HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. 1877. N". 36. Zondag 25 Maart. Jaargang 35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. Binnenland. „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdsg, Donderdag en Zatnrdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal 1.80. franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN SP, 103. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Onze abonné's in de gemeente ontvangen bij dit nummer afzonderlijk „Vervolg der bewegingen van Zr. Ms. schepen op de Knst van Atsjin." Abonné's buiten de gemeente zeilen wij liet, op aanvrage, gratis toezenden. Eiken Donderdag vertrekt de mail Oost-Indie. Laatste ligting 'a avonds 6 uur. VERGADERING van den RAAD der gemeente ANNA PAULOWNA, op DINGSDAG den 27 MAART 1877, des namiddags ten twee ure. Anna Paulowna, den 23 Maart 1877. De Burgemeester C. E. PER K. Onderwerpen ter behandeling 1. Verzoek om ontslag van een hulponderwijzer. 2. Aanbieding jaarverslag over 1876. 3. Mededeeling ingekomen stukken. HELDER en NIEUWEDIEP, 24 Maart. Men verneemt, dat alle zeemiliciens, circa 600, in het vervolg hunne opleiding zullen ontvangen alhier, waartoe Zr. Ms. stoomfregat Evertsen medio Mei in dienst zal worden gesteld. De mailboot Celebes arriveerde den 21 dezer te Batavia. De Voorwaarts passeerde 23 dezer Aden. Gisteren zijn aan Z. M. den Koning de eerste kievits eieren aangeboden door den hofleverancier Schaap, te Delft. Z. M. de Koning heeft, volgens het Fransche blad la Patrie, aan den commissaris-generaal der Parijsche wereldtentoonstelling van 1878 het aanbod gedaan, eene verzameling van 40,000 tulpen te zenden en die een tijd lang te onderhouden. Het blad voegt er bij, dat dit aan bod dankbaar is aangenomen. Z. M. de Koning zoo schrijft men aan de Tijd beval in 1861 persoonlijk de zorg over de wonderdadig geredde mej. Joh. van Beek aan den heer Kolfschoten aan, met de Koninklijke belofte, voor haar toekomst te zullen zorg dragen, en met verzoek tevens, te gelegener tijd van haar welstand te mogen vernemen. Thans is de met goede kennis en deugden toegeruste wees meerderjarig en heeft Z. M. haar Zijn Koninklijke belofte gestand gedaan, door haren nog jeugdigen verloofde na diens driejarig candidaat-notarisschap, op 28jarigen leeftijd, tot notaris in haar geboorteplaats te benoemen. De minister van Financiën heeft het kantoor der directe belastingen en accijnen te Zijpe c. a. gerangschikt in de zesde klasse. Gedurende het jaar 1876 zijn 91 personen van de landmagt en van het korps mariniers gedeserteerd. De landverhuizing naar Noord-Amerika, die in 1875 reeds, bij vorige jaren vergeleken, verminderd was, is in 1876 nog geringer geweest. Jl. Zondag nam ds. J. H. L. Bonman, van Kolhorn naar Ammerstol beroepen, afscheid van zijne gemeente, naar aanleiding van 2 Cor. XHI 13. Het door den gemeenteraad van Zijpe vastgestelde primitief kohier van den hoofdelijken omslag voor den jare 1877 bedraagt f 6167.89. Men schrijft uit Oudkarspel «De alhier gevestigde spaarbank, opgerigt door het departement Oudkarspel der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, mag zich bij voortduring in den meest ge- wenschten bloei verheugen. Volgens het onlangs opgemaakte jaarverslag over 1876 bedroeg het aantal inleggers 139, het kapitaal der bank f 11,159.06, waarvan aan de deel hebbers toekwam de som van f 10.989.59, terwijl er een overschot of reserve bestond van f 169.47. Het grootst was het aantal posten tusschen f 5 en f 20, het kleinst dat boven f 500. De kosten van beheer bedroegen f ;92.33|. Het aantal nieuw geopende rekeningen bedroeg n[et minder dan 38. De meeste nieuwe inleggers waren minderjarigen en personen zonder beroepdrie landbouwers plaatsten vrij aanzienlyke bedragen, terwijl 3 handwerks lieden, 1 ambachtsman en 1 dienstbode met de genoemde minderjarigen enz. nagenoeg f 1500 plaatsten. Het geheele aantal inlagen bedroeg 431, tot een gezamenlijk bedrag v%n f 5226.70, dat der terugbetalingen 48, tot een geza menlijk bedrag van f 3659.9,7. De meeste inleggers zijn in, deze gemeente woonachtig; de inwoners der naburige dorpen van den Langedijk, hoezeer in de onmiddellijke nabijheid van dit dorp zich bevindende, maken er slechts voor een zeer klein getal gebruik van. Het bestuur der spaarbank heeft ten vorigen jare mede eene hulpbank opgerigt, tot het verstrekken van kleinere of grootere voorschotten aan landbouwers en andere personen, tegen matige rente. Hoewel nog op kleine schaal werkende, heeft deze nuttige inrigting reeds goede vruchten afge worpen en ondervindt algemeene waardeering.» De verpachting van het grasgewas van de ringdijken en polderkaden van den Haarlemmermeer-polder, over eene oppervlakte van 215 hectaren, heeft opgebragt de enorme som van f 21,664, of ruim f 100 per hectare. Den 22 dezer is te Haarlem aanbesteed: het herstellen van den tot zeemerk dienenden dorpstoren te Callantsoog. Daarvoor was ingeschreven door de heeren: J. Fransen te Callantsoog, voor f 2289, K. Bol te Zijpe, voor f 2274, D. de Vries te Helder, voor f 2580 en G. Veter te Zijpe, voor f 1900. Het werk is gegund aan den laagsten inschrijver. Op de tentoonstelling van vee en pluimgedierte, jl. Donderdag te Schiedam vanwege de afdeeling der Hollandsche Maatschappij van Landbouw gehouden, zijn o. a. bekroond: Afdeeling A (gemest vee). Ossen, uitsluitend met hard voeder gemest, 1ste en 4de prijs S. Spaans, Barsin- gerhorn; 2de pr. J. Boot Kz., Schermeer; 3de pr. D. Waiboer Hz., Wieringerwaard. Koeijen, idem, 1ste pr. M. Zuurbier, Oterleek; 2de pr. H. Lammerschaag, Koedijk; 3de pr. J. Rezelman, Winkel. Vette Schapen, 2de pr. J. de Wit, Beeinster. Afd. B (niet gemest vee). Ossen oud 3 jaren, 2de pr. D. Sleutel, Wieringerwaard. Afd. D (aanfokvee). Pink-kuiskalveren oud ljaar, 1ste pr. D. Jonges Cz., Beemster. Rijstieren oud 2 jaren, 1ste pr. J. Wortel, id.; 2de pr. K. J. Akkerman, Schermeer. Idem oud 1 jaar, 2de pr. D. Jonges Cz. Prijzen van het bestuur: Jan Man, Oosthuizen, voor een os met hard voeder; J. Blaauboer, Kolhorn, idem; J. Kaan Jz., Wieringerwaard, id.; J. de Wit, Beemster, voor eene koe met hard voeder; J. Schellinger, aldaar, idem; D. Schoen, aldaar, idem; J. Pijper Jr., aldaar, idem. Als eene zeldzaamheid mag worden vermeld, dat op de hofstede Mewensoord, onder 's Gravendeel, een arbeider 65 jaren lang is werkzaam geweest. De sterke, flinke grijsaard neemt nog altijd met lust deel aan den arbeid. Zekere Jean Baptiste Verbrugge, zich ook noemende Charles Bakker, oud 27 jaren, kunstenmaker met gewigten, geboren te Antwerpen, is uit het krankzinnigengesticht «Goudewater» te Rosmalen ontsnapt. Uit Vlissingen meldt men, dd. 20 dezer: «Gisteren namiddag beklaagde zich een bekend koopman in Sina'sappelen, die niet tot den Multapatiorsbond behoort, bij een kruidenier, dal hij een portemonnaie, met 6 gulden verloren had, en riep diens hulp in om zijn koopman te kunnen betalen. De handelaar in zuidelijk ooft had blijkbaar weder te veel aan Bacchus geofferd, zoodat de kruidenier hem toevoegde: «neen, je verzuipt 't maar.» Deze woorden werden door den persoon, die de leening wilde sluiten, verkeerd begrepen; hij antwoordde: «nu, dan zal ik 't dadelijk doen ook,» liep den winkel uit naar de daarvoor gelegen haven en sprong hals over hoofd in 't water. Van een in de nabijheid liggend schip werd hulp ver leend, zoodat hij weldra in staat was, met een nat pak zijn kruiwagen met koopwaar weder op te nemen.» Te Waubach hebben de rijksambtenaren een os in beslag genomen van een Pruissisch landbouwer, die zich met dat dier, hetwelk voor een kar was gespannen, onvoor- zigtig op Nederlandsch grondgebied had gewaagd. Men schrijft uit Friesland, aan het U. D.: «Met het vee raakt men hier letterlijk op het eind. De winter*- en voorjaars-voedering staat alom uren ver onder water en daarenboven raakt het hooi, door 't aanhouden van dezen treurigen toestand, totaal op. Men besteedt fabelachtig hooge prijzen voor 't hooi, tot zelfs f 60 voor de 500 KG. In geen jaren is iets dergelijks beleefd. Met belangstelling ziet men eiken dag naar een stevigen aflandigen wind uit, opdat de watermassa zeewaarts keere.» De Oostersche kwestie. Castelar heeft eens zijn vaderland, Spanje, het «vaderland van het vice-versa» genoemd; men zou op grond daarvan, indien men niet beter wist, bijna vermoeden, dat de Oostersche kwestie op Spaanschen bodem ontloken moet zijn. Het gaat heen en weer zonder ophouden, naar boven en naar benedende eene dag geeft hoop, den anderen dag is de lucht zwart van wolken. Heden is de staatkundige verandering weer voor do ver andering bewolkt als de hemel, die de beminnelijke lente van 't jaar 1877 te aanschouwen geeft. Het vermaarde protocol is, zooals het door Rusland werd gewijzigd, niet aangenomen door Engeland. Het schijnt, dat Rusland zich niet wil laten dwingen tot eene geheele ontwapening, die het vooraf van Turkije eischt, en dat is de oorzaak van het geschil. Maar hoe dit zij hoe het werkelijk is, valt bij de geheimzinnigheid, waarmede de onderhandelingen gevoerd worden, moeijelijk te bepalen, deze afwijzing kan een slechten keer geven aan de zaken en 't is de vraag, of het bij de verdere onderhandelingen, die nog worden voortgezet, gelijk het telegram tot gerust stelling zegt, gelukken zal tot eenstemmigheid te komen. En zelfs, indien Engeland en Rusland het eens worden, is 't werk, volgens de laatste berigten, nog maar half klaar. Turkije maakt, naar 't heet, zwarigheden tegen de onder- teekening van een internationaal protocol en de Sultan zoo meldt men ten minste uit Konstantinopel wil de diplomaten, die van hem de onderteekening vorderen, ver wijzen naar de grondwet en 't parlement, die expresselijk schijnen uitgevonden te zijn om Europa met een kluitje in 't riet te sturen. Het geduld van het papier, zegt de Arnh. Ct., komt vooral treffend aan het licht bij het lezen der telegrammen. Dat zij elkander zoo vaak weêrspreken laten wij daar; als een berigt interessant is, schijnt het er minder toe te doen of het ook waar is; maar wanneer men zich de moeite geeft om de rubriek telegrammen trouw te lezen, staat men verwonderd, over de onbeduidendheid van zoo menige tijding, waarmede men de telegrafisten van gansch Europa telkens lastig valt. Een der uit dien hoofde merkwaardigste berigten is wel dat, hetwelk jl. Woensdag uit Konstantinopel medegedeeld werd: «De Montenegrijnsche gevolmagtigden hebben twee telegrammen ontvangen, dieniet waren te ontcijferen.» Wat ter wereld heeft iemand er aan te vernemen, dat een ander een brief heeft gekregen, dien deze niet ontcijferen kan? Of zou de Montenegrijnsche diplomatie zoo slim zijn, om opzettelijk onontcijferbare telegrammen te zenden, gedachtig aan de leer: «Een veldheer wint genoeg, al wint hij niets dan tijd.» Bovendien is de zaak zoo heel zeldzaam niettelegrammen onderscheiden zich ook in dit opzigt van berigten langs anderen weg gezonden, dat men er zeer dikwijls tweeërlei met elkander lijnregt strijdende mededeelingen in lezen kan. De Negerzangers laten hunne liederen in verschillende plaatsen van ons land nog met succes hooren. De Standaard vindt het muzikaal genot, voor zooveel hiervan sprake kan zijn, schraal. Nu is Eugelsche muziek in den regel niet zeer bekoorlijk en wint niet, wanneer ze door negers wordt gezongen. Is het oordeel over deze zamenkomsten misschien eenigs- zins afwijkend van hetgeen anderen er over zeiden, de negers in West-Indië beschouwen ze nog uit een ander oogpunt. In het U. D. komt een brief voor van een neger waarin men het volgende van deze zaak leest: «Ik heef gehoort dat in de blanke land van engelland in London zwarte Heere en Dame 1) is die psalme zing en O zoo veele geld verdiene omdat de blanke mens veel van de zwarte Heere hout als het waar is dan wil ik ook gaar overkom om ook geld verdien met zang. ha sa fiti mi moro leki werk 2) omdat de mens die zing, goed eet in de dag en alleen in de nacht een beetje zingt, terwijl in Sranan de zwarte Heere over dag moet werk en al was hij de geheele nacht zing hij niets verdien, je weet ik vroeger jaar was eerste roeijman op boot van Commis saris en toen ik schreuw Wa... wa... wa... wawa... 3) om gaauw te gaan. alle vogele van de water kant vlieg weg van de schrik, nu mijn vrouw zing ook goed vooral in Psalm en ook mijn zoon meneer Arthur zij 4) een monu ment vormen, dat ieder in eigen huis zal bezitten, als blij vend aandenken aan den man, heeft een mond leki een Baboen 5), al was dat 1000 mens zing je hoor hem toch nu je weet alle. zal UWe mij niet raaij om ook geld met zang kome verdiene als de blanke mens zoo veel van zwarte meneer hout dan ik zal krijg veel geld omdat ik is zoo zwart leki een bana bec 6) en spreek heel goed Hollans. Ik wach je antwoord ook wat geld om mijn passage te betale. als ik in blanke lant is overgekom en ik verdien veel geld ik zal UWe terug geef.» 1) Men weet, dat de neger sinds zijne vrijlating zich zelf liefst meneer noemt en den blanke eenvoudig blauke of menshij spreekt dan ook van „meneer coeli." 2) 't Zal me beter bevallen dan werken. 3) Een eentoonig gezang der roeijers, om gelijken roeislag te houden. 4) De neger maakt zelden onderscheid tusschen mannelijk en vrouwelijk bij de voornaamwoorden; zoodat hy, zij en hij door elkander gebruikt. 5) Een mond als een brulaap. 6) De naam van een zwarten vogel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1