HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. 1877. N°.59. Vrijdag 18 Mei. Jaargang 35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Binnenland. DE BLAUWE PAPAGAAI. „Wij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zatnrdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal 1.80. m franco per post - 1.66. Bureaui MOLENPLEIN lï*. 163. Prij der A d v e r t c n t i nVan 1—4 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Siiien Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indle. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEÜWEDIEP, 17 Mei. Blijkens een bij het departement van Marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. stoomschip Batavia, onder bevel van den luit. ter zee. 1ste kl. W. van Oorschot, in den na middag van den 14 dezer te Malta aangekomen. Aan boord was alles wel. Naar wij vernemen zijn door het bestuur der Hervormde gemeente alhier maatregelen genomen om in 't ongerief, door 't verbranden der YVesterkerk veroorzaakt, zooveel mogelijk te voorzien. Ten behoeve der gemeenteleden, die gewoonlijk de godsdienstoefeningen in de Westerkerk bezochten, zal 's Zondags ochtends ten 8 ure in de Nieuwe Kerk gepredikt worden. Op den 2den Pinksterdag zal tot ditzelfde doel het kerkgbouw der Doopsgezinde gemeente gebezigd worden. Prof. N. Beets zal de openingsrede houden op het aanstaande Noorder-zendingsfeest. Beroepen bij de Herv. gemeente te Waspik de heer Gunning, pred. te Alkmaar. De heer A. Metz, predikant te Hypolitushoef, komt voor op het drietal te Etershem. Reuter telegrafeert aan het D. v. 's G. uit Rome: «De Paus heeft gisteren de Nederlandsche deputatie, welke hem met het gouden bisschopsfeest kwam geluk- wenschen, ten gehoore ontvangen. Op het door haar overhandigd adres antwoordde de Paus met een herinnering aan Nederlands geschiedenis. Hij wenschte er zich geluk mede, dat de historiebladen, welke de verschrikkelijke vervolgingen van de Geuzen tegen de kerk vermelden, thans zijn uitgewiscbt. Hij betreurde de verblinding van de Janssenisten en verzocht de deputatie voor hen en voor de Protestanten te bidden.» Novelle van ROBERT BYR. Vervolg „O, hoe boosaardig, Mr. Neales!" pruilde de jonge vrouw; «daar maakt meu inij nu eerst nieuwsgierig om uwe scheppingen te zien, cn nu, nadat het den chevalier gelukt is eindelijk uw verborgen studio op het spoor te komen, nu ontzegt gij ons wel niet den toegang, maar nog veel ongalanter! den aanblik van uw arbeid. Wij zijn immers geen kunstenaars en gij behoeft niet te vreezeu dat wij plagiaat aan uwe idéés zullen plegen." «Den kunstenaar zou ik vrij wat minder vreezen," antwoordde Austin in zichtbare verlegenheid. «Signor Marchese, ik roep u lot getuige dezer beleediging," wendde zij zich, hem in de rede vallend, tot mij. «Men vertrouwt mij dus niet eens het raden naar de bedoelingen toe." «Of veeleer ducht men een voorbarig oordeel over het onvoltooide," kwam ik mijn in 't nauw gebrachten vriend te hulp. Doch dit baatte niet veel. De jonge vrouw, die daar in haar zwart fluweelen kleed slank en buigzaam voor ons stond «als een den" zouden de Duitschers zeggen scheen nu eenmaal haar zinnen juist op het verbodene gezet te hebben. Haar oog fonkelde van dartelen overmoedzij wierp haastig een onderzoekenden blik op het stuk marmer, waar van sommige deelen reeds duidelijk afgewerkt waren, zonder dat het geheel echter te onderscheiden was. «Eene strijdende vrouw, misschien eene Amazoue," sprak zij «gij ziet, wij zijn niet zoo geheel onervaren, doch gij hebt het nu zelf in uw macht, ons voorbarig oordeel over het onvoltooide te wijzigen. Gij behoeft daartoe slechts ons het voltooide te toonen uw' model. Och, chevalier, kom de bescheidenheid van onzen vriend eens wat te hulp. De beer De Lanzac deed wat men hem verzocht had. Austin verzfette zich er niet meer tegen; hij begreep dat elke poging tot verzet zijn positie nog móeielijker zou maken. Zoodra de zaak niet meer als scherts opgenomen werd, kon de toestand allicht pijnlijk worden. Ook ik begon dit duidelijk in tc zien. «Mr. Neales," j bracht ik in 't midden," «ziet er slechts tegen op, dc zegevierende i Koningin tegenover de overwonnene te stellen." «Overwonnen, doch niet onder liet juk gebracht," voegde Austin i ter opheldering er bij, terwijl hij zich eenige stappen van het nu onthulde model verwijderde; de fiere vrouw sterft vrij en kiest den dood boven eene smadelijke slavernij, al mogen de banden ook nog zoo schitteren met gouden glans." De opmerking was zonder eenige nevenbedoeling uitgesproken, misschien alleen om in dit pijnlijke oogenblik zijn eigene verlegen heid te bemantelenen toch trof hem plotseling een scherpe blik der dame, als zocht zij een toespeling in die woorden. Het scheen bijna alsof de adem haar dreigde lebegeven. Juist liet de chevalier, die inmiddels het beeld opmerkzaam door zijn lorgnet had be studeerd, zijn stem liooren. «Eene frappante gelijkenis!" riep hij. «Maar hoe? hebt gij dan geposeerd, gravin? Ik maak u mijn compliment, Mr. Neales; gij zult furore maken op de tentoonstelling. Sinds de «Diana van Mgr.Snickers, de nieuw benoemde bisschop van Haarlem, is geboren te Rotterdam, den 11 April 1817. Hij werd tot priester gewijd op 21 Maart 1841; in 1861 tot kanunnik van het kathedraal kapittel van Haarlem verheven; in 1869 benoemd tot president van het seminarie Warmond, en op 8 Augustus 1874 tot vicaris-generaal van het Haarlemsche diocees. De aartsbisschop en de bisschoppen van Nederland hebben gezamenlijk tot de hun toevertrouwde geestelijkheid en gejoovigen een schrijven gerigt, ter gelegenheid van het vijftigiarig bisschopsambt van Pius IX, dat door geheel de wereld plegtig wordt herdacht en gevierd. Maar alvorens zij tot hen spreken over de blijde dagen, die de Catholieke wereld weldra zal vieren, achten zij zich verpligt hen tb onderhouden over den toestand der Heilige Kerk, over het lot van den Heiligen Vader, over de werken der vervol ging, die de werken der duisternis zijn. De brief is opge- Domen in «de Tijd» van den 15 dezer. Dr. A. T. van Aken, aftredend directeur van de Hoogere Burgerschool te 's Hage, ontving dezer dagen van de leerlingen en leeraren fraaije geschenken. Door het provinciaal bestuur van Noordholland is jl. Dingsdag o. a. aanbesteed: het verbeteren, gedeeltelijk bestraten en verder met grind bedekken van den weg van Beverwijk naar Wijk aan Zee, in twee perceelen en in massa; minste inschrijver de heer G. üotes, te Wognum, voor perceel 1 ad f 3900, voor perceel 2 ad f 7560 en in massa f 11,188. Het bij Vlieland gestrande schip is de Noordduitsche brik Meindina, gezagvoerder Siemers. Door nu wijlen den heer C. Kz. Wals, voor eenigen tijd te Ilpendam overleden, is aan de Doopsgezinde gemeente te den lip een legaat vermaakt, bestaande in de helft van zekere vaste goederen, welk legaat eene vermoedelijke geldswaarde heeft van f 21,000. De regtbank te Amsterdam wees jl. Maandag vonnis in de zaak van den brand aan boord van de mailboot Poitiers" van Jean Gougon heb ik nooit iets dergelijks gezien, dat op zoo gelukkige wijze het portret met den grooteu historischen stijl vereenigt." De dame had zich haastig omgewend, zij was er zichtbaar door ontroerd; een vluchtig rood, dat echter sterker was dan de dunne laag blanketsel, bedekte haar wangen. «Gij droomt, chevalier," sprak zij in verwarring. «Wat! Hebt gij niet geposeerd? Maar dan is waarlijk de scherpe blik van het kunstenaarsoog nog meer te bewonderen. De graaf zal door de verrassing evenwel niet zeer bekoord worden, ingeval Mr. Neales namelijk van plan mocht zijn, zijn werk te exposeeren. Of zou het louter toevalwerkelijk niets dan toeval zijn, dat «Ik kan er die hooggeroemde gelijkenis niet in ontdekken," be weerde de dame op minachtenden toon. «Maar, mijn Godeen blik in den spiegel Zij fronsde onheilspellend de wenkbrauwen; met een majestueus gebaar van misnoegen viel zij den chevalier in de rede: «Ik bemerk er hoogstens iets van in de schikking van het kapsel. Ninon zal in het mijne eene verandering maken. Het is inderdaad vrij smakeloos, zooals ik mij thans overtuigd heb." Met welk een koude verachting die woorden ook uitgesprokeu werden, was er toch duidelijk een zonderlinge trilling iu den toon harer stem waar te nemen. De verdere gipsfiguren, modellen en proeven schenen overigens voor de wispelturige bezoekster niet meer aanwezig te zijn. Zonder zich ook maar de moeite te geven om een voorwendsel te verzinnen, nam zij onmiddellijk den terug tocht aan, terwijl zij van mij een haastig afscheid nam, doch Austin bijna niet eens opmerkte. Deze had haar lot aan den trap uitgeleide gedaantoen hij terugkwam; bleef hij een poos sprakeloos voor zijne Penthesilea staan, terwijl hij onrustbarend op zijn onderlip beet; daarop greep hij langzaam naar zijn hamer, doch ik hield plotseling zijn hand tegen. «Wat wilt gij doen, Austin?" vroeg ik. «Er een eind aan maken «En daarmede belijdenis van schuld doen «Gij hebt gelijk!" Hij knarste de tanden, doch wierp den hamer weg. 's Avonds bij Doney kwamen we met onzen gewonen kring van tafelvrienden bijeen. De chevalier begon dadelijk Austin te plagen hij maakte allerlei toespelingen op Penthesilea, hetgeen door de overige heeren wel niet begrepen werd, maar toch hunne nieuws gierigheid gaande maakte. _De scherts was van zeer onschuldige» aard, en Anstin gaf zich dan ook alle moeite om er niet door uit zijn humeur te geraken; doch de heer Von Rehling, die zich op zijn snaaksche invallen nogal iets liet voorstaan, gaarne zijn kwade tong vrij spel gaf en anderen bespotte, verscherpte het gesprek een weinig. Met dat al verried het een hoogen graad van lang bedwongen ergernis, dat Austin over een vrij onbeteekèncnde opmerking van Rehling zoo in vuur geraakte. Ik had er niet eens bijzonder acht op gegeven en geloof dat er gesproken werd over het voorgevallen bezoek in verband met andere dergelijke voorvallen bij kunstenaars en beeldhouwers, die hier inderdaad iets alledaagsch zijn. Austin nam de boosaardige scherts evenwel zeer hoog op. Willem III. Zij nam nr.n, dat óp den schipper het bewijs van overmagt rust, blijkens de artt. 1600 en 1601 B. W., ook in geval van brand. Het bewijs, dat deze was ont staan door onvoorzigtigheid van passagiers en voldoende voorzorgsmaatregelen waren genomen, zou overmagt aan- toonen, maar was niet geleverd. De regtbank wees daarom den eisch der Verzekerings-Maatschappij Azië contra de Stoomvaart-Maatschappij Nederland toe. In de Tuinbouwloterij, te Amsterdam gehouden, is de hoofdprijs, de groote plantenkas, gevallen op No. 3252. Serie 7. Jl. Zaturdag is het 9jarïg kind van Janzen in de Haarlemmermeer door den bliksem getroffen. Het kind werd niet gedood, maar was géheel blind door het felle licht en was door den schrik in een staat van krankzinnig heid gebragt. Het moet thans weder herstellende zijn. Voor de aanstaande landbouw-tentoonstelling op het Loo zijn, naar de Haarl. Crt. verneemt, voor de afdeeling «zuivel» voor iedere provincie afzonderlijke bekrooningen uitgeloofd. Zoo zijn voor de provincie Noordholland (voor boter en kaas) 3 zilveren en 3 bronzen medailles beschik baar gesteld. De 1ste prijs voor boter is uitgeloofd door den heer mr. A. A. del Court van Krimpen, te Haarlem. Bovendien is voor de provincie Noordholland, voor de 4 beste Edammer kazen, gemaakt in Mei 1877 en wegende p. m. 2 KG., door de Vereeniging «Holland's Noorder kwartier een eerste prijs van f 50 toegezegd. Voor de provincie, die het beste en volledigste op het gebied van zuivelbereiding is vertegenwoordigd, is eene kleine gouden medaille beschikbaar. Verder zijn voor werktuigen tot zuivelbereiding eene menigte medailles uitgeloofd. Jl. Maandag voormiddag meldde zich bij de komman- dant der maréchaussees in Tilburg eene vreeselijk bloedende vrouw uit de gemeente Loon op zand, met de klagt dat haar man, die ruim 30 jaren met haar is gehuwd en 17 kinderen bij haar heeft verwekt, haar de hand had afgekapt. Dadelijk werd haar geneeskundige hulp verleend; doch wegens het vele «Het heeft er veel van," dus viel hij den spreker óp barschen toon in de rede, „alsof hier geen sprake is van een bezoek in een studio, maar van een bal masqué, waar zekere dames soms onder geleide van een begunstigden aanbidder in het geheim heensluipen. Gij vergeet, baron, dat gij van eene dame spreekt, wier gastvrijheid wij genieten." „De hare?" vroeg de heer Von Rehling met een spottend schouderophalen. „Ik zag gisteren u toch ook nog bij de gravin Walunjin?" „Gravin? gravin? Ah ja, gij bedoelt bij den graaf;" en daar Austin hem met onverholen verbazing aanzag, ging hij met een geheimzinnig lachje voort: „Men moet erkennen, hij leeft op eeu aangenamen voet, hetgeen hij als vrijgezel niet zou kunnen doen; het is daarom werkelijk een geniaal, schoon eeu ietwat zonderling idéé, om hier niet den ganschen train de ménage op te treden." „Gij gelooft dus ook alklonk het aan den anderen kant der tafel. „In den kalender van den Russische» adel althans fungeert graaf Alexander Iwahoff Walunjin nog als ongehuwd, zooals ik hem altijd gekend heb." Men fluisterde, men lachtedoch Anstin riep met een scherpte in den klank zijner stem, die hare uitwerking niet miste: „Wat wilt gij daarmee zeggen?" De heer Von Rehling scheen het raadzaam te achten zich op den terugtocht voor te bereiden. „O niets, niet het minste! hij kan in den tusschentijd.wel getrouwd zijn!" sprak hij, meer listig dan moedig. „Het is verre van mij, daaraan eenige nevenbedoeling te hechten." „Misschien hebt gij een oude editie van den adelskalender," merkte iemand op. „Of zulke mésalliances worden er eenvoudig niet in opgenomen. Ik weet niet, hoe men daarmee in Rusland handelt," sprak de chevalier, en voegde er in antwoord op de van ondersoheidene kanten tot hem gerichte vragen bij: „Hier trouwens erkent men zulke verbintenissen; het is niet de eerste maal dat een cavalier de dochter van een danseres tot vrouw neemt." Allen begonnen eensklaps door elkaar te sprekendoch boven al het rumoer uit, hoorde men duidelijk de stem van Austin. „Mevrouw Von Krochow? Gij vergist u bepaald, chevalier." „Dat kan ik moeielijk gelooven, mijnheer!" Antwoordde de aangesprokene met een lichte zweem van spotternij; „aanzienlijke opofferingen herinnert men zich gewoonlijk vrij nauwkeurig. Ik was ongeveer tien jaar jonger, toen ik het genoegen had, mejuffrouw Stella Grossi te leeren kennen." „Met uw verlof," mengde een jonge Duitsche schilder zich in het gesprek, „ik heb drie jaren geleden mevrouw Von Krochow reeds te Wiesbaden gezien; haar echtgenoot was daar algemeen bekendaan de groene tafel." „Dat belet echter niet, dat zij van te voren een anderen naam voerde, misschien slechts een nom de guerre. Ik weet alleen, dut zij in den tijd waarvan ik spreek een engagement als tweede danseres in hot „theater Odéonhad, haar bevallig dochtertje Wanda, die een jaar of tien oud was, op een kostschool liet grootbrengen, en mij gelegenheid gaf.mij eeu weinig te derangeeren. Voor bet overige heeft zij met mij meer dan een bal masqué bezocht,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1