HELDERSUHE
EN MEI WEDIEPER COURANT.
1877. N°.14.
Vrijdag 2 Februarij.
Jaargang 35.
Algemeen Nienws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
WAARSCHUWING
TEGEN HET GEVAAR VAN
Binnenland.
„W ij huldigen
het goed c."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag e
Abonnementsprijs per kwartaal
Zatnrdag namiddag,
fronco per post
1.80.
1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 16.1.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Blken Donderdag: vertrekt de mail naar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
VAN DEN GENEESKUNDIGEN KAAD VAN NOORDHOILAND
Arsenikgroen, ia den handel onder de namen Parijschgroen,
Schweinfurtergroen, enz. bekend, is een hoogst gevaarlijke
rerbintling van koperoxyde niet Arsenikzuur (wit rattenkruid).
Als groene verfstof van vele huishoudelijke zaken, komt het
bijna in ieder gezin voor, waar het aanleiding kan geven tot het
doen ontstaan van slepende ziekte-toestanden, die niet altijd zoo
kenmerkend optreden, dat hun oorzaak spoedig is te ontdekken.
Het genoemde Arsenikgroen, dat, zoowel om zijn geringen
prijs als om zijn fraai groene kleur, gezocht is, lost in Ammonia
met een blaauwe kleur op, waaruit het, bij verdamping van deze,
vuilgroen terug blijft.
Deze eenvoudige proef kan door iedereen worden toegepast,
door op de verdachte kleur, waar en hoe ook aangebragt, enkele
druppels van genoemde Ammonia eenigen lijd te laten inwerken.
Bij tegenwoordigheid van Arsenikgroen wordt de Ammonia donker-
blaauw gekleurd en droogt, op wit papier overgebragt, vuil
groen op.
Het Arsenikgroen laat zich daarenboven erkennen doordien
het steeds als papverf op de stoffen is aangebragt en bij schuren
of wrijven van het weefsel, daarvan gemnkkelijk loslaat.
Bij den minsten twijfel echter vrage men het onderzoek van
een deskundige, opdat men niet roekeloos, tot schade van zichzel ven
en zijn gezin, een gevreesden vijand in zijn woning binnenleide.
De volgende in de huishouding voorkomende zaken bevatten
zeer dikwijls deze gevaarlijke kleurstof:
a. Behangselpapier en papieren rolgordijnen;
b. Muur- en plafond verven
c. Vloerzeilen en daaronder de in den laatsten tijd ingevoerde
soort (Lenoleum);
d. Meubelsitsen voor gordijnen, enz.
e. Sitspapieren, zoowel de soorten die vaak voor omslagen
van boeken, voor brieven-enveloppes, enz. gebruikt worden, als
'de meer dikkere, waarvan lampenkappen en etiquetten vervaardigd
en doozen mede beplakt worden
Japonnenstoffen (Tarlatan), alsmede de bij het verven
aangebragte moesjes
ff. Groengekleurd Speelgoed, Kunstbloemen, groene
blaadjes voor Suikerwerk, enz.
h. de groene blokjes der waterverfdoozen.
Behalve het groote gevaar van vele dezer zaken voor kinderen,
die de voorwerpen in den mond nemen en het schadelijke vergift
derhalve direct in het ligchaam brengen, bestaat er, zelfs zonder
onmiddellijke aanraking met die stoffen, gevaar van groot nadeel
voor de gezondheid, daar vele dezer voorwerpen, als behangsel
papieren, papieren rolgordijnen, enz., door allerlei invloeden
hun arsenikgehalte, in den vorm van fijne stofdeeltjes, of als een
zeer gevaarlijke gasvormige verbinding, in de omgevende lucht
verspreiden, om bij de ademhaling onbemerkt te worden opgenomen.
Er zijn intusschen ook onschadelijke groene kleurstoffen, waar-
ouder de meer donkergroene kleuren, zooals van damast, tafel-
kleeden, lakenstoffeD, enz. mogen gerekend worden, die het mogelijk
maken, dat er, zonder gevaar, enkele groengekleurde voorwerpen
in de huishouding kunnen toegelaten worden.
Aldus vastgesteld in de vergadering van den Geneeskundigen
Raad voor Noordholland.
Amsterdam, 19 December 1876.
De Geneeskundige Inspecteur voor Noordholland,
J. PEN N.
HELDER en NIEUWEDIEP, 1 Februarij.
Er is iets loffelijks, iets geestverheffends gelegen in het
geven van muziekale uitvoeringen, omdat werkelijk goede
muziek den mensch veredelt en ieder individu ontvankelijker
maakt voor edele indrukken. Wanneer echter de kunst
dienstbaar gemaakt wordt tot leniging van onzen lijdenden
natuurgenoot, dan voorzeker hebben zij, die hunne talenten
daartoe geven, de meest mogelijke aanspraak op dankbaar
heid en op moreelen en intellectueelen steun. Dat het aan
beiden op Hollands Noordpunt niet ontbreekt, ontwaarden
we Dingsdag 11. in de zaal Musis Sacrum. Een flink orchest,
zamengesteld uit de leden van het marine-muziekkorps,
uit dilettanten van deze en andere gemeenten, opende de
rij der welgekozen nommers van het programma en onder
scheidde zich gedurende den. concert-avond door flinke
uitvoering der ensemble-stukken. Het zoude ons te ver
leiden wanneer we elk nommer wilden bespreken, maar,
ofschoon noblesse oblige, meenen wij de tolk te zijn van
alle aanwezigen, wanneer wij hier onze openlijke hulde
brengen aan de dames en heeren die zich zoo bereidvaardig
hebben getoond om als solist, of medewerkend in de
ensemble-stukken, op te treden. Dat allen, zonder uit
zondering, voor hunne taak berekend waren, werd bewezen
door de diepe stilte en de meest mogelijke attentie die
zich bij elk nommer voordeed. Zoowel de sopraan-soli als
de mannenkooren, zoowel de cello-obligaten als de acht-
handige piano-nommers en last not least de piano-solo, in
één woord, alle nommers werden met veel accuratesse en
vaardigheid ten gehoore gebragt en lokten telkens een luid
applaudissement van de zijde der talrijke aanwezigen uit. Het
was stellig eene welverdiende ovatie voor al degenen die
hunne talenten ten beste gaven, toen de heer O. het
orchest betrad en in zijn kwaliteit als president van de
afdeeling «Roode Kruis,» zijn dank bragt aan de ontwer-
i pers van het concert en aan alle dames en heeren die zich
veel moeite en zorg getroost hebben om den avond te doen zij n wat
hij werkelijk was: een avond van muziekaal genot, gegeven
ten voordeele van onze hulpbehoevende broeders in het
verre Oosten. Gedachtig aan het spreekwoord«Men moet
ijzer smeden wanneer het gloeijend is,» noodigde de geachte
spreker tot ruime deelname uit voor het lidmaatschap van
de Vereeniging «Het Roode Kruis.»
Wij eindigen dit korte verslag, onder dankbetuiging aan
den heer G., die op den avond van Dingsdag jl. getoond
heeft een bekwaam dirigent te zijn en aan de leden van
het bestuur, die zich voor dit flinke concert veel zorg en
moeite hebben getroost.
Onder afzonderlijk hoofd vinden onze lezers de
«belangrijkste berigten» betreffende den storm, hierachter.
Z. M. de Koning heeft den heer Jean Becker en
het Florentijnsch kwartet uitgenoodigd, om zich op 8 Eebr.
e. k. op het Loo te doen hooren.
De Maatschappij «Tot Nut van den Javaan» wordt
heden ontbonden. In plaats daarvan zal een schoolfonds
worden opgerigt tot bevordering van het inlandsch onder
wijs in Nederl.-Indië.
Beroepen te Groningen ds. P. Doedes, pred. te Zutphen
en ds. N. de Jonge, pred. te Brussel.
Van Oude Schild op Texel wordt gemeld:
«Aan de reeds zoolang gevoelde behoefte aan eene naai
en breischool alhier, hoopt men spoedig gevolg te kunnen
geven. De daartoe gevormde commissie, waartoe ook de
predikant dezer gemeente behoort, is tot dat doel reeds
eenigen tijd bezig eene loterij op te rigten en liefdegiften
zoowel hier als elders in te zamelen.»
Als een bewijs voor de kracht van door den storm
wind opgezweepte golven, deelt de Arnh. Crt. mede, dat
bij den storm op Nieuwjaarsdag jl. een der 20,000 KG.
zware betonblokken, aan de havenhoofden van het Noord
zeekanaal als golfbrekers gestort, door de zee is geligt en
over het 8 meter breede hoofd geschoven. Andere dier
blokken zamengesteld uit kalk en tras of portland-cement
met grind zijn door de golven met zulk een kracht
tegen elkander gedrukt, dat diepe groeven in de harde
steenmassa's zijn ontstaan.
Het geregtshof te Amsterdam heeft jl. Dingsdag in
de zaak van de weduwe C., beschuldigd van het met opzet
gooijen van vitriool in het gezigt van den inspecteur van
politie van R., uitspraak gedaan en haar veroordeeld tot
een celstraf van 6 maanden, ofschoon het hof niet het
opzet bewezen achtte.
Aan de Amst. Crt. schrijft men:
mij trof het uithangbord van een kroeg, waarop
met groote letters, goud op blaauw, te lezen stond: Pro
Patria. Is dat niet een eigenaardige aanduiding, dat de
belasting op het gedistilleerd het plegtanker van 's lands
financiën en dus het drinken, drinken en nog eens drinken,
uit dat oogpunt beschouwd, echt vaderlandslievend en een
ware burgerdeugd is?»
De vorige week werd te Amsterdam eene dienst
maagd betrapt op het medenemen uit den kelder van een
maal aardappelen. Ilaar mevrouw, gestrenger dan in den
regel huisvrouwen zijn in zulke omstandigheden, mengde
de justitie in het geval. De dienstbode werd door een
politiedienaar naar het commissariaat der sectie geroepen.
Zij verzette zich en wel zoo hevig, dat vier agenten noodig
waren om haar daarheen te brengen. Den volgenden dag
bleek zij van den schrik krankzinnig te zijn geworden.
Te Watergraafsmeer is een boerenplaats, waarvoor
door den bezitter vóór 10 jaren f 40,000 werd gegeypn,
door een Russisch heer, die jaarlijks aan die hoeve een
bezoek brengt, voor de aanzienlijke som van f 100,000
gekocht.
Te Haarlem is een jongeling van 16 jaar gestorven
tengevolge van vergiftiging, uit verregaande onvoorzigtig-
heid. Hij had 's morgens een boterham, die op de huis
tafel stond, opgegeten, welke door den vader met vergift
besmeerd was, met het doel om daarmede muizen te ver
drijven. De vader had de onvoorzigtigheid begaan, zijnen
zoon daarvan onkundig te laten.
De voortvlugtige bankiers jonkheeren de Gijselaar
zijn opgeroepen om heden ter criminele zitting van het
geregtshof te 's Hage te verschijnen. Deze leden der
voormalige firma Overklifft worden beschuldigd van bedriege*
lijke bankbreuk, in vereeniging gepleegd, door als gefailleerde
kooplieden, van een bijzonderen last voorzien en tot bewaar
nemers gesteld zijnde van handelspapieren, de waarde der
voorwerpen, waarop de last— en bewaargeving betrekking
hadden, ten eigen bate aan te wenden. De waarneming
van het O. M. in deze strafzaak is opgedragen aan den
advocaat-generaal mr. Gregory. Verdediger mr. J. H.
C. Horch.
Dc beproeving van den Staatsspoorweg over de Maas
en door Rotterdam had eergisteren plaats onder een hevigen
regen, vergezeld van storm uit het Noordwesten. De
uitslag was in alle opzigten gunstig. De doorzakking der
kolossale spanningen over de pijlers van de Maasbrug
bedroeg slechts gemiddeld 28 millimeter. De beproeving
had plaats met tien locomotieven, vermeerderd met drie
belaste wagens.
Uit een particulier schrijven, met de laatste mail uit
Atsjin ontvangen, is het U. D. in staat gestéld het vol
gende mede te deelen:
«Een der gewapende sloepen van Zr. Ms. stoomschip
Aart van Nes werd, onder bevel van den luit. ter zee
2de kl. Lamie, afgezonden, om op een uur afstands van
Gighen eene Atsjinesche praauw het binnen— of uitvaren
eener kwala te beletten.
De praauw, dit ziende, trachtte door snel pagaaijen weg
te komen, doch dit gelukte niet. Toen de sloep vlak bij
de praauw was, ging een der Atsjinezen met een eindje
klaar staan om de sloep aan te halen, en door geen hunner
werd eenig vijandelijk vertoon gemaakt.
De sloep ging langzaam vooruit, voor- en achterin een
paar man met geweren gewapend; op het oogenblik, dat
zij langs de praauw zwaaiden, sprongen eenïge Atsjinezen
over en begonnen met hunne klewangs op de matrozen in
te hakken. Daar zij op de doften stonden cn de matrozen
meerendeels zaten, zag het er lang niet frisch uit. Het
hoofd der praauw sprong op Lamie toe, die, geen tijd
hebbende zijn revolver te grijpen, die achter hem lag, hem
op een stevigen vuistslag zoodanig onthaalde, dat hij naar
beneden tuimelde, maar onmiddellijk stond hij weder over
eind, en jnist toen hij Lamie een klewanghouw wilde toe
brengen, schoot de onderofficier hem een kogel door de keel.
Lamie gaf toen bevel, dat al het volk met de geweren
buiten boord zou springen, latende de sloep tijdelijk in de
handen der Atsjinezen. Nu begonnen de onzen van uit het
water op de Atsjinezen te vuren, met het gevolg, dat er
weldra een zestal dood en verscheidene aangeschoten waren.
Wel beproefden sommigen hunner de matrozen, die hunne
geweren afgeschoten hadden, met hunne klewangs te nade
ren, maar, daar zij achterladers hadden, werd hun dit door
het snelle vuren belet. De weinigen, die van hen over
bleven, zochten zich toen door eene snelle vlugt te redden,
waarop de onzen weder bezit van de sloep namen.
Lamie had drie weinig belangrijke wonden bekomen, die
binnen eenige dagen hersteld waren. Vier matrozen werden
zwaar gewond; sommigen hadden zeven klewanghouwen.
Een van hen overleed den volgenden dag.
In de droogmakerij den Tempel onder Reeuwijk
heeft zich dezer dagen een ooijevaar vertoond.
De heeren C. en J. Pasman, te Vorden, hebben
dezer dagen eene handdorschmachine vervaardigd. Met
deze machine kan men met vijf personen in één uur een
vim rogge dorschen, terwijl hét stroo niet breekt, hetgeen
in vele soortgelijke machines wel gebeurt.
Uit het Noorden wordt weder gemeld, dat aldaar
strenge koude heerscht. Volgens telegram uit Moskou,
teekende de thermometer aldaar eergisteren morgen 28 graden
onder nul.
Een Engelschman, Dillor geheeten, meent een middel
gevonden te hebben om gemakkelijker en sneller dan tot
hiertoe het geval was, gezonken vaartuigen weer boven
water en in de haven te brengen. Hij sluit het vaartuig
geheel inet zeildoek af, dat hij er stevig aan bevestigt,
drijft dan door de luchtpomp het ingedrongen water weg,
en als een duikerklok stijgt het water weer naar de opper
vlakte en is gemakkelijk naar de haven te slepen. Eenige
proeven, door den uitvinder met kleine vaartuigen genomen,
slaagden volkomen en de luchtpomp had slechts enkele
minuten noodig om die vlot te krijgen. De ondernemer
meent, dat zijn methode, die in 't klein slaagde, ook in
het groot kan worden toegepast, en heeft concessie ge
vraagd om de Vanguard en acht stoomschepen, die op
onderscheidene punten in de nabijheid der Eng. kust ge-