lemmerde vrije mededinging. Zoo men al toezigt van den Staat begeerde, behoorde deze zich te bepalen tot die enkele gevallen, waarin door de handelingen der verkoopers vergiftiging of verspreiding van besmettelijke ziekten kan ontstaan. De heer Amersfoordt lichtte zijn vertoog door vele proeven toe. Het gebruik van den melkweger voor meting der melkwaarde, gelijk dit vroeger van gemeente wege aan de poorten van Amsterdam plaats had en men thans weder wil invoeren, achtte spreker zeer gevaarlijk en schadelijk. De ondervinding toch had geleerd, dat daardoor vervalsching in de hand wordt gewerkt. De vervalsching der melk kwam bij het gebruik van den melkweger lang niet altijd aan het licht. Onlangs is te Amsterdam een bijeenkomst van eenige industriëelen gehouden, om de vraag te behandelen, welke gedragslijn men zou volgen tegenover de Parijsche wereld tentoonstelling van 1870. Het denkbeeld om zich te ont houden vond geene goedkeuring, maar men besloot de regering in kennis te stellen met de grieven, die men meende te hebben tegen de Nederlandsche vertegenwoordiging bij vroegere tentoonstellingen en te verzoeken de hoofdcom missie hoofdzakelijk uit industriëelen zamen te stellen. Tegen dit streven is thans een protest uitgegaan van andere industriëelen, die in een adres aan den minister als hunne overtuiging hebben te kennen gegeven, dat, wat er ook zij vau dc klagten tegen de vroegere commissiën, de belangen der nijverheid veel beter zijn toevertouwd aan onpartijdige personen, die buiten de industrie staan, dan aan industriëelen. De liefhebbers van schaatsenrijden behoeven nu niet meer op den wintervorst te wachten, om hun hart aan deze nuttige en heilzame ligchaamsbewegingen op te halen. Ook de duisternis en alle gevaren aan het brooze ijs ver bonden, bestaan niet in den Skating Rink, die jl. Zondag voor een aanzienlijk getal genoodigden en Maandag voor het publiek is geopend in de noord-oostelijke nevenzaal van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. Onder scheidene liefhebbers namen Zondag reeds de proef en vele leden der «Rotterdamsche Skatingclub,» die voor deze feestelijke opening, welke door muziek werd opgeluisterd, expresselijk waren overgekomen, toonden op de meest afdoende wijze, dat men op een vlakken en harden vloer met rolschaatsen bijna even gemakkelijk kan draaijen en zwieren als met gewone schaatsen op het gladde ijs. De beruchte opligter Tieman, te Amsterdam, die, door weidsche namen van graven en baronnen te misbruiken, reeds meermalen blijken van zijn bekwaamheden heeft gegeven, en die daarvoor reeds onderscheidene malen door de justitie naar de gevangenis te Heorn is opgezonden om die hebbelijkheid aldaar af te leeren, werd Zaturdag 9 Dec. voor de zooveelste maal weder op vrije voeten gesteld. Dadelijk echter vatte hij zijn misdadig handwerk weder op, gaf zich uit voor jhr. Berg van Dussen Muilkerk, en liet zich bij een veertien ingezetenen op den zoo goed klinkenden naam allerlei voorwerpen bezorgen. Terstond was de aan dacht der politie op Tieman gevestigd, en het is haar dan ook gelukt hem jl. Zaturdag avond weder in handen te krijgen. Aan een agent van politie, die hem arresteren wilde, wist hij echter nog op eene behendige manier te ontsnappen, door hem over zijn wandelstok te doen vallen. De agent was toch nog vlugger ter been dan de schelm en bragt hem toen stevig gebonden naar het bureau van politie. (Amst. Crt.) De gemeenteraad van 's Hage heeft, om welke reden dan ook, nog geen besluit willen nemen ten opzigte van het instandhouden of afschaffen van de kermis en wenscht eerst de meening door de dagbladen te kennen. De dag bladen haasten zich evenwel met, aan die zijdelingsclie uit- I noodiging gevolg te geven. Het Dagblad gaat zelfs nog een stap verderna de opneming van een ingezonden stuk vóór de afschaffing en een antwoord daarop van andere inzenders, verklaart de redactie geen verdere plaatsruimte voor dat onderwerp te kunnen afstaan, daar de argumenten voor en tegen gedurende jaren reeds voldoende uitgesproken zijn. Van die zijde heeft de gemeenteraad dus niet veel voorlichting meer te wachten. Als een schoenmaker zich niet bij zijn leest houdt, is hij doorgaans niet gelukkig. Twee schoenmakers te Rotterdam hebben beproefd valsche munten te maken. Zij drukten een rijksdaalder in gips af, en goten deze mal vol met gesmolten lood, dat zij oppoetsten. Toen zij ze uitgaven werd hun bedrog bijna terstond ontdekt. Zij stonden teregt voor het hof te 's Hage en tegen elk vau hen is eene tuchthuisstraf van 5 jaren en twee boeten van f 50 geëischt. Den 21 dezer zal de uitspraak plaats hebben. Een zwaluw is nog geen zomer; een ooijevaar zal dus, vreezen wij, ook nog niet het bewijs kunnen geacht worden, dat de winter reeds voorbij ismen zou 't anders kunnen denken, want bij Vreeswijk bevindt zich sedert den 1 dezer zulk een vogel. De arme lepelaar zal 't ver moedelijk spoedig duur betalen, dat hij zoo uiterst geavan ceerde begrippen koesterde. Wij hebben vermeld, zegt het U. D., dat een krnïjer te Amsterdam wegens diefstal in hechtenis was genomen. Ter eere van het kruijersgilde wordt berigt, dat de dief, ontslagen politieagent, eerst kortelings zich als kruijer had gevestigd, en niet behoorde tot het vermaarde, gunstig bekende ras der Arnsterdamsche kruijers. Men schrijft uit het Noorden, aan het U. D.: «Twee zaken leveren onder de Noormannen stof tot dis cours: de tentoonstelling van provinciale oudheden te Leeuwarden en het landhuishoudkundig congres te Assen. De eerste kan hoogst belangrijk worden, want én te Leeuwarden én in andere Friesche steden, én bij sommige adellijke en aanzienlijke familiën is nog een schat van voorwerpen te vinden, die als herinneringen uit de historie en als kunststukken hooge waarde hebben. Maar zal men die tijdelijk afstaan voor het beoogde doel 't Is een provinciale, eene Friesche tentoonstelling, en als de Friesche naam en de Friesche eer er bij winnen kunnen, is er een krachtige hefboom, die regtmatige hoop geeft op alle medewerking. Delft, Zaandam, Amsterdam, zijn goed voorgegaan; Friesland zal wel volgen. De eer van Friesland is met de tentoonstelling gemoeid en als de Fries dat begrijpt, zal hij zich laten vinden en medewerken tot een schitterende uitkomst. Leeuwarden, de schoone, rijke hoofdstad van Friesland, mag rekenen op een druk bezoek, ook uit liet Zuiden. Men zal van de gelegenheid, om de Friesche historie, Friesche zeden en gewoonten, sprekende uit kostelijke en eigenaardigen voor werpen, te zien, gebruik maken, om tevens met Leeuwarden en met andere merkwaardige Friesche gemeenten eens kennis te maken, en wij durven wel beloven, dat zoodanige kennismaking de moeite ruimschoots zal beloonen. De tweede zaak, die weldra de belangstelling vraagt, niet alleen van het Noorden, maar ook van het gansche land, is het landhuishoudkundig congres, dat in 1877 zijn jaarlijksche bijeenkomst te Assen houdt. Heeft het landhuishoudkundig congres zich ook overleefd? 't Is gezegd en 't zou waarheid kunnen worden, zelfs zeer spoedig, omdat er teekenen van verval waren te bespeuren maar dat is niet te wijten aan het denkbeeld, 't welk aan Victorine echter sloeg dan soms plotseling haar armen om den hals harer zuster en sprak angstig: „Houd op ik kan zulke treurige liedereu niet hooren." Zij was meestal zeer afwisselend van gemoedsstemming, de teedere blondine, zoo ongestadig en zonderling. Hare gezondheid scheen te lijden; zelfs den abt en de goede, bijziende bonne viel haar schielijke verandering van kleur in 't oog en de koortsachtige gejaagdheid in haar voorkomen. Zij moet tot in het geringste toe en in alle opzichten ontzien worden," luidde telkens weder de aansporing van den dokter. Zoo leefden zij voort in het heerlijke schemerlicht van onuit gesproken gevoelens en verwachtingen en de rozen waren aan 't uitbloeien in het woudkasteel, doch niemand sloeg er acht op. Maar gelijk donkere onweerswolken een lachend landschap in een oogwenk veranderen kunnen, zoo eindigde de idylle van het woudkasteel op zekeren dag door de onverwachte aankomst van den graaf. Hij was op een ontzettende wijze veranderd en aanmerkelijk verouderd; hij kwam slechts voor een paar uur, en deelde op zijne gewone norsche en ruwe wijze den opvoeder zijner dochters mededat hij zijn zoon als vaandrig naar Weenen gebracht had en voorloopig een der jonge meisjes met zich naar huis dacht te nemen, om haar tante te verplegen, die zwaar ziek lag. Als mijne zuster weder hersteld is, dan kunnen zij beiden naar Parijs gaan," voegde hij er bij„doch nu wensch ik eene van de twee, die liet best met zieken kan omgaan, Olga of Victorine, het is mij onverschillig welke, bij mij in huis te hebben. Over twee dagen vertrekken wij naar Hochbiirg." Dat was weder de oude tyranuenstem, die haar zalige moeder zoo dikwijls tot in het diepst harer ziel gewond had en de meisjes steeds deed beven van angst. Zij wisten allen dat hier geen tegenstand te pas kwam, en alleen de vraag in overweging kon genomen worden, wie van beiden het woud kasteel verlaten zou. De zusters vielen bleek en bevend elkaar in de armen. „Wij zullen loten," zeide Olga. Het geschiedde; en het lot om haar vader te vergezellen, viel op Victorine. Zij stiet een luiden kreet uit; met de uitdrukking der grievendste smart omvatte zij haar zuster eu eeu doodelijke bleekheid overdekte haar gelaat. „Olga. wees barmhartig, ik kan nu niet weggaan," fluisterde zij in de hevigste ontroering; „ik kom het niet te boven als ik hem moet verlaten, het. zal mijn dood zijn gij zult alles weten ik bemin liemHalfonmachtig en hulpeloos liet zij na deze haastig uitgesproken bekentenis haar hoofd op den schouder harer zuster rusten. Zoo verliepen er eenige oogenblikken. totdat er een koude, bevende band over Victorine's waug gleed en Olga's stem zachtkens zeide: „Wees kalm, beheersck u zei ven; ik zal met papa mede gaan." Voorzichtig liet zij haar zuster op een stoel plaats nemen en wankelde daarna de kamer uit. De kolfers werden gepakt de tijding, dat Olga met den graaf naar Hochbürg zou gaan, bereikte Eckbert's atelier eerst door den abt. „Onze' nachtegaal vliegt weg," klaagde de oude heer, nadat hij zijn jongen vriend gegroet had. De schilder staarde hem verschrikt aan„OlgaNaar Hochbürg En waarom Victorine niet?!" Er gleed een weemoedig lachje over het gelaat van den abt. „Nu, zonder twijfel omdat de graaf plotseling eeu voorliefde voor nachtegalen bij zich bespeurt. Vroeger heeft hij immers slechts de kooi van zijn nachtegaal verhangen en haar laten sterven Misschien heeft hij er nu berouw van!" „Maar Olga zal verkwijnen in die koude atmosfeerriepEckbert builen zichzelven. „Kunnen Adj haar niet terughouden?! De graaf heeft geen hart voor zijn dochter, evenmin als hij een hart voor zijn vrouw had; hebt ge gezien hoe vluchtig en onverschillig zijn blik dezen morgen over de portretten der zijnen heengleed? „Ik verzoek u, bij gelegenheid Egon eens in uniform voor mij te schil deren, als gij uit Italië teruggekomen zijt," dat was de eenige attentie die hij voor mij over had! En bij hem zal Olga gaan wonen Wij mogen het niet toelaten, abt En zij zal zich ook wel verzetten, onze nachtegaal; niet waar; gelooft ge ook niet?" „Gravin Olga heeft een sterk hart, mijn jonge vriend, sterker dan wij allen weten," luidde het bedaarde antwoord „ik ben stellig overtuigd, dat zij elke taak. die zich als plicht aan haar voor doet, zoo goed en volkomen mogelijk ten uitvoer brengt, veel beter dan Victorine in staat zou zijn dat te doen. Victorine is eeu bloem, die door één enkele nachtvorst gedood kan worden de dokter zelf noemt haar zoo. Ik ken ze beiden beter dan gij allen, die lieve, onschuldige biechtkinderen. Kon ik, met een opoffering mijnerzijds, haar toestand veraangenamen en ze vrijwaren voor het lot harer moeder, om zonder liefde haar leven te slijten, hoe gaarne zou ik het doen „Maar ik moet Olga nog éénmaal spreken vóór zij op reis gaat," sprak nu de jonge schilder schier buiten adem„zoudt gij haar dien wensch van mij willen overbrengen, hoogwaardigste heer? Ik verzoek het u ten dringendste. In de schemering, onder den nootenboom in den wilden tuin, zal ik haar wachten, waar wij altijd gij weet het immers ook? zoo gelukkig tot 's avonds laat zaten te praten, terwijl gij op het terras wandeldet? Help mij; het zal zeker de laatste maal zijn voor een langen, langen tijd misschien voor altijd dat ik haar alleen spreken kan „Wees kalm, mijn zoon," zeide de oude heer en legde gerust stellend zijne hand op Eckbert's arm „Ik zal het haar zeggen, doel» alleen onder voorwaarde, dat gij haren strijd niet verzwaart. Het moet zoo wezen; Olga mag niet „neen" zeggen op deze vraag van haar vader!" „Hier is mijn hand," riep Eckbert hartstochtelijk, ,.ik zal met geen enkel woord beproeven haar terug te houden, maar maar het zal misschien voor ons beiden een troost wezen tot in verre tijden, als wij elkaar zonder getuigen in de oogen gezien hebben Wordt vervolgd.) I dit congres ten grondslag is gelegd. Dat denkbeeld kan niet «veranderen,» want een bijeenkomst van wetenschappelijke en practïsche mannen, die over den landbouw, zooals hij is en zooals hij wezen kan en worden moet, van gedachte wisselen, heeft altijd regt van bestaan. De vraag kan zijnvoldoet de organisatie van dat congres gesteld dat zij in den aanvang goed was, nog aan de eischen van onzen tijd? En wordt daarop niet volmondig «ja» geantwoord, dan is het de taak van onze landhuishoudkundigen om daarin de gewenschte veranderingen te brengen. Dat Assen een plaats is, zeer geschikt voor een landhuishoudkundig congres, valt niet te betwijfelen; en dat de provincie Drenthe wel waard is, door onze Zuidelijke broeders eens goed bezien te worden, zal niemand ontkennen. Wij vernemen dan ook met genoegen, dat velen nu reeds het plan hebben, om het congres te bezoeken en dan een uitstapje te maken naar onze veenen, ten einde de merkwaardige ontwikkeling, die elders plaats heeft, met eigen oogen te aanschouwen. Wij betwijfelen niet of de leden vau het bestuur van 't congres zullen maatregelen nemen, die zulk een uitstapje voor velen smakelijk maken, en de verveeners zelve zullen gewis alles doen, wat zij vermogen, om de reis voor bezoekers nuttig en aangenaam te doen zijn.» Het besluit der Tweede Kamer, waarbij de post tot instelling van een rijkslandbouwraad is verworpen, zal, zegt de Middelb. Crt., door de meeste vrienden van don land bouw met leedwezen vernomen zijn. Omtrent de behoefte aan een speciaal ligchaam om de regering voor te lichten ten aanzien der belangen van den landbouw, bestaat, meent zij, onder de deskundigen geen verschil van gevoelen meer. Ieder beseft, dat ook dit gewigtig volksbelang niet zonder officieële vertegenwoordiging bij de regering blijven mag. Het besluit der Tweede Kamer kan dan ook niet beslissend wezen. Een volgend jaar, wanneer niet, zooals thans, de ongunstige ffnancieële toestand des Iands en de aanhoudend stijgende oorlogsuitgaven de vertegenwoordiging aansporen zullen, om op de begrooting te bezuinigen wat te bezuinigen valt, en haar niet zoo huiverig zullen maken voor het scheppen van nieuwe regeringsligchamen, die weder nieuwe uitgaven in hun gevolg kunnen voeren, zal de rijksland bouwraad ongetwijfeld de overwinning behalen. Voor het oogenblik is er reeds veel gewonnen, dewijl de minister van BinnenlZaken en eene aanzienlijke minderheid in de Tweede Kamer zich er voor verklaard hebben. De burgemeester van het nabij Sas-van-Gent gelegen Axel heeft zich met een scheermes den hals afgesneden. Zijn zoontje vond het lijk in het kolenhok. Men vermoed dat de zelfmoord gepleegd is in een vlaag van krankzinnigheid Sedert de Belgische twee-centimestukken hier ge weigerd worden, wordt België er door overstroomd en weet men er geen raad mede. Bovendien verliest de Belgische Staat jaarlijks 300,000 francs als winst op het aanmunten van kopergeld. De berigten uit Paramaribo van den 21 Nov. hangen weer een zeer treurig tafereel op van den toestand onzer West-Indische bezittingen. Door mr. B. E. Oola^o Belmonte is aan de koloniale staten, naar aanleiding van het berigt, dat de uitvoer van immigrantenarbeiders naar Suriname uit Britsch-Indië door het Indisch bestuur voorloopig zou zijn geschorst, een voor stel gedaan, strekkende o. a. om de overtuiging uit te spreken, dat de kolonie Suriname, verzwakt en uitgeput als zij is door den harden strijd tot behoud, dien zij, onder zooveel dat haar drukt en met vernietiging dreigt, in de laatste jaren te strijden heeft, zich op dit oogenblik op onrustbarende wijze in hagch.elijken toestand en in hoogen nood bevindt, alsmede om te kennen te geven, dat de staten van oordeel zijn, dat de Nederlandsche regering en het koloniaal bestuur tot een afdoend krachtig en energiek handelend optreden, zonder dralen verpligt zijn; eindelijk om onder dankbetuiging voor verstrekte mededeelingen en voor hetgeen door den gouverneur reeds in deze zaak is gedaan, hem eerbiedig te verzoeken om meerdere en meer volledige inlichting omtrent al wat bij het koloniaal bestuur ten aanzien van den door het Britsch-Indisch bestuur ge nomen maatregel bekend is geworden, opdat ten spoedigste middelen besproken en maatregelen worden beraamd om het onheil, dat de kolonie met gewissen ondergang bedreigt, zoo mogelijk af te wenden. Uit een schrijven van den heer van Gorkom uit de Transvaal blijkt, dat men niet aan de herkiezing van presi dent Burgers twijfelt. Er zijn personen ijverig voor hem werkzaam, ook orthodoxenvooral is de ex-staatspresident Pretorius voor hem in de weer. v. Schlickman had zijne vrijwilligers bijeen en goede officieren; 't lijdt geen twijfel, of Secocoeni zou nu spoedig onderworpen worden. Wat de spoofwegzaak betreft, deze is nog niet in orde, maar in België schijnt men de kwestie te willen onderzoeken. Spoorwegen moeten er komen, en willen de Arnsterdamsche beursmannen niet helpen, wil 't rijke oude Nederland achterlijk blijven, spoorwegen zal men toch krijgen, al is het wat later. De Indépendance Beige meldt uit Parijs, dat Emérique, de voortvlugtige directeur van de Union du Crédit op de aanvrage om uitlevering gedaan door den Belgischen minister van justitie, ter beschikking van de Belgische autoriteiten is gesteld. Z. II. de Paus ontving jl. Zaturdag de ex-Keizerin der Franschen in particuliere audiëntie. Het onderhoud duurde een half uur. Generaal Ignatieff. Ruslands gezant bij de Porte bekleedt in de analen der diplomatie eene gewigtige plaats. Zijn naam is thans dagelijks in de bladen te lezen en hij zelf staat in het brandpunt der tegenwoordige verwikkelingen. Nicolaas Paulowich Ignatieff is den 17 Jan. 1832 te St. Petersburg geboren, en de zoon van een gouverneur-generaal. Hij bezocht de militaire academie en trad als garde-huzaar in dienstdrie jaar later werd hij hoofdman en nadat hij bij den generalen staf was ingedeeld, bevorderde graaf Berg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2