is broederlijk, uitmuntend. We meenen velen genoegen te
doen, door van het meer intieme leven der kunstenaars,
waarin men anders zoo zelden een blik kan slaan, de
volgende schets aan het meer genoemde artikel in Daheim
te ontleenen:
De vier kunstenaars koesteren jegens elkander een
innige vriendschap en aanhankelijkheid, en een opgewekte
toon kenmerkt hun bond, Jt welk nog nooit door oneenig-
heid gestoord werd. De drie jongere leden Masi en
Chiostri zijn 30, Hegyesi 24 jaren plaatsen zich met
de meeste bereidvaardigheid onder hun chef, die natuurlijk
in alle zaken het beslissende woord heeft, maar voor de
anderen geheel en al een oudere broeder is, en door zijne
opgewektheid en goedhartigheid den onderlingen band ten
krachtigste versterkt.
Ieder hunner heeft voor de zaken van practischen aard
zijn eigen taak. Masi is de minister van financiënhij
heeft de gelden te innen en uit te geven en er boek van
te houden. Hegyesi zorgt voor post- en spoorwegen.
Chiostri is de klok van het gezelschap; hij moet er voor
waken, dat men precies op tijd vertrekt en aankomt; hij
zorgt ook voor rijtuigen en voor de concertzalen. Jean
Becker heeft het opperkommando; hij is de concertstrateeg
en voert de briefwisseling, 't geen nog al iets beteekent,
als men nagaat, dat van 1 Jan. tot 1 April van het vorige jaar
niet minder dan 465 brieven door hem geschreven werden,
Yoor Rumenië, Hongarije en Nederland heeft Becker
secretarissen, voor de andere landen regelt hij de reizen
en concerten zelf. Gedurende den reistijd wordt onver
moeid gestudeerdelke week worden verscheidene uren aan
de studie gewijd, ten spijt van alle vermoeijenissen door
reizen en concert geven.
Eenmaal in den winter wordt het spelen gestaaktwaai
de kunstenaars ook mogen zijn, in Memel of in Agram, in
Triëst of in Kopenhagen, als het drie of vier dagen vóór
Kerstmis is, houden de concerten op en Jean Becker reist
dag en nacht door, om het Kerstfeest in den schoot van
zijn gezin door te brengen.
Als het voorjaar geworden is, wanneer de gewiekte
zangers uit het Zuiden tot ons komen en het groote con
cert in Gods vrije natuur begint, dan leggen de Floren-
tijners hunne instrumenten in de doos, pakken hunne kofiers
en gaan thuis hunne zomervacantie genieten. De Italianen
snellen naar het land van zonneschijn, de Hongaar zoekt
zijn steppen op en de Duitscher keert terug naar het
schoone plekje, waar Rijn en Neckar zamenvloeijen.
Daar heeft hij te midden van een schoonen tuin een lief
huis laten bouwen, dat nog altijd trouw bewaard en bestuurd
wordt door den ouden vader en waar de kinderen van den
kunstenaar onder het wakend oog hunner moeder tot vreugd
der ouders opgroeijen.
Als ge daar, lezer, over den heg eens een blik werpt,
kunt ge den kunstenaar, die 's winters in de concertzalen
en aan de hoven der vorsten de edelsten uit het volk ziet
buigen onder zijn kunstscepter, in den tuin met krachtigen
ligchamelijken arbeid bezig zien. Dan harkt en wiedt, dan
plant en poot hij als de beste tuinman, dan zorgt hij voor
zijn koeijen en geiten, voor zijn kippen en eenden, kortom
voor al wat daar loopt en leeft. Zeker zoudt ge moeite
hebben, om in dien planter met dat door de zon gebruind
gelaat, den man te herkennen, die u kort te voren in de
heerlijke wereld der sferen voerde met Beethoven's Adagio
of Schumann's Rêverie
houdt trachte haar tot wet te verheffen, zoolang dit niet geschied
is moet de geschreven wet alleen gelden en nageleefd worden.
Waar de minderheid heerscht is onderdrukking. De heer Cohen
Stuart beantwoordde insgelijks den heer B. Om niet te uitvoerig
te worden mag ik hierover niet verder uitweiden, in de A. O. van
heden kunt gij er meer van lezen.
Onze rust is dezen winter verstoord geworden, waarschijnlijk
door het vertoef alhier van ontslagen boosdoeners uit het correctie
huis te Hoorn. Aan eene woning werd werkelijk inbraak beproefd
en in eene houtloods werden 's avonds laat 2 verdachte personen
ontdekt, die zich wisten te verwijderen, maar met achterlating van
eenige loopers, breekijzers, enz. en van eene hoeveelheid klei.
Dubbele zorg voor goede sluiting werd dus overal betracht, te
meer omdat op onze nachtelijke policie niet veel te rekenen valt
bij het rondbrengen der nieuwjaarsverzen werd daarvan een ver
tegenwoordiger gezien, welke men liever niet in het volle daglicht
had moeten stellen, maar 't was een van de oudsten en daarom
kwam hem het rondbrengen van de verzen toe. Of ik van de
dag-policie veel beter kan getuigen, of b. v. het verbod van het
stratenschrobben gehandhaafd wordt? Eiken Zaterdag-avond kan
men met weinig moeite een dozijn overtredingen constateeren. Een
deel der ingezetenen wil het oude gebruik niet nalaten, een ander
deel vat het verbod zoo op, dat ook het aanvegen der straten.on
geoorloofd ishet laatste heeft met het eindeloos natte weer der
jongste maanden ten gevolge, dat onze straat op die eener groote,
volkrijke stad gelijkt, maar dat de naam van „het zindelijke Alk
maar" tot het verleden behoort gebracht te worden.
Ook hier ziet men nieuwsgierig de behandeling van het wets
ontwerp op de rechterlijke indeeling te gemoet. Is van de zijde
van Hoorn altijd beweerd, dat men niets ten nadeele van Alkmaar
begeerde, dat de rechtbanken van Hoorn en Alkmaar beiden be
houden behoorden te worden, thans, ter laatster ure, komt rar. Faber
betoogen, dat het arrondissement Alkmaar zeer goed bij Haarlem
gevoegd -.«n onze rechtbank opgeheven kan worden, en stemt de
Hoornsche Courant, in een tamelijk scherp artikel, met deze mee
ning in. Ik wil deze verandering van standpunt in de ure der
benauwdheid aan dat blad niet te euvel duiden, maar ik vraag u:
vindt gij Haarlem geen uitstekend middelpunt voor een arrondisse
ment van minstens 20 uren lengte, dat zich uitstrekt van de
Cocksdorp tot Bennebroek, en welke stad niet verder dan een uur
van de zuidelijke grens van dit uitgestrekt gebied verwijdert ligt?
Alkmaar of Haarlem, zegt mr. Faber, 't scheelt maar één uur
sporen. Hoorn en Alkmaar zou slechts een half uur sporen schelen,
had Hoorn niet hemel en aarde bewogen om geen spoorwegver
binding tusschen die steden te bekomen. Men behoeft de kaart
van Noordholland slechts voor zich te nemen om te zien, dat
Alkmaar een werkelijk middenpunt is, veel beter dan Hoorn in het
tegenwoordige arrondissement van dien naam. Wel ligt Hoorn
even als Alkmaar in het midden eener lengte-as, maar in de
breedte-as heeft Alkmaar nog 2 uren land tusschen zich en de
Noord-, Hoorn niets tusschen zich en de Zuiderzee.
Ik eindig dezen langen epistel met mijn groet.
Naar wij vernemen zullen de kolenbooten, bestemd
voor de Utreclitsche gasfabriek, voortaan hier weder lossen
en, zijn wij goed ingelicht, dan zal ook de firma Hagedoorn
uit Amsterdam, hare kolen niet meer aanvoeren door
IJmuiden, maar in deze haven.
Jl. Zondag werd in Tivoli een huishoudelijke wed
strijd gehouden door de Schietclub Willem Teil. Er werd
geschoten met het pistool, op 15, 20 en 25 passen, naar
een 9tal fraaije prijzen, die ten slotte naar de behaalde
punten werden toegewezen aan de heeren van Willigen,
Aberson, Klein, Meerens, Thomasz, Oetelmans, Zur Mühlen,
Wijs en den Duik. Met gepaste toespraak werden de
prijzen door den president der Club aan de overwinnaars
uitgereikt; den president zelve werd zijn prijs overhandigd
door het eerelid, den heer Aberson, die daarbij de beste
wenschen uitte voor den bloei der Club, ter bevordering
waarvan hij hoopte, dat de president nog lang aan 't hoofd
daarvan mogt staan. De president bragt verder dank aan
allen, die tot het wélslagen van dit concours het hunne
hebben toegebragt, inzonderheid ook aan den heer van
HoolwerfF, die door zijne goede zorgen veel daartoe heeft
bijgedragen. Ten slotte werd den president, bij monde van
den heer Zur Mühlen, dank betuigd voor zijne uitmuntende
leiding van dit concours.
Door de commissie voor het examineeren van varens
lieden te Rotterdam, is na voldoend examen aan de heeren
M. de Wijn het diploma van eersten, A. Blomberg van
tweeden en M. Kammerad van derden stuurman toegekend.
De beide laatsten zijn leerlingen van de zeevaartkundige
school van den onderwijzer A. J. Leijer, alhier.
Heden avond zal eene totale maansverduistering plaats
hebben. Zij begint, kort na het opkomen van de maan,
des avonds ten 5 u. 49 m. Ten 6 u. 47 m. is de maan
geheel verduisterd en blijft dat tot 8 u. 23 m. Dan begint
de schaduw, die de aarde op de maan werpt, al kleiner en
kleiner te worden, om ten 9 u. 21 m. geheel te verdwijnen.
Spaarbank voor den Helder-, 4de kw. 1876:
Saldo op 1 üct. 1876 f 62180.59|
Ingebragt en renten ged. het 4de kw. 1876 - 7294.33
f 69474.921
Uitbetaald gedurende het 4de kw. 1876 - 7344.08
Saldo op 1 Jan. 1877 f 62130.84'
Aantal deelhebbers op 1 Oct. 1876. 523.
1 Jan. 1877. 524.
De Staatscourant bevat een koninklijk besluit, waarbij
het regt op postwissels, strekkende tot het terugbetalen van
gelden in spaarbanken, gebragt wordt op de helft van het
van andere postwissels bepaalde regt en alzoo op 2| cent
voor elke f 12.50 of gedeelte van f 12.50.
Van Junij tot en met Sept. a. s. zal door een aantal
compagniën van de drie regimenten vesting-artillerie series-
gewijze gekampeerd worden op de Oldenbroeksche heide,
tot het houden van oefeningen op groote schaal.
Ter bevordering zooveel mogelijk van de belangen
der haringvisscherij zal ook voor dit jaar aan de miliciens
verlofgangers, die verkeeren in het geval bedoeld bij de
2de zinsnede van art. 129 der Militiewet, op hun aanvrage
de vergunning worden verleend tot het deelnemen aan de
visscherij, en zulks ongeacht zij mogten behooren tot een
korps, waarbij zij tot bijwonen van herhalings-oefeningen
zouden moeten opkomen; zullende zij in dat geval, ter
visscherij afwezig, ter zake van bedoelde opkomst in wer
kelijke dienst voor diligent worden gehouden.
Naar aan het Dagblad gemeld wordt, hebben zich
meer dan 100 sollicianten aangemeld voor de betrekking
van hoofdonderwijzer aan de pupillenschool te Niëuwersluis.
Door het Departement van Financiën is gisteren aan
besteed het bouwen van een telegraafkantoor op het eiland
Vlieland. Eenige inschrijver was de heer D. van der
Meer Jr., te Harlingen, voor f 18,000.
Ds. E. B. Gunning, te Alkmaar, komt voor op het
drietal te Harlingen.
Het stoomschip Antagonist heeft twee dagen onder
de gunstigste omstandigheden getracht het op Terschelling
gestrande schip John H. Kimball, kapt. Humphreys, van
Nieuwediep naar Cardiff, af te brengen, doch zonder goed
gevolg. Het schip is meer op zijde gevallen, zoodat de
toestand slechter is geworden. Jl. Vrijdag met hoog water
stond er 121 voet bij het schip en lag het toen 21 voet.
De gemeenteraad van Hoorn heeft in een nader
adres aan de Tweede Kamer op het behoud der regtbank
aldaar aangedrongen. Ruim 6000 ingezetenen van Hoorn
en andere gemeenten in het arr. betuigen hun adhaesie aan
dat adres.
Een aantal ambtenaren van het Rijkstelegraaf kantoor
te Amsterdam hebben zich jl. Zaturdag gewend tot Victor
Hugo, om hem met zijn 75sten verjaardag geluk te wenschen.
Op de Leidschestraat te Amsterdam kreeg een be
schonken man jl. Zondag middag de groote glasruit in het
oog voor den sigarenwinkel van den heer van Endel. Hij
trok zijne laars uit en, eer men het kon verhinderen, ver
brijzelde hij daarmede na drie vergeefsche pogingen het
glas. Hij is in hechtenis genomen.
Als een merkwaardige proeve van de buitengewone
zachtheid van het jaargetijde deelt men mede, dat in een
tuin te 's Hage reeds een spreeuwen-ei is uitgebroed.
Bij sententie van het hoog militair geregtshof, op het
vonnis door den krijgsraad te 's Bosch uitgesproken, is de
luit. der genie, die in de maand December jl., bij gelegen
heid eener uitvoering in den schouwburg aldaar, een der
controleurs over de toegangskaarten moedwillig verwondde,
veroordeeld tot eene maand celstraf en drie dagen gewone
gevangenisstraf ter vervanging van eene boete.
Nabij Enumatil is de Lemmer boot, die te 4 uur van
Groningen vertrok, in aanraking gekomen met een aldaar
liggend vaartuig met grint, tengevolge waarvan dat vaartuig
onmiddellijk zonk. De schipper heeft met een zijner zoontjes
nog bijtijds den wal kunnen bereiken, maar de vrouw
met drie kinderen, die zich onder in het schip bevonden,
zijn omgekomen.
Volgens bekendmaking van de Duitsche rijkskanselarij
van 22 Februarij waren, sedert den 15, gevallen van veepest
geconstateerd
1Koningrijk Pruissen
op den 15 te Keulen bij een rund, zich bevindende in
een stal in de nabijheid eener besmette hoeve gelegen;
op den 15 en den 18 in twee stallen te Emden, waarin
zich 9 runderen en 1 geit bevonden;
op den 17 te Opperau bij Breslau in een stal met 13
runderen
op den 19 wederom te Klein-Mochbern bij Breslau in
eene hoeve, waar zich 35 runderen bevonden.
2. Koningrijk Saksen
op den 15 te Seidan bij Bautzen, bij eene uit Dresden
aldaar ingevoerde koe; en
op nieuw te Mobendorf bij Leipzig in twee hoeven, met
15 runderen.
Alle besmette koppels zijn afgemaakt; verder werden te
Ernden drie verdachte hoeven met 6 stuks runderen en
2 schapen ontruimd.
Berigten uit Atsjin.
In het mail-overzigt van het Algerii. Dagbl. van Ned.—
Indië, dd. 18 Jan. 11., leest men:
Volgens de laatste ons dezer dagen toegekomen berigten
van het oorlogsterrein op Atsjin, zou het voornemen be
staan om zoo spoedig mogelijk met 1200 man infanterie
en twee batterijen tegen den vijand op te rukken, maar
aanhoudende bandjirs beletten de uitvoering van aanval
lende bewegingen. Bij de voorposten stond op vele plaatsen
het water ongeveer een meter hoog; op enkele plaatsen
zoo hoog zelfs, dat kolonel van der Heiden, die met de
inspectie der liniën belast is, den 3 Jan. slechts met groote
moeite en levensgevaar aan de gegevene opdragt kon vol
doen en op last van den generaal de inspectie moest staken.
Met genoegen vernemen wij, dat, dadelijk bij zijn op
treden, generaal Diemont den kolonel van der Heiden een
werkkring opgedragen heeft, overeenkomstig met zijn rang
als onderbevelhebber; Kotta-Radja is hem als standplaats
aangewezen en hij voert tegenwoordig het bevel over de
zes marsch-bataillons en drie veldbatterijen, die te Kotta-
Radja en voorwerken gelegerd zijn. Evenwel schijnt de
steeds heerschende ziektetoestand oorzaak te zijn, dat thans
slechts de bovengenoemde magt van 1200 man kan bijeen
worden gebragt om eene ernstige voorwaartsche beweging
te makeneene reserve van 600 man infanterie en eene
batterij zal hierbij wel niet overbodig zijn. Het punt van
aanval is zeer wijselijk geheim gebleven; maar het doel
zal waarschijnlijk zijn om de XXII Moekims een geducht
lesje te geven.
Wat de verstandhouding tusschen officieren en civiele
ambtenaren betreft, steeds melden onze berigten, dat deze
vrij gespannen is en blijft, en door de laatste voorvallen
er niet beter op geworden is.
De Jav. Crt. van Dingsdag 16 Junij bevatte het uit
voerig verslag van de wijze, waarop onze bondgenoot tegen
Simpang-Olim, Moeda Angkassa, verraderlijk is vermoord
geworden door iemand, die daarvoor 1000 roebels van den
overwonnen Radja van Simpang-Olim had ontvangen.
Landbouwzaken.
Sinds eenige maanden is Nederland zoo gelukkig, op een land-
bouw-proefstatioa te kunnen wijzen; eene instelling die in Duitsch-
laud reeds veel nut gedaan heeft.
Het proefstation te Wageningen houdt zich tegenwoordig voor
namelijk bezig met het onderzoek van zaden, tegen een betrekkelijk
geringen prijs; het is te hopen, dat vele landbouwers gebruik
zullen maken van deze instelling, om zich te vrijwaren voor schade.
Het is tot nog toe bij het meerendeel der landbouwers in Neder
land niet de gewoonte geweest, de zaden welke zij kochten, naauw-
keurig te onderzoeken of dit te lateu doen. De reden hiervan is
waarschijnlijk daarin te zoeken, dat ze niet geheel op de hoogte
zijn hoe het zaad op verschillende wijzen vervalscht wordt en hoe
dikwijls hun, in plaats van goed kiemend zaad, iets in de hand
gestopt wordt, dat vermengd is met stoffen zonder eenige waarde
of met slecht kiemende zaden.
Het beoordeelen van zaden op het gezigt mag goed gaan bij
die, waar het er niet op aankomt of ze kunnen kiemen, en die
groot genoeg zijn, dat men zien kan of het echte korrels zijn; bij
zaaizaden is het zeker verkeerd.
Bij het koopen van klaverzaad b. v. wordt meestal zeer gelet
op den goeden glans. Deze is echter in het geheel geen bewijs
voor de deugdelijkheid van het zaad, want slecht bewaard of oud
zaad verkrijgt weder den mooisten glans, wanneer het door elkaêr
wordt gewerkt met eene kleine hoeveelheid olie. Ieder kan er
zelf de proef van nemen; men wrijft slechts wat zaad tusschen de
handen, welke men een paar maal door het hoofdhaar gehaald
heeft, en de glans zal zeer verhoogd worden.
Bij de beoordeeling van de waarde van zaaizaad komen twee
dingen in aanmerking: de zuiverheid en de kiemkracht.
De onzuiverheden, die in het zaad voorkomen, zijn van verschil
lenden aard. Soms zijn het onkrnidzaden en zand of kaf, die er
onwillekeurig ingekomen en bij het schoonmaken in gebleven
zijn. Soms zijn het vreemde zaden of stoffen, zonder waarde voor
den kooper, welke er met voorbedachten rade bij gemengd zijn en
dienen om het gewigt ten voordeele van den zaad-handelaar te
verhoogen. In Engeland was het voor eenige jaren een tak van
industrie, die openlijk gedreven werd, om slechte zaden te kleuren,
zoodat ze dienen konden tot vervalsching van andere zaden, waarmee
ze in grootte en vorm overeenkomst hadden. Ze werden dan met
een geroost, opdat de kiem dood zou gaan en het bedrog dus op
den akker, door het opkomen van veel valsche planten, niet aan
den dag zou komen.
In Duitschland komen monsters van klaverzaad voor, die ver
mengd zijn met gekleurde steentjes, welke in vorm en grootte met
de zaadkorrels nagenoeg overeenkomen; de gelijkenis is zoo groot,
dat het moeijelijk wordt, bij eene vermenging met 10 pCt. steentjes,
dat bedrog te ontdekken.
Het onderzoek van twee zaadmonsters, een van klaver- en een
ander van vlaszaad (gepubliceerd door dr. Nobbe in Saksen) geven
ons een voorbeeld hoeveel onzuiverheden er kunnen voorkomen,
terwijl de monsters van gemiddelde kwaliteit zijn. In het klaverzaad
was het vijf procent, in het vlaszaad bijna zeven procent. Deze
5 en 7 pCt. bestonden uit zand, kaf en onkruidzaden. In één