SCHOUWING VAN STOOKPLAATSEN. eerste vertrouwbare oorkonden der geschiedenis dagteekenen, maar de menschen zelf zijn niet vooruitgegaan, althans niet in dien zin, dat hunne tegenwoordige idealen en begrippen, omtrent regt en zedelijkheid, omtrent pligt en deugd, omtrent schoonheid en geluk, hooger staan dan die, welke reeds voor eeuwen leefden in den boezem van lang gestorven geslachten, wier asch en stof verstrooid is over de wereld! En toch, wanneer gij dat doen zoudt, zoudt gij u aan eene allertreurigste vergissing schuldig maken. Uit tweeërlei oogpunt. In de eerste plaats omdat gij, zoo sprekende, stilstand zoudt noemen, wat langzame vooruitgang is; zoo langzaatn, dat zij uw oog, dat slechts eene kleine ruimte vermag te omvatten, ontsnapt, maar niet te langzaam voor de menschheid zelve, die bij eeuwen rekent, waar het individu gedwongen is uren tot maatstaf te nemen. In de tweede plaats omdat gij in de redeneering vergeet, dat meer en meer gemeen goed wordt, wat in vroegere tijden bij uitzondering aan enkelen te beurt viel. Mogen de bcvoorregten onder de menschen thans weinig beter en weinig gelukkiger zijn dan voor honderd jaar, weinig beter zelfs dan Pericles, weinig gelukkiger dan Cicero en zijne vrienden, men vergete niet hoe thans duizenden en millioenen genieten, wat vroeger slechts voor zeer enkelen bereikbaar was. Deze wetenschap verschaft ons stof tot eene verheffende en bemoedigende overpeinzing aan het slot des jaars. Laat het waar zijn, dat geen beeldhouwer der XIXde eeuw de werken verbetert van Praniteles. Laat het waar zijn, dat de schilders der middeneeuwen voor hunne na volgers niets te doen hebben overgelaten laat het waar zijn, dat de bouwkunst reeds haar hoogste woord had ge sproken, toen het Parthenon te Athene verreeslaat het waar zijn, dat het genie in de kunst van heden wel anders, maar niet beter kan doen dan het genie onzer voorgangers Laat het des noods ook waar zijn, dat de hoogste moreele wet, die wij thans trachten te begrijpen, reeds voor eeuwen gevoeld en geleeraard is door wijze Grieken, begrepen en verkondigd door de eerwaardige Brahminen der Indische oudheid; Iaat het waar zijn, dat na achttien eeuwen de menschheid niets heeft weten toe te voegen aan de zedeleer van den grooten prediker van Jeruzalem. Het is onwaarschijnlijk, dat dit alles waar is; onwaar schijnlijk dat, waar op elk gebied de waarheid in voort- durenden strijd het grondgebied van den logen aantast, ook niet de hoogste ideale begrippen, die de menschheid de hare noemt, in den loop der eeuwen gezuiverd zouden zijn geworden, en gelouterd van onjuiste opvattingen, van bijgeloof op ieder gebied. Maar laat het zoo zijn. Wat dan nog? Heeft dan de menschheid vruchteloos gearbeid, hebben geslachten elkander achtervolgd, hebben zij geleden en gestreden zonder nut voor ons, zijn wij bestemd om te werken en te sterven zonder nut voor onze kinderen? Immers neen. Ziet Om u heenDe beschaving der Grieken en Romeinen, ze was gebouwd op de slavernij van duizen den, de welvaart van Rome op de uitplundering der provinciën; indien in de middeneeuwen handelstadsburgers rijk, en kunst hen beschaafd maakte, wat was de ellende van de groote massa, ten prooi aan onregt, door adel en geestelijkheid gedrukt, slagtoffers van pest, van hongersnood, van nimmer eindigende oorlogen? Al neemt men aan, dat slechts eene zekere mate van geluk en deugd bereik baar is, hoe breidt zich dan dagelijks meer de kring uit van hen, die de hoogste mate genieten mogen, hoe ver mindert met elk jaar en met iedere uitvinding het getal op beter voet slaat, wordt als zijn opvolger gedoodverfd, een keuze die iedereen zou billijken, als de brandweer er maar niet te veel onder lijdt. Waar is het echter, dat onze veiligheid nog altijd in betreurenswaardigen toestand verkeert. Van de inbrekers zijn we nu op de beurzensnijders gekomen. Verbeeld u, dat Zaterdag avond iemand in het hartje van de stad is aangerand en met messen op de vlucht gedreven door twee kerels, die geld van hem eischteu. En dat gebeurt lang vóór middernacht in het drukst bezocht gedeelte der stad. Benijdenswaardige Amsterdammers! Op een gebied, dat den bezoekers van de hoofdstad steeds veel belang inboezemt, het gebied der Amsterdamsche amusementen, zijn de verrassingen en nieuwigheden der laatste dagen niet zoo talrijk, als ik het wel wenschen zou. Om met het allernieuwste te beginnenwe hebben bier nu een Milaneesch circus, onder directie van een paar Italianen met onuitsprekelijke namen, dat werkelijk zeer goed is; men zit er heel comfortable, de toeren zijn meeslal nieuw en de muziek is uitmuntendhet geheel is zells van dien aard, dat onze oude bekende Carré, die bij het gemeentebestuur concessie had aangevraagd om een vast circus te bouwen, de con currentie tegen de Milanezen niet aandurft en zijn bouwplannen heeft opgegeven. Een ander nieuwtje biedt in het Paleis voor Volksvlijt de Skating-Rink, een asplialt-vloer, waarover men op kunstschaatsen (op wieltjes en veeren) kan heen en weer glijden en op den neus vallen, 't Eenige bezwaar is, dunkt mij, dat het nog al wat inspanning van krachten vordert. De derde nieu wigheid en dan heb ik ook alles genoemd is bet optreden van den heer Morriën als gast bij de heeren Prot en Kislemaker. "Wie herinnert zich niet de onnavolgbure wijze, waarop in vorige winters in Morricn's-theater de opera's van Lecocq, Offenbach, enz. werden opgevoerd? Vandaar, dat ik de komst van Morriën een groote aanwinst noem voor het theater-Frascati. In den „grooten Schouwburg" op het Leidscheplein blijft alles n'en déplaise aan het Nederlandsch Tooneel! zoowat bij het oude. De grillige wisselingen van den -thermometer zinken in 't niet, vergeleken bij de onstandvastigheid, waarmede de Vereeniging bij de keuze harer stukken te werk gaat. Wat al bedrogen illusiesWelhaast zal men de helft van het eerste campague-saizoen achter den rug hebbenen wat is het resultaat? Gansch iets anders dan een succes! De opera-voorstellingeu, Dinsdags avonds, blijven veel publiek trekken, maar bij llollandsche stukken heeft men meestal halfvolle zalen en dus ook een halfvolle kas. Dit meen ik zeker te mogen voorspellen: dat als de drie jaren van haar contract verstreken zijn, de Vereeniging hare pogingen zal moeten opgeven. Ik stel mij voor, binnenkort te dezer plaatse een blik te slaan over de afgeloopen speelmaanden en de oorzaken der mislukking eens na te gaan. Het ga u inmiddels wel. Van harte een „zalig" uiteinde, Amice t. t. AMSTELAAR. van hen, voor wien het leven is: «eene duistere slavernij, waarvan de dood alleen verlost!» Wij mogen hopen, dat eenmaal, al zullen wij het niet beleven, geluk en welvaart, voor zooverre die bereikbaar zyn voor sommige menschen, bereikt zullen worden door altendie gehoorzamen aan de voorschriften van pligt en deugd. Daarheen te streven zij ons doel, door uitbreiding van onderwijs, van verlichting, door bevordering eener billijke verdeeling van de vruchten van den arbeid onder alle klassen der maatschappij! Dit is de eisch van wat wij den «vooruitgang» noemen: licht, regt en ruimte voor allen; licht voor iedere overtuiging, regt voor ieder streven; ruimte voor elke eerlijke krachtsinspanning! In dien keten vorme het komende jaar een magtigen schakel! Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter kennis van de ingezetenen, dat in de maand Januarij a. s. door brandmeesters eene SCHOUWING- zal worden gedaan over de ovens en andere stookplaatsen en verzoeken mitsdien de ingezetenen, die ambtenaren daartoe wel in de gelegenheid te willen stellen, krachtens de verordening, houdende bepalingen Ier voorkoming van brand, vastgesteld door den Raad, in zijne vergadering van 17 Julij 1861. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN" BOSSE, Burgemeester. 2S December 1876. L. VERHEL, Secretaris. Binnenland. HELDER en NIEUWEDIEP, 30 December. De 2de luit. der artillerie W. A. P. F. L. Rovers, alhier in garnizoen, is bij de torpedo-compagnie te Brielle geplaatst. Met inbegrip van het transport militairen, hetwelk de vorige week per mailboot Voorwaarts is vertrokken, werden gedurende dit jaar van het koloniaal werfdepot naar Oost-Indië geëxpedieerd 25 detachementen suppletie troepen, ter gezamenlijke sterkte van 4200 man, waaronder ongeveer 200 onderofficieren. Thans is in druk verschenen het wetsontwerp tot wijziging der wet op het lager onderwijs. Hetgeen eenige dagen geleden omtrent den inhoud van die wet is mede gedeeld, wordt hierdoor bevestigd. Ook eenige andere niet geheel onbelangrijke veranderingen worden voorgesteld: zoo mogen kweekelingen, die bij een tweede examen voor hulponderwijzer niet voldoen, niet langer in betrekking blijven. Tot hun 16de jaar zijn ze als zoodanig in de school werkzaam. De aanduiding van het aantal rijks kweekscholen vervalt; daarentegen worden door een andere bepaling provinciën en gemeenten bevoegd verklaard nonnaai scholen op te rigten. Bij gewoon lager onderwijs zijn gevoegd het Fransch, Duitsch en de wiskunde. Het aantal kinderen van eene school mag niet meer dan 300 bedragen. Van 41 tot 80 leerlingen moet er zijn, behalve den hoofd onderwijzer, een hulponderwijzer; van 81 tot 120 2 hulp onderwijzers en 1 kweekellng; van 120 tot 160 2 hulp onderwijzers en 2 kweekelingen; van 160 tot 200 3 hulp onderwijzers en 1 kweekeling; van 201 tot 240 3 hulp onderwijzers en 2 kweekelingen; van 241 tot 280 3 hulp onderwijzers en 3 kweekelingen; van 281 tot 300 4 hulp onderwijzers en 2 kweekelingen. Slechts in bijzondere gevallen zal een school 400 leerlingen mogen bevatten; het hulppersoneel moet dan in dezelfde verhouding zijn als in de voorgaande opgave. Bedankt voor het beroep naar Strijen door ds. Rade maker, pred. te Dordrecht. Men schrijft ons van Texel, dd. 28 dezer: «Vijf schuiten beladen met koper zijn gisteren uit het stoomschip Iceland aan wal gebragt.» In het Westland, onder Loosduinen, zag men gisteren een ooijevaar. Het Hbl. ontvangt, onder dagteekening van 5 Dec., de bevestiging van het berigt omtrent het sneuvelen van kapitein Schlickinann bij den aanval op een Kafferkraal. Zijn verlies wordt zeer betreurd in de Transvaal; gelukkig had hij reeds vele zijner militaire hervormingen tot stand gebragt. De oorlogsberigteu blijven gunstig luiden voor de Transvaal. De Portugesche regering heeft besloten, 25,000 p. st. voor te schieten voor den Limbobo-spoorweg. Men schrijft uit Atsjin van den 1 Nov. aan 't U. D. «Laat de veiligheid voor lijf en leven op van het hoofd kwartier verwijderde posten nog veel te wenschen over, niet de veiligheid voor geld en goederen is liet hier nog treuriger gesteld. Ik zelf heb daarvan reeds bij vernieuwing de waarheid ondervonden, maar thans op zulk eene geduchte wijze, dat mijn laatste verblijf te Atsjin mij nog lang zal heugen. Luister. In den avond van gisteren ging ik eenigszins vroegtijdig ter rusteik gevoelde mij zeer onwel en leed bovendien nog na het gebruik van mijn avondmaal 1 aan duizelingen. Ik had naar gewoonte een enkel glas wijn gedronken, maar het blijkt nu na het gebeurde, dat men daar gewis een verdoovend middel in had gemengd. Ik sliep toch den ganschen nacht door tot den morgen; maar welk een ontwaken! Dievenhanden hadden mijne goed gebarrikadeerde deur eenvoudig uit de hengsels ge hakt; alle hindernissen, die den verderen toegang beletten, weggeruimd en mijne kist met kleederen, boeken en geld ongehinderd weggedragen! En dat is geen kleinigheid; mijn zuur verdiend en angstvallig gespaard geld, ten bedrage van een paar duizend gulden, mijne geheele garderobe. Niets dan een enkele jas en pantalon hebben de schurken mij gelaten. Hoop om een en ander terug te beko men, is er niet, hoewel door mij dadelijk van het ge beurde aangifte is gedaan; want hoe wil men den schuldige ontdekken uit zulk een hoop gespuis, moordenaars en dieven van professie, als tegenwoordig in de gedaante van kettingjongens en koelies te Atsjin rondzwerft?» B. en W. van Leeuwarden hebben op een tiental plaatsen in en buiten de stad reddingsmiddelen beschikbaar gesteld, ten gebruike bij ongelukken op of door het ijs. Bij herhaling wordt nog het plan besproken om Bulgarije te laten bezetten door Belgische troepen. Als dj Belgen op grond der constitutie verklaard hebben aan die vereerende opdragt niet te kunnen voldoen, zullen de mogendheden misschien op een ander volk hare aandacht doen vallen, en bij de onbekendheid met de staatsregelingen, waarin de leden der Conferentie blijkbaar verkeeren, zouden zij ook Nederland de eer kunnen waardig keuren met zijn leger Bulgarije te bezetten. Het grondwettig bezwaar daargelaten, zouden er misschien nog andere bedenkingen kunnen rijzen; in elk geval zouden wij hun die er heen gingen aanraden, de les van professor Buys gedachtig te zijn, want zoo ergens, dan is het in Bulgarije dat men, blijkens alle berigten, op zijn neus moet passen. Jl. Dingsdag is bij Joliette, in Canada, een klooster afgebrand. Dertien personen kwamen in de vlammen om. Benoeming-en, enz. Tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw is benoemd de heer mr. A. de Vries, raadsheer in het geregtshof van Amsterdam. Met ingang van 1 Jan. a. s. zijn, ter vervanging van de op 31 Dec. e. k. aftredende en niet herkiesbare leden van de genees kundige raden, benoemd voor Noordhollaudde heeren: dr. C. B. Tilauus, hoogleeraar te Amsterdam; dr. J. F. van Hengel, te Hilversum; P. van Vollenhoven, hsel- en vroedm. te Amsterdam; J. Venster, apoth. te Helder; J. Swens, apoth. te Haarlem. Met ingang van 1 Jan. a. s. wordt de off. van gez. 1ste kl. bij de zeemagt J. C. D. Steendijk op zijn verzoek, ter zake van in en door de dienst ontstane ligchaamsgebreken, op pensioen gesteld en bevorderd tot off. van gez. lste kl. bij de zeemagt, de off. van gez. 2de kl. F. H. L. Roessingh van Iterson. De plaatsing van den off. van adm. 3de kl. A. Vermeulen, aan boord van het wachtschip te Hellevoetsluis, met 1 Jan. a. s., wordt ingetrokken. Met ingang van 1 Jan. a. s. wordt de adspirant-ingenieur bij de Marine F. S. G. M. Wijs bevorderd tot ingenieur 2de kl. en is aan deu luit. ter zee 2de kl. L. P. D. op ten Noort op zijn verzoek, een verlof verleend voor den tijd van één jaar zonder opklimming in de ranglijst. STATENI-GENERAAL. Eerste Kamer. Zitting van Vrijdag 29 December. Hoofdstuk I der Staatsbe- grooting en de wet op de middelen zijn aangenomen. Bij de behandeling van de laatste wet, verklaarde de minister van Financiën, dat hij spoedig hoopte in te dienen een statistiek vau de goederen in de doode hund, maar hij betwijfelde de productiviteit eener belasting daarop. Voorts zijn nog de andere aan de orde gestelde ontwerpen aangenomen, waaronder 16 uitzonderings-wetten voor plaatselijke belastingen. Met eenparige stemmen zijn verworpen de ontwerpen betreffende de verwisselbaarheid der muntbilletten en die op het Indische muntwezen, na de verklaring der regering, dat in verband met de verworpen Nederl. muntwet, de aanneming niet te wenschen is voor de Koloniën. Hij beloofde spoedig een nieuw ontwerp-Indische muntwet. De Kamer is op recès gegaan tot 9 Jan. 's avonds ten half acht ure. Buitenland. Frankrijk. Naar men in de Messager du Midi leest, is dezer dagen te Parijs eene oude dame overleden, de weduwe Perron, geboren Enouf, die 85,000 fres. heeft nagelaten om te Marseille een hospitaal te stichten «voor ongeluk kige honden en paarden.» De bepalingen van het zonder linge testament zijn door den notaris Merlin aan den heer Maglione, burgemeester van Marseille, medegedeeld. Te Rijssel zal in de volgende maand een kolossale eisch tot schadevergoeding bepleit worden. Men herinnert zich het vreeselijk spoorwegongeluk op Zondag 5 Nov. jl. ter hoogte van Wanbrechies. De heeren Becquet en Defives en verschillende leden hunner familie werden ver- morseld door een trein, tengevolge van de onachtzaamheid eens wachters bij een barrière. De naastbestaanden der slagtoffers vragen nu van de Noorderspoorwegraaatschappij schadevergoeding, en wel: de familie Becquet 2 millioen, de familie Defives 600,000 fr. Bovendien wordt voor den dood van de weduwe BousselDefives 60,000 fr. geëischt. Engeland. Door de onvoorzigtigheid van iemand, die zijne pijp aanstak aan de vlam eener Davy-lamp, heeft dezer dagen in de mijnen van AJbertilly (Wallis) eene uitbarsting plaats gehad, die aan dertig mijnwerkers het leven heeft gekost. Een vader en zijne drie zoons werden geheel verkoold teruggevonden. Een jongeling, die er met eene flaauwte is afgekomen, was door de ontvlamde gassen geheel van zijne kleederen beroofd, zonder zijn huid te kwetsen. Duizenden inwonere begaven zich naar de plaats des onheils waar hartverscheurende tooneelen plaats vonden, wanneer een lijk werd te voorschijn gebragt. Zeventien slagtoffers zijn herkend. Een jong meisje, de bruid van een mijn werker, is er, door de duisternis begunstigd, in geslaagd door de uitgravers heen te dringen en werd eerst onder in de mijn herkend. Vijf minuten later voud zij haren minnaar. Hij was zwart en mismaakt. Zij wierp zich op het zielloos ligchaam, en toen men haar het lijk wilde ontnemen, was zij gestorven. Doitschland. Te Breslau is dezer dagen een bal gegeven in een groot vat. De balzaal heeft zoodanige afmeting, dat 10 paren daarin met groot gemak konden dansen. De inhoud is 54,000 liter. Het Kreisgericht te Gera, de hoofdstad van het vorstendom Reuss, heeft dezer dagen het volgend besluit uitgevaardigd: «Op daartoe gedaan verzoek is de door- luchtigste Prins Heinrich XX van Reuss Köstritz, wiens tegenwoordige verblijfplaats niet bekend is, door de regtbank verklaard te zijn een verkwister, aan wien deswege het beheer over zijn bezittingen voorloopig wordt ontzegd. Tot zijn voogd en beheerder van zijn vermogen wordt hierbij benoemd graaf Castell-Castell of Casteel, in het koningrijk Bèijeren.»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2