Buitenland.
voedingswijze zijn voor de gezondheid. Daarna ging hij
over tot de hoeveelheid, die per 1000 KG. levend gewigt
vereischt wordt, en tot de zamenstelling daarvan, nl. het
gehalte eiwit of vleeschvormend en verwarmingsvoedsel
enz., welke wetenschappelijke begrippen hij op de meest
populaire en bevattelijke wijze omschreef, zorgvuldig ver
mijdende geleerde en technische uitdrukkingen.
Hij besloot met eenige opmerkingen over de veredeling
van 't veein 't eigen bloed of door kruising, over de
keuze van goede fokstieren, de erfelijkheid eener ruime
melkafzondering, den invloed van deze eigenschap op
't gestel, de verwantschapsparing, den invloed van
zware stieren op de ontwikkeling der vrucht voor en na
de geboorte, het matig gebruik en de passendste voeding
der stieren, de eerste opvoeding der kalveren naarmate
men aanleg tot melkgeving of vleeschgroei bevorderen wil,
de voeding in 't tweede jaar en 't tijdstip, waarop de
jonge dieren tot de paring kunnen worden toegelaten.
De voordragt werd door een belangstellend gehoor met
onverdeelde aandacht aangehoord. De gemakkelijke en
bevattelijke wijze van voordragen maakt de lezingen van
den heer Corten vooral zoo nuttig voor onze veehouders,
die uit het medegedeelde menige nuttige les kunnen putten.
De man, die te Antwerpen gearresteerd is als ver
dacht van de welbekende opligterij te Breda te hebben
bedreven, is te Botterdam, zoo als men het noemt, bekend
als de bonte hond. Zoodra men het geval te Breda uit de
dagbladen vernam, werd hij algemeen als de schuldige
aangewezen. Niemand anders dan Schoorl zoo hoorde
men van alle kanten is tot zoo iets in staat. Schoorl
heeft als derde stuurman voor de Maatschappij Nederland
gevaren: vandaar zijne bekendheid met de zaken dier
Maatschappij, die hein te Breda zoo goed te stade kwam.
Omstreeks den tijd dat de opligterij te Breda had plaats
gehad, werd hij weder te Rotterdam gezien. Is al wat
men hier van vele kanten hoort vertellen over de middelen,
die Schoorl heeft weten te gebruiken, om aan geld te komen,
waar, en het zijn overal de slagtofFers van wie men die
verhalen hoort, dan heeft de man een zeldzaam talent van
opligten, een vindingrijkheid in dit genre, die misschien
zonder voorbeeld is; ja, dan is hij een soort van genie.
Men mag er zich op voorbereiden, dat bij de behandeling
zijner zaak voor den regter hoogst merkwaardige dingen
voor den dag zullen komen. (M. Crt.)
Te Veere heerschen de pokken in hevige mate;
enkele personen zijn aan de gevolgen daarvan overleden.
In één huisgezin zijn in korten tijd 4 menschenlevens
door die vreeselijke ziekte weggerukt.
Het proefstation voor het onderzoek van zaden te
Wageningen, zal op 1 Febr. a. s. geopend worden. Wanneer
de zijvleugels gereed zijn, welke men nu nog zal plaatsen
aan het hoofdgebouw der Rijkslandbouwschool, zal ook het
onderzoek van meststoffen een aanvang nemen. Kleine
onderzoekingen geschieden voor Nederlandsche landbouwers
gratis; handelaars in meststoffen betalen echter eene kleine
vergoeding.
In 1876 werden bij het instructie-bataillon te Kampen
aangenomen 300 jongelingen, en zijn naar de regimenten
infanterie 232 korporaals-titulair vertrokken. De vorige
week werden nog een 20tal jongelingen in dienst gesteld,
en vertrokken 26 korporaals.
Als een niet alledaagsche bijzonderheid wordt mede
gedeeld, dat jl. Vrijdag aan de veemarkt te Leeuwarden
een stier, oud 2 jaar en 9 maanden, werd gewogen, die
762| KG. had bereikt. Het zware dier was door den
landbouwer J. Douma, te Oudega in Smallingerland gemest.
In de laatste Kersdagen had op de spoorlijn Gro
ningenLeeuwarden het volgende plaats. Een meisje uit
den fatsoenlijken stand ging voor de eerste maal per spoor
naar Leeuwarden. Men had haar gezegd, hoeveel en welke
stations zij passeren moest, maar vergeten haar attent te
maken op de halte Tietjerk. Toen de trein daar stilstond,
meende zij reeds te Leeuwarden te zijn, te meer daar de
dikbevrozen ruiten in de portieren haar het uitzien totaal
beletten. Zij zat alleen in eene dames-coupé en toen de
trein zich weder in beweging zette verkeerde zij in de
meening, Leeuwarden reeds gepasseerd te zijn. Een
onwederstaanbare angst maakte zich van haar meester,
daar zij niet wist, werwaarts ze gevoerd werd, en die angst
nam zoo toe, dat zij het wanhopig besluit nam, uit den
waggon te springen. Met veel moeite gelukte het haar
het portier te openen en na hare bagage naar buiten
geworpen te hebben deed zij den noodlottigen sprong.
Bewusteloos bleef zij geruimen tijd op den weg liggen,
totdat zij door eenige mannen gevonden werd, die haar
naar Leeuwarden bragten. Daar liefderijk verpleegd, is
zij na verloop van circa eene week naar hare betrekkingen
teruggekeerd. Zij is aan het voorhoofd en den eenen
arm vrij ernstig gewond, maar er overigens ongedeerd
afgekomentot onze blijdschap vernemen wij, dat zij zich
op dit oogenblik zeer wel bevindt en dat de bekomen
wonden genezende zijn.
Het eertijds aan eiken geboomte zoo rijke Drenthe
verliest meer en meer de eerwaardige groepen boomen,
die het eentoonige der uitgestrekte heidevelden op zoo
aangename wijze wegnamen.
De hooge prijs van het hout verlokt velen om er den
bijl aan te leggen, maar 't zijn de kunstwegen en vooral
de kanalen, die meer beweging in den houthandel bragten.
Een eik toch, die een paar uur van een kanaal wordt
verkocht en tien gulden opbrengt, omdat hij langs schier
ongebaanden zand- of modderweg dikwerf met 4 paarden
moet getransporteerd worden, is f 40 waard als een kanaal
in zijne nabijheid komt.
In de jongste jaren is men in de dorpen begonnen de
marktgronden met eiken telgen te bepoten, en zoo zal in
de toekomst Drenthe zich weêr mogen verheugen in een
geboomte, dat zoo vele schilders aanleiding gaf om dit
gewest te bezoeken en ons zulke heerlijke landschappen
op het doek aan te bieden. D.)
Door de algemeene commissie tot leniging van rampen
door watersnood in Nederland is rekening en verant
woording gedaan. Het totaal der bij de ramp van het
vorig jaar ingekomen bijdragen, met inbegrip van rente,
saldo in kas, saldo's van andere coinmissiën, bedraagt
f 263,720.57, dat der uitgaven f 254,594.62. Het saldo van
f 9125.88 zal gevoegd worden bij het bestaand kapitaal,
waarvan bij de jongste ramp niets behoefde afgenomen
te worden.
Een twaalfjarige dichter. Drie gedichten van
P. A. De Génestet, op twaalfjarigen leeftijd vervaardigd.
Uitgegeven door P. J. Andriessen. Amsterdam C. L.
Brinkman. De heer Andriessen, door eene vriendelijke
hand in 't bezit gesteld van dit drietal verzen, heeft onge
twijfeld den bezitters van de Génestet's dichtwerken geen
ondienst gedaan met ze in 't licht te geven, te meer omdat
er thans alleen van hem bekend zijn van zijn zestienjarigen
leeftijd. Deze verzen zijn door de Génestet vervaardigd
toen hij van 1842 tot 1843 een korten tijd interne was
op de kostschool van den heer Kapteyn te Barneveld, en
toegang had tot eene familie, welk een buiten in de nabij
heid van het dorp bewoont. Blijkt er uit dat de Génestet
dichter geboren was, een familiare brief, die tevens wordt
medegedeeld, kan ten bewijze strekken, hoe geestig en
tevens kinderlijk eenvoudig de knaap zich in proza uitdrukte.
Don Carlos heeft eenige dagen te Athene vertoefd,
waar hij aan het hof met groote voorkomendheid ontvan
gen is. De Koning had een zijner officieren ter zijner
beschikking gesteld.
Een berigt van den 4 dezer uit Konstantinopel meldt,
dat Don Carlos daar was aangekomen.
De Xew-ÏTorksche handwerksman.
De zonderlinge, bijna onverklaarbare politieke toestand
der groote republiek van de nieuwe wereld, is wel geschikt
geweest een tijd lang de aandacht af te wenden van den
economischen toestand, maar de schrikkelijke feiten, die
zich in den laatsten tijd in New-York en elders voordoen,
dwingen zelfs den onverschilligste zijn aandacht te vestigen
op den toestand van den handwerksman in Amerika. Wij
meldden reeds vroeger met een enkel woord hoevele
honderd-duizenden van werklieden ledig loopen in de
Yereenigde Staten. Tot halverwege December hadden
deze ongelukkigen nog maar te worstelen tegen den honger;
onder dak te komen en een maaltijd te hebben was hun
hoofdzorg. Sedert 18 December komt de koude hunne
ellende vergrooten. 't Zijn vreeselijke dagen voor een
hongerig man, gedwongen op straat te verblijven zonder
uitzigt dat hij des avonds, doodaf, uitgeput van gebrek, na
zijn lang, doelloos rondzwerven gedurende de zich traag
voortslepende uren, een plaats zal vinden waar hij 't hoofd
zal kunnen neerleggen. Ellendiger dagen nog zijn 't voor
den ongelukkigen werkman die met vrouw en kinderen in
't wanhopig ledig, kil vertrek zit zonder voedsel, zonder
brandstof. De beschrijving van den New—Yorkschen hand
werksman zonder werk is eentoonig. Is hij vrijgezel, zijn
eenige bezigheid is, middelen te vinden om den tijd te
dooden, want 't vooruitzigt op werk heeft hij reeds lang
moeten opgeven, tótdat het uur daar is waarop hij in 't
politie-bureau een schuilplaats voor den nacht kan vinden.
Natuurlijk tracht hij in dien tusschentijd een mond vol
eten op te loopen, maar dat is dan ook het einde van zijn
streven. In de woning van den gehuwden man is 't ook
steeds 't zelfde gezigt, 't is altijd dezelfde kille kamer,
dezelfde naaktheid der wanden, 't zelfde sobere onontbeer
lijke huisraad, dezelfde neêrslagtigheid in de houding van
de vrouw, dezelfde ontbering, neen honger te lezen op 't
uitgeteerd gelaat der kinderen.
De politie schijnt tot dusverre geen moeite te hebben
met de ongelukkigen. De beste, de meeste handwerks
lieden willen niet om onderstand vragen, willen niet dat
de ellende, die zij en hunne huisgezinnen lijden, publiek
gemaakt wordt. Overwinnen zij eindelijk die zucht tot
geheimhouding, dan nog gaan zij zeiven niet. Hunne
vrouwen of volwassen dochters gaan er op uit en pijnlijken
indruk maakt wat dezen hebben mede te deelen.
Een reporter van de New-York Herald begaf zich den
tweeden kouden dag van December midden onder de nood
lijdende arbeidersklasse. Maar 't kostte hem moeite om
hen aan 't spreken te krijgen over hun eigen lijdenwaar
schijnlijk, zegt de reporter, omdat zij geen woorden kunnen
vinden om de ellende te beschrijven die zij gevoelen.
Geven wij een deel van 't gesprek weêr dat hij met een
hunner, een vrijgezel, had.
«Maar als gij geen werk, geen thuis en geen geld hebt,
hoe zult gij dan vandaag aan voedsel komen?»
«Ik zal wel weêr een paar beschuiten krijgen in de
tapperij die ik vroeger bezocht.»
«Moogt gij daar dan zoo lang blijven als ge wilt?»
«Ja, wij zijn met ons tienen of twaalven die daar komen;
wij zouden al lang van gebrek zijn omgekomen als wij van
de tapperij niet een soort van hoofdkwartier maken mogten.
En de kastelein maakt het niet veel uit of wij er zijn of
niet, want er is toch niet veel te doen, er gaat nergens in
de tapperijen veel om, zou ik denken.» En op andere
vragen, die wij niet allen mededeelen en die misschien
alleen een Amerikaansche reporter met zooveel vasthou
dendheid durfde doen, vertelde de man, dat hij een lood
gieter van zijn ambacht was, maar even goed geen ambacht
zou kunnen verstaan, want in 9 maanden was hij niet in
de gelegenheid geweest het uit te oefenen; dikwerf had
hij twee dagen aaneen niets gegeten dan een paar
beschuiten en den nacht loopende op straat doorgebragt
tot de tapperij open ging, en dan wandelde hij niet alleen,
maar vond op straat honderden van lotgenooten. En toch
hij als vrijgezel had het niet. zoo erg als de huisvaders.
Een man alleen loopt nog ligt wat op, maar hoe tevens
voor vrouw en kinderen te zorgen? Naar 't werkhuis
gaan? Nooit! Daarheen gaat geen eerlijk man, en toch
van verreweg de meeste arme werklieden verneemt niemand
iets van hun toestand, behalve hunne buren. Yoor deze
kunnen zij hunne armoede niet verbergen.
De reporter wist ook den vader van een huisgezin te
bewegen een en ander los te laten. Yooruitzigten? Wij
hebben geen vooruitzigt hoegenaamd. Nooit waren de
tijden zóó slecht. Mijn vrouw en drie kinderen hebben
in de laatste maand herhaaldelijk honger geleden; ik
moest zelfs de kinderen van de school houden uit vrees
dat zij er flaauw zouden vallen of ziek worden en ik wil
niet dat er met mijn naam te koop wordt geloopen. Wat
ik doen zal? Ik weet het niet. Ik ben als een drenkeling,
die alleen om oogenblikkelijke redding denkt. Somtijds
redeneer ik bij mijzelf, dat er iets voor ons gedaan moet
worden. Er loopen zooveel duizenden van ons zonder werk
dat het onmogelijk is het na te laten. Maar wie het doen
moet.... ik weet het niet. Ik zie wel in, dat er bitter weinig
kans op is dat de stadsregering iets voor ons doen zal, en
wat de rijke klasse tot dusverre gedaan heeft is niet de
moeite waard. Maar dit is zeker, wij moeten kort aan
dringen op werk. En wanneer meer dan 50,000 man te
gelijk om werk moeten vragen, dan kan zoo iets maar niet
zonder er eenige aandacht aan te schenken voorbij gegaan
worden. Wij zijn redelijk genoeg. Ieder fatsoenlijk hand
werksman ziet zeer goed in, dat er in geen enkele tak van
bedrijf leven is en dat de rampzalige politiek 't nog erger
maakt. Wij begrijpen dat wij ons deel moeten hebben in
de algemeene ramp; maar wij lijden reeds zoo lang en 't
wordt nu zoo erg. Wij zijn bedachtzaam en vredelievend.
Wij hebben niet de zonderlinge denkbeelden omtrent onze
regten en verongelijkingen die sommige buitenlandsche
werklieden hebben; maar als het gevaar dreigt dat een paar
honderdduizend personen, en zooveel tellen wij stellig met
vrouwen en kinderen mede, van honger moeten sterven, dan
moet er toch een middel gevonden worden om ons, hoe
dan ook, brood te verschaffen.»
De reporter merkt zelf aan dat hem duidelijk geworden
was dat de armoede reeds haar gewonen demoraliseerenden
invloed deed gevoelen; hij vond niet meer de geestkracht
die den Amerikaanschen handwerksman kenmerkte; hulpe
loosheid, volslagen moedeloosheid waren zijn deel geworden.
(N. Rott. Crt.
Benoemingen, enz.
De luit. ter zee 2de kl. E. D. Kits van Heijningen, laatst
behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en vandaar den
30 Dec. jl. teruggekeerd, is met dien datum op non-activiteit gesteld.
Frankrijk.
Het kostbaarste nieuwjaarsgeschenk, zoo melden de
Parijsche bladen, is zeker wel, dat in de rue de la Paix
door denmarkies van Westminster is gekocht en bestaande
in een snoer van diamanten van het zuiverste water. Dit
eenvoudig geschenk heeft maar 950,000 fr. gekost. Voor
wie het bestemd wast/iat is the question!
Billoir, de man, die van den moord der vrouw ver
dacht werd, wier in stukken gehouwen ligchaam vóór
eenigen tijd bij Parijs uit de Seine werd opgehaald, heeft,
zoo als wij reeds in ons vorig nommer mededeelden, ten
laatste zijne schuld bekend. Hij verklaart, dat zijne bijzit
op een avond beschonken tehnis kwam, waarop een twist
ontstond en zij, opzettelijk of bij ongeluk, een glas brak,
op hetwelk hij hoogen prijs stelde. Toen zij bukte om
het op te rapen, gaf hij haar een schop tegen de borst en
zij viel levenloos neder. Na den geheelen nacht en een
deel van den volgenden dag bij het lijk te hebben door
gebragt zonder te weten wat hij er meê beginnen zou,
sneed hij het in stukken, sloeg den ruggegraat met een
beitel en hamer door, wierp de ingewanden weg op eene
plaats waar zij sedert gevonden zijn, wikkelde eenige
stukken van het ligchaam zaam en begaf er zich zelf meê
naar de Seine. Den volgenden nacht deed hij hetzelfde
met het overschot. Zooals men weet is de zaak weken
lang een raadsel gebleken. Billoir werd in hechtenis ge
nomen om geene andere reden dan omdat zijne bijzit ver
dwenen was. Opmerkelijk is het, dat het door hem
bewoonde huis nog aan andere gezinnen ten verblijf strekte
en dat noch deze, noch de conciërge iets van den moord
hadden bespeurd. In hoever de thans door den mis
dadiger afgelegde verklaringen waarheid behelzen, zal
natuurlijk nog nader moeten blijken.
Dnitschland.
Te Klaussnitz bij Sayda, in het koningrijk Saksen,
heeft een doctor den 2 dezer zijn honderdsten verjaardag
gevierd. Nog onlangs zette hij een zijner patiënten den
arm in 't lid.
Te Kirchheim, in Wurtemberg, is in den Nieuwjaars
nacht eene poging aangewend om het huis van den schout
Heim in de lucht te doen springen. De aanslag is grooten-
deels gelukt, daar drie slaapvertrekken en de keuken totaal
vernield zijn. Opmerkelijk is het, dat ofschoon de bewoners
(zes personen) te bed lagen en bij de ontploffing onder
puin en balken werden bedolven, allen nagenoeg zonder
letsel er uit zijn gekomen. In een ander gedeelte van het
huis jVond men twee hoeden en een gedeeltelijk verbrand
vest. Ten gevolge van deze vondst zijn twee personen in
hechtenis genomen. Inmiddels heeft de openbare autoriteit
eene premie van 500 mark op de ontdekking van den dader
uitgeloofd.
Raslud.
Omtrent de ontzettende koude, die in Petersburg
heerscht, wordt aan de Post geschreven, dat sedert 153 jaren
in Rusland geen zoo koude winter is geweest.
Zoo ernstig is de financiëele crisis in Rusland, dat
het gemeentebestuur van Odessa, een der rijkste steden
van het land, verklaard heeft niet in staat te zijn, de
salarissen der stedelijke ambtenaren te betalen. Dit berigt
deelt de Times mede.
Sedert de troonsbestijging van Keizer Alexander is
het Russische Rijk met ongeveer 200 millioen hectaren of