HELDERSUHE EN MEI WEÜIEPER COURANT. 1877. N°. 18. Zondag 11 Febrnarij. Jaargang35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. Binnenland. „Wij huldigen het goed e," Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zatardag namiddag. AbuiueuiouUprijs per kwartaal 1.80. 0 t0 franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. talken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ANNA PAULOWNA maken bekend, dat, wegens reparatie aan de Spoorbrug, over de Molenvaart, nabij de woning van J. Blankevoort, de doortogt door die brug, voor schepen en vaartuigen, gedurende eenige dagen, te beginnen met MAANDAG den 12 FEBRUARIJ e.k., gestremd zal zijn. Van de heropening der vaart zal nader bij publicatie kennis worden gegeven. Anna Panlowna, den 8 Februarij 1877. Burgemeester en Wethouders voornoemd C. E. PERK, Burgemeester. A. J. DE JONGH, Secretaris. HELDER en NIEDWEDIEP, 10 Februarij. Met het berigt aangaande de dievige Exster, zie vorig nummer, is door ons een onwillekeurig abuis begaan; daarin wordt aan de agenten der Rijks-politie alléén de eer toegekend deze Ekster te hebben opgespoord; dat is onjnist, de agenten der gemeente-politie hebben er het hunne evenzeer toe bijgedragen. Naar wij vernemen, zal in den loop van deze maand in eene buitengewone vergadering der plaatselijke afdeeling van den Nederlandschen Protestantenbond eene lezing worden gehouden door ds. M. A. Perk, van Amsterdam. Deze bijeenkomst kan ook door niet-leden worden bijgewoond tegen betaling van entrée. Blijkens een bij de regering ontvangen telegram van jl. Woensdag avond, is te Einden de veepest uitgebarsten. Dientengevolge zijn aldaar gestrenge maatregelen verordend. Eene officiële bekendmaking in het Dresdener Journal van 6 dezer houdt in, dat ook in de nabijheid van Dresden op eene boerderij de veepest zich heeft geopenbaard. Volgens mededeeling van den Nederl. consul te Stockholm, den heer Otto Blanck, heeft de Zweedsche regering bevolen, dat alle manschappen tot het corps der vloot behoorende en de scheepsjongens, bij de eerstkomende algemeene of jaarlijksche monstering aan een geneeskundig onderzoek zullen' worden onderworpen, ten einde te bepalen, in hoeverre die manschappen in het bezit zijn van den ■normalen kleurenzin.» Dit onderzoek naar het voorkomen van zoogenaamd daltonisme bij schepelingen is uitgelokt door de uitkomsten, door prof. Holmgren verkregen bij een onderzoek omtrent daltonisme bij de beambten op den spoorweg Upsala-Gefle (130 kilometer). Van de 266 onderzochte personen bleek het, dat 13, dus bijna 5 pCt., min of meer kleurenblind waren en de meest gebruikelijke kleuren, rood en groen, niet konden onderscheiden. Het bestuur der Zweedsche staatsspoorwegen heeft nu voorgeschreven, dat bij de aan stelling van beambten naauwkeurig op deze zaak worde gelet en dat diegenen onder het in dienst zijnde personeel, die kleurenblind zijn, moeten verplaatst worden in betrek kingen, waar dat gebrek niet hinderlijk is. De veiligheid der scheepvaart is ook in groote mate afhankelijk van- goede waarneming der lichten, welke de schepen moeten voeren. Daarom is het onderzoek in Zweden ook tot de schepelingen uitgestrekt. Wij behoeven wel niet te zeggen, dat ook hier te lande dat voorbeeld behoort te worden gevolgd. De reeders zullen ten zeerste in het belang hunner eigen bodems handelen, indien zij bij de aanmonstering scherp toezigt houden op de gezigtsorganen dergenen, die zich aanmelden. De vereeniging van gymnastiek-onderwijzers heeftin een adres aan de Tweede Kamer hare teleurstelling uitge drukt, dat het onderwijs in hun vak in 't ontwerp op 't lager onderwijs niet verpligtend wordt gesteld. Zij achten dat niet in overeenstemming met de onbewimpelde en juiste wijze, waarop de groote nuttigheid van de ligchamelijke ontwikkeling der jeugd in de memorie van toelichting wordt erkend, en hopen, dat alsnog dat onderwijs bij de wet ver pligtend zal worden verklaard. Beroepen te 's Hage ds. de Vlieger, pred. te Katwijk aan Zee. Te 't Zand in de Zijpe is jl. Dingsdag avond bij den zadelmaker H. Rijnders een hevige brand uitgebroken, die, door een sterken wind uit het Z.Z.W. aangewakkerd, van dreigenden aard werd voor een aantal woningen, welke N.N.O. van het in vlammen staande gebouw zich bevonden. Door de wakkerheid van de spuitgasten en het moedige gedrag van enkele personen, heeft men echter den brand tot één gebouw weten te bepalen. De Haarl. Crt. deelt mede, dat de in den laatsten tijd gedane proefnemingen met Villemest uitmuntende resul taten hebben opgeleverd. Zoo verkreeg de heer van der Ham, notaris te Lunteren, van 40 aren zandgrond, in 1874 geheel afgeplagd, 70 HL. aardappelen; hij had voor f 45 Villemest gebruikt. De heer Versteegh te Amerongen bekwam van een HA. land op Villemest 17|KG. aard goed (tabak) en 245 KG. bestgoed meer dan van eene gelijke hoeveelheid land, waarop schapenmest was gebezigd, Genoemde heer deelt mede: «dat in het afgeloopen jaar in de aardappelen, op Villemest verkregen, volstrekt geen bederf was, terwijl die, op stalmest geteeld, reeds voor een groot deel bij het rooijen bedorven waren.» Volgens eene mede deeling van den lieer van Everdingen te Tiel, in liet Maandblad voor den Nederl. Landbouwer, is het een algemeene fout der gebruikers van dezen mest, dat zij dien veel te laat op den akker brengen; de bemesting moet nl. geschieden in het laatst van Februarij of het begin van Maart. Eene dame, mevr. de Mte Rotterdam, maakte zich zoo boos over het gedrag harer dienstbode, dat zij krank zinnig werd en naar Delft is vervoerd. Op het anoniem en «beslist onwaar geschrijf» in de N. R. Crt., en overgenomen in andere couranten, omtrent de oorzaak van typheuse ziekten op den Leeuwenhoeksingel te Delft, was tot dusver niet geantwoord. «Maar nu men de onbeschaamdheid heeft in de N. R. Crt., van 4 dezer, eveneens zonder onderteekening, mijn naam in deze zaak te noemen zoo schrijft heden dr. E. Pijnacker Hordijk aan dat blad verklaar ik openlijk, hetgeen ik reeds vdór weken aan de bevoegde autoriteiten heb medegedeeld dat de moeras- en typhuskoortsen, welke op den Leeuwen hoeksingel worden waargenomen, niet zijn toe te schrijven aan de besmetting van patiënten, door mij behandeld, en die op eenigen afstand reeds jaren, dus in geen nieuw huis, gewoond hebben, maar wel aan moerasgif, hetwelk zich heeft ontwikkeld uit den opgehoogden grond en uit de laag gelegen weide, waarop die huizen op den Leeuwen hoeksingel gebouwd zijn, alsmede hieraan dat eenige van die woningen naauwelijks voltooid en alzoo veel te vroeg betrokken werden, zoodat dan ook de ongunstige voorspelling van eenige aanzienlijke en weldenkende ingezetenen dier gemeente thans wordt bevestigd.» Nopens den stand van den Duitschen veehandel schrijft men aan het U. D. het volgende: «De handel in fokvee, vroeger reeds zeer beperkt, zal tengevolge van al de gunstige omstandigheden, zoo goed als lam komen te liggen. In Neumark, Posen, Silezië en het groothertogdom Baden, heerscht de longziekte, het miltvuur en het klaauwzeer in de omstreken van Dantzig en elders. Voeg daarbij de veepest, die wel officiëel voor dood verklaard is, doch een grooten angst onder veehouders en handelaren heeft verwekt, en de factoren zijn genoemd. In fokvee is dus nog geenerlei omzet. De bestellingen voor de voorjaars-leveringen zijn, in vergelijking van vroegere jaren, niets beteekenend. Men begint, met het oog op Rusland en Nederland, meer en meer in te zien, dat het zeer gevaarlijk, ja onverantwoordelijk is om vee te koopen uit besmette streken.» Te Velp is jl. Dingsdag avond jhr. R. omstreeks half elf ure naar zijne woning gaande, door de duisternis in het water geloopen en verdronken. De handel in vee, zoo te Zwolle als in het noorden, is in de laatste weken en dezer dagen zeer belangrijk; de Belgische kooplieden kochten jl. Woensdag en Donder dag reeds veel op de stallen; de jonge kalfkoeijen en dragtige vaarzen waren zeer gezocht. In de vorige week stond voor de regtbank te Deventer een 22jarig landbouwer uit Markelo teregt, ter zake van moedwillige mishandeling. Hij had namelijk een makker een paar malen schertsende op de pot geslagen, zoodat deze van het hoofd viel. Toen de president vroeg waarom van deze zaak proces-verbaal was opgemaakt, antwoordde de beklaagde, dat hij, toen de burgemeester van Markelo eens op de jagt wilde gaan, diens hond, uit vrees dat deze hem wilde bijten, een schop had gegeven en dat de burgemeester daarop tegen hem zou gezegd hebben: «daar zal ik je later wel voor krijgen.» Hieraan schreef hij het toe, dat de veldwachter proces-verbaal tegen hem had opgemaakt. Het C. M. eischte schuldig verklaring aan het beklaagde bij dagvaarding ten laste gelegde feit, met veroordeeling tot 4 dagen celstraf, doch de regtbank sprak jl. Dingsdag den beklaagde vrij. Het afsluiten van het Lemsterkop (Friesland) door een steenen kapwerk, is aangenomen door den heer D. Volker, te Dordrecht, voor de som van|f£512,200. Dit belangrijke werk moet in drie jaar voltooid zijn. Te Meppel werd jl. Donderdag middag in publieken verkoop gebragt een omgehouwen populierboom, liggende in den tuin van den heer J. Semler, door den eigenaar in 1829 zelf geplant en thans tot een grootte en omvang aangegroeid, die ieders verwondering wekte. Ontdaan van kruin en takken, bedroeg de lengte p. m. 50 voet, de omvang p. m. 20 voet. De onhandelbaarheid van het gevaarte was oorzaak, dat zich onder de massa toeschouwers bijna geen bieders opdeden; zoodat de eigenaar hem, na weigering van het gedane bod, voor slechts f 10 te koop aanbood. Men zag te veel op tegen het zagen en kloven, dat bijna ondoenlijk scheen. Kenners verzekerden, dat er wel voor ruim 300 paar klompen hout aanzat. De embarras aan takken (sommigen aan boornen gelijk) was zoo groot, dat het geheel in 14 perceelen werd geveild. Men meldt uit Roermond, dd. 8 dezer: «Gisteren was het feest der installatie van den nieuw- benoemden pastoor te Nuenem. Onder de vele geestelijken daarbij tegenwoordig, was ook de pastoor van Buggenum. Des avonds op den weg huiswaarts schijnt deze geestelijke, door de duisternis misleid, in het water te zijn geloopen. Heden morgen werd zijn lijk gevonden.» Ten aanzien van het mislukte te water brengen van het droogdok op het eiland Amsterdam in Nederl .-Indië, deelt de Soerabaija-Courant mede: «Het dok is niet gekanteld, of met zijn eene zijde in het zand teregtgekomen, maar staat nog altijd stevig en wel vierkant op de helling. Ziehier hoe het hiermeê is gegaan. In verband met den lagen waterstand was de tijd voor het afloopeu van het dok bepaald des nachts. Te middernacht van den 4 op 5 Dec., te midden der enorme vuren, die ter verlichting op het terrein rondom het dok waren ontstoken, en in het bijzijn van de 800 werklieden, werden de klinken weder weg geslagen, de vijzels van achteren aangedraaid, en statig en geleidelijk zette zich het gevaarte in beweging en gleed, fantastisch verlicht door de vlammen en hel afstekend tegen den donkeren hémel, onder opgewonden hoera's vijftig voet naar beneden, waar het tot aller verbazing en teleurstelling zonder schok met een krassend geluid tot staan kwam, met den voorkant nagenoeg reeds het water, dat op zijn laagst was, rakende. Niemand kon zich het raadsel verklaren, dat zich bij onderzoek echter weldra oploste. De zaak was deze. Om het gevaarte op de rails te houden, of liever om de bovenbalk, die met het dok medeglijden moest, te beletten van de onderbalk af te glijden, waren de onder- balken aan de binnenzijde van een planken rand voorzien De voorziening bleek niet sterk genoeg geweest te zijn om het dok te beletten van den regten weg af te wijken; tegen het einde der vijftig voet begon het af te draaijen, doch zoo weinig dat men het van bniten af niet bespeuren kongenoeg evenwel om te maken dat de balken, die met het schip medegleden, van de onderbalk afvielen, zoodat het schip zelf in een eenigszins schuine rigting op de vaste stelling kwam te rusten en niet gleed. Men zal er nu toe moeten overgaan om liet schip op nieuw te stutten op blokken en dan de stelling er onder te verplaatsen, zoodat zij weder volmaakt in de lengte-as van het eenigszins schuin opzijn eerste rigting staande schip komen. De aannemer is naar wij vernemen voor den rigtigen afloop van het dok bij eene Engelsche Maatschappij geassureerd. Het ergst is het tijdverlies voor de Droogdokmaatschappij, dat door de verbouwing van de stelling onder het schip en door de correspondentie en onderhandeling tusschen den aannemer en zijne assuradeurs veroorzaakt zal worden. Dit vernieuwde uitstel is te meer jammer, omdat de vele reparaties, die aan de Droogdok-Maatschappij reeds nu worden opgedragen, bewijzen, dat het dok, zoodra het gereed zal zijn, niet op werk zal behoeven te wachten.» De Engelsche bladen melden, dat, luidens tijdingen uit Kaapstad, loopende tot 16 Jan., de Zoeloe's een inval hadden gedaan in de Transvaal, en 84 inwoners van dien Staat hadden om 't leven gebragt. Groot succes heeft te Parijs het nieuwe tooneelstuk van Victorien Sardou: Dora, door de Fransche critici met blijdschap begroet als een frisch tooneelproduct, dat eindelijk eens buiten den gewonen, walgelijken sleur gaat, en het «overspel» niet tot onderwerp heeft. Is Dora rijk aan schoonheden, in verschillend opzigt, het oorspronkelijk handschrift is nog rijker, verzekert Charles Darcours, dan het stuk zoo als het nu gespeeld wordt. Sardou heeft zelf bij de repetitiën het snoeimes gebruikt, en hier en daar zelfs zeer schoone loten wegge sneden, waar zij, naar hij oordeelde, anderen in het uit komen belemmerden. Zoo heeft Sardou, en men moet den auteur bewon deren, die het van zich kon verkrijgen zulke plaatsen te schrappen, o. a. de volgende bladzijde bij de opvoering weg doen laten; eene bladzijde, zegt Darcours te regt, zóó schoon, dat men denken zou er eene van Dickens te lezen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1