Buitenland. kunstgaven zich aangenaam maakten. Ongetwijfeld zullen deze negerzangers, wier talent zeer groot moet zijn, ook onder ons een sympathieke ontvangst genieten, vooral om het doel, dat zij met hunne uitvoeringen beoogen. Zij willen namelijk bevorderlijk zijn aan de vestiging van eene naar Livingstone, den grooten vriend van Afrika, genoemde Hall, waar Amerikaansche negers gevormd worden, om als onderwijzers, onderwijzeressen en leeraars, ook in Afrika aan hunne stamverwanten de vruchten van beschaving en Christendom te brengen. Ofschoon er voor dagelijks gebruik door de schoen makers leder noodig is en er uit dien hoofde op den duur eenige handel in dat artikel bestaat, gaan de leerlooierijen toch sedert een jaar voortdurend slecht, en blijven de prijzen aanmerkelijk lager. Door de verschillende handelaars en ook ter beurze worden de prijzen genoteerd: Buenos Ayres gezouten zoolleder eerste kwal. f 1.85 a f 1.95 per KG.; droog dito f 1.55 a f 1.70; Java zoolleder f 1.60 a f 1.70; Java bovenleder f 1.75 a 1.90; Graauwe kalfs vellen f 3.50 a f 3.60. Witte basanen per dozijn of 12 vel, eerste kwal., f 7.50 a f 10, dito tweede kwal. f5 a f 7; dito derde kwal. f 2 a f 4.50. De bekende opligter Schoorl is jl. Dingsdag uit Antwerpen naar het huis van arrest te Breda overgebragt, om eerstdaags teregt te staan wegens de opligterij, gepleegd jegens den heer de G. te Breda. Te Ter Apel zijn 19 schapen op bevel der justitie afgemaakt, aangezien die dieren uit een Pruisische grens dorp afkomstig waren en over de Nederlandsche grenzen liepee te weiden in strijd met het verbod van invoer in dit rijk. Bovendien bleken eenige aan schurft te lijden. De Haagsche croniekschrijver van de Arnh. Crt. hoopt, dat de krijgstogt, dien het aardrijkskundig genoot schap wil openen ten gunste eener Noordpool-expeditie mislukken moge. Onze would-be Noordpool-vaarders zullen onze belangstelling trachten op te wekken, door ons te wijzen op het voorgeslacht, en zullen niet in gebreke blijven hen, die niet aan de inschrijving gelieven deel te nemen, ont aarde vaderlanders, onwaardige zonen van Heemskerk en Barendsz te noemen. Dit motief houdt echter volstrekt geen steek. Onze voorvaderen waren flinke en onder nemende lieden, van wier ondernemingsgeest we thans nog de vruchten plukken, want we leven van de rente, die het in de 17de eeuw bijeengebragte kapitaal afwerpt. Het zou ondankbaar zijn op hunne verdiensten iets af te dingen maar niet minder dwaas zouden we doen, met voor de ontdekkingsreizen onzer voorvaderen motieven te zoeken, die bij de aanleggers nooit hebben bestaan. «Het was noch de zucht naar avonturen, noch de lust in ethnografische geografische studiën, die Houtman om de Kaap de Goede Hoop of Heemskerk naar Nova-Zembla dreef: het was de «strijd om het leven» van een pas geboren volk, de behoefte aan materiëele hulpmiddelen tot onderhouding van de moreele kracht, die hen aan vreemde overheersching deed weerstand bieden. Die ontdekkingstogten werden niet ingegeven door wetenschappelijke, maar door merkantile berekeningen. Er moest een regtstreeksche weg gezocht worden naar het schatrijke Indië; dat onze voorvaderen dien eerst, vergeefs, benoorden Azië, en later met goed gevolg, bezuiden Afrika zochten, staat gelijk met de onder neming van onzen tijd, die de havens van Rotterdam en Amsterdam met de zee verbindt. De wet van 24 Jan. 1863 kwam niet tot stand om de eer van den Nederlandschen waterstaat op te houden, en aan de wereld te toonen wat wij kunnen, als we maar willenmaar omdat een betere waterweg eene levenskwestie geworden was voor de twee grootste steden des lands en in die behoefte moest worden voorzien, tot eiken prijs. Evenzoo waren de handels betrekkingen voor het opkomend Nederland eene levens kwestie, en waren ze de voornaamste oorzaken van de togten naar het Noorden, de ontdekkingen en bedrijven in Indië, de nederzettingen in Noord-Amerika en de ver overing van Brazilië. En nu vraag ik ieder Nederlandsch koopmanneen, ik wil niet eens van een koopman spreken: nu vraag ik ieder jongsten klerk op een koopmans kantoor, ieder leerling van de hoogere burgerscholen: welke handelsvoordeelen kan Nederland genieten uit eene betere bekendheid met de Noordpool? welke vruchten kan de handel plukken van eene Nederl. Noordpool-expeditie? Het antwoord zal luiden: nihil. Regtstreeksche voordeelen hebben we waarlijk niet aan de Noordpool te zoeken, en de wetenschappelijke vruchten worden wij, wanneer die te eeniger tijde uit zulk eene expeditie mogten voort spruiten, even goed deelachtig als elke andere natie. Zooveel lof als het Genootschap verdient voor zijne onder neming naar de binnenlanden van Sumatra, die zoowel uit een politiek als uit een handels-oogpunt voor Nederland van de hoogste waarde is, zooveel afkeuring verdient dat dwingen, om ook eens een eigen Noordpool-expeditie te hebben. Zulk eene expeditie, ze doet den correspondent denken aan de Contes fantastiques van Jules Yerne. Het genootschap zal verstandig doen, zoo hetmet zijne inschrijving niet te spoedig begint. In den eersten tijd zal er zooveel geld gevraagd en gegeven worden voor de noodlijdenden tengevolge van de jongste overstroomingen en dijkbreuken, dat andere collecten weinig kans van slagen hebben. Toen verleden week bij de loting voor de militie te Boom (een Belgisch plaatsje) de naam van Delaet werd afgeroepen, verscheen een jongmensch aan de bus, die er no. 200, het hoogste nummer, trok. Men kan zich de blijd schap van den loteling voorstellen. De vreugde was echter van korten duur. Delaet had geantwoord op den naam van Nauwelaers; hij moest zijn gelukkig nummer aan deze afstaan, de wet laat daaromtrent geen twijfel over. Toen eindelijk de beurt werkelijk aan Delaet gekomen was, tastte hij op nieuw in de bus en haalde er no. 89,.... het laagste nummer uit. Arme jongen! Het dok der Nederl.-Indische droogdokmaatschappij te Amsterdam is jl. Maandag te Batavia met goed gevolg te water gelaten. In het dagelijksche leven komen dikwijls schokkende contrasten voor: Hector Crémieux, de schrijver van zoo menigen Offenbachschen tekst, als Orphé aux en fers enz. enz., lag jl. Zaturdag avond in een hevige typhus met den dood te worstelen, terwijl in de Folies JDramatiques de eerste voorstelling van zijne nieuwe opera boujje: La foire Saint Laurent, muziek van Oöenbach, gegeven werd. In een lang gevoelde behoefte is voorzien: er is een tijdschrift verschenen, gewijd aan de belangen der Kanarievogels en hun eigenaren. Het (Duitsche) blad draagt den naam Canaria. Een elftal gedeporteerden in Nieuw-Caledonie, wien het gelukt was een stoombootje te vermeesteren en zee te kiezen, zijn door een oorlogschip achterhaald en terugge- bragt. Zij zullen voor een krijgsraad teregtstaan. Benoemingen, enz. Met ingang van 12 dezer is P. H. Bruiju ontslagen als school opziener in het tweede schooldistrict van Noordholland. De kapt. ter zee H. B. Kip, benoemd gonverneur van Curaqao, wordt met den laatsten dezer eervol ontheven van de waarneming der betrekking van chef der afdeeling Personeel bij het departement van Marine. De luit. ter zee 1ste kl. W. I. van Loenen, behoorende tot de rol van het wachtschip te Hellevoetsluis en gedetacheerd aan boord van de kanonneerboot No. 18, wordt met den laatsten Maart a. s. op non-activiteit gesteld en met l April vervangen door den luit. ter zee 1ste kl. P. Ie Corate. De luit. ter zee 2de kl. W. J. de Bruijnc, de off. van gez. 1ste kl. G. Karssen en de luit. ter zee 2de kl. H. Slot, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië, en de twee eersten den 3den en de laatste den 4 dezer van daar teruggekeerd, zijn met die data op non-activiteit gesteld. De luit. ter zee 2de kl. H. Bernelot Moens, belast met de waar neming der betrekking van officier van politie bij het Koninklijk Instituut voor de Marine alhier, wordt met den laatsten April a. s. op non-activiteit gesteld en met 1 Mei vervangen door den luit. ter zee 2de kl. F. W. C. Ledeboer. De off. van gez. 2de kl. W. Schutte wordt met den 16 dezer geplaatst bij hospitaal der Marine alhier. De off. van gezondh. Stakman Bosse is van Amsterdam naar Venlo verplaatst. STATEN-GE\ERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Maandag 12 Februarij. Bij de behandeling van het rapport over de enquête der koopvaardijvloot is met 26 legen 20 stemmen aangenomen de motie-Blussé, om dat rapport aan de regeriug te verzenden. Derhalve verviel de bespreking der 17 punten. Zitting vau Dingsdag 13 Februarij. Na eenige discussie over de tariefwet in het algemeen, waarbij de minister van Financiën verklaarde niet te weten dat eenig voorstel is gedaan of zal gedaan worden tot afschaffing van den suikeraccijns, zijnde vrijstellingen van balein, darmsnaren, drukletters, fabriek,- landbouw- en stoom werktuigen goedgekeurd. Zitting vau Woensdag 14 Februarij. De discussie over de wijziging der tariefwet is voortgezet. Aangenomen zijn de amende menten tot vrijstelling van gereedschappen, kalk, steen, duigen, vaat- en kuipwerk. Wegens staking der stemmen over het araen dement om de garens geheel vrij te stellen is de eiudstemming over art. 2 verdaagd. Heden voortzetting. Het bij de Kamer ingekomen wetsontwerp tot wijziging der kieswet, dut nog moet worden gedrukt, bevat o. a. de volgende bepalingen 1. dat als regel enkele kiesdistricten worden aangenomen, met uitzondering alleen voor Amsterdam, Rotterdam, 's Hage en Utrecht 2. dat er eene algemcene censusverlaging wordt voorgesteld en het maximum voor het platteland op f 2S wordt gesteld; 3. dat de capaciteiten in aanmerking worden genomen. Frankrijk. De kardinaal-aartsbisschop van Parijs merkt in zijn Vasten-mandement op, dat huwelijken tusschen ooms en nichten, schoonbroeders en schoonzusters, voorheen nagenoeg onbekend, in den laatsten tijd in betreurenswaarde mate zijn toegenomen. De bezorgdheid van den prelaat is opge wekt door aanvragen om dispensatie voor verbindtenissen tusschen personen, die elkander zeer na bestaan, en hij vermaant de geloovigen om de voorschriften der kerk op dit stuk te behartigen. Luidens het rapport, bij het ministerie van Koop handel ingekomen, over den wijnoogst in Frankrijk in 1876, heeft dat jaar de oogst slechts 41 millioen hectoliter opge leverd, tegen 83 millioen in het jaar te voren. Dit ongunstig verschijnsel is niet enkel aan de nachtvorsten in het voorjaar toe te schrijven, maar ook aan den toenemenden schadelijken invloed van de druifluis. Tegenwoordig zijn van de 2,300,000 hectaren, die voor den wijnbouw worden gebezigd, niet minder dan 500,000 door deze plaag aangetast. Cham, (graaf de Noé) de bekende teekenaar in de Charivari en Louis Ulbach, de geestige feuilletonist, zijn tot ridders van het Legioen van Eer benoemd. De poging om den spoortrein bij Ronchin te doen derailleren, hetgeen door den baanwachter Barbe verhinderd werd, deelden wij mede. Barbe is nog altijd bedlegerig, maar goed bij kennis en dagelijks brengt een extra-trein uit Fives twee a driehonderd werklieden in dienst van de spoorwegmaatschappij naar Ronchin, waar zij een voor een aan den baanwachter worden voorgesteld, ten einde, zoo mogelijk, uit hen den misdadiger te doen aanwijzen. Ver leden Vrijdag heeft Barbe een machinist aangewezen, maar deze stond zeer gunstig bekend en het kostte hem gelukkig geen moeite te bewijzen, dat hij op het tijdstip van den aanslag zich elders bevond. De Maatschappij heeft 3000 francs uitgeloofd voor de aanwijzigen van den schuldige. Engeland. De troonrede, waarmede Koningin Victoria de zitting van het Parlement geopend heeft, spreekt niet van den geweldigen cycloon, welke in Bengalen gewoed heeft en die honderdduizenden menschenlevens heeft gekost. In het Lagerhuis is door het lid Grant Duff aanmerking gemaakt op deze nalatigheid. De minister Northcote moest antwoorden dat er hier inderdaad een verzuim was gepleegd, dat der regering leed deed en dat niet zou hebben plaats gehad, indien lord Salisbury, de minister voor Indië, niet afwezig geweest ware. Bij zijne terugkomst uit Konstantinopel had hij het verzuim terstond opgemerkt, maar het was toen niet meer te herstellen, naar het schijnt. De liberale bladen laten niet na den draak te steken met deze vergeetachtig heid der door de Oostersche kwestie geheel ingenomen ministers. Een adelijk veefokker, lord Bective, heeft een zwaar verlies geleden. Een zijner shorthorn-koeijen is hem door longziekte ontvallen, 't Beest droeg den titel van Thenth Duchess of Genevaen had den edelen lord in 1873 meer dan f 75,600 gekost. Gelukkig laat de Duchess kalveren na, harer waardig. Duitschland. Naar men verneemt zal Koningin Victoria tegen Paschen Duitschland bezoeken. In de «Geschiedenis der Pruissische Onderwijswet,» door L. Claunitzer, komt o. a. een tabel voor, waaruit blijkt dat van 1849 tot 1867 in Pruissen de uitgaven voor land- en zeemagt hebben bedragen van 25.8 tot 31.1 pCt., die voor onderwijs van 2 tot 2.5 pCt., die voor gevange nissen en verbeterings-gestichten van 0.9 tot 2 pCt. van het geheele budget. Die cijfers hebben geene commentaren noodig. In het Berl. Tageblatt wordt melding gemaakt van een zeer zonderling ziektegeval. De dochter van een der voornaamste beambten bij het postwezen te Berlijn, wier zenuwgestel veel door treurige omstandigheden geleden heeft, ontwaakt 's morgens, na in den regel goed geslapen te hebben, gesterkt en verkwikt, maar kan de oogen niet openen. Geschiedt dit gewelddadig, dan vallen zij toch onmiddellijk weder digt, als verlamd. Die toestand duurt eenige uren, en bijna regelmatig juist op hetzelfde uur ontsluiten zij zich, waarna de lijderes niets ongewoons meer ondervindt. Reeds een jaar ongeveer doet zich dit ziekte verschijnsel dagelijks voor. Ten huize van een aanzienlijk koopman te Berlijn, die vroeger zaken op Konstantinopel had gedaan, had Ldhem Pacha in den familiekring eene jeugdige vriendin (dochter van een bakker) aangetroffen, wier voortreffelijk pianospel op hem zulk een onweerstaanbaren indruk had gemaakt, dat hij nader kennis met haar maakte en haar menig prachtig geschenk zond. Kort voor zijn vertrek naar de Conferentie te Konstantinopel deelde hij haar in ver trouwen mede, dat hij waarschijnlijk niet zou terugkeeren en vroeg, of zij in dat geval bereid zou zijn, naar Konstan tinopel over te komen, alwaar hij haar eene eereplaats in zijn harem zou geven. Hierin had zij toegestemd en dien tengevolge ontving zij onlangs van hem een schriftelijk aanzoek, om aan hare belofte te voldoen, benevens een wissel tot een aanzienlijk bedrag, ter goedmaking der reis kosten. Hare ouders en bloedverwanten deden al het mogelijke om haar van die reis terug te houden, doch sedert eenige dagen is zij spoorloos verdwenen. De Hamb. Corr. deelt bedroevende berigten mede over den nood aan den Beneden-Rijn. In vele kolenmijnen is een deel der werklieden weggezonden, in andere wordt slechts de helft van den tijd gewerkt. Ook in de ijzer smelterijen krijgen aanhoudend meer werklieden gedaan en er is geen vooruitzigt, dat hierin verbetering zal komen. Personen, die goed op de hoogte zijn, berekenen, dat binnen eenige weken nog 20,000 werklieden gedaan zullen krijgen. De regering, de gemeentebesturen en particuliere vereenigingen zoeken middelen, om de groote ellende te verzachten. Men wil spoorwegen en kanalen maken, maar voordat hieraan begonnen kan worden, verloopt veel tijd en men zal naar andere middelen moeten omzien, om intusschen aan duizenden brood te verschaffen. Rusland. Hoe het in het zuiden op de Russische spoorwegen soms bij sneeuwval toegaat, blijkt uit eene mededeeling in de Gazette de Saint-Petersbourg. Onlangs is op de baan van Odessa een trein twee weken in de sneeuw vast blijven zitten, en hebben reizigers en bedienden-personeel hongers nood geleden. Voor een korst droog brood werd 3 roebels betaald. Don Carlos is jl, Zondag te Petersburg aangekomen, waar hij voornemens is een achttal dagen te verwijlen. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! In uwe courant van 14 dezer komt een ingezonden stuk voor uit Alkmaar, waarin onze afkeuring van „Jeanne, de dochter van den landman" streng en overdreven wordt genoemd, en ons een meten met twee maten wordt verweten, omdat we niet even streng zouden zijn geweest jegens „Re man met de wassenbeelden." Wat het laatste betreft, verwijzen wij den inzender naar de Alk. Courant van 20 Februari 1876, waarin onze afkeuring nadrukkelijk is uit gesproken; maar al ware deze minder ernstig geweest: de inhoud van „Re man met de wassenbeelden" is te verhalen, die van Jeanne de dochter van den landmanniet. De inzender zegt, dat men in den schouwburg geene boetpredicatie, maar wel comediespel verwachten moet. Wij deelen deze meening geheel, en al gelooven wij, dat het tooneel de roeping heeft om een beschavenden en veredelenden invloed uit te oefenen, wij wraken het niet, als het somwijlen niet meer doet dan vermaken alleen. Maar een nadeeligen invloed oefent het zeker uit, wanneer slechte en onkiesche stukken, die beginnen met het zedelijk gevoel geweld aan te doen en eindigen met het te verstompen, worden opgevoerd. Hoe meer het publiek daarvan ziet, hoe meer het leert verdragen, zoozeerdat een man van maatschappelijke betrekking als de heer P. L. F., die elke tooneelvoorstelling bijwoont, er toe komt om verzachtende omstandigheden te pleiten voor de vertooning van een stuk als Jeannede dochter van den landman." Wij oordeelen het publiek niet dat, behoudens uitzonderingen, de voorstelling ten einde toe heeft bijgewoond. Waar "het kwade zich hult in het kleed der kunst, heeft zijne bekoring des te ver- doovender werking; daar vooral is het de plicht der pers om op het dreigend gevaar opmerkzaam te maken, en de tooneeldirectie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 2