III! IJ li IIS III!
EV NIEUWEDIEPER COURANT.
1877. N°.4.
Jaargang 35.
Woensdag 10 Januarij.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
B i n n e n I a n d.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 1.80.
w franco per post - 1.68.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Ad ver ten tien: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
filken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Batavia en Padangte ver
zenden per mailboot CONRAD, geschiedt voor drukwerken
den 12 dezer, na aankomst van trein III (Noordkollandsche
spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 13 dezer,
na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens.
HELDER en NIEUWEDIEP, 9 Januarij.
Onder bevel van den luit. ter zee 1ste kl. J. Schouw
Santvoort zullen den 13 dezer met de mailboot Conrad
naar Padang vertrekken, de leden der Sumatra-expeditie.
Van af dien datum vertrekt, in plaats van om de vier,
om de drie weken des Zaturdags, van hier naar O.-Indië
eene boot van de Stoomvaart-Maatschappij Nederland.
Gisteren avond hield de Floralia-Commissie eene
zitting in het lokaal Tivoli alhier tot het inschrijven van
deelnemers aan den te openen wedstrijd in het kweeken
van bloemen. Er kwamen circa een vijftigtal deelnemers
op. Ongetwijfeld heeft het ongunstige weder velen tegen
gehouden. Wij vertrouwen dat de tweede zitting op
Dingsdag 16 dezer gekenmerkt zal zijn door eene veel
talrijker opkomst. Men mag vertrouwen dat het doel wel
algemeen bekend zal zijn bij het publiek en dat dus nog
zeer velen zich zullen komen aanmelden ter mededinging.
De sloep Wisselvalligheid, stuurman W. Molendijk,
van welke men, niet zonder reden, vreesde dat zij bij den
jongsten storm zou zijn vergaan, is gelukkig te Helle-
voetsluis teruggekeerd. Drie sloepen met schelvisch,
hier gisteren binnengevallen, hebben hooge prijzen voor
hun visch besomd. De doode en levende schelvisch werd
bij elkander tot f 46 het groot honderd afgeslagen.
Onze haven ligt thans vol met visch loggers; wanneer men
in aanmerking neemt, dat die visscherlieden zich hier van
alles, wat tot hun levensonderhoud noodig is, voorzien,
dan gelooven wij niet, dat de neringdoende stand zich nog
zoo bijzonder heeft te beklagen over het wegblijven van
eenige schepen en stoombooten, die tot nog toe het Noord-
zee-kanaal ingingen. In ieder geval vertoont onze haven
een regt vrolijk gezigt, met al die bonte loggers, met
hunne wapperende wimpels, en de verslaggever (sic) van
het Handelsblad, die met zooveel belangstelling in de
welvaart van de plaats zijner inwoning, voor enkele dagen
schreef dat er nu reeds weinig meer te zien was van de
vroegere «mastbosschen» in deze eerlang geheel verlaten
haven, animeeren wij tot eene wandeling langs de Buiten
haven, dan kan hij, tot zijn troost, zien dat de «mast-
bosschen» nog niet geheel verdwenen zijn en dat de
voortreffelijke haven van het Nieuwediep nog lang niet aan
zijn «zwanenzang» is.
Eenige officieren der zee- en landmagt hebben het voor
nemen opgevat een vocaal en instrumentaal concert te geven
ten voordeele van het Roode Kruis te Atsjin. Wanneer
we zeggen, dat de verdienstelijke musicus Götz aan het
hoofd staat en dat zelfs dames hunne medewerking hebben
toegezegd, om het lot van onze dapperen te verzachten,
dan meenen wij dat Musis Sacrum, Dingsdag 30 dezer, te
klein zal zijn om alle belangstellenden een behoorlijke
plaats te geven.
Naar men verneemt, bestaat bij de regering het
voornemen om eene wijziging te brengen in het Kon. Besluit
van 1861, betreffende de bijhouding der bevolkingsregisters,
en moet het plan zijn, ook hier te lande in te voeren het
systeem van het afgeven aan de ingezetenen van zooge
naamde livrets de familiezooals zij in België bestaan en
nu onlangs ook te Parijs zijn in gebruik gesteld.
Met het oog op de aanstaande volkstelling, te houden in
1879, wenscht de regering die aanwijzingen in den loop
van dit jaar reeds in werking te doen treden.
De Fransche minister van Openbare Werken bezoekt
thans ons land. Hij is vergezeld van een achttal ambte
naren van zijn departement en spoorweg-ingenieurs.
Een paar dagen geleden deelden wij de namen mede
van beroemde landgenooten, die in 1876 zijn gestorven.
De necrologist, van wien de opgave afkomstig is, heeft
er echter één vergeten, namelijk le chevalier de Schietere
de Lopkem-Pecsteen de Swevezeele, ancien officier général et
diplomate distingué.
Misschien zal de lezer zich niet terstond dezen ver
maarden Nederlander herinneren. Ook wij weten hem
niet thuis te: brengen, maar de Indépendance Beige ont
rukte hem aan de vergetelheid, en gaarne werken wij
mede om het hem aangedane onregt te herstellen en ook
om zijne slapen den lauwer te vlechten, dien het jaar 1877
aan: de dooden van 1876 schonk. (Arnh. Crt.)
Naar aanleiding van de beraadslaging in de laatste
algemeene vergadering van het Nederlandsch Tooneel-
verbond, over de oprigting van een pensioenfonds voor
tooneelkunstenaars, heeft de Maatschappij Apollo in haar
zeven-en—twintigste jaarverslag een meer uitvoerig overzigt
gegeven van hare verrigtingen dan in andere jaren.
Uit dit verslag blijkt, dat de Maatschappij Apollo reeds
een som van f 58,000 2| pCt. op het Grootboek heeft
staan, en gedurende haar bestaan aan oude en gebrekkige
kunstenaars, aan weduwen en weezen heeft uitgekeerd de
som van f 32.259.
De Maatschappij werd opgerigt door de kunstenaars zelf,
en deze beheeren haar ook.
Tengevolge van de contributie van donateurs en dona
trices, van voorstellingen in den stadsschouwburg en de
bijdragen der leden, is de Maatschappij in staat aan 17
personen een jaarlijksche uitkeering van f 200 te doen.
Zij wenschte dit cijfer wel trapsgewijze te vermeerderen,
maar dan is de toetreding van meerdere kunstlievende
leden noodzakelijk.
Mogen velen zich daartoe opgewekt gevoelen!
Beroepen te Venhuizen ds. H. A. van der Meulen,
pred. te Kwadijk.
Bedankt voor het beroep naar Dedemsvaart door ds.
F. J. P. Moquette, pred. te Sneek.
De bevolking der gemeente Wieringen bedroeg op
31 Dec. 1875 1160 mannen en 1108 vrouwen, te zamen
2268 personen. In het jaar 1876 zijn geboren 43 van
het mannelijk en 37 van het vrouwelijk geslacht, te zamen
80 kinderen en overleden 19 van het mannelijk en 19 van
het vrouwelijk geslacht, te zamen 38 personen. In de
gemeente hebben zich gevestigd 8 m. en 15 vr., te zamen
23 personen en haar verlaten 32 in. en 23 vr., te zamen
55 personen. Zoodat de bevolking op 31 Dec. jl. bedroeg
1160 m. en 1118 vr., totaal 2278 inwoners, en vermeer
derde zij alzoo met 10 personen. Het getal huwelijken was 25,
als 21 tusschen jongmans en jongedochters, 2 tusschen
jongmans en weduwen, 1 tusschen een weduwnaar en een
jongedochter en 1 tusschen een weduwnaar en een weduwe.
De bevolking is naar de godsdienstige gezindheden verdeeld
als volgt: Ned. Herv. 1698, Evang.-Luth. 7, Doopsgez. 316,
Remonstr. 1, Chr.-Geref. 1, Roomsch-Cath. 254, Ned.-
Israëlieten 1.
In het jaar 1876 zijn te Wieringerwaard geboren
30 jongens en 21 meisjes, te zamen 51 kinderen; overleden
zijn 29 personen, waarvan 14 van het mannelijk en 15 van
het vrouwelijk geslacht. In de gemeente hebben zich
gevestigd 152 personen en haar verlaten 179 personen. De
bevolking, die op 31 Dec. 1875 bedroeg 1371, telde op
31 Dec. jl. 1366 personen en verminderde alzoo met 5
•personen. Het getal der huwelijken bedroeg 7. Naar
de verschillende godsdienstige gezindheden is de bevolking
verdeeld als volgt: Ned. Herv. 1135, Doopsgezinden 203,
Evang.-Luth. 12, R.-Cath. 12, Christ.-Geref. 4.
De bevolking der gemeente Alkmaar bedroeg op
31 December 1875 5788 m. en 6281 vr„ totaal 12,069
zielen. In 1876 zijn geboren 221 jongens en 231 meisjes,
totaal 452 kinderen. Er zijn overleden 171 m. en 173 vr.,
totaal 344 personen. Door geboorte en vestiging in de ge
meente vermeerderde de bevolking met 723 m. en 670 vr.,
totaal 1393 personen. Door overlijden en vertrek uit de
gemeente werd zij verminderd met 604 m. en 613 vr.,
totaal 1217 personen. De bevolking dezer gemeente bestond
alzoo op 31 December 1876 uit 5907 m. en 6338 vr.,
totaal 12,245 personen, waaronder 201 verpleegden in het
huis van opvoeding en verbetering. Er werden geboren
1 op 27; er stierven 1 op 35.6. Het getal der huwe
lijken was 116, als: 90 tusschen jongmans en jongedochters,
3 tusschen jongmans en weduwen, 15 tusschen weduwnaars
en jongedochters en 8 tusschen weduwnaars en weduwen.
Te Alkmaar is in. 't laatst der vorige maand gereed
nomen de inwendige vernieuwing van het kerkgebouw
der Doopsgezinde gemeente. Gedurende de vertimmering
hadden de godsdienstoefeningen dier gemeente in de Remon
stranten-kerk plaats. De zustesgemeenten van Amsterdam
en Haarlem hebben door hare ondersteuning met stoffelijke
middelen den zoozeer gewenschten herbouw van bedoeld
bedehuis mogelijk gemaakt. De vernieuwing heeft plaats
gehad naar het ontwerp en onder het toezigt van den
gemeente-architect, den heer du Croix, wien het gelukt is
htft ernstig karakter van een kerkgebouw te paren aan
doelmatige inrigting en de eischen van het schoonheidsgevoel.
In een week tijds zijn te Amsterdam vier politie
agenten wegens dronkenschap ontslagen.
Het Heiligerlee-monument verkeert in slechten toestand.
Het Hbl. verbaalt nu, dat prof. Stracké indertijd herhaaL j
delijk heeft gewaarschuwd, de goedkoope steensoort, waar- j
uit het is vervaardigd, niet te gebruiken; men deed het
toch en ziet nu de gevolgen. Ten behoeve der Alcmaria
j Victrix adviseerde prof. Stracké met meer succes. Ook voor
haar wilde men weder dienzelfden steen kiezen, maar het
aannemen van eene andere grondstof stelde onze beeld
houwer bepaald als voorwaarde voor zijne medewerking;
men gaf toe, en het Alkmaarsche beeld is bewaard voor
een lot als dat, hetwelk aan het Heiligerlee-monument
j ten deel valt.
In een beschouwing over onzen politieken toestand,
getiteld: illeden en morgenin het Januarij-nummervan
de Gids, zegt prof. Buijs, dat het conservatisme zich hier
te lande niet om beginselen bekommert en dat al de
staatsmans-wijsheid der conservatieven zich oplost in het
motto «niet te snel.»
Z. i. heeft de liberale partij bij het begrootingsdebat
getoond, dat er in haar nog altijd een frissche en jonge
kracht schuilt, welke verkwikt en opbeurt. Met lof gewaagt
hij van de redevoeringen van de hh. Kappeijne en van de
Putte, maar waarschuwend roept hij de thans weder geor
ganiseerde liberale partij toe: «wees voorzigtig. Onder de
liberalen toch,» zegt hij, «is het meer gezien, dat zij, schijn
baar innig verbonden als oppositie, droevig uiteenstoven,
zoodra het er om te doen was met vereende krachten op
te bouwen. Spoedig genoeg, roept hij den liberalen toe, zal
het bestuur van 's lands zaken weder in uw handen rus
ten wacht daarom met te juichen over uwe nieuwe orga
nisatie, totdat zij de vuurproef van een regeringspartij met
goed gevolg zal hebben doorstaan.»
Uit het bovenstaande, zegt het Vaderland, blijkt reeds,
dat prof. Buijs de dagen van dit ministerie geteld acht.
«Geen verstandig conservatief,» zoo schrijft de hoogleeraar
o. a. nog, «die zich meer illussiën maakt over den duur
van zijn regeringsbeleid. Niet alleen dat een nieuwe phase
van staatsbeleid nu reeds binnen elks gezigtskring ligt,
maar men kan ook met bloot en ongewapend oog enkele
van de figuren onderscheiden, die met deze nieuwe phase
op den voorgrond treden.»
Eenigen tijd geleden werd de vroedvrouw M. ter
hulp geroepen bij jufvrouw van der L., nadat deze te
voren de medische hulp van dr. P. had doen inroepen, die
echter niet was gekomen. Jufvr. M. vond de patiënte in
zeer gevaarlijken toestand, door bovenmatig bloedverlies,
en riep daarop schriftelijk nogmaals de hulp van den ge
noemden geneesheer in, met bijvoeging, dat de vrouw
stervende was. Dr. P. kwam intusschen niet in persoon,
maar gaf een recept mede voor een onschuldig drankje.
De vroedvrouw, oordeelende dat dit in den gevaarvollen
toestand der patiënte volstrekt geen hulp zou geven en
tevens ziende, dat de dood moest volgen, wanneer niet
onverwijld het bloed werd gestelpt zoodat de komst
van een anderen geneesheer niet kon worden afgewacht
gaf nu een middel, dat in haar bezit wasmoederkoorn.
De patiënte werd hierdoor behouden; doch toen dr. P.,
den volgenden ochtend persoonlijk komende, het restant
van dit poeder vond, deed hij aangifte van het voorgevallene,
waardoor nu ter dezer zake jufvr. M. teregt stond voor
de regtbank te 's Hage, beklaagd van het onbevoegd uit
oefenen van de geneeskunde.
In haar gehouden zitting heeft de regtbank in deze zaak
uitspraak gedaan. Zich grondende op het imperatief voor
schrift der geneeskundige wet, zag de regtbank zich ver-
pligt veroordeeling uit te spreken.
In aanmerking evenwel nemende, dat hier alleen in
strijd met de wet was gehandeld, ten einde zoo mogelijk
een menschenleven te behouden hetgeen dan ook ge
lukkig het geval is geweest was de regtbank van oor
deel, dat hier alleszins reden was voor het aannemen van
verzachtende omstandigheden en veroordeelde zij dan ook
jufvr. M. slechts tot eene geldboete van f 8.
En wat kreeg dr. P.? (D. v. 's Gr.)
Het Milanesche paardenspel zal te 's Hage eenige
voorstellingen geven. De tent zal worden geplaatst in den
tuin van het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen.
De meening, dat de exploitatie van het gemeente
badhuis tt Scheveningen in het vorige jaar een tekort
heeft opgeleverd, berust op eene vergissing, welke de com
missie van bijstand herstelt, door op te merken, dat alleen
op de raming een tekort bevonden werd. Overigens is op
de£dienst eene overwinst van f 5770.44| behaald.
Jl. Dingsdag hield de heer F. Corten, van Maastricht,
te Zuilen eene belangwekkende voordragt.
Het hoofdonderwerp was veevoeding. Spr. toonde aan,
wat onderhouds-voedsel en wat productief voedsel is, en hoe
dit overigens niet wetenschappelijk onderscheid toch zeer
nuttig is voor de praktijk. Daarna verklaarde hij, wat
men noemt overvloedige kracht- of intensieve voeding, en
wat ruime extensieve voeding, gebrekkige en honger-
(inanitie-voeding)bij welke twee soorten de eerstgenoemde
voedingswijze te pas komt, en welk de gevolgen van deze