HELUEltSCHË
M NIËUWEDIEPER COURANT.
1877. N°. 5.
Vrijdag 12 Januarij.
Jaargang 35.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
B i n n e n I a n d.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt lJiiigsdij;, Donderdag en Zatardag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.80.
franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Ilureau: HOLBHP1EII S°. 163.
Prijs der Ad verten tiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Klken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indlë. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Batavia en Padangte ver
zenden per mailboot CONRAD, geschiedt voor drukwerken
den 12 dezer, na aankomst van trein III (Noordhollandsche
spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 13 dezer,
na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens.
Er blijft niet veel poëzie over in de wereld! Of het
zoo schijnt, omdat we, ouder wordende, de ontvankelijkheid
voor het dichterlijke verliezen, of dat dit tranendal werke
lijk in steeds toenemende mate een dal van cijfers en
prozaïschen levensstrijd wordt, zouden alleen de jongeren
onder ons bevoegd zijn te beoordeelen.
Maar wij voor ons zijn blijde, dat wij de Arabische
nachtvertellingen reeds genoten hebben, en dien schat van
Oostersche verbeelding en weelderige dichtkunst niet meer
behoeven open te slaan.
Want ons genot zou niet onvermengd meer zijn.
Evenals bij de Génestet, de wetenschap en het geloof in
onmin geraakten, zoo zou onze kennis van de Turksche
toestanden van heden, ons geloof aan de dichterlijke wereld
van den duizend en één nacht onmogelijk maken.
Arme, vervallene Turk! De zieke man in Europa is
hij lang geweest! Sedert hij, met den Krim-oorlog, zich
overgaf aan de zonde der Christelijke staten, het schulden
maken, en een plaats vroeg aan de beurs, waar de volge
lingen van Mahomed verdrongen raken door de kinderen
van Israël, is hij ziek geworden. Maar eene zieke op
zijne eigene Turksche manier, als waar fatalist de zaken
latende loopen zooals zij wilden, en de steeds toenemende
verwarring in zijne organen en leyensfnnctiën aanziende
met die berustende verbazing, die alles draagt, en zich
alleen verbaast, dat zoo Allah's wil is.
Maar hoe ziek ook, Turk bleef hij, zijn naam, zijn
geloof, zijne overleveringen, zijn praedestinatie-leer en zijn
noodlot getrouw; even fier tegenover de ongeloovigen, als
in zijne gezonde dagen, de «giaours» even innig verach
tende, evenzeer gehecht aan zijne eigene beschaving, die
met de West-Europesche naauw eenige punten van aanraking
heeft. Soms in perioden van crisis, sloeg de zieke op de
ongeloovigen los, zooals hij gedaan zou hebben in vroeger
tijd: brandde, plunderde in Bulgarije, voerde vrouwen en
vee weg uit de Herzegowina, en vocht tegen de als Serviërs
verkleede Russen met den ouden geloofsmoed, die eens
de groene vaan van den profeet tot in Spanje droeg.
Men zou meenen, dat waar zulk eene ziekte te behan
delen valt, en de diplomatie van Europa zich medische
kennis genoeg toekent om zulk een patiënt te genezen,
de geneesmiddelen overeenkomstig het gestel van den
patiënt zouden zijn, en de met ridderorden behangen
doctoren beginnen zouden met eene studie van het kranke
ligebaam.
Maar wie had kunnen denken, dat de vergaderde wijsheid
van het in congres vergaderde Europa neêr zou komen
op het kwakzalvers-middel, het kermis-panacée der staat
kunde sedert 1848, constitutioneele regten. Dat men
Turkije zou meenen te kunnen genezen met deze
wonderzalfl
Turkije geeft zich eene constitutie volgens het model
1848, schijnbaar vrijwillig, pour sauver 1'honneur, maar
inderdaad onder de pressie der groote mogendheden, die
in Konstantinopel, in het huis van den Turk, vergaderen
om het lot te beslissen van den Turk, zonder den Turk.
Turkije zal nu constitutioneeler zijn dan Rusland, dat
al zijne liberaliteit uitgeeft voor Turkije, zoodat het niets
overhoudt voor zijne eigene onderdanen, niets voor de
Polen, niets voor de naar Siberië verbannenen, niets voor
de Moujiks, over wie de algetneene dienstpljgt zijne zege
ningen uitstort. Constitutioneeler dan Oostenrijk, dan
Pruissen vooral, waar de constitutie een man is, en met
ééns mans dood, met Bismarck's leven of sterven, staat of
valt, even constitutioneel als Nederland en België, waar
deze regeriugs-methode ontaard is in een papiermolen en
woordenfabriek, even constitutioneel als Engeland, waar,
gelukkig Engeland! de constitutie niet opgeschreven is,
maar een levend deel uitmaakt van de overtuigingen
des volks!
Maar TurkijeEen eerwaardig grijsaard in een vrouwen
rok, een diplomaat in een bedelaars-mantel, «Murphy» met
den overjas van Tom Pouce!
De Europesche diplomatie voert in Konstantinopel een
comediestuk op, en waarschijnlijk is het, dat zij weet, dat
zij niets doet dan comedie spelen.
Zij stelt aan het onbeschaafde Mahomedaansche Sultanaat
eischen, die ter naauwernood een beschaafde Westersche
staat zou kunnen vervullen. Rusland zelf zou zijn
Tartaren in de Krim, zijn kozakken langs den Donau,
zijn Kirgisen en barbaarsclie Aziaten niet kunnen regeren
op eene wijze als zijn gezant eischf, dat de Porte zijn
woeste Bulgaren, zijn gemengde bevolking in Europa,
en zijn zwervende stammen in Klein-Azië in orde zal
houden.
Is er een dwazer^eisch, dan de toepassing van constitu
tioneele begrippen, van gelijkheid van godsdiensten, van
verkozen afgevaardigden, van gelijke regtspraak voor allen
naar dezelfde beginselen, in een land, waar naast elkander
bevolkingen wonen, onderscheiden in geloof en afkomst,
in zeden en taal, gescheiden door rassenhaat en godsdienst,
een land waar het onderwijs op het nulpunt staat, de
overgroote meerderheid lezen noch schrijven kan, waar
het postverkeer zelfs op de hoofdlijnen door boden te
paard eens per maand wordt uitgeoefend, en de enkele
spoorwagens en telegraphen als verdwaalde brokstukken
eener uithcemsche beschaving geworpen zijn te midden
eener bevolking die er niet rijp voor is.
Soms wisselen de heeren diplomaten hunne voorstelling
af door elkander en het publiek voor den gek te houden.
Het voorstel om Belgische misschien wel Nederlandsche
bezettings-troepen, onder den naam van gendarmerie, met
of zonder Turksche officieren, 'in Bulgarije te leggen, tot
waarborg van de door Turkije op zich te nemen verplig-
tingen, was blijkbaar zulk eene internationale spotternij,
die niemand, tenzij hem de natuur met eene overmaat van
naïviteit begaafd hebbe, in ernst zal hebben opgenomen.
Of Turkije de voorstellen aanneemt, die de Europesche
wijsheid haar voorlegt of ze verwerpt, of de Porte de
medicijn slikt, of er zijne doctoren mede laat zitten, doet
er eigenlijk zeer weinig toe. Onuitvoerbaar zijn ze toch.
Alleen reserveert zich Rusland, door deze voorwaarden te
stellen, ten allen tijde een casus-belli. Immers onuit
voerbaar zijnde, zullen zij niet worden uitgevoerd, en ten
tijde wanneer zulks Rusland gelegen komt, kan die niet—
uitvoering een voorwendsel zijn tot den lang voorbereiden
aanval.
Dat men dat wil, schijnt duidelijk. Immers wanneer
de Porte algemeene hervormingen zoogenaamd uit eigen
aandrift in eene constitutie opneemt, is dat der mogend
heden niet genoeg. Niet om de zaak, maar om den vorm
is het te doen: die hervormingen moeten opgenomen worden
in een tractaat, waardoor de mede-contracteerende mogend
heden zich een regt van toezigt en interventie verschaffen.
Waartoe zal nu dit comediespel leiden? Naar onze
overtuiging stellig nergens toe. De vraag of de oorlog
zal worden verklaard, is geheel onafhankelijk van het
congres, dat in Konstantinopel vergadert. Ridet augur
augurem adspiciens, de eene waarzegger kan den anderen
njet aanzien zonder lagchen, beweerden de Romeinen.
A,ls de diplomaten aan de Bosphorus zonder glimlach
vergaderen, dan hebben zij het in de kunst van «zich
goed te houden» verder gebragt dan de Romeinsche auguren
in hunnen tijd.
De kracht, die Turkije heeft ontwikkeld, schijpt, en
hiermede komen wij op het terrein der vermoedens, waarop
vergissingen even mogelijk zijn, als zekerheid moeijelijk
te verkrijgen is, Rusland niet te zijn medegevallen, en
evenmin de moeijelijkheden om uit het uitgestrekte Rus
sische Rijk met zijne dun gezaaide bevolking en weinig wegen,
een leger met het daarbij behoorende geschut, proviand
en krijgs—materieel, aan den zuidwester grens bijeen te
brengen. Ook zullen de bezwaren van een winter-veldtogt
Rusland tot matiging nopen. Maar deze beide laatste
redenen zullen wel tot verlenging der onderhandelingen
en tijdelijk toegeven nopen. Doch zij zullen ons den vrede
en die is noodig in dezen tijd van stilstand en crisis
en industrie en verkeer niet verschaffen.
Als de vrede behouden blijft, dan zullen wij liet aan de
eerste der genoemde redenen te danken hebben, aan de
overtuiging, dat Turkije veel sterker is en een veel gevaar
lijker vijand, dan men verwacht én gemeend had.
Wij gelooven, dat Turkije in een oorlog tegen Rusland,
op eigen grondgebied gevoerd, zeer sterk zou zijn.
Misschien eischt dit eenige verklaring.
Het is waar, een beschaafde staat, zonder crediet, zonder
geld, gedesorganiseerd, wat zijn inwendig bestuur betreft,
als de Porto, zou geheel magteloos zijn. Ook Turkije
zou het zijn om een regelmatig leger buiten de grenzen
te zenden en te onderhouden als in den Krim-oorlog.
Maar dit alles weegt ter naauwernood in de schaal, als
het geldt een inval van ongeloovigen op het grondgebied
van den profeet terug te slaan. Dan kan zelfs in zekere
omstandigheden een bron van kracht worden, wat in ieder
ander geval tot magteloosheid zou doemen. De beschaving
van Turkije, voor zooverre daarvan sprake kan zijn, be
weegt zich aan de oevers van de Middellandsche Zee, en
in enkele groote steden in het binnenland. De groote
meerderheid der bevolking wordt gevormd door een woest
onbeschaafd, maar krijgshaftig en fanatisch landvolk, dat
niets te verliezen heeft. Over welke hulpbronnen Turkije
te beschikken zoude hebben, welke kracht het aan Azië
zoude ontleenen, als het gelukte de Muzelmannen te
brengen onder de vaan des profeets als voor een heiligen
oorlog, hoe de krijg op het schiereiland van den Balkan
het sein zoude kunnen worden van opstanden in de pas
door Rusland onderworpene gewesten in Azië, welke hulp
in geld en personen Turkije uit Klein-Azië zoude kunnen
trekken, ja overal vandaan, waar de leer van Mahomed
aan de bevolking den strijd tegen de ongeloovigen tot
pjigt zoude maken, dit alles is moeijelijk te berekenen,
onmogelijk in cijfers te brengen, maar zou toch ver-
moedelij'k een magt vormen, geducht genoeg om moeijelijke
oogenblikken te bezorgen aan Rusland, den kolossus, die
echter, een groot staatsman heeft het gezegd, leemen
voeten heeft!
Hoop op het behoud van den vrede? Ja! Maar niet
door het guichelspel eener Turksche constitutie, niet door
de voorstellen en tegenvoorstellen der diplomaten, maar
omdat het Mahomedanisme, het levensbeginsel van den
«zieken man,» nog magtiger is, dan begeerige naburen
wel meenden
HELDER en NIEUWEDIEP, 11 Januarij.
Als aanvulling van ons berigt aangaande het te verwachten
liefdadigheids-concert, moeten wij nog melden, dat zich
daarop ook een orchest zal doen hooren, p. m. 35 execu
tanten sterk. Die getalsterkte wordt verkregen, door de
vrijwillige en belanglooze medewerking van alle leden van
het stafmuziekkops der Marine, aan welke kern zich de
dilettanten, de heeren Polak, enz., welwillend hebben
aangesloten.
Als men nu nog daarbij weet, dat sommige ontbrekende
krachten door eenige heeren uit Alkmaar (waaronder de
heer Otto) en door het muziekkorps van liet 7de reg.
ipfanterie uit Amsterdam zullen worden aangevuld, en dat
d? repetitiën, onder leiding van den heer Götz, reeds in
vóllen gang zijn, dan gelooven wij, dat de orcheststukken
zeker tot de beste nummers van het programma zullen
béhooren.
De inteekenlijsten zijn reeds in circulatie en liggen in
de sociëteiten Eendragt, Marine-Club en Harmonie.
Vrijdag den 19 dezer zal door het gunstig bekende
tooneelgezelschap, onder directie van de heeren Prot en
Kistemaker, in Tivoli worden opgevoerd: de vermakelijke
opera-bouffe Girojié Girojla. We vertrouwen dat de
heer van Hoolwerff een flinke opkomst zal hebben, te
meer daar de geestige acteur, de heer Henri Morriën,
als gast de hoofdrol zal vervullen.
De koninklijke bewilliging is verleend aan de acte
van oprigting der naamlooze vennootschap: «Vlissingsche
Zeevisscherij,» te vestigen te Vlissingen, ten doel hebbende
liet reeden en uitrusten van vaartuigen, ter uitoefening der
visscherij in de Noordzee. Het kapitaal der vennootschap
bedraagt f 20,000.
Het jongste zoontje van HH. DD. HH. Prins
en Prinses von Wied, is aan een ernstige ongesteldheid
lijdende.
De heer J. L. Nierstrasz schijnt langzaam in beter
schap toe te nemen.
Het Zondagsblad berekent in zijn overziet der
fondsenmarkt over 't afgeloopen jaar, dat, als men het bezit
der Russische fondsen in ons land schat op 800 a 1000
millioen gulden, daarin bij eene waarde-vermindering van
lOpCt., 80 k 100 millioen gulden zal zijn verloren. Voegt men
hierbij de waardevermindering der Oostenrijkschefondsen, van
Turken, Egypten,Peruanen,IllinoisCentralenz.,dan bereikt het
totaal der waardevermindering van de fondsen een zeer
hoog bedrag en kan het jaar 1876 voor de fondsenhouders
dus een allernadeeligst jaar worden genoemd.
Niettegenstaande in 1876 tot de predikdienst in de
Ned. Herv. kerk toegelaten zijn 44 candidaten, zijnde 9
meer dan in 1875, zijn er bij den aanvang dezes jaars
toch 190 predikantsplaatsen vacant. De candidatenlijst telt
nog 18 namen, waaronder een zevental van 1863 en vroeger.
Aangenomen het beroep naar Ammerstol door ds.
J. H. L. Bouman, pred. te Kolhorn.
Men schrijft ons van Texel, dd. 9 dezer:
«Het bergloon der lading van de Iceland is tusschen
assuradeuren en visschers geregeld. 25 pCt. der getaxeerde
waarde zal hun worden uitbetaald; tot heden is er geborgen
f 100,000, zoodat 25 mille onder de visschers verdeeld zal
worden. 250 deelen zijn er, zoodat ieder f 100 beuren