de zusters voor den graaf. Het was een wonderbare tijd die nu aanbrak, een lachend sprookje dat zij doorleefden. En dat alles bleef ook voor Olga en Victorine ongestoord, wijl de trouwe ver zorgers en beschermers haar met voordacht de treurige berichten onthielden, die aangaande Egon's toestand ontvangen werden. De graaf zelf deelde in zijn korte briefjes slechts mede, dat er bij Egou nog geen beterschap te bespeuren was, doch dat hij nu voor nemens was hem naar Weenen te brengen. De oude kamerdienaar evenwel, de reisgenoot van den graaf, schreef aan den geestelijke: «Wij trekken van land tot land, van plaats tot plaats, mijn jonge meester wordt gaandeweg bleeker en stiller; waar zal de leis eindigen? Ik vrees, als mijn genadige heer niet toegeeft en hem zijn zin geeft, dat hij musicus mag wordendan komen we nog in het gekkenhuis te land! «Het is trouwens ook wel een soort van krankzinnigheid als een graaf Mauerhainde eenige stamhouder van zoo'n oud huis, muzikant wil worden! Dat kan ik wel begrijpen, maar de dingen zijn toch niet te veranderen, en we hebben nu zulk een verschrikkelijk leven. Als dat onze arme genadige vrouw eens wistDe genadige heer wordt gedurig strenger en norscher. Er is geen huis meer met hem te houdenMochten we toch maar weder eens naar huis! Nu gaan we naar Weenen!" «Vooral geen woord over dat alles aan de kinderen," beval de abt; «wij mogen haar waarlijk haar korte lente wel gunnen; voor zorgen, bitterheid en ontbering is het leven noglaDggenoeg!" Hoe zou men ze kunnen beschrijven, de dagen die over de hoofden der jonge, gelukkige menschen heentrokken, of hoe de gewaarwordingen schetsen, die in hunne harten tot bewustheid tevens ook oudere leerlingen in de gelegenheid stelde, zich in het zingen te oefenen. Te Noordscharwoude is tot lid van den gemeenteraad verkozen de heer C. Opperdoes. Door een groot aantal lidmaten der Herv. gemeente te Alkmaar is een adres geteekend aan de Synode, in zake de belijdenis-kwestie. Te Alkmaar is eene afdeeling van het Nederl. Protestantenbond opgerigt. Al dadelijk hebben zich 65 leden uit Alkmaar en 21 uit omliggende gemeenten laten inschrijven. Bij den raad te Alkmaar is ingekomen een verzoek van 206 kooplieden in vee, hoofdzakelijk bezoekers van de groote veemarkten in het najaar, uit Noord- en Zuidholland, Noordbrabant en België, om zoowel de jaarlijksche als de wekelijksche veemarkten te verplaatsen naar de noordzijde der stad, naar de zoogenaamde Paardenmarkt, welk plein, in de nabijheid van de veelading van den spoorweg en van het aan de gemeente behoorende Kanaalvak, een bijzonder gunstig terrein aanbiedt. B. en W. hebben het advies ingewonnen van de Kamer van Koophandel. (D.) De Enkhuizer afdeeling van het Aardrijkskundig Genootschap heeft zich gunstig voor een Nederl. Noordpool— expeditie verklaard en zal met het hoofdbestuur in overleg treden omtrent de ondersteuning, die het Genootschap eventuëel aan de zaak zou willen verleenen. Jl. Zondag was te Amsterdam op den Dam een hoogst zeldzaam en allervermakelijkst schouwspel te zien, dat de algemeene lachlust dan ook niet weinig gaande maakteeen schutter, in volle wapenrustingop klompen Bedaard marcheerde hij naar de beurs, om, behoorende tot de ligting van dit jaar, voor het eerst geïnspecteerd te worden. Men heeft nog niet vernomen, of deze spik- splinter-nieuwigheid bijval heeft gevonden. (Am.0.) In de jl. Vrijdag avond te Amsterdam gehouden vereenigde vergadering der afdeelingen Amsterdam, Sloten en Sloterdijk van de Holl. Maatschappij van Landbouw heeft de heer rar. Amersfoordt eene verhandeling gehouden over melk koelen en melk wegen, welke ten betooge strekte, dat het beproeven van melk voor den handel zeer moeijelijk is en dat politie-maatregelen met strafvervolging in de practijk bijna onmogelijk zijn. Daarom achtte spreker het ook voor den melkhandel, evenals voor eiken anderen handel, het best, dien over te laten aan oqbe- kwamen en ontloken met de rozen om hen heen! Ach, het was wel hetzelfde beeld, dat Olga's en Victorine's ziel vervulde, dezelfde brandende liefde voor den vroegeren speel makker. De kunstenaars-nimbus, die dit maiinerihoofd omgaf, was in hunne oogen de aureool van een heilige. Leefde er niet van oudsher een verborgen hartstocht voor alles wat zich kunst en kunstenaar noemde, als het erfdeel harer arme moeder, in haar? Waren zij niet de dochters van een kunstenares? Wat wisten zij van die wereld af, die voor haar vader de hoogste was? Een ijzige lucht waaide haar tegemoet in de atmosfeer baars vaders, en de gedachte van bij hem, in zijne wereld, te moeten leven, joeg haar schrik aau. Sprak haar trouwe leermeester en vriend, de abt, niet over zangers en schilders als door God bevoorrechte wezenshad hij haar niet duizende malen onder hel oog gebracht, welk een offer hare moeder zich had getroost? Zij had haar kunst prijsgegeven, om haren echtgenoot te volgen! Zou Eckbert ooit in staat zijn een dergelijk offer te brengen? Zou het niet zijn oudergang zijn, als hij palet en penseel moest wegwerpen, al was het ook ora alle schatten der wereld daarvoor in ruil te bekomen? Of de meisjesharten er een duidelijk begrip van hadden, dat zij hem beminden? Wellicht niet. Zij gevoelden het slechts dat het een onvergelijkelijk geluk was, bij hem te wezen, hem gade te slaan bij dien arbeid, waarbij «het op schoonheid aankomt," en hem van Italië te hooren vertellen met het onuit sprekelijk verlangen van een minnaar naar zijn geliefde. Elke dag was voor haar een vreugdebloem. Aan een scheiding, aan een einde van dien zaligen tijd dacht niemand. En ook Eckbert zelf schoof de gedachte aan een «einde" van dag tot dag verder van zich; een gevoel dat sterker was dan het verlangen naar het land der zon, was ook in hem levendig geworden: de hartstocht voor eene dier bekoorlijke gestalten, die hem met zusterlijke en toch angstvallige teederheid omringden. Olga's stem was het, die hem reeds als knaap in het diepst zijner ziel gedrongen was en die hem nu als man betooverde; zou hij die zoete tonen ooit weder kunnen ontberen? En toch hield hij zich zeiven voor krankzinnig, dat hij zich de dochter van graaf Mauerhain durfde voorstellen als de aanstaande vrouw van een schilder! Hoe dikwijls, als zij alle drie ouder gewoonte in den kleinen, woesten tuin bij elkaar zaten, en Eckbert de zusters iets voorlas, dwaalde zijn oog uit zijn boek naar die tengere meisjesfiguur met haar keurig kopje en haar stille, ondoorgrondelijke oogen; dan liet hij zijn boek plotseling zakken en smeekte: «Olga, een lied!" En zij zong dan een dier oude melodiën van de arme Konings kinderen, die sterven moesten, en van het bittere scheiden en lijden, en van dat geluk dat niet uit te spreken is,en de mollige, warme klanken zweefden voort als op gouden wieken, en alle harten welke zij aanraakten, trilden van vreugde en weemoed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1