HELRËRSCHE NIEIIWEIHEPER COURANT. r 1877. N°.67. Woensdag 6 Junij. Jaargang 35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. Binnenland. „W ij li n 1 d i g e n het g o e d e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag uamiddag. A b luuementsprijs ]-cr kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. B u r e a nMOLENPLEIN N\ 163. Prij der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. bJikcn Oondrrdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUVVEDIEP. 5 Junij. De koninklijke Familie en met haar het I geheele Vaderland is in diepen rouw gedompeld. Jl. Zondag voormiddag ten 11| ure overleed onze geliefde en geëerbiedigde Koningin op het Huis ten Bosch te 's Gravenhage. Hare Majes teit Sophia Frederika Mathilda, Koningin der Nederlanden, geboren den 17 Junij 1818, was i de dochter van wijlen Z. M. Willem I, Koning van Wurtemberg en wijlen H. M. Catharina j 1'aulowna, Grootvorstin van Rusland. H. M. bereikte den ouderdom van bijna 59 jaren. Den 18 Junij 1839 trad zij in het huwelijk met den toenmaligen Prins van Oranje, thans Z. M. Koning Willem III, uit welk huwelijk twee zonen in leven zijn, nl. Prins Willem van j Oranje, geb. 4 Sept. 1840 en Prins Alexander, j geb. 25 Aug. 1851. H. M. is kahn ontslapen. Achtereenvolgens waren Z. M. de Koning en de overige aanwezige I leden der Vorstelijke Familie op het Huis ten Bosch aangekomen. Allen bevonden zich in 't smartelijk oogenblik aan 't sterfbed. Zwaar is de slag voor de Koninklijke Familie} algemeen zal ongetwijfeld de rouw en de I droefheid zijn in heel liet Vaderland. II. M. was steeds gereed om lijdenden en hulpbehoe venden te helpen en op te beuren; steeds stond zij vooraan waar het gold het schoone, edele en goede, op verschillend gebied, aan te kweeken en te bevorderen. Bij baar verscheiden laat zij I den schoonen naam achter: eene waarlijk edele Vorstin te zijn geweest, wier naam nog lang de harten der dankbare Nederlanders zal blijven voortleven. K I A N A. 12ene herinnering aan de Sandwiolip-eilanden. (Vervolg). Het was en het is nog een oud gebruik op de eilanden van Havaï, uit elke familie een kind le kiezen, gewoonlijk een meisje, dat men reeds van de eerste kindschheid af de liederen der voorouders leert. Deze zangen, die op deze wijze mondeling overgebracht worden, bestaan in schrift. Zij vereeuwigen, volgens een zekeren rytmus die tot in het oneindige gevariëerd wordt, de geduchte wapenfeiten, de geslachtsregisters, de verbintenissen, de miuuarijen, de nederlagen en de overwinningen der voorvaderen. Elk nieuw geslacht voegt er iets bij, en, naar gelang van het belang der gebeurtenissen waaraan het deelgenomen heeft, verrijkt liet den liederenschat met een of meer zangen, gewoonlijk samengesteld door denzelfden persoon, aan wien die kostbare schat is toevertrouwd. Vroeger genoot hij zekere voorrechten en een soort vau godsdienstige vercering. Die vereering en de voorrechten zijn verdwenen sedert de beschaving de bnrbaarschheid heeft doen wijken, maar nog altijd heerscht er een bijgeloovig ontzag ten opzichte van deze bewakers der overleveringen. Terwijl de onontwikkelde menigle hun een bovenaardsche macht toeschrijft, zijn zij bij de opperhoofden liet voorwerp van meer dan gewone eerbewijzen. Men raadpleegt ze bij ernstige gebeurtenissen, en zij hebben grooten invloed op liet stuk van bondgenootschap en van etiquette. Schoon hij een ver standig man was, die groote sympathie koesterde voor de moderne ideeën, had de Koning zich toch niet geheel kunnen outt rekken aan den invloed der tiaditicn van zijn geslacht. Ën al had hij meestal geen vrede met de zonderling onafhankelijke levenswijze zijner zuster, en vooral met haar afkeer van het huwelijk, bepaalde hij zich toch tot het geven van vriendschappelijke vermaningen, zonder ooit over te gaan tot het toepassen van ziju gezag. Voor vele lieden was Jane een raadsel. De vreemdelingen-kolonie, die le Honolalu zeer talrijk was, voud voortdurend stof tot onder houd in het doen en laten der Princes, in haar plotseling onder nomen reizen, in haar onverwachte terugkomst aan bet Hof, in de vlagen van coquetterie en onverschilligheid, van uitbundige vroolijk- heid eu ongegronde droefheid, waaraan zij steeds den vrijen teugel vierde. Men maakte haar tot de heldin van de wonderlijkste ver tellingen, doch in den grond der zaak wist men niets. De inlandsche oppassers, die zij om zich heen had, de Kanakschc vrouwen die haar bedienden, konden of wjlden niets zeggen. Hoe praatziek zij anders ook waren, verschansten zij zich achter een hardnekkig stilzwijgen zoodra er sprake was van de Princes. Zij vreesden haar Naar men verneemt zal het lijk van II. M. de Koningin, op verlangen van de overledene, niet worden gebalsemd. In kruiden zal het in een looden kist worden nedergelegd, die aan de binnenwanden met matrassen van zwaar wit satijn is bekleed en door middel van soldering hermetisch zal gesloten worden. Om deze kist zal een kist van zwaar eikenhout sluiten, die op haar beurt zal om sloten worden door een kist van liet prachtigst gepolijst mahonijhout, geheel met zilveren garnituren. Dit garniture bestaat uit twaalf massief zilveren hand vatsels, voorzien van hst zinnebeeld des dools, en even zooveel zilveren sluitscbroeven in den vorm van doods hoofden. Op het deksel wordt een prachtige zilveren plaat bevestigd, waarop gegraveerd is: «Sophie Frédérique Mathilde, Koningin der Nederlanden, Prinses van Wurtemberg, geboren te Stuttgart 17 Junij 1818, overleden Huis ten Bosch nabij 's Gravenhage 3 Junij 1877.» De vervaardiging is opgedragen aan de firma P. Mouton cn Zoon en wordt met den meesten spoed volbragt, zoodat men dacht reeds gisteren avond daarmede gereed te zijn. Vermoedelijk zal liet stoffelijk overblijfsel der Vorstin lieden reeds in de lijkkist worden nedergelegd. Het testament van H. M. de Koningin, zich bevin dende in handen van den notaris mr. H. Reijers, zon gisteren avond plegtig geopend worden. De dag der begrafenis van II. M. de Koningin is nog niet bepaald. Men noemt als waarschijnlijk den 25 dezer. Bij vroegere gelegenheden verliepen er tusscheu het overlijden en de begrafenis 17 dagen. In de Catholieke kerken alhier heeft jl. Zondag de plegtige viering plaats gehad van het 50jarig jubilé der bisschoppelijke consecratie van Paus Pitis IX. Jl. Zaturdag avond werd door de plaatselijke Weer baarheids—Vereeniging eene vergadering gehouden in 't lokaal Musis Sacrutn. Met genoegen werd vernomen, dat het aantal leden steeds toenemende is. Uitnoodigingon waren ingekomen tot deelneming aan wedstrijden te 's Hage en te Luik. Aan de leden werden rondgedeeld afdrukken van do door Z. M. den Koning vastgestelde gunstige bepalingen ten behoeve van miliciens, die bij hunne in dienst treding bij de nationale militie blijken geven van geoefendheid in 't kantoeren der wapenen. Op voorstel van het bestuur I r Vereeniging word besloten tot het houden van een huishoudelijk concours óp Zondag den 1 Julij a. s. Het j en gehoorzaamden hare bevelen niet een blinde onderwerping. Men luid er een jaar of tien geleden de proef van gehad onder omstan digheden van zeer erustigeu aard. Honolulu is het groote vereenigingspunt vau de schepen der Amerikaansche walvischvaarders. Men telde er indertijd dikwijls bij de zoo in de haven. Ten gevolge van een vechtpartij in een van de kroegen der stad, had de politic een paar dronken matrozen in hechtenis genomen en achter slot gebracht. Hunne kameraden waren daarop hunne invrijheidstelling komen eiseheu. Op het weigerend antwoord der autoriteiten nam de opschudding toe, en weldra belegerden zes duizend vastberaden, gewapende mannen, meerendeels matrozen die gehard waren door zwaren arbeid cn door de gevaren der noordelijke zeeën, het koninklijk paleis, terwijl zij onder de vreeselijkste bedreigingen bleven eiseheu dat de schuldigen zouden losgelaten worden. De politic, machteloos als zij was, werd in een oogwenk door hen ontwapend; de troepen waagden een poging tot tegenweer, die echter het getal der slacht offers slechts deed toenemen. De matrozen waren feitelijk meester vau de stad, en men had alles te vreczen van die bende beschonken en overmoedige lieden. De vader van den Koning, de gouverneur van het eiland, een flink en degelijk oud man, was de eeuige die den raad gaf dat men zich tot het uiterste zou verdedigen. De Kanaken sloten zich doodelijk verschrikt in hunne woningen op; de opperhoofden, niet in staat om het gevaar te bezweren, zagen 3iechts heil in het toegeven aan de eischen der geweldenaars. Dc oude gouverneur steeg te paard, vergezeld van zijne dochter Jane, die toen nog een kind was. Enkele moedige mannen voegden zich bij hem. Jane, die in een staat vau onbeschrijfelijke opgewondenheid verkeerde, ver- eenigde hare vrouwen om zich heen en verhief met haar den krijgszang van den grooten Kamchamcha aan. Op die tonen groeide de menigte aan. „liookanaka, weest mannen!" herhaalde zij. Dat waren de laatste woorden die deze krijgsheld bij zijn verscheiden had uitgesproken. Medegesleept door dit kind, waaraan zij eene geheimzinnige macht toekende, wapende de inlandsche bevolking zich met alles wat het eerst voor de hand lag en wierp zich op de matrozen, die door een zoo onvervvachteu aanval als verlamd waren. Binnen weinige uren vluchtten zij, verslagen, verpletterd, in de grootste wanorde naar hunne schepen terug. De opstand was bedwongen. Onbevreesd te midden der gevaren, trok Jane met fiere kalmte door de met slachtoffers bezaaide straten naar het paleis terug, allcrwege toegejuicht door de Kauuken, die meer dan ooit overtuigd waren vau haar toovermacht. Sommigen hunner, die de regentes Kaahumanu, de weduwe van Kaméhamcha I gekend uitzigt bestaat dat gelijktijdig een wedstrijd zal plaats hebben voor de leden der schietclub Willem Teil, die zich, gelijk bekend is, oefenen in het schieten met pistool. De stoomkanonneerbooten Dog en Gier werden gis teren van Amsterdam door het Groot Noordh. Kanaal naar hier overgevoerd, ten einde dienst te doen voor de i opleiding der zeemiliciens, die aan boord van het fregat Evertsen zijn ingescheept. Gisteren is door trein 5 van den Hollandschcn IJze ren Spoorweg, rijdende in de rigting HaarlemHelder, nabij Schagen de landbouwer J. Borst, die zich met de bedoeling van zelfmoord op de rails had gelegd, verplet- I terd geworden. Het Engelsche stoomschip Sherbro, naar hier gekomen om te beproeven het in de Eijerlandsche gronden gestrandde en gezonken stoomschip Iceland te ligten, is van daar onverrigter zake teruggekeerd; het schip schijnt vol zand en gebroken. Door de Rederijkerskamer Olympia alhier zal eene buitengewone vergadering worden gehouden op Woensdag 13 dezer. Bedankt voor het beroep naar Amsterdam door ds. L. Schouten Hz., pred. te Rotterdam. Over 1876 hebben de ontvangsten der Prins Hendrik stichting te Egmond aan Zee bedragen f 4278.981, waar onder aan giften f 863.50. De kosten der verpleging bedroegen 531 ct. per dag en per hoofd. De collecte voor de gewapende dienst, te Schagen gehouden, heeft opgebragt f 47.49. Jl. Vrijdag nacht, ongeveer 12 uren, werd te Hoorn op den openbaren weg een treurig misdrijf gepleegd. Zekere J. II., knecht in een kaaspaklmis, werd door eenige per sonen aangevallen en met een mes deerlijk in den rug ge wond; er schijnt weinig hoop op levensbehoud te bestaan. J. II. is gehuwd en heeft drie kinderen. De daad schijnt gepleegd te zijn door reizende kooplieden (Brabanders of Vlamingen, naar men beweert, die aldaar met gebreide goederen venten). Dc daders moeten kort tc voren in een drankhuis twist gehad hebben met J. II. en door hem beleedigd zijn. Bij den op 1 dezer te Harlingen gehouden zeilwedstrijd behoorden tot de bekroonden: aVrouw Trijntje,» van J. Kooima, te Terschelling, prijs f'100, voor beurt-cn vracht schepen van 40 ton en daar beneden; de lste premie werd behaald door «Jonge Piet er,» van J. Karei, te Broekerhaven. Voor beurt- en vrachtschepen beneden 40 ton werd de 2de premie behaald door «Twee gebroeders,» van F. Dekker, hadden, en die nog altijd met een eerbiedige huivering gewaagden van deze geduchte vrouw, wier doortastende wilskracht voltooide wat haar echtgenoot begonnen had, door alle hinderpalen uit den weg te ruimen om de Havaïsche eenheid te grondvesten, ver zekerden heimelijk, dat de ziel vau haar voorzaat Kaahumanu in dit kind weer herleefde. Jane deed wat zij ons beloofd had en weinige oogenblikken na haar aankomst voegde zij zich bij ons. Ik had haar nog nooit gezien in het inlandsche costuum, dat zij op haar reizen bij voor keur droeg. Als zij in de stad vertoefde, volgde zij de Europeesche gebruiken, die door alle vrouwen uit de hooge standen waren aan genomen. Dien avond was zij gekleed in een lange, tunica, die luchtig van haar schouders afhing en haar grooter deed schijnen dan zij inderdaad was. Dit kleed, tot boven aan den hals gesloten, was lichtgeel van kleur en hing in bevallige plooien over haar gestalte. Hare prachtige zwarte haren omlijstten een breed, ietwat laag voorhoofd. Zij had echter niet de minste moeite gedaan om iets zonderlings in haar uiterlijk te verbergen, dat onmiddellijk de aandacht trok van ieder, die haar voor het eerst zag. Ik bedoel hiermede een vlecht vau goudblond haar, welke, juist door die kleur, een allervreemdst contrast vormde met het overige gedeelte van haar weelderige» haartooi. Een krans van jasmijnbloesems, schitterend wit en van een doordringenden geur, was op smaakvolle wijze door het haar gevlochten en deed aan den vorm van een diadeem denken. Een collier van dezelfde bloemen om haar hals, vermengd met takjes van den haos, .die dezelfde kleur hadden als haar tunica, voltooide haar toilet, dat, uitgenomen de kostbare stof en den meer elegante» snit, evenzoo door al de vrouwen harer stam gedragen werd. Bonjour, Frank, sprak zij, zich tot onzen gastheer wendende, wiens bleekheid in dubbele mate scheen toe te nemen, ik ken nog uit oude dagen de gastvrijheid van u cn uw vader en ik aarzel niet mij er op te beroepen, zooals gij ziet. Jaue is altijd welkom bij ons. En wat u betreft, mijnheer, vergeef mij dat ik uw diner ver traagd heb. Ik verheug mij zeer, vervolgde zij, terwijl zij mij de hand gaf, u hier weer te zien. Ik dacht dat gij to Honolulu waart. Ën ik had niet gedacht u te Havaï te zullen zien. Ik ben er ook nog niet lang. Ik ga mijn broeder te Kaïlua bezoekeu, den vulkaan door. Ik hoor dat er eene nieuwe uitbarsting verwacht wordt. Is dat waar, Frank? Ik geloof liet wel. Wij hebben in de laatste dagen, een paar aardschuddingen gevoeld en twee van onze lieden, die dezen morgen van Mauna-Loa's kruin terugkwamen, beweerden dat zij in het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1