i: HELDERSOHE 1M1EUWEDIEPER COURANT. 1877. N°.56. Jaargang35. Vrijdag 11 Mei. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. Binnenland. DE BLAUWE PAPAGAAI. „W ij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdsg, Donderdag Abonnementsprijs per kwartaal 1 Zaturdag namiddag, franco per post 1.80. - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Boreaa: MOLENPLEIN H°. 103. Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Hlken Donderdag vertrekt de mail naar Ouat-lndlê. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWE DIEP, 10 Mei. Zr. Ms. ramtorenschip Koning der Nederlanden, kom- mandant kapt. ter zee Enslie, is gisteren alhier van Vlis- 8ingen teruggekeerd. Volgens een bij het departement van Marine ont vangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip Batavia, onder bevel van den luit. ter zee 1ste kl. W. van Oorschot, in den middag van den 7 dezer van Lissabon naar Malta vertrokken. Aan boord is alles wel. Bij de schietoefeningen van het Artillerie-Vrijkorps alhier zijn in deze week voor het eerst in gebruik gesteld de van den Koning ten geschenke ontvangen Remmington- geweren. Deze wapenen voldoen uitmuntend en hun voort durend gebruik zal zeker de ambitie nog doen toenemen. Het ledental vermeerdert nog altijd en de oefeningen worden geregeld trouw bezocht. Eerlang verwacht men het uit schrijven van een Concours, in den loop van dezen zomer te houden. De 67ste verjaardag van H. K. H. Prinses Wilhelmina Erederika Louisa Charlotte Marianne, tante des Konings, werd gisteren alhier op de gebruikelijke wijze gevierd. Bedankt voor het beroep naar 's Hage door ds. Gr. J. de Hoest, te Amersfoort. Op het adres aan den Koning van de kerkvoogden der Roomsch-Catholieke kerk in Nederland, in het belang der vrijheid en onafhankelijkheid van den Paus en de verzekering van het regt der Catholieke onderdanen, is door den ministerraad, volgens magtiging des Konings, geantwoord: dat de regering nimmer in gebreke blijft de godsdienstige vrijheid van 's Konings onderdanen, volgens 1) Novelle van ROBERT BYR. Wnt zal ik u zeggen? Ieder behelpt zich maar zooals hij kan. Te Weenen luidden wij het in oude tijden heel wat gemakkelijker. Ik denk er nog dikwijls genoeg aan, mijn waarde, hoe wij vaak nu een heeten dag naar buiten slenterden in de koele avondlucht. Een stap of wat en wij waren in den volkatuinzelfs tot aan het Prater is het maar een kleinigheid, en dan die drukte, die menigte menschen, dat prettige gewoel midden in het groenEn dan in de laatste jaren wal is er al niet bijgekomenhet stadspark, de tuin bij de bloemenzulen en wie weet wat niet al meer, dat ik bij mijn laatste bezoek nog niet eens gezien hebAch, Weenen is te benijden, al wil men er daar dok"" niets van wetenDoch zelfs de andere steden bij ons in Italië zijn er beter aan toe dan ons Florence. Milaan heeft zijn publieke tuinen, Turin iets dergelijks; en denk eens aan Venetië met zijn Marcusplein en den tuin der riva Schiavoni; Napels, het heerlijke Napels, met de Chiajawelk een lucht! overal lucht, bloemen, koelte; en dan de zee de zee! zelfs in Home heeft men ten minste nog open pleinen, waar de avondwind ver kwikkend overheen kan strijken, ofschoon anders Home met zijn vervelenden Monte Pincio niet bijzonder in mijn smaak valt; maar och, men kan er toch eens ademhalen, als men door de ver- wenschte politiek of door den een of anderen ouverwachten tegenspoed in de stad vastgehouden wordt; ieder verstandig Romein gaat overigens als hij er maar even kans toe ziet, omstreeks het warme seizoen toch naar buiten, aan den zeekant, of in de bergeu. Slechts wij, Florentijners, zijn der verstikking gewijd Bah, zeg er maar niets van, mijn vriend! Ik geef het u alles gewonnen: architectonische schoonheid, kunstschatten, overheerlijke omstreken „tuin van Toscane" staat er, geloof ik, in uw Badeker, Arno etc. etc., all right! zooals de arme Mr. Neales zei. Maar wat baat mij dat alles? Ik ben niet oupatriottisch, waarachtig nietWnarom zou ik anders op mijn ouden dag weer •hier in mijn nest gevlogen zijn? Dat is de zaak niet; maar bij al mijn voorliefde voor mijne vaderstad moet de waarheid toch gezegd worden. Het is er zoo heet, als gloorde de brandstapel daar ginds op de Piazza della Signoria nog altijd voort, schoon Goddank! de tijden reeds lang voorbij zijn, toen men er voor een Savonarola den brand in stak. Firense la bella (de Italiaansche naam voor Florence) is dan ook een oude stad, nog niet veel anders als zij in de dagen van de Zwarten en de Witten er moet uitgezien hebben, althans hier in het middenpunt bespeurt meu nog niets van eene roekelooze moderniseering; in de nauwe straten broeit de hitte en nergens is er een uitweg. Gij denkt zeker, wij hebben toch den Lungarno, de Casino's, de Strada nuora en de Piazza Michel-Angelowel zeker! Maar wie wil er altijd parade houden? Men wordt er moede en krijgt een afkeer van dat eeuwigdurende gewoel. Op den Lungarno nergens een plaatsje, waar ge u kunt laten neêrvallen; al het andere daarbij zonder paard en rijtuig niet te bereiken, en ge weet, wij Italianen zijn een spaarzaam volk, al noemt gij Noordlanders ons ook gierig. In de Casino's moet men ijs eten, dat kost geld. Ge vindt dan ook alleen onze elegante heertjes daar buiten aan den den waarborg der grondwet, te beschermen. Dat niet is gebleken van krenking door de Italiaansche regering van de godsdienstige vrijheid van Nedcrlandsche Catholieken, noch ook van belemmering der briefwisseling tusschen den Paus en die Catholieken. Dat de door de kerkvoogden verlangde bemoeijing eene inmenging in de inwendige aan gelegenheden van Italië zou zijn, weshalve aan het adres geen gunstig gevolg kan worden gegeven. Uit het driemaandelijksch overzigt van liet eerste kwartaal 1877 omtrent het schoolverzuim aan school No. 1 te Anna Paulowna (buurt Veerburg), blijkt het volgende Het aantal ingeschreven leerlingen bedroeg 213, het aantal schooltijden 132. Wegens ziekte werden verzuimd 1295 schooltijden, wegens geoorloofd verzuim 846, wegens willekeurig verzuim 2257, wegens veldarbeid 745 en wegens anderen arbeid 1896, te zamen 7039 schooltijden, of ruim 25 percent. Naar het Vad. meldt, heeft het plan van den heer Kuyper c. s. om in navolging van de Oostenrijksche be- ambten-vereeniging ook hier een iniigting in het leven te roepen om verbetering te brengen in het lot van allen, die van een vast salaris moeten leven, overal bijval gevonden. De deelneming is reeds zoo groot, dat het totstandkomen van de vereeniging «Eigen Hulp» als zeker kan worden beschouwd. Bij de leden der hoofdcommissie komen uit alle oorden des lands honderden bewijzen van adhaesie in. Op onderscheidene plaatsen worden vergaderingen gehouden, waardoor het denkbeeld, dat aan deze beweging ten grond slag ligt, meer en meer populair wordt. Te 's Hage heeft de heer Krayenhoft' aan alle belanghebbenden de verlangde inlichtingen en ophelderingen gegeven. Te Amsterdam verloor jl. Maandag namiddag een kantoorbediende, onder het gaan van de Beurs naar zijn kantoor, een pak effecten, ter waarde van ruim f 50,000, die hem op de Beurs door zijn patroon, die ze per post had ontvangen, waren ter hand gesteld. Groot was de Arno; menschen als wij blijven te huis; zeker, ik zelf er onder begrepen, althans op zulk een laat nachtelijk uur als thans. Zoo ik evenwel door het leven in den vreemde aan onze verstandige economie ontwend het ijs ook niet spaar, toch koel ik liever in mijn eigeii huis mijne flesch Asti spionante er in af. Met een goede sigaar er bij iets heel aangenaams, niet waar? doch de frissche lucht, wat maneschijn, een weinig sterrengellonker en een snuifje bloemengeur wil men er toch ook bij genieten; in dat geval zit er niet anders op dan de tuinen, waarvoor wij naast en in onze huizen geen plaats hebben, naar de daken te verleggen. Men klimt vier of vijf trappen, 't is waar! maar men is dan ook op zijn gemak. Hier behoeft men geen toilet te maken, be hoeft men zich voor niemand te geneeren en heeft men toch alles lucht, koelte, geur, de zachte schemering of het heldere maanlicht en welk een drukte! Hoor maar eens hoe die jouge lieden daar boven in het groen naast gindschen grooten schoorsteen in hun schik zijn bij de lonen van huu rammelenden guitaar, en diar verderop hebt ge de bevende mandoline! Een beetje bloemen, wat ijzerdraad, een weinig latwerk, een kleine waterton, wat hoog op schietende hoornen en een haag van klimop, r— en men kan bij ervaring weten hoe Semiramis te moede was in bare wereldberoemde hangende tuinen. En welk een vergezicht! Hier de breede koepel van den dom, de sierlijke Campanile; ginds de grillig gevormde toren van het Palazzo Vecchio, bij den als zilver schitterenden Arnodaar in de hoogte Sad Miniato, glanzend wit in het maanlicht, als uit het. witte marmer der grafzerken van zijn kerkhof gebouwd; en verderop in het verschiet de Monte Cecioli; dat flikkerende licht daar ginds brandt in de kloosterkerk der Franciscaners te Fiesole. Is het niet betooverend? Zie, mijn vriend, zoo hebben wij ook onze „omstreken," op onze manier. Reken nu maar: de wijze waarop wij ons hebben weten te behelpen is nog zoo kwaad nietStoot met ons aan, zoolang de zoete blonde nog prikkelt. „Leve Firenee la bella\" Arme Austin! Wat denk ik in zulke avonduren dikwijls aan hem! juist zoo zat ik hier, met hem hier, de maan scheen op de vensters van den Campanile en het was zoo licht, dat men een partijtje hud kunnen dammen op de witte en zwarte raarmervlakken van den Dom, evenals nu. En Mr. Neales dronk glas op glas, doch hij wilde niet met mij „klinken," maar kauwde en rolde zijne sigaar, en daarna sprong hij plotseling op o, mijn Godhet was ontzettend! Ik ben verscheidene maanden lang niet meer boven gekomen, het was mij onmogelijk; doch eindelijk verdwijnt elke indruk, men gaat zich met het een en ander bezig houden en denkt er niet meer aan; maar nu van daag arme jongen! Gij zult wel van de geschiedenis gelezen hebben; maar hoe het kwam, hoe alles zich ontwikkeld heeft, daarvan wisten de couranten niets. Daar sprak men slechts van spleen, van excentriciteit; van een weddenschap bazelden sommiiigen, van een plotseling uitgebarsten krankzinnigheid vertelden weer anderen, alsof ieder Engelschman wedden moet eu de waanzin erfelijk bij die natie is. En gesteld, iemand bezat de dolle vermetelheid om 's nachts vijf verdiepingen hoog een koorddansersstukje op den nok van een dak, of den sprong van een opgejaagdeu kater over het naburige dwarsstraatje ontsteltenis van den bediende, toen hij zijn groot verlies bespeurde; niet minder groot de teleurstelling van den patroon, toen hij bij zijne tehuiskomst de toedragt der zaak vernam. De arme jongen was radeloos en zou waar schijnlijk tot eene wanhopige daad vervallen zijn, had het vertrouwen van zijn patroon, die dadelijk alies geloofde wat hij vertelde, hem daarvan niet teruggehouden. On middellijk werd bij de politie van de zaak aangifte gedaan, en wachtte men tot ongeveer 11 ure op het kantoor, terwijl geene middelen onbeproefd werden gelaten om het verlorene terug te bekomen. Te vergeefs echter. Doch wie schetst de blijdschap van den kantoorbediende, toen zijn patroon hem Dingsdag morgen mededeelde, dat hij voor vijf minuten in de brievenbus aan het kantoor het pakket ongeschonden terug had gevonden. De eerlijke vinder, die ze door de aanduiding van het adres in de bus stak, heeft zich nog niet bekend gemaakt. (Amst. Crt.) Men meldt uit Katwijk, dd. 6 dezer: «De groote bloembollenveilingen zijn alhier afgeloopen; de uitkomst is voor den teler zeer bevredigend, wanneer men in aanmerking neemt de slechte verwachtingen, die men er van koesterde. De aankweeking dezer bloemen neemt hier hoe langer hoe meer toe; zeer getrokken door Rusland en Amerika, kan men in Junij met rooijing aan vangen, om daarna als tweede teelt bloemkool van liet land te kunnen trekken. De koude is sedert de laatste acht dagen vinnig, niets groeit, terwijl de nachtvorsten al het ontlokene zeer veel kwaad doen. Perziken, morellen en peren bloeijen sterk; van pruimen is hier weinig te wachten, terwijl over de appelen nog niet valt te oordeelen.» De naam van «madame 't Hoen,» die reeds dikwerf in de regtszaal, ook buiten het gebied der provincie Zuid holland, weerklonk, deed jl. Maandag morgen zijn rentree ter audiëntie van de arrondissements-regtbank te 's Hage. Het vermoeden, dat de na een hardnekkigen regtskundigen strijd wettig erkende en onder haar beheer staande socie- uit te voeren, zou ik dan geen door cn door dwaze Yankee zijn, als ik dergelijke onzinnige waagstukken ging aanmoedigen? Zoodanige ondernemingen zijn nooit mijne zaak geweest, zelfs toen ik nog jong was, en zoo bet thans wezenlijk mode wordt om uit te munten in ongehoorde proeven van lichaamskracht cn de dieren plagerij onder een wetenschappelijk vernisje ook tot de menschen uit te breiden, nu, dan zijn wij toch waarlijk oud genoeg om aan zulke raode's niet meer meê te doen. En dat was het juist, wat mij in den jongen man zoozeer beviel, dat hij ook niet meedeed aan deze buitensporigheden zijner land- genooten, die langzamerhand de geheele wereld schijnen aan te steken, dooh bovenal bij het jongere geslacht van Oud-Engeland in zwang ziju en hen tot gedachtenlooze boksers, roeiers, bergbeklimmers, hardloopers, en worstelaars verlagen die, als zij in gezelschap komen, even als gedresseerde jonge jachthonden om u heen staan, zoodat ge in verzoeking komt om hen met een schop uit uw nabijheid te jagen. Austin was niet een van die s/nerinannenniet omdat het hem aan spieren ontbrak, hij was integendeel een levende Meleager, maar wijl hij ze niet bovenmatig liet outwikkelen teu koste van zijne hersens eu zijn hart. Gij hadt hem moeten zien, hoe be minnelijk, hoe voorkomend hij in den omgang was; en dan die opgeruimdheid, die slechts in het beste en edelste gemoed huur oorsprong hebben kon! Daarbij zijn voorkomen: gróót, slank, buigzaam, met een hoofd als een neen, ik heb reeds eenmaal de antieken genoemd! dus zeggen wij: als ecu jongë Engelsch man, maar als zulk een, wiens blauwe oogen niet met een zoogenaamd geblaseerde minachting in het rond staren, maar bij uitzondering glinsteren van geest en humor. Men moest ïiëra lief hebben, en hem wel genegen zijn. Ik zie hem nog, hoe hij, als ik knorren wilde, op zijn stoel heen en weer schoof, mij lang en sterk aanzag, glimlachte, mij vertrouwelijk op de knie sloeg en daarbij half schertsend half smeekend zijn „wees zonder zorg, markiesjc!" riep. Wie had hem dan kunnen weerstaan! Eu ijlhoofdig? Hij ijlhoofdig? Spreek van visioenen, goed! maar krankzinnig? als al de verdwaasde babbelaars, die zoo iets beweren, terwijl zij hunne wandelstokjes statig van de Ponte Vecchïo naar de Ponte di Ferro dragen, met hun allen slechts zooveel ver stand hebben, als hij op écn enkelen weekdag verbruikte, dan wil ik acht dagen lang als hansworst in de tent van Lanzi staan en mij met oranjeschillen en vuile mandarijnen laten werpen. Gij kunt u geen geestiger, welopgevoeder en beschaafder jong man denken dan Mr. Neales, toen hij hier kwam om zijne kunstenaars studiën voort te zetten en zich verder te bekwamen in het beeld houwen. Hij was de tweede zoon van Sir William, op Saunterhouse, dien ik nu en dan bij Lord Murray aantrof, eu hij had een aan bevelingsbrief van zijn vader voor mij medegebracht, ofschoon zoo iets inderdaad niet noodig was geweest, zóó gunstig was terstond de eerste indruk, dien ik van den jongen man ontving. Ik had hem voor ouder aangezien, en toch telde hij destijds slechts twee en twintig jaar en hij was ook in alle3 wat het leven betrof, gelijk men reeds uit zijne onverstoorbare vroolijkheid kon opmaken, zoo schuldeloos en onervaren als een kind. Afgunst, wantrouwen, veinzerij, waren hem volkomen vreemd, tot zelfs de eerzucht toe, want eigenlijk beoogde hij niet zoozeer openlijke onder scheiding en beroemdheid, dan wel in de eerste plaats eigen vol. doening, welke ongetwijfeld niet zoo gemakkelijk te vinden moest

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1