Buitenland. u Zxcka. «Een jaar of tien geleden zwierf ik door Londen. Het was juist op Kersavond en druk op straat. Ieder was vrolijk op weg naar een familiepartij, en ik zag niemand die geen pakje droeg, geschenken aan vrienden en bekenden, aan oud en jong. De winkels zagen er prachtig uit, zoo rijk voorzien, zoo rijk verlicht, dat ik er de oogeu niet af kon houden. Met al mijn aandacht stond ik voor een der groote glasramen te kijken, toen ik onwillekeurig voelde dat iemand het oog op mij had. Een net gekleed heer zag mij droefgeestig glimlagchend aan, terwijl ik daar in mijn armoedige plunje, verbleekt en bedroefd, maar toch zoo gretig naar al die heerlijkheden tuurde. «Arme ziel,» zei hij, «daar, neem dit Kersgeschenk van mij aan!» Meteen duwde hij mij een louis d'or in de hand, en verdween snelIk kon hem niet eens bedanken. Toen ik 's avonds in de slaapsteê kwam, waar ik alle nachten mijn «onder dak» zocht, werd mij dat heerlijke goudstuk ontstolen! Maar wat men mij niet ontstelen kon, was de dankbare herinnering aan mijn onbekenden weldoener, de herinnering aan zijn medelijden, aan de hartelijke woorden die hij mij toesprak. O, het was waarlijk een Kersgeschenk dat hij mij gegeven hadHij heeft mijn arm hart rijk gemaakt Wat een aalmoes was, had de ondervinding mij geleerd; maar hij alleen heeft mij de menschenliefde willen leeren!» Paris Journal karaktericeert en hekelt de tegenwoor dige modes volgenderwijze«De parijsche dames schijnen er smaak in te vinden zich te kwellen. Zij dragen japonnen die te naauw zijn om er in te loopen; rokken, zoo lang dat ieder er op trappen moetstaande boordjes zoo hoog, dat men het hoofd niet bewegen kanzakken zoo laag dat de hand ze niet bereiken kanlaarsjes met hakken zoo hoog, dat men bij iederen voetstap struikelt, en groote strikken, juist op eene plaats om het zitten onmogelijk te maken.» In Figaro van den 7 dezer is letterlijk de volgende advertentie geplaatst: Huwelijken. DeheerM.A.Moucheux, 42 rue du Bac (gepatenteerd). Discretie. 1 weduwe, 40 jaar oud, met fr. 300,000 1 idem, 30 100,000 1 wees, 20 140,000 1 idem, 23 100,000 1 jonge dame, 25 500,000 1 idem, 34 45,000 Zulk een prijscourant heeft men, onder de vele vormen van soortgelijke advertentiën, nog nooit in eenig blad aan getroffen. Het eenige wat er nu nog aan ontbreekt is, dat het gewist er niet bij wordt opgegeven. Het Majesty's Theatre te Londen is dezer dagen in publieke veiling geweest en aan den heer Nagles, een der aandeelhouders in de Alhambra, als hoogsten bieder toe gewezen, hoewel hij op het oogenblik dat de hamer viel, uitriep dat hij zich vergist had en zijn bod niet hield. Met die ontijdige verklaring werd echter geen genoegen genomen. Waarschijnlijk zal er een proces uit voortvloeijen. In afwachting daarvan, vermaakt men zich met de inleiding van den beambte ten verkoop, die, vóór dat hij een prijs instelde, volgens een dagblad de volgende toespraak hield om de liefhebbers aan te moedigen: „In de eerste plaats, zeide hij, «deze schouwburg staat niet in een achterhoek, zoo als bij voorbeeld de bureau van «the Globe;» ook niet op een plaats ten hoogste goed genoeg om er een krank zinnigengesticht op te bouwen, zoo als het Alexandra Palace, neen! Her Majesty's Theatre dagteekent van 1704. Voor de eerste maal in 1789 afgebrand, herbouwd in 1790, werd het voor de tweede maal in 1867 een prooi der vlammen. De toenmalige directeur Mapleson heeft er eenige duizend pond bij verloren en de artisten ook niet weinig in kost baarheden en costumes. Maar dat doet er niet toe. Laat ons liever bedenken, dat Catalani, Pasta, Lablache en Jenny Lind daar gezongen en geschitterd hebbendat men daar den beroemden Bauti gehoord heeft, denzelfden heer die zijn strottenhoofd aan de stad Bologna vermaakt heeft dat de groote Mara daar weigerde voor Frederik den Groote te zingen, en dat Cafarelli er een fortuin heeft verworven, groot genoeg om er een hertogdom in Italië voor te koopen. Ik zou nog meer kunnen zeggen, maar dit weinige is genoeg.» En daarop stelde hij het pand in en begon het opbod. Eene jonge, schoone onderwijzeres, te Westmoreland in Pennsylvanië, wilde bij hare leerlingen meer ijver wek ken en in 't bijzonder hen er toe brengen op tijd ter school te komen. Daartoe maakte zij op een morgen bekend, dat zij den leerling, die den volgenden dag het eerst op school kwam, zou kussen. Het gevolg daarvan was, dat 18- a 19jarige knapen, die nog bij haar ter school gingen, des nachts in den tuin bleven slapen, om den volgenden morgen 't eerst op de school te zijn. De lieve dame moest spoedig met de toepassing harer methode ophouden. Zoo iets is ook alleen bij Amerikaansche toe standen mogelijk Benoemingen, enz. De heer H. F. G. Wagner, gouverneur van Curaijao, is op zijn verzoek, met inghng van den 8 dezer, op de meest eervolle wijze ontheven van die betrekking, onder dankbetuiging voor de vele en langdurige diensten aan den lande bewezen: en in zijne plaats benoemd de heer H. B. Kip, kapt. ter zee, thans gedetacheerd bij bet departement van Marine. De 2de luits. P. G. Weuringh, L. W. A. Medenbach en G. A. Gennet, allen van het 7de reg. inf., zijn voor den tijd van 5 jaren gedetacheerd bij het wapen der infanterie in Oost-lndië. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. In de verschillende afdeelingen van de Kamer is eene nota met amendementen op art. 1 der wet op het lager onderwijs ter tafel gebragt. Deze nota is ingediend door de heeren van den Berch van Heemstede, Schimmelpennink van der Oye, Kuypcr, van Was- senaer Catwijck, Teding van Berkhout, Mackay, van Asch van Wijk en van Heemstra. In die nota ontwikkelen de anti-revolu tionairen hun standpunt. Frankrijk. Er is van de weduwe van den heer Michelet een brief in de Fransche dagbladen verschenen, waarin zij zegt dat het berigt, volgens hetwelk op haar voorstel een prijs- vi*aag is uitgeschreven voor een monument op het graf van haar echtgenoot, onjuist is. Zij beoogt geheel iets anders. Toen haar man op twintigjarigen leeftijd zijn eersten vriend door den dood had verloren, begaf hij zich tien jaren lang naar diens graf op Père-Lachaise, des zomers bijna eiken avond. Tot zijn diep leedwezen echter ontwaarde hij, dat de bloemen en planten op het graf, ondanks alle zorgen, verdorden. Op Père-Lachaise namelijk ontbrak water. Vijftig jaren zijn sedert verloopen, en in dien toestand is nog geen verandering gekomen. Zij heeft zich nu tot den gemeenteraad gewend, met verzoek om op Père-Lachaise fonteinen te mogen aanleggen. Dat verzoek is haar toegestaan en de gemeenteraad heelt de kosten der waterleiding op zich genomen. Van hare zijde zal zij door een legaat (eene inschrijving op het Grootboek) zorgen, dat het bezit er van voor altoos aan Père-Lachaise verzekerd blijve. Dat zal de beste herinnering aan haar echtgenoot zijn. En opdat Michelet zelf een klein deel ontvangt van hetgeen hij zoo gaarne aan ieder geschonken had willen zien, zal zij een eenvoudige waterstraal op zijn graf laten vallen, opdat er de bloemen begoten worden en de vogelen er water vinden. De correktionneele regtbank te Parijs heeft een ziekenoppasser, in het tijdelijk hositaal Rue de Sèvres dienstdoende, tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld, om dat overtuigend bewezen was, dat hij zieken die op het uiterst lagen van hun geld of van voorwerpen van waarde beroofde. Het feit werd geconstateerd, dat hij meer dan eens onder het hoofdkussen van een zieltogende een en ander had weggekaapt. Engeland. In de troonrede, waarmede jl. Woensdag het Parlement geopend is, wordt een overzigt gegeven van de gebeurte nissen, welke de Conferentie voorafgingen. «Mijn doel,» zoo luidt die rede verder, «is het steeds geweest, den vrede in Europa te bewaren en een beter bestuur voor de opge stane gewesten te verkrijgen, zonder dat op de onafhanke lijkheid en integriteit van Turkije inbreuk werd gemaakt. Ik betreur het, dat de daartoe gedane voorstellen door de Porte niet zijn aanvaard, maar de uitslag der Conferentie heeft de algemeene eensgezindheid der Europesche mogend heden doen blijken, welke niet missen kan eene materiële uitwerking te doen op den toestand van het Turksche bestuur. Ik hoop, dat de wapenstilstand alsnog tot een eervollen vrede tusschen Turkije en de Vorstendommen zal leiden. In al deze zaken heb ik onder hartelijke zamen- werking met mijne bondgenooten gehandeld, tot welke, evenals tot de overige mogendheden, onze betrekkingen vriendschappelijk blijven.» Na deze zinsneden gaat de troonrede tot binnenlandsche belangen over. Te Londen tracht men een fonds te vormen tot 't aanbrengen van versieringen in hospitalen. Men wil 't oog van kranken en herstellenden verkwikken door eenvoudige voorwerpen van kunst, 't Inwendige van een ziekenhuis (zoo begrijpt men teregt) mag in 't geringst niet gelijken op dat van eene gevangenis. Een correspondent te Liverpool schrijft aan den Times, dat de aanvoer van versch vleesch uit Amerika aldaar reeds beduidend genoeg geworden is om een merkbaren invloed te oefenen op de binnenlandsche markt. Jl. Zondag loste 't stoomschip Lord Clive te Liverpool 450 ton versch ossenvleesch, schapenvleesch en wild. Den volgenden dag liep de Ohio binnen met 351 schapen en 1531 vierendeelen rundvleesch. Door de enorme aanvraag was de prijs zoowel in de Vereenigde Staten als in Canada een weinig gerezen doch in laatstgenoemd gewest werden groote kudden vee naar de kuststeden gedreven, om geslagt en ingescheept te worden zoodra de havens van ijs zouden bevrijd zijn. Men verwachtte dat stoomschepen zullen gebouwd worden, uit sluitend ingerigt tot 't overbrengen van versch vleesch uit Canada naar Liverpool. In 1874 bezweken in Engeland 61 personen aan hydrophobie; eii over 't tijdperk van 187074 bedroeg dit getal niet minder dan 216. Ontzettende cijfers! En dan zijn er nog altoos honden vrienden, ook in Engeland (o. a. de heer Grantley Berkeley), die stokstijf volhouden dat de vreeselijke ziekte eene fictie is. Een ander beweren is, dat de dood van door honden gebeten personen meestal te wijten zou zijn aan louter nerveuse werking. Geen gif, aan 't bloed medegedeeld, maar louter angst voor de gevolgen van den beet zou in verreweg de meeste gevallen oorzaak zijn van den dood, onder verschijnselen, die aan werkelijke hydrophobie doen denken. Dit beweren heeft zeker eenigen grond, vooral sinds een Engelsch marine-arts aangetoond heeft, dat tetanus met noodlottigen afloop niet zelden volgt op onbeduidende ver wondingen met pijlen, die de patiënt vergiftigd waande, doch die 't in werkelijkheid niet waren. Ook in die ge vallen was de angstige verwachting van den dood onder zekere afschrikwekkende gedaante even noodlottig, als de niet aanwezige oorzaak zelve geweest zou zijn. Wil men echter deze verklaring toepassen op sterfgevallen aan hydrophobie, echt of fictief, dan stuit men dadelijk op eene krachtige tegenwerping. Meer dieren dan menschen, namelijk, worden slagtoffers van houdsbeet; en onder de menschelijke slagtoffers zijn zeer jonge kinderen. Noch bij dieren, noch bij kinderen werkt de verbeelding met zóó nootlottige kracht. Per slot van rekening zijn alle theoriën hier weder duister, en blijft de statistiek best te vertrouwen. De statistiek, nu, bewijst dat hydrophobie toeneemt. Rusland. De Golos, een beschouwing wijdende aan den val van Midhat-paclia, schrijft «Het einde van het Turksche Rijk in Europa is nabij. Men behoeft slechts geduld te oefenen en vallen, daar het onmogelijk is een oorlog te voeren met een Staat, die spoediger door zijn binnenl. crisissen zal ten onder gebragt worden dan door een leger. Rusland zal tijd genoeg hebben de Christenen voor het ongeluk te bevrijden, dat hun door den ondergang van het Turksche Rijk treffen kan. Voor Rusland zoowel als voor de Christenen is het voor- deeliger af te wachten, welke rigting het inwendig Staats- proces aanneemt, dan de crisis door een inmenging te verlengen.» Don Carlos is in het hoofdkwartier te Kischeneff aangekomen en aldaar met alle eerbewijzingen, verschuldigd aan een Vorst van den bloede, ontvangen, gelijk een telegram van het Russische agentschap meldt. Hij werd aan het station door adjudanten van den Grootvorst-opperbevel hebber officiëel verwelkomd, en een eerewacht onder bege leiding van militaire muziek presenteerde voor hem het geweer. Amerika. De heer Charles Collins, hoofdingenieur van de «Lake Shore and Michigan Southern Railway,» heeft zich te Cleveland van 't leven beroofd; het was op dezen weg dat het ongeluk bij Ashtabula plaats had, doch Collins was zoo onschuldig aan deze ramp als iemand met mogelijkheid kon zijn in zijne betrekking. Hij wordt door de Nation beschreven als iemand, die voor zijn spoorweg dezelfde liefde en trots koesterde als een kunstenaar voor zijn werk; hij had in zijne onderhoorigen dezelfde ambitie weten te brengen en 't gevolg er van was, dat de weg van «Lake Shore» onberispelijk was. Collins echter was niet bekend met het bouwen van ijzeren bruggen; hij vermeed die zooveel mogelijk en bouwde, ten koste van veel geld, bijna altijd solide gemetselde bruggen. De brug van Ashtabula werd aangelegd onder 't opzigt van den voorzitter van de Maatschappij, die een vervaardiger is van ijzeren bruggen. De bouw van de brug was kostbaar, er werd veel materiëel aan verspild, maar 't systeem was van dien aard, dat des kundigen er niet mede ingenomen waren. De hoofdoorzaak van 't breken is niet bekend, maar er is geen brug meer van dezelfde constructie en dus is er in dit ongeluk niets dat het vertrouwen in ijzeren bruggen behoeft te schokken. Het verschrikkelijk ongeluk trof den heer Collins zoo diep als bij iemand, die minder concientieus was, nimmer 't geval zou zijn geweest. Hij gevoelde dat hij 't algemeen vertrouwen verloren had; hij overdreef alles wat tegen hem werd aangevoerd; hij was niet te overtuigen dat hij niet voor de geheele lijn aansprakelijk werd gehouden. De gedachte hieraan kwelde hem nacht en dag, zij benam hem eetlust, slaap en ten slotte het verstand, zoodat hij de lijst der slagtoffers van Ashtabula met zijn eigen naam ver meerderde. De Herald maakt melding van een treffen tusschen de troepen der Unie en de Roodhuiden. De laatste zijn geslagen, met groot verlies. Van de troepen sneuvelden vier man. Stoomvaart-Berigten. STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ NEDERLAND. Prins Hindrik. 30 Dec. alhier aang., vertr.24Febr. Prinses Akalia. 13. Jan.van Batavia vertrokken. 6 Febr. Port-Saïd aang. en vertr. Prins tan Oranje. 25 Nov. van hier vertrokken. 9 Jan. te Batavia aangekomen. C o n r a d. 13 Jan. van hier vertrokken. 8 Febr. Aden gepasseerd. Koning der Nederlanden. 1 Febr. alhier aang, vertr,13Maart. Voorwaarts. 23 Dec. van hier vertrokken. 5 Febr. te Batavia aangekomen. Madura. 28Nov. alhier aang.,vertr. 17Maart Holland. 30 Jan. van Batavia vertrokken. j Celebes. 3 Febr. van hier vertrokken. 6 Febr. Southampton vertrokk. Stad Amsterdam. 4 Febr. te Amsterdam aangek. Java. Vertrekt 17 Febr. van Amsterdam door 't Noordzeekanaal naar Batavia. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Opgave van Donderdag middag tot Zaturdag middag. ONDERTROUWD: J. Hassing, zeeman en J. Kaan. S. Hassing, zeeman en W. S. Kronenburg. A. J. Revier, kuiper en P. Thomasse. C. P. v. d. Voort, bankwerker en J. Zeeman. H. J. Sleddens en A. J. de Smit. GETROUWDGeene. BEVALLENJ. Kunst, geb. Lastdrager, Z. D. Buis, geb. Rustemeijer, Z. W. Jongkees, geb. Kroos, D. C. A. Berkhout, geb. Beets, Z, J. Kroon, geb. Koffenran, D. J. B. A. van Mansvelt, geb. Suringar, D. OVERLEDENJ. S. Besanger, 15 maanden. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). I Februarij.j Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. procent. Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 9 12 wtz. 12k. 760.18 f 0.4 6.8 f 3.0 0.83 Golvend 10 8 zwtw. 17„ 752.67 - 7.1 8.3 f 6.1 0.92 10 12 w. 18/, 753.61 - 6.2 8.6 f 4.8 0.89 u Weersgesteldheid: 9Febr. 12 u. Digtbewolkt, beneveld, winderig. lOFebr. 8 u. Digtbewolkt, winderig, regenbuijig. lOFebr. 12 u. Digtbewolkt, winderig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 2