y IVIËITWEDIEPER COURANT. E 7. N". 29. Vrijdag 9 Maart. Jaargang 35. "SS nri ikrnvniii ijl llfiLIffillotiili Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. Verschijnt Dingsdig, Donderdag en Zatnrdag namiddag. AbonnemenUprijs per kwartaal1.80. g t franco per poat - 1.65. Blken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indtë. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De sluiting der mail naar Batavia en Padangte ver zenden per mailboot MADURAgeschiedt voor drukwerken den 16 dezer, na aankomst van trein III fNoordhollandsche Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 17 dezer, na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens. „Algemeen belang" en zijn tweelingbroeder de „som der bijzondere belangen." Algemeen belang, weet ge wat dat is? Gij hebt daarvan misschien eene te schoone voorstelling gemaakt; gij hebt u misschien de maatschappij voorgesteld als een levend organisme met eigene regten en behoeften, en ge hebt gemeend onder «algemeen belang» al datgene te moeten verstaan, wat bevorderlijk was voor de ontwikkeling der maatschappij. Gij hebt misschien gemeend, wanneer ge, overtuigd deel uit te maken van een grooter geheel, uwe eigene wenschen en begeerten achtersteldet voor wat u scheen te zijn «algemeen» belang, daarmede een bewijs te geven van uwe zucht om een goed staatsburger te zijn, gemeend, zoo handelende, uwe verpligtingen als mensch en burger na te komen. Maar gij zult nu wel inzien, dat gij gedwaald hebt, dat gij de zaak veel te hoog opgevat hebt, dat het begrip veel lager bij den grond ligt, dat gij in den hemel gezocht hebt, wat in het slijk voor uwe voeten lag. Veel hebben ons de Kamer-discussiën van de vorige week niet geleerd, maar toch dit hebben wij van de tegen standers der in behandeling zynde regterlijke wetten wel vernomen, dat het algemeen belang niets anders is, dan de bijeenvoeging, de som van alle bijzondere en locale belangen. Dit is eenvoudig. Het eenvoudige is het kenmerk van het ware, gelijk de mensch niet anders is dan de som van zooveel armen, beenen, toonen, spieren, haren en zenuwen, zoo ook is het algemeen belang niets dan de som van de belangen van Amsterdam en Nergenhuizen, van die van den burgemeester van Dordrecht en den klepperman van Delfzijl. Men voege slechts de noodige spieren bloed en beenderen bij elkaftr, dan krijgt men een mensch, juist zoo als men de belangen van Jan, Piet en Klaas slechts in een kolom Een Franschman over Neêrl. Oost-Indië. Twintig millioenen menscheu in N. Oost-Indic gehoorzamer aan eenige duizenden vreemdelingen, waarmede zij in ras, taal, godsdienst, noch karakter de minste overeenkomst hebben; zij arbeiden, om die ongewenschte meesters te verrijken; het fierste en eertijds het krijgshaftigste en machtigste volk van Indië verdraagt de W'es- tersche overheersching, zonder te trachten zich daaraan te ont trekken, ziedaar ongetwijfeld een der meest buitengewone uitwer kingen van den vasten wil en het geduld van een klein volk. Evenals de Engelsche macht in Indië, is de Hollandsche in den Maleischen Archipel de vrucht van eene verbazende inspanning, een voortdurend, bedachtzaam pogen, om wezens, die hun juk met weerzin dragen, te beteugelen en te besturen, en om zonder schokken de vurigste karakters der wereld te leiden. Daartoe behoort meer dan een gelukkige ingeving, dan eene eenmaal voor goed vast gestelde staatsregeling, die de opvolgers van hunne voorgangers overnemen. Elk oogenblik moet eene verstandige staatkunde als het ware de zedelijke temperatuur onderzoeken, de uitingen van het algemeen gevoel volgen, en alle botsingen bij tijds voorzien, om ze te kunnen voorkomen. Elk ambtenaar moet een helder begrip hebben ,van liet ,doel zijner regeering, eu allen moeten een parig zamenwerken, of liever, zij moeten aan de nauwkeurige voorschriften gehoorzamen, zich, aan een nauwgezet toezicht onder werpen en doordrongen zijn van den geest hunner roeping. Een geheel Rijk te regeeren oin zeiven de voordeelen te trekken, zonder daarvan deir schijn nun te nemen, zonder den trots der bevolking te beleedigen. Ziedaar liet groote vraagstuk, dat de vreedzame veroveraars van Java nagenoeg hebben opgelost. Met dat doel worden de inlandsche ambtenaren van de oligarchische inrichting behouden, en hun alleenlijk een Hollandsch ambtenaar toegevoegd, die alles ziet en over alles beslist, maar zonder zich op den voor grond te stellen, zoodat het volk alleen met zijn natuurlijke hoofden in aanraking komt. Zóó is het bewind overgegaan in Europeesche handen zonder schokken, slechts door invloed uit te oefenen op de hoofden van de gemeente, van het district en van het gewest, lieden, die gemakkelijk te overreden zijn, wanneer men over de macht en het geld te beschikken heeft. Het is altijd lichter eenige honderden ambtenaren tot nieuwere beginselen over te halen, dan millioenen menschen te overreden eene andere regeering te eischeu. De arbeid der inlanders moe9t intusschen ten voordeele der planters Overgenomen uit de Revue des Deux Mondes. De Redactie acht het stuk wel waardig, onder meer oogen te komen dan onder die van de lezers der Revue. Red. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. heeft te brengen en op te tellen, om als resultaat het landsbelang te krijgen. Of begrijpt gij 't nog niet regt? Laat ons dan beproeven duidelijk te zijn. Er is voorgesteld de regtbank te Hoorn op te heffen, ook Briel en Goes en Deventer en nog eenige anderen, op de namen komt het niet aan. Nu is het zeker voor Briel en Hoorn en Goes en de anderen een verlies, als eenige gezinnen de stad verlaten, en er eenige brooden minder gegeten worden, en de «groote sociëteit» eenige leden verliest; er is ook een nadeel van gewigtiger aard, de toch niet al te talrijk vertegenwoordigde klasse dei- ontwikkelde, wetenschappelijke burgers wordt gedund, een onherstelbaar verlies soms. Iedere zoo beroofde stad strijdt voor haar eigenbelang, voor hare bakkers, hare slagers, hare leesgezelschappen en sociëteiten. Dit is natuurlijk, en daar, volgens de al te eenvoudige leer, het algemeen belang slechts de som is der bijzondere locale belangen, zoo vordert het «algemeen belang» dringend het behoud der regtbanken te Hoorn, te Goes, te Brielle, enz. Er is echter geen reden om op zulk een goeden weg te blijven staan. Voor ieder stadje in 't land zou de vestiging van een regtbank een voordeel, voor ieder dorp een eigen kantongeregt een niet gering belang zijn. Zoo eischt het «algemeen belang» kantongerechten overal, talrijk als het zand der zee, eu regtbanken bijna overal, talrijk als de schelpen aan den oever. Wat nu voor de regtbanken waar is, geldt natuurlijk ook voor garnizoenen, academiën, hoogere burgerscholen, muséa, in een woord voor eiken tak van staatsdienst. Zoo brengt het «algemeen belang» mede, dat de staatsmachine werkt als eene reusachtige pomp, die het geld der belas tingschuldigen uit de verborgenste diepten hunner zakken en brandkasten oppompt, om het vervolgens te verdeelen over het geheele land, ambtenaren aanstellende en colle- giën bezoldigende overal daar, waar het locale belang medebrengt, dat huizen gebouwd en brood gegeten wordt, dat ontwikkelde mannen wonen, en conversatie en sociëteit tot bloei worden gebragt! Wij, ongelukkige bewoners van den Helder, dat wij zulks niet eerder geweten hebben, dat wij dit heerlijke argument niet hebben kunnen gebruiken tegen de door graving van Holland op zijn smalst. Hadden wij toch ingezien, dat het algemeen belang niets anders was, dan de som van de belangen van den Helder en het Nieuwediep, van onze loodsen, sjouwerlieden en cargadoors, dan lagen worden aangewend; men maakte daarom gebruik van het oude stelsel der heerendiensten, en terwijl de planters de landerijen voor onbepaalden tijd huurden, namen zij de plaats en al de rechten der vroegere eigenaars mede in bezit. De inlander zette zijn arbeid voort, even als vroeger, blijde dat hij betaald in plaats van ge slagen werd; het geheele geheim van de vestiging der Hollanders op Java bestaat daarin, dat zij aan de inboorlingen evenveel en meer welvaart verschaffen, dan zij vroeger genotenhoe onbillijk eenige hunner reglementen ook mogen zijn, aangaaude de gedwongen aankweeking van koffie en tabak en het gebruik van den grond voor deze of gene kuituur, toch is dat juk minder zwaar dan eertijds. De gouverneur-generaal en de residenten, door de inland sche vorsten in de dichterlijke Maleische taal als „vaderen" toe gesproken, spelen eenigszints de rol van die bladerrijke boomen, ónder wier schaduw de reiziger eene beschutting vindt tegen de brandende zon, eene vrucht om den dorst te lesschen, eene schuil plaats tegen de wilde dieren. In weerwil evenwel van de zorgvuldigheid, waarmede de Hollanders hunne oppermacht verbergen eu toch doen eerbiedigen, en van de groote voordeelen, die zij daaruit trekken, kunnen zij noch voor zichzelven, noch voor anderen ontveinzen, dat hun getal uiterst gering is. Op dit oogenblik (April 1876) zijn op Java nauwelijks 8000 man troepen, in de verschillende garnizoenen verspreid, die door den oorlog op Sumatra ontbloot zijn; een algemeene opstand zou geen ernstigen tegenstand ontmoeten. Ook rekenen zij niet op hunne krijgsmacht; zij verwachten hun invloed en hunne veiligheid enkel van het prestige, dat hen omgeeft en waaraan zij de meest mogelijke zorg besteden. Dat allesvermogende prestige op den geest dier fatalistische, ontaarde Mahomedaneu moet tot eiken prijs worden gehandhaafd. Om het te behouden wordt men half Javaan; men is steeds mild, zelfs jegens de minste koeli's, even als de vroegere groote lieeren; men leeft op een grooten voet; men neemt zekere aristokratische vormen aan, en gewent zich aan een zekere luiheid en achteloosheid in bewegingen, hetgeen de Indische rassen kenmerkt; men let steeds op zichzelven evenals een kapitein tegen over zijne soldaten; men spreekt zoo min mogelijk over de andere Europeesche volken, en verhindert, waar men kan, de inlanders de Hollandsche taal aan te leeren, zich met dc zaken van Europa te bemoeien en de landkaarten te beoefenen; men verbiedt den consuls te Batavia vóór hunne woning de vlag te liijschen, opdat de oogen der Maleijers er niet aan gewennen een andere vlag te zien, dan de Nederlandsche; in één woord, men tracht door alle mogelijke middelen in het hart der inlanders het denkbeeld te versterken, dat zij in aanraking komen met een machtig volk, een hooger ras, in staat hen in geval van tegenstand te verpletteren, en door den wil des hemels bestemd om hen voor altijd onder voogdij te Prijs der Advertentiën: V»n 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden nasr plaatsruimte berekend. de Velser duinen nog heden ongerept en waren wij ont heven van de noodzakelijkheid, om door arbeid en energie voor onze plaats den rang onder de steden te behouden, die het Groot Noordhollandsch kanaal ons heeft doen ver werven, en die IJmuiden zich gereed maakt ons in de toekomst te betwisten. Misschien vindt gij deze redeneering kinderachtig, maar vergunt ons op te merken, dat er in de Kamer geene kinderachtige dingen gezegd worden; als een Kamerlid goedvindt tegen een geacht afgevaardigde, die vóór hem het woord heeft gevoerd, te zeggen, dat hij wel anders zou spreken, als zijn regtbank met opheffing bedreigd werd, dan moet gij dezen uitval beschouwen uit het oogpunt der hoogere politiek, uit het oogpunt der «algemeen belang- theorie,» die medebrengt, dat de afgevaardigde, die niet voor zijn regtbank pleit of die regtbank iets te doen heeft, doet er niets toe geacht wordt het algemeen belang te miskennen. Het is waar, dat, uit een gewoon menschel ijk oogpunt geredeneerd, de zaak geheel anders zich voordoet. Dan vragen wij slechts, of niet de wijze, waarop in ons land regt bedeeld wordt, den naam verdient van verspilling van geld en arbeidsvermogen; of niet een veel geringer getal ambtenaren hetzelfde werk zouden kunnen verrigten, en of niet door die concentratie van krachten naar enkele middel punten, de regtspraak verbeteren, de regtswetenschap vooruit geholpen, het dillettantisme, dat regters zonder werk, en advocaten zonder processen tot zijne slagtoffere maakt, gedood worden zou. En is dat eenmaal erkend, en niemand betwijfelt het, dan brengt het algemeen belang verminde ring van regtscollegiën mede, dan is dat algemeen belang, niet de som der bijzondere belangen, wel verre van dien, staat het lijnregt tegen locale belangen over, die daarbij opgeofferd moeten worden. Dan kan men medelijden hebben met Goes en Briel, met Nergenshuizen en Stillen- hoek, die hunne kantongeregten kwijtraken, en wier jonge- dochters hare kansen om griffiersvrouw te worden zien verminderen, maar daarbij blijft het; er kan sprake zijn, welke regtbanken behooren te worden opgeheven, maar dat een zeker, zoo groot mogelijk getal behoort te verdwijnen, ook al hangt van hun blijven de roem en het bestaan van 't een of ander verloren stedeke af, dat is niet twijfelachtig. In zekeren zin is de strijd, die in deze week in de Kamer wordt gevoerd, de strijd tusschen deze beide op vattingen van hetgeen «algemeen belang» is. Volgens de houden. Men gevoelt het gevaarlijke en onnatuurlijke van zulk een toestandhet minste toeval kan een crisis veroorzaken, die doodelijk zou zijn. Het geheele stelsel rust op een vat buskruit; valt er een vonk in, dan vliegt het in de lucht. Angstig moet men daarom het oog gevestigd houden op de vijanden, die dien toestand bespieden, gereed om de brandende fakkel daarin te werpen, en de eerzuchtige bewaken, die zich door een zoo schoone en gemakkelijke prooi konden laten verlokken, Onder de Europeesche mogendheden is er vooral ééne, die zoowel in Azië als in Europa de vaderlandsliefde der Hollanders bijzonder verontrust; men moet hen hoorên spreken over de veroveringszucht der Duitschers, en met het vuur van een baatzuchtig medelijden de nederlagen van Frankrijk hooren betreuren. „De arm en het oog van Pruisen reiken verder dan de Zuiderzee," zeggen zij; „twintig millioenen 's jaars zouden een aardige som zijn voor schraapzuchtige vorsten, zonder nog te spreken van de ontwikkeling van zeemacht en handel, die zulke bezittingen zouden verzekeren." Zonder die vrees als een hersenschim te beschouwen, die door het verleden maar al te zeer gerechtvaardigd wordt, moet men toch bekennen, dat zelfs geen vreemde invloed noodig is, om de macht der Hollanders in Indië te bedreigen. Hoe achterlijk de bevolking dier eilanden ook moge zijn, toch is zij niet geheel buiten den invloed gebleven van de hooge vlucht, die de handel, de scheep vaart en de middelen van communicatie hebben genomen; het schouwspel onzer eeuw begint hen van hunne oude lichtgeloovig- heid te genezenhet scepticisme, dat zoo spoedig in sommige landen, Japan b. v., is doorgedrongen, begint zich, zij het in geringen graad, ook bij andere minder voortvarende volken te openbarende Aziatische wereld schijnt een onbepaald gevoel te hebben voor naderende beweging, en langzamerhand tot de over tuiging te komen, dat hare kracht berust op het aantal. Een vernielende adem schijnt over het oude geloof en prestige te gaan. Het voorbeeld der Chineezen, die zich verspreiden en overal fortuin maken, leert den arbeider, dat hy door zijn werk iets meer behoort te verdienen, dan een dagelijksch stukje brood, en dat het oubillijk is zich zooveel moeite te moeten geven, em een vreemden planter of de schatkist te verrijken; het vraagstuk van den dag, in één woord, de tegenstelling van arbeid en kapitaal, begint ook te schemeren bij minder beschaafde wezens, en veroorzaakt, een malaise, een zekere ontevredenheid, een soort van stoornis in de geheele machine. Het valt den waren Nederlander moeielijk over Atchin ff liever Atjeh) te spreken, zonder een pijnlijk gezicht. De kolonie heeft daar een open wond, en het hart bloedt, wanneer men een groot deel der inkomsten, en zijn dierbaarste kinderen ziet verslinden door die telkens herlevende hydra. Men herinnert zich de afwisselingen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1