HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER (01IIAM. 1877. N°.63. Zondag 27 Mei. Jaargang35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. DE BLAUWE PAPAGAAI. Binnenland. „Wij huldigen het goede." Verichijnt Dingsdtg, Donderdag en Zatnrdag namiddag. Abonnemcntaprijs per kwaitwl1.80. franco per poit 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prij der Advertentiën: Van 1i regeli 60 Centa, elke regel meer 15 Centa., Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter kennis van de ingezetenen, dat tot tegenschatters voor de belasting op het personeel, voor het dienstjaar 18771878, zijn benoemd de heeren J. A. K.NAVEN en G. KOOTER. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 22 Mei 1877. L. VERHKY, Secretaris. Het Gemeentebestuur van den Helder vestigt de bijzondere aandacht der ingezetenen op de wijzigingen, welke in de twee eerste paragraphen van art. 27 der wet van 29 Maart 1838 (Staatsblad No. 59) be treffende de personeele belasting zijn gcbragt, luidende aldns: 1. Die na den 15 Mei een perceel in gebruik neemt, is „voor dit perceel de belasting naar de vier eerste grondslagen voor „den tijd des dienstjaars, die dan nog over is, verschuldigd." 2. Aan den belastingpligtige, die in den loop des dienstjaars „een perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende goederen of „iemand in zijne dienst achter te lateiij wordt ontheffing verleend „van zijn aanslag naar de vier eerste grondslagen voor den tijd des „dienstjaars, die dan nog over is, indien daarvan door hem, binnea „den tijd vaD eeue maand, volgende op die waarin hij het perceel „verliet, tegen bewijs, schriftelijke aangifte is gedaan ten kantore „des ontvangers, op een aldaar kosteloos verkrijgbaar billet. „De ontheffing wordt ook verleend over het driemaandelijksch „tijdvak waarin het perceel werd verlaten, indien de belasting- „pligtige daarna, doch in den loop van datzelfde tijdvak, een ander „perceel, waarvoor hij belastingpligtige is, in gebruik neemt. „Bij overlijden van den belastingpligtige treden zijne erfgenamen „in dezelfde regten en verpligtingen. „De aangiften, volgens het eerste en derde lid ingediend, worden „als gewone bezwaarschriften aangemerkt en behandeld," Het Gemeentebestuur voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. den 22 Mei 1877. L. VERHEY, Secretaris. 8) Novelle van ROBERT BYR. 'Vervolg Den vorigen avond was plotseling- de moeder der jonge dame verschenen en dezen ochtend met allerlei bagage teruggekomen en voor goed gebleven. Ook had een zekere heer Ottone er eensklaps zijn intrek genomen; volgens zijn zeggen was deze de echtgenoot van Wanda's moeder. Wat de oude echter niet vertelde: dat ook een andere heer bij Wanda geweest was, en wel nog eer haar moeder verscheendat hij geschreeuwd en geraasd had, woedend het huis was uitgeloopen, en dat sedert dien tijd twee kerels van een verdacht uiterlijk voor de denr heen en weer liepen. Het waren twee personen die graaf Walnnjin aangesteld had ora de wacht te houden, dewijl het voorgevallen tooneel met Wanda niet den gewenschten uitslag had gehad. Onder woeste bedreigingen was de vertoornde man voortgesneld; hij waagde het niet, openlijk geweld te gebruiken, maar, al kon hij Wanda dan ook niet dwingen, hij zou zijn maatregelen nemen tegen ieder ander, die zich verstoutte zijn medeminnaar te willen zijn. Op zich zelf heeft het verlies van een waardeloos, gemin acht voorwerp niets te beteekenen, maar de dief moet als een voorbeeld voor anderen getuchtigd wordeu. Al de ruwheid van dit onstuimige karakter was tot eene uit barsting gekomenvan slaafsche smeekingeu en even stellig afgeslagen beloften was hij tot laaghartige beleedigingen en verwenschingen overgegaan en mevrouw Yon Krochor/ verzekerde haar dochter zooals Austin later ver-nam dat de graaf de bedreigingen, die volgens zijn uitgesproken verdenking den heer Rehling golden, ook ten uitvoer dacht te brengen, als hem daartoe de gelegenheid ge boden werd. Zij zelve was, aangezien de haar opgedrageu taak om de wederspannige te bekeeren, mislukte, op brutale wijze aan de denr gezet, waarbij zij nauwelijks tijd vond om in der haast bet noodigste bijeen te zamelen. Daartoe had ook nog medegewerkt de verschijning van haren echtgenoot, die zich niet ontzag, gelijk reeds meermalen gebeurd was, een beroep te doen op des graven beurs, ofschoon het eigentlijk een voorwaarde van het afschuwelijke contract was geweest, dat hij zich op een afstand zou houden. Dit maal had de inschikkelijke man zich op een ongelegen oogenblik vertoond; men betaalde hem niet meer voor zijn verdwijnen en zoo stelde hij zich dan voor de ondervonden teleurstelliug schadeloos door middel van de spaarpenningen zijner vrouw, met wie hij, alsof het van zelf zoo sprak, bij Wauda zijn tent opsloeg. Voor deze was de staat van zaken onder zulke omstaudigheden eon onuitstaanbare marteling. lederen dag, ieder uur met verwijten overladen, was haar elke kans op ontvluchting benomen, zoowel door het gemis van de noodige middelen als door de strenge be waking waaraan men haar onderwierp. Zelfs al had zij het van zicE kunnen verkrijgen, zich nogmaals tot Austin te wenden, toch moest de vrees van hem aan eenig gevaar en aan de wraakzucht van den ,graaf bloot te stellen, haar van zulk een stap terughouden. Austin echter wist van al die beweegredenen nietshij meende het plotselinge stilzwijgen en de onverwachte staking van het ver keer voor een versmaden zijner hulp, voor een wijziging der te volgen gedragslijn te moeten houden en uit achting jegens zich HELDER en NIEUWEDIEP, 26 Mei. Voor tweehoogbejaarde ingezetenen dezer gemeente, de heer Albertus Leewens en zijn knecht Jacob Pinxter, is het a. s. Maandag, den 28 dezer, een feestdag, die niet onopgemerkt mag worden voorbijgegaan. Eerstgenoemde herdenkt alsdan den dag, waarop hij, 50 jaar geleden, zich als mr. smid en koperslager alhier vestigde; laatstgenoemde den stond, waarop hij voor eene halve eeuw in dienst trad bij den heer Leewens, waar hij sedert onafgebroken is werkzaam geweest. Ongetwijfeld züll'en zéér vélen orizer plaatsgenooten niet achterblijven om dien beiden jubila rissen op hunnen feestdag blijken van belangstelling te geveii. Zeker zullen beide grijsaards op hun jnbilé, bij een terugblik over de verloopen 50 jaren, veel verandering en afwisseling ontmoeten. Hoe is, bij een beschouwing van 't vak, dat zij uitoefenen, sedert de verloopen 50 jaren de ijzer-industrie niet uitgebreid; hoe is in dat tijdvak deze gemeente in omvang en belaugrïjkheid vooruitgegaan! Maar ook, hoe velen, met wien ze in dat tijdsverloop leefden en verkeerden, zijn sedert van het wereldtooneel verdwenenTot op hoogen leeftijd bleven zij te zamen gespaard en binnen enkele dagen wordt het hun vergund het gouden jubilé van de aanvaarding hunner betrekkingen te vieren. Naar wij vernemen, is door de commissie voor edel moedige bedrijven enz., van wege het plaatselijk departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werkzaam, een voorstel ingediend om aan den genoemden Jacob Pinxter eene eervolle onderscheiding toe te kennen, wegens eerlijke en trouwe pligtsbetrachting bij denzelfden patroon, gedurende eene halve eeuw. Gisteren en heden beijverde de Floralia-Commissie zich om aan de ingeschrevenen in hare registers de toe- zelven elke hernieuwde toenadering te moeten Vermijden. Hij trok zich dnn ook, diep geschokt en menschenschuw, allengs alle be trekkingen met zijne bekenden afbrekend, geheel in zich zelf terug. Om u nu een juiste voorstelling van de verdere gebeurtenissen mogelijk te maken, moet ik u nog over de plaatselijke gesteldheid het een en ander zeggen, mijn waarde. Om goed licht te hebben, had Austin eene woning op de bovenste verdieping betrokken. Zijn atelier werd vroeger gebruikt door een photograaf, eu was, gelijk meestal die inrichtingen, om zoo te zeggen aan het huis vastgehecht; door een glazen dak werd het helder verlicht en aan eene zijde kwam het uit op het platform, dat even eens voor de werkzaamheden van den photograaf noodïg was. Op zekeren dag uu de deur stond open ora de heerlijke lentelucht in te laten werd hij opgeschrikt door een luid ge- krijsch, terwijl hij lusteloos en oilder weemoedige gepeinzen voor zijn onvoltooid beeldwerk zat. Het was of er om hulp geroepen werd en Austin trad ijlings naar de omrastering van het platform. Hier bemerkte hij spoedig dat hij zich vergist had. Het geschreeuw kwam uit een volière, die op het ongeveer twee meter lagerebelendende dak stond. De kap der vergulde kooi was opgeslagen en de vogel betoonde zijn blijdschap over den koesterenden zonneschijn, terwijl hij onophoudelijk floot en snaterde en zijn kleinen woordenschat uitkraamde. De ongemeene schoonheid en grootte van het dier, benevens zijne voortdurend uitgegilde woorden „Welkom vrienden kwamen Austin dadelijk bekend voor, en ook zonder de komst der oude vrouw, die hem met alle teekenen van vreugde begroette eD, terwijl zij haar waschgocd ophing, met allerlei bewegelijke ge baren eerst op den vogel en daarna op de trapdeur wees, waarbij zij den vinger op den mond legde, ook zonder dat alles zou hij den samenhang wel vermoed hebben. Zoodra Anstin in zijn verhaal melding maakte van den papagaai, herinnerde ik mij ook plotseling het schoone dier, dat ik weinige uren geleden bij mijn overbuur gezien had, en ik meende nu ook dat dit beest wel hetzelfde kon zijn, dat ik in het salon van graaf Walunjin gezien had, waaraan ik in het eerst niet gedacht had. Doch ik zeide er geen woord van: het geval kwam mij vooreerst volkomen onbeteekenend voor en ten andere wilde ik Austin niet in de rede vallen. Hij deed het zelf reecis meer dan genoeg, nu eens om een glas wijn in te zwelgen, dan weer ora een poos heen en weer te loopen, ten einde zijne aandoeningen meester te worden, of om een enkel oogenblik de handen voor het brandend heete voorhoofd te drukken. Hij verzekerde mij, dat hij zich toen, zoodra hij den vogel en de oude vrouw herkende, misnoegd had afgewend, met het voor nemen in het geheel niet meer aan Wanda en hare nabijheid te denken. Maar wie kau zijne gedachten de wét voorschrijven! Dienzelfden dag stond Austin 's avonds weder aan het hek. Een poos bleef hij daar. Zijn hart klopte met verdubbelde slagen, zeide hij, en zijn hoofd was ten prooi aan geweldige duizelingen. Toen was de sprong geschied. Na een paar schreden vooruit te zijn gegaan, bleef hij nogmaals aan de bovenste trede van den trap staan, eer hij zachtkens naar beneden sloop. Hij wilde slechts de oude vrouw spreken, die, zooals hij wist, om alle vertrekken in haar huis te kunnen verhuren, zelve een eenzaam kamertje onder het dak bewoonde. Hij poogde de eerste deur de beste te openen, doch zij was gesloten; hij beproefde het met de tweede, eu deze ging open; het schijnsel van een licht kwam hem tegemoet. Eene I gezégde planten af te geven. Door tegenwind was de schuit, die de planten vervoerde, niet tijdig genoeg hier, doch toen zij ter bestemder plaatse was gekomen, werd spoedig met de afgifte aangevangen. Ruim een 2000tal planten zijn in handen van verschillende kweekers en kweeksters gekomen, die nu ongétwijféld zich zullen inspannen om voor de ontwikkeling der aan hen toever trouwde kinderen der natuur zorg te dragen, tegen dat de dag komt, waarop aan de best verzorgde verzameling de prijs zal worden toegewezèn. Blijkens een bij het departétóent van Marine ont vangen telegram, is Zr. Ms. sèhroefstoomschip Batavia, onder bevel van den luit. ter zee Tète kl. W. van Oorschot, in den namiddag van dén 22 dezer van Malta naar Port- Saïd vertrokken. Aan boord is allés wel. Plet door J. H. Thuis aan dén Koning ingediend verzoek om gratie van de levenslange tuchthuisstraf, is gewezen van de hand. De veroordeelde is naar Leeuwarden overgebragt. Beroepen bij de Herv. gemeente aan den Burg op Texel ds. A. Voorhoeve, pred. te Nederhemert (Gelderland); te Amsterdam ds. L. Schouten Hz., pred. te Rotterdam. Door ds. W. C. van Manen te Zierikzee en 66 medeonderteekenaars is een adres verzonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal om er op aan te dringen, dat de aard der te handhaven neutraliteit op de volksschool duidelijk worde aangewezen en ddt liet christelijk godsdienstig beginsel als grondslag van de zedelijke Vorming dér kinderen onomwonden worde erkend. De Stoomvaart-Maatschappij «Java» keert over 1876 een dividend uit van 2| pOt. Op de boerenplaats van den heer W. v. G., te Anna Paulowna, is een witte mol gevangen; voorzeker eene groote zeldzaamheid. Men meldt ons uit Schagen, dd. 25 dezer: «Bij de hier op jl. Donderdag gehouden aanbesteding vrouwelijke gedaante zat voor een tafeltje met eenigen handenarbeid, zij had het gelaat in de handen gedrukt en bij het gedruiè'óh richtte zij het hoofd op het was Wanda. Toen Austin mij dit verhaalde, beefde hij, zooals hij destijds gebeefd moet hebben van blijde verrassing, van schaamte en onbe schrijfelijke ontroering; zijne stem trilde, zooals zij getrild moet hebben, toen hij op haren lichten angstkreet eene onsamenhangende verontschuldiging stamelde. „Wat hebt gij gedaanDat was alles wat zij zeide, en zelfs die woorden klonken niet verwijtend, maar angstig en bezorgd. Hij moest baar voor alles gerustétéllen, dat niemand hem gezien had, en toen hij haar bekende langs wélken weg hij bij haar ge komen was, moest hij lmar ook de verzekering geven, dat deze geen gevaar opleverde. „O, wat heb ik er naar verlangd u te zien!" sprak zij als in een droom. „En waarom hebt gij mij niet geroepen?" vroeg hij. „Een enkel woord zou immers voldoende geweest zijn en ik zou, ondanks eiken hinderpaal, wel tot u hebben weten dóór te dringen." „O neen, neen!" smeekte zij verschrikt, en zij bezwoer hem haar dadelijk te verlaten eu naar zijne woning terug te keerén. Austin jliet zich evenwel niet afwijzen. „Gij hebt verlangd mij te zien. Gij hebt mij iets te zeggen. Ik moet weten op welke wijze ik u helpen kan „Met niets! Met niets!" Doch hij liet zich door haar weemoedige zuchten niet van zijn voornemen afbrengen. Levendig, met de deelnemende belangstelling van een minnende, hield hij bij haar aan, tot zij eindelijk toegaf. Doch. zij verklaarde, eerst te willen gaan zien of er geen stoornis, geen ontdekking te vreezen was, en verzocht hem, eén oogèüblik alleen boven te willen blijven. Zachtkens sloop zij de deur uit. Toen Austin alleen was, had hij gelegenheid eens om zich heen te zien. De kleine kamer, die door de walmende lamp slechts spaarzaam verlicht werd en zeer schaarseh van meubelen voorzien was, had iets van een gevangenis. Op het tafeltje lag een pas begonnen borduurwerk, dat bij het onvoldoende licht nadeelig voor de oogen moest wezen. Het eenige voorwerp, dat aan de vroeger zoo weelderige omgeving der bewoonster van dit kamertje herinnerde, was de kooi van den bonten vogel. Onder den thans daarover gedekten doek was nu echter ook deze praatvrarir verstomd. Hoe moest de verwende, schoone vrouw in deze akélige kamer lijden Na eenige oogenblikken kwam Wanda weder terug. Een kwar tiertje konden zij zich veilig achten: haar stiefvader was in den schouwburg of naar zijn koffiehuis; haar moeder was reeds Ie bed en de oude vrouw moest haar gezelschap houden. Doch spoedig zou deze boveukomen om het opgehangen waschgoed van het dak weg te nemen en dan de deur te sluiten, en eer dit geschiedde moest Austin weg zijn. En waarom mocht hij niet openlijk en bij dag tot haar konten V Zij had hare hand in de zijne laten rusten én zag bij die vraag verschrikt op. „Nooit! dat nooit!" riep zij haastig uit; zoodat Auatin ontsteld terugdeinsde. „Het is heter dat wij elkaar nooit terugzien," sprak zij, maar het klonk zoo treurig, in haar neergeslagen oogen blonken tranen, en Austin werd weder aangedaan, bleef bij haar aandringen en haar j smeeken hem alles te zeggen. (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1