M IIELDERSCIIE HE
V NIËITWEDIEPE1 COURANT.
f7. N°.53. Vrijdag 4 Mei. Jaargang 35.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
Binnenland.
Verscbijni ümgtdag. Donderdag en Zatardag namiddag.
Abouaementaprijs per kwartaal 1.80.
franco per poat - 1.85.
Uikeo Donderdag vertrekt ie mail naar
Ooat-IadIF. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEÜWEDIEP, 3 Mei.
De mailboot Conrad is jl. Maandag Sagres gepasseerd;
de Prins van Oranje is Dingsdag van Southampton vertrokken;
de Madura kwam Zondag te Batavia aan.
Gisteren avond werd alhier een fraai noorderlicht
waargenomen.
Gisteren heeft alhier plaats gehad de aflevering en
indeeling der miliciens uit deze en omliggende gemeenten,
behoorende tot de ligting der nationale militie van dit jaar.
Voor het eerstdaags te houden examen van machinist
leerlingen 2de kl. bij de opleiding te Hellevoetsluis, waar
voor 40 plaatsen zijn opengesteld, hebben zich 108adspiranten
aangemeld.
Tot dusver hebben zich een 40tal jongelieden aan
gemeld voor de pupillenschool, welke over een paar maanden
te Nieuwersluis geopend wordt.
De lijst der hoogstaangeslagenen in 's Rijks directe
belastingen in deze provincie over 1877 bevat de namen
van 192 personen. Het eerst komt daarop voor jhr. J.
B. van Merlen, te Heemstede, voor f 5239,09* (grond
belasting f 4150.261, personeel f 1088.83); tevens komen
daarop voor de heeren mr. D. van Akerlaken, te Hoorn,
voor f 1092.61; D. Schuitemaker Kz., te Avenhorn, voor
f 921.14; J. Spaans Jr., te Barsingerhorn, voor f 829.95.
Het algemeen depót van discipline wordt eerstdaags
van Naarden naar Medemblik verplaatst.
In het tijdperk van vier weken, 25 Maart tot
21 April, zijn, blijkens ingekomen ambtsberigten, door
longziekte aangetastin Zuidholland 102, in Noordholland 4,
in Friesland 12, totaal 118 runderen. In het vorige
tijdperk van vier weken waren 121 runderen door die
ziekte aangetast.
Jl. Maandag avond hielden de besturen van de
afdeelingen Volksonderwijs te Anna Paulowna en te
Wieringerwaard te Anna Paulowna eene gecombineerde
vergadering, waarin werd besloten, de belangen van beide
gemeenten op het gebied van volksonderwijs gemeen
schappelijk te behartigen.
5) EEN GEKNAKTE ROOS.
{Vervolg.)
Danilo was van de deur der zusters gevloden, met den dood,
de wraak en de wanhoop in het hart, een vrouw had hem be
drogen, door list gevangen, en hij dankte zijn goeden geest, die hem
tot luisteren had aangespoord.
Lieden van zijn aard en karakter hebben behoefte aan wraak,
om hunnen toorn te bevredigen, en daar alle besef van wat goed
en edel is van hem geweken was, ging hij, zonder zich le be
denken, en verried de zusters, een echte Jago.
Hij wekte den Vorst uit den slaap en verhaalde hem van een
rreeselijk complot, nl. dat Feodora hem verleiden wilde om haar
en Vern in de vlucht behulpzaam te zijn, en dat zij zichzelve aan
hem als loon had aangeboden. Natuurlijk had hij zich terstond
gehaast, zijn meester van dit complot te onderrichten, want zijn
onwrikbare trouw en plichtbesef hadden den hoogen prijs met ver
achting van de hand gewezen.
Voiuesco schonk den „trouwen dienaar" dadelijk eene aanzienlijke
■om ter belooning en wachtte onder heillooze overpeinzingen den
aanbrekenden morgen af; daarna ging hij als gewoonlijk met Vera
en Feodora het ontbijt gebruiken.
Hij vond de zusters aan hare gewone huiselijke bezigheden;
Feodora schonk de geurige mokka uit een zilveren kan in de kopjes
en reikte ze Voinesco en Vera toe.
„Daar vliegt een adelaar door de lucht," sprak Grigor, naar het
venster wijzend, en de zusters zagen den Koning der wolken na,
zijnen geweldigen vleugelslag bewonderend, de Vorst echter liet
heimelijk drie of vier kleine roode balletjes in Feodora's kopje glyden.
Zij dronken den welriekenden drank en Feodora ledigde haar
kopje in één teug daarop zeeg zij achterover en bracht met een
krampachtige beweging de hand aan de borst.
„Vergif," kermde zij „Vera, hij heeft mij vergiftigd
ik sterf God helpe mijn arme ziel
En eer Vera in de grootste ontsteltenis haar te hulp kon snellen,
viel Feodora met een doffen slag op den grond levenloos,
koud, dood!
Vera stiet een luiden angstkreet uit en wierp zich op het lichaam
hnrer arme zuster, maar geen traan kwam uit hare oogen; als
gloeiende vlammen brandde de weldadige vloed in haar hoold,
maar zij vond geen uitweg de smart was al te groot 1
Eindelijk, na eenige lange, schier eeuwigdurende oogenblikken
van doffe stilte rees zij op, met strakkeu blik, met versteende
trekken, als uit marmer gehouwen, en doodsbleek.
„Grigor, dat hebt gij gedaan!" sprak zij met ijzingwekkende
kalmte.
„Zij wilde u van hier ontvoeren en mijn trouwaten dienaar ver-
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 103.
Jl. Dingsdag avond, omstreeks 11 ure, is de land
bouwer de Vries, te Schoorldam, met paard en wagen te
water geraakt en verdronken, alsmede G. Bergwevér, die
zich op den wagen bevond. Het lijk van den landbouwer
is gevonden, doch van Bergwever heeft men nog maar
alleen diens hoed.
De kantoorbediende der Amsterdainsche bank is door
het geregtshof, wegens valschheid in geschriften, tot 2
jaien celstraf veroordeeld.
De regtbank te Amsterdam heeft den graveur K., wegens
mishandeling van zijn dochtertje, tot 3 maanden celstraf veroor
deeld; bij gemis aan wettig bewijsis de stiefmoeder vrijgesproken.
In den Amsterdamschen Stadsschouwburg werd
jl. Maandag avond een dame gewond door een uit het
«Paradijs» vallend kienbord! Dat gezelschapsspel diende
zeker om de pauzes aan te vullen.
Sedert een paar dagen hebben de meeste veehouders
te Utrecht het melkvee in de weide gezonden; hoewel er
voldoende gras op het veld staat, is door het gure weer
het melkgeven slechts middelmatig.
Men klaagt, zegt de Arnh. Crt., over te groote
talrijkheid der gezinnen; daar voorbeelden soms meer nut
doen dan redeneringen, maken wij melding van de vor
stelijke voorbeelden, die in Duitschland gegeven worden.
De Koningen van Beijeren, Saksen en YVurtemberg, de
groothertog van Hessen, de hertogen van Brunswijk,
Coburg-Gotha en Altenburg en de vorsten van Schwarzburg—
Rudolstadt en Lippe-Detmold veroorloven zich de weelde
niet een familie zich aan te schaffen, terwijl menige schoen
lapper en opperman tien of twaalf kinderen om zich heen
laat opgroeijen.
Jl. Zaturdag moest voor liet hof te Leeuwarden
teregtstaan B. J. v. B., wonende te Groningen, beschuldigd
van diefstal op de kanonneerboot No. 13, toen deze te
Groningen lag; verschillende manschappen dier boot, waren
uit Nieuwediep herwaarts gekomen als getuigen, maar de
beschuldigde verscheen niet, zoodut de advocaat-generaal
rekwireerde, dat het hof de behandeling van de zaak op
een anderen dag bepalen en de in-hechtenis-neming van
besch. bevelen zou. Terwijl het hof hierover in raadkamer
beraadslaagde, ontving de verdediger van besch. een tele
gram, waarbij deze hem meldt te laat aan het spoor te
zijn gekomen. Het hof hield nu een beslissing en schortste
de teregtzetting tot des namiddags 2 uur. Maar wie van
den trein kwam, niet de besch. Toen heeft het hof de
Prijs der Advertentién: V«,n 14 regels 60 Cent»,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
behandeling der zaak bepaald op 17 Mei a. s. en bevolen,
dat besch. in hechtenis zal worden gesteld.
De wijdvermaarde stier Cezar, tweemaal met den
hoogsten prijs bekroond op congressen van landbouw en in
de bijzondere attentie deelende der houders van het Nederl.
veestamboek, is door den heer Hilarides aan S. W. Jager
en A. van Straten te Harlingen verkocht voor f 1000.
De aankoopers denken met dit pronkstuk van den Nederl.
veestapel eene reis door het land te maken, waartoe eene
tent wordt gereed gemaakt, en inderdaad, daarmede bewijzen
ze den bewonderaars van schoon vee een goede dienst.
Men kan zich moeijelijk een krachtiger en kolossaler beest
voorstellen, terwijl de massa solied vleesch en de fijnheid
van vormen ieders verbazing wekken.
De heer J. H. van Lennep, te Zeist, geeft in de
Weekbode voor Zeist enz. «een eenvoudig middel om van
vogelverdelgers vogel beschermers te maken.»
«Stel» zegt hij, «een aantal kunstmatige vogelnesten be
schikbaar, op aanvrage te vei'krijgen alléén voor jongens,
beneden de 16 jaren, en verg hun, bij het afgeven, de
belofte af, dat ze de toekomstige bewoners daarvan niet
zullen storen, en ik houd mij verzekerd, dat zij zeiven
weldra de eersten zullen zijn om het jonge vogelgebroed
voor allo gevaar te behoeden. De liefhebberij van nestjes
uithalen is nu eens den knapen als ingeboren, evenals het
werpen met sneeuwballen; doch werk op hun gevoel door
eigene aanschouwing, en ik ben overtuigd, dat geen jongen
die gevoel heeft, en dit hebben zij toch allen, hot bezige
leven van een vogelpaar drie dagen zal hebben waargenomen
of hij waakt voor zijn vogelnest.»
De opzet, gebruikt om paarden den kop in de hoogte
te doen dragen, wordt in een der Londensche bladen een
martelwerktuig voor de dieren genoemd, dat nutteloos en
niet sierlijk is. Er wordt daarom bij de dierenbeschermers
op aangedrongen, dat ze het gebruik daarvan zooveel
mogelijk, zullen doen ophouden.
Brieven uit Kenneinerland.
Alkmaar, 30 April 77.
Blijkens'aankondiging in de Alkm. Courant is de burger-buiten-
societeit geopend en alzoo, ik zal niet zeggen de zomer, maarde
lente aangevangen, 't Kan wel zijn, wij hebben al reeds de
Lentemaand en de Grasmaaud doorleefd en treden morgen de
Bloeimaand inmaar de noordenwind spot met al die mooie namen,
de booraen blijven even kaal als zij zijn en de kachel warm te koestert
leiden tot plichtverzaking jegens mijzij wilde mij het gerecht op
den hals jagen nu heeft zij haar loon."
„Gij liegt en Danilo loog niet zij verlokte hem, hij hegeerde
haar als loon als hij ous iu het vluchten behulpzaam was!"
„Vera gy liegt!" donderde de Vorst.
„Ik heb nooit gelogen!" sprak zij met onbeschrijfelijke fierheid.
Hij deinsde terüg, als van den bliksem getroffen. „Vera, Vera,
kunt gij mij vergeven?"
„Nooit!" antwoordde zij beslist; „deze daad vol bloed en ont
zetting heeft elke vriendelijke gewaarwoording mijns harten jegens
u voor allijd onmogelijk gemaakt. Eerst beminde ik u; daarna
hebt gij mij vrees ingeboezemd, thans veracht ik uStel u nu niet
als razend aan uw toorn boezemt mij volstrekt geen schrik meer
inGij zult mij te eeniger tijd dooden, zooals gij mijne zuster
gedood hebt, gruwzaam gedood voor mijne oogen doe het nu
terstond, dat is mij liever dan verder aan uwe zijde te leven.
„Vera!" brulde hij, „neem u in acht!"
„Ik heb u reeds eenmaal gezegd, dat ik geen vrees meer voor
u koester, mishandel mij, (lood mij, het is mij alles onverschillig!
Ga heen bevrijdt mij van uw hatelijker» aanblik, opdat ik leven
kan bij mijne arme, doode zuster."
Hij ging heen zonder haar aan te zien, en Vera knielde neder
en nam Feodora's hoofd in hare armen, zoo knielde zij uren
lang neer, zonder tranen, zonder klachten, doch met haar vreeselijke,
verpletterende smart in het hart.
Eindelijk, 's namiddags, stond zij op en liet Feodora op eene
baar leggen ter eeuwige rust. Daarna liet zij den Vorst bij
zich ontbieden: zij weiischie met. het lijk naar haar vaderland te
vertrekken. De Vorst antwoordde dat hij Feodora in de Voinesco-
burcht zou laten ter aarde bestellen, en dat hij, tot zijn spijt, zijn
gemalin geen verlof tot die reis kon geven. Vera haalde slechts
de schouders op hij duchtte haar \erraad. Eu weder knielde
zij bij haar doode zuster neder, kuste de arme gebroken oogen
en legde hare levenswarme wang tegen den koudon wang der doode,
die zoo vroeg, zoo jong en zoo schoon reeds het leven had moeten
verlaten.
Thans bespiedde niemand de arme geplaagde vrouw; de Vorst
had zich iu zijn vertrekken opgesloten, Danilo was voor zaken op
reis en Vera was alleen, geheel alleen met de doode.
Toen de nacht aangebroken was, verzamelde zij al haar krachten
en drukte een laatste kus op Feodora's bleeke lippendaarna sloop
zij als een schaduw door een lange reeks van kamers tot in een
met portretten behangen zaal, de familie- of portretzaal genaamd.
Aan een der zijwanden van die zaal hing een levensgroot portret
van Catharina II van Rusland, in een zware gouden lijst, die aan
het benedeneinde met een groote vergulde roos prijkte. Deze roos
drukte Vera een weinig ter zijde, en langzaam, zonder gedruiscb,
zweefde het portret naar binnen in den mnur, een donkeren hoek
openlatende. Met een lichte huivering betrad Vera de donkere
ruimte, waar zij met den voet tegen een lantaarn stiet, waarnaast
eenige lucifers lagen. Spoedig was het licht aangestoken en Vera
draaide het portret in de lijst terug zij was alleen in het sombere
verblijf.
Danilo had nog geen tijd gehad, de benoodigdheden voor de
redding der zusters te verwijderen; de twee costumes van Russische
boerinnen en een zwarte pruik lagen er nog. Zonder zich lang te
bedenken verwisselde Vera van kleeding en wrong zij haar dik
blond haar onder de pruik, een streek met een afgebrande» lucifer
over haar wenkbrauwen veranderde ook hare gelaatstrekken. Thans
zocht zij nog den sleutel, waarvan Feodora gesproken had; daarna
nam zij de lantaarn op, stak eenige medegenomen geldstukken bij
zich en begaf zich op weg Zij moest een geruimen tijd loopen in
den smullen gang, eer zij den trap bereikte, waar langs zij vijftig
hooge treden in de diepte afsteeg; daarna kwam zij in een zoo lagen
doorgang, dat zij zich daar slechts in gebukte houding kon bewegen.
Eindelijk, na een vermoeieuden tocht van een half uur, bereikte
zij de ijzeren deur, waarop haar sleutel paste. Zooals vroeger het
beeld, ging ook deze deur zonder het minste gedruisch open en
zij trad naar buiten, in de koele nachtlucht. Een afgebrokkelde
rots, die midden in het bosch bij het dorp Tereschky lag, diende
op geschikte wijs den geheimen gang van Voiuesco'sburcht tot
uitgang Vera plaatste de bekleede en met mos begroeide deur
zorgvuldig weder in de rots, deed haar lautaarn weder uiten begaf
zich naar het dorp. Zij had het spoedig bereikt en in de herberg
was uien nog niet te bed.
Zij klopte dus aan de deur en bestelde in de Russische taal een
rijtuig naar het nabijgelegen spoorwegstation. Gelukkig verstond
de waard Russisch; zij werden het eens over den prijs en een
kwurtier later snorde de „troika" met Vera over de uitgestrekte
vlakte bij maanlicht naar de stad.
Tegen den middag van den volgenden dag bereikten zij een post
station; Vera betaalde daar de huur der „troika" en besteeg den
postwagen, die haar 's avonds naar het naburige station bracht.
Wel zagen bureaulist en conducteur de armoedig gekleede boerin
verwonderd aan, toen zij een coupé eerste klasse verlangde, maar
men brak er zich niet laug het hoofd over, en Vera zonk uitgeput
op de zachte zijden kussens neder zij had sedert het vorige
middernachtsuur een eiudeloozen weg afgelegd.
Den ganschen nacht bleef de trein met haar doorstoomen, eu
toen de middagszon den volgenden dug schitterend aan den horizon
verrees, rped zij het station Warschau binnen.
Een half uur lateren zij lag bewusteloos in de armen harer
ouders zij was geredDe duif zou des areudshorst niet wederzien.
(Slot volgt.)