plaats dos onheils gestoomd, docli zonder dat eenig spoor der drenkelingen ontwaard werd. De oorzaak van dat onheil is niet aan onachtzaamheid toe te schrijven, maar aan het minder goed sturen der opvarenden, toen de valsche zeeën snel achter elkander in de vergane barkas sloegen. De zee bleef ook voor de tweede barkas, ondanks het opkorten van den sleper en het verminderen der vaart tot 3 mijlen en minder, zoo lastig, dat besloten werd naar Probolingo af te houden, ter reede waarvan voor anker werd gegaan. Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 20 dezer: «Een aantal rekwesten aan Gedeputeerde Staten zoowel om vernietiging als om goedkeuring van liet raadsbesluit tot aankoop van het blok huizen aan het Waagplein tot vergroot ing der markt, is door dat Col legio aan den gemeenteraad gezonden, om berigt, consideratiën en advies. Op voorstel van 3 leden besloot de Raad gisteren aan Gedep. Staten kennis te geven dat hij moeijelijk hieraan kon voldoen, omdat hij dan zou komen zoowel in eene beoordeeling van zijn eigen handelingen als van wets- explicatiën door onderteekenaren van sommige rekwesten in het midden gebragt (zooals men zegt beroepen zich enkelen op schending van art. 44c en art. 66 der gemeente wet), maar dat de Raad bereid is mondeling inlichtingen te geven door eene in die vergadering benoemde commissie van 3 leden met den voorzitter van den Raad, wanneer dit door Gedep. Staten mogt worden verlangd. Tot leden dier commissie zijn benoemd de heeren M. Cohen Stuart, mr. D. F. van Leeuwen en J. C. Vonk. Ergo 2 voor- en 2 tegenstanders van den aankoop.» Het Hbl. maakt opmerkzaam op een methode, die bij het leger ware toe te passen om ongevallen bij het schijfschieten te voorkomen; ook bij de grootst mogelijke waakzaamheid zijn die ongelukken niet geheel te vermijden, zoolang de waarnemers zich na elk schot moeten bloot stellen aan de onachtzaamheid of de onhandigheid van vaak ongeoefende schutters. Bij den schietwedstrijd te Luik heeft men onlaugs kun nen zien, op welke wijze men in België handelt. Vóór en onder de schijven is een gemetselde waarnemingspost; de schijven, die om een horizontale as kunnen draaijen, wor den na elk schot door den waarnemer vóór zich in den kelder gebragt. De plaats, waar het schot getroffen heeft, wordt door een daarmede overeenkomend nummer te ver- toonen aangegeven. Inderdaad schijnt die methode tegen alle eventualiteiten te waarborgen. Omtrent de werken aan het Noordzee-kanaal verneemt men, dat aanvankelijk is besloten tot verbreeding van het zuiderhoofd tot 12 M. Een paar maanden geleden behelsden de Nederlandsche bladen een verhaal van de schatten, die de Mahomedaansche kerken in Arabië bevatten en die door den Sultan zouden worden aangewend om de kosten van den oorlog te dekken. De som werd geraamd op 300 millioen gulden en allerlei détails werden er bijgevoegd, die liet verhaal geloofwaardig maakten. De Nederlandsche consul te Djeddah verzekert thans in een ingezonden stnk in de N. Rott. Crt., dat van dit ver haal geen letter waar is. Er zijn niet eens offerbussen in de moskeeën, en toch zou het in deze zijn, dat de geloo- vigen hunne bijdragen hadden gestort. De schitterende verbeeldingskracht van den schrijver der Arabische nachtvertellingen blijkt dus nog niet geheel verloren te zijn. Die zóó kan liegen, heeft eene fantaisie, waarvoor men eerbied hebben moet. Op het onlangs te Bordeaux gehouden «concours poétique,» onder voorzitterschap van den heer Evariste Carrance, is met den derden prijs (bronzen medaille) bekroond mej. L. A. Stratenus, te Breda, voor een door haar ingezonden stuk. Tevens is zij tot eerelid der bedoelde Yereeniging benoemd. Naar aanleiding van het berigt over zuurkool als veevoeder wordt thans gemeld, dat dit op vele plaatsen in Duitschland een gebruikelijk veevoeder is. Ook hier te lande werd het reeds eenige jaren geleden gebezigd door Dr. J. Wittewaal, op zijne boerderij onder Voorst. In gemetselde kuipen liet hij een grooten voorraad kool in maken voor wintervoeder voor het vee, dat het gaarne at en er wel mee voer. Uit Doesburg meldt men dd. 18 dezer aan het D. v. Z. H. De helft der raadsleden plus één hebben met grimmige overhaasting de doodsklok geluid over ons stedelijk gym nasium. Sic transit gloria Mundi. Trots al de pleitredenen van onzen burgemeester om deze eeuwenheugende inrigting misschien de oudste van Nederland, te behouden, werd dooi de meerderheid van den raad tot slooping van deze eer waarde stichting der middeleeuwen besloten. Doesborgh's gymnasium zal eerstdaags tot het verledene behooren. Uit Giethoorn wordt berigt dat de prijs der paling, tengevolge van geringe verzending naar Engeland, met 16 cent per KG. is verminderd. Sommige opkoopers lijden groote schade. Men schrijft uit Meppel, dd. 18 dezer: «'t Hooit thans als van zelf, zeggen de landlieden, eu zoo is het ooK Nacht en dag zijn de hooijers in de wijd- uitgestrekte (Jk ver landen bezig om den hooioogst eerste snede binnen te halen. De verwachting van een ruimen opbrengst wordt niet beschaamd, 't Hooi is tevens van uitnemende hoedanigheid. Mejufvr. Merkus, wier verschijning op het terrein van den Bulgaarschen opstand een jaar geleden groot opzien baarde, bevindt zich thans in Indië bij hare familie. Twee Eugelsche heeren doorkruisen op velocipèdes thans ons land. De Economiste Fram^aise, wier uitgever Leroy Beaulieu als een zeer bekwaam statisticus bekend is, toont in een beredeneerd onderzoek aan, dat de Russisch-Turksche oorlog, wanneer die gelocaliseerd kan blijven, ternaauwer- nood eenigen invloed van beteekenis op de graanprijzen in westelijk Europa zal uitoefenen. In 1873 en 1874 kwam reeds de halve graaninvoer voor Groot-Brittannië, in het geheel 41,527,639 centenaars, uit de Vereenigde Staten, terwijl een zesde deel, 5,725,661 centenaars, uit Rusland aangevoerd werd. De geheele graanuitvoer van Rusland bedroeg in de laatste jaren 20 millioen tschetwerts, ter waarde van ongeveer 430,500 millioen francs. Twee derde gedeelten daarvan worden gewoonlijk over zee uitgevoerd, en dit zal waarschijnlijk in de Zwarte en Middellandsche zee door de Turken belet worden, terwijl liet overige niet over de spoorwegen verzonden zal kunnen worden, omdat die door de militairen in beslag genomen zijn. Het over blijvende derde gedeelte zal zijn gewonen weg langs den Donau naar Oostenrijk en Duitschland nemen. Amerika, de landen aan de Middellandsche zee en de Indische bezittingen der Engelschen zullen waarschijnlijk liet voor komende deficit aanvullen. Leroy Beaulieu raadt den Franschen kooplieden aan, om meer gebruik te maken van het Suez-kanaal tot het aanvoeren van oliezaad uit Indië. Rusland voorziet gewoonlijk Westelijk-Europa met 37 millioen tonnenlast raapzaad. Eene van de voornaamste gevolgen der groote oorlogen is niet zelden, dat zij nieuwe wegen voor den handel doen ontstaan. De visschers aan de kust van Devonshire trekken tegenwoordig partij van Ncwfoundlandsche honden, die hun goede dienst bewijzen bij'hun bedrijf. Aan sommige punten kunnen namelijk de schuiten bij ruwe zee niet landen, dan met behulp van eene lijn. 't Uitbrengen van die lijn was eene gevaarlijke taak, die dikwijls aan menschen het leven kostte. Sinds eenigen tijd wordt dit werk verrigt door honden en mei den besten uitslag. De sterke en moedige dieren doorklieven veilig de geweldige branding, met de lijn tusschen de tanden. Julius von Wickede schrijft brieven over den oorlog tusschen Rusland en Turkije. Hij verzekert daarin, dat hij nooit meer een officiëel berigt der Turken of Russen leest, omdat alles wat er in staat niets dan leugen is. Maar als hij ze nooit leest, hoe weet hij dan dat zij liegen? En welken toetssteen heeft hij om voor de waarheid van an dere berigten in te staan. (Arnh. Crt.) Brigham-Yoüng, de profeet der Mormonen, heeft onlangs zijn 27ste scnoonmoeder door den dood verloren. Plegtige Begrafenis van wijlen Hare Majesteit Mevrouw Sophia Frederika Mathilde, Koningin der Nederlanden. De gewigtige dag der begrafenis van Neêrlands geliefde koningin is voorbij. De plcgtigheid had volgens de voorschriften van 't programma plaats en daar 't ons niet mogelijk is van den ganschcn stoet een uitvoerig verslag te leveren, bepalen we ons tot de her innering aan dit programma en leveren we in de volgende regelen eene beschrijving van de meest belangrijke deelen. Het Huis ten Bosch na de smartvolle gebeurtenis van den 3 Junij een oord van rouw en doodsch zwijgen bood gisteren morgen in zijne omgeving een tooncel vol beweging: in die door prachtig geboomte en levendige heggen besloten ruimte aan de voorzijde van bet Vorstelijk verblijf stonden de straks voorbijge snelde rijtuigen geschaard; daar hebben de troepen de hun aan gewezen plaatsen bezet; een ecrcwacht was zoowel binnen als buiten het Paleis geposteerd, onder bevel van den kapitein le Bron de Vexela en de luitenants dc Wendt en jlir. Roëll; die aanstalten, het rouwfloers, dat algemeen werd gedragen; de ernst, op aller gelaat te lezen; dit alles wees er op, dat het nur gekomen was, waarop het stoffelijk hulsel ecner geliefde Vorstin grafwaarts zou worden geleid. Nog slechts weinige oogenblikken en (ie overblijfselen van Koningin Sophia zouden worden weggedragen uit dit zomerverblijf, haar zoo waard om zijne bekoorlijke ligging en om de schoonste vaderlandsche herinneringen, die er zich aan verbindendat ver blijf, waar zij gewoon was de minzaamste gastvrijheid te bewijzen i aan dierbare verwanten, aan edclaardigen van hart, aan hoogbe gaafden van geest. Terwijl bet doffe klukgebom van de verschillende kerkgebouwen in de aangrenzende stad alreeds den ophanden togt naar de laatste rustplaats aankondigt, is het lijk der Vorstin overgebragt naar het voornaamste gedeelte van het Huis ten Bosch, de vermaarde Oranjezaal, waarboven zich de koepel als kroon boven het Bosch uit verheft. In die ontzagwekkende zaal ontwaarde men de met rouwlaken behangen estrade, waarop het stoffelijk overschot der diepbetreurde Vorstin, besloten in baar doodsleger, ges prei l lag, omringd inzonderheid door hen die Ilr. Ms. Huis uitmaakten en thans hunnen laatste» dienstpligt, helaaseen van rouwe, ver vulden. Een plegtige, eerbiedige stilte lieerschte om het stoffelijk overschot. Onder hen wien liet, was voorbehouden binnen de wanden van dc Vorstelijke verblijfplaats de laatste eer aan de overledene te bewijzen, ontwaarde men op korten afstand van het lijk, den opper-cereinoniemeester, baron Schimmelpenninck van der Oye; bij dc vier hoeken plaatsten zich graaf van Randwijck, groot meester van het huis des Kor.ings, graaf van Limburg Stirum, oppeijagermeester, baron Cliftbrd, opperhofmaarschalk en jonkheer Gevaerts van Simonshnven, hofmaarschalk, eerstgenoemde en laatst genoemde als zoodanig dienst gedaan hebbende bij H. M. de Koningin, welke hofdignitarissen als slippondragers tot den rouwstoet behoorden; voorts schaarden zich aan elke zijde van de lijkkist twaalf kamerheeren, welke 24 haar grafwaarts zullen geleiden. De ruimte aan het hoofdeinde werd ingenomen door de groot meesteres, mevrouw de douairière van der Óudernieuleu, de dames- du-palais en de hofdames van H. M. Ook aan de kamervrouwen der overledene was de eer te beurt gevallen deel uit te maken van dezen aanzienlijken kring. v Ten 10 ure weergalmde het eerste kanonschot en op dat oogen- blik werd liet lijk door de 24 kamerheeren, bijgestaan door een gelijk getal onderofficieren der zee- eu landmagt, uit liet Paleis gedragen en in den hieronder beschreven, met róuwkleeden behan gen wagen geplaatst. Voor evenwel de lijkkist uit dc Oranjezaal naar den vouwwagen werd gedragen, legde Prins Alexander, diep bewogen, daarop een bloemkrans neder. De Prinsessen Marianne en Marie, mevrouw de douairière van der Oudernieulen en de hofdames van wijlen de Koningin stonden, gesluijerd en in zwaren rouw, snikkende op het bordes, toen de dragers met liet lijk de trappeu van den hoofd ingang afdaalden. Het voertuig, waarin liet hulsel dor ontslapene Koningin naar de aloude stad werd overgebragt, was een lijkwagen, geheel behangen met zwart Iluweelen draperiën, afgezet met zilveren galons, koorden en kwasten, en met een zwart fluweelen-liemel. De bovenrand van dezen laatste droeg aan de vier buitenzijden zilveren doodshoofden, terwijl zes zwartwitte vederbossen bovenop wuifden. Het rouwkleed was bezaaid met bloemen en immortellen, waar onder vooral werd opgemerkt een kruis, uit roode rozen gevlochten, als zinnebeeld van den weldadigheidszin en de hulpvaardigheid der Vorstin en eene groepering van witte rozen, door de Koningin van Engeland opzettelijk voor dat doel bestemd. Nog werd, terwijl de trein de Wagenstraat door ging, door leerlingen van de Industrie school voor meisjes een sierlijke bloemenkrans aan het lijkkleed gehecht. Onder het fluweelen lijkkleed bevond zich het lijk der Koningin, besloten in een hermetisch gesloten looden kist, omvat in een eikenhouten kist, waarover een mahonyhouten heensluit, met een zilveren plaat, het opschrift voerende Sophic Frédérique Mathilde, Koningin der Nederlanden, Prinses van Wurtemberg, geboren te Stuttgart 17 Junij 1818, overleden Huis teu Bosch, nabij 's Gravenhage, 3 Junij 1877 rustende het geheel, versierd met vele zinnebeelden der verganke lijkheid in zilver, op twaalf massief bewerkte leeuwenklaauwen. Op het rouwkleed, dat de kist dekte, was de koninklijke kroon, ge hecht op een rood fluweelen kussen, benevens de ordeteekenen van H. M. geplaatst en bevestigd. Die ordeteekenen zijn zes in getal, te weten: een Spaansch, Portugeescli, Russisch, Saksisch, Wurlem- bcrgsch en nog een ander onderscheidingsteeken. De ministers, de gezanten van ons haf, de buitengewone ver tegenwoordigers, voor zoover zij geen deel uitmaakten van den stoet, bevonden zich op dc voor hen bestemde plaatsen, terwijl de hoogere collegiën van Staat, de Staten-Generaal, de Raad van State, de Hooge Raad, de Rekenkamer de gewestelijke besturen, de stedelijke- en kerkbesturen van Delft enz., in dit treurige oogenblik le dezer plaatse vertegenwoordigd waren. Nadat het lijk op dc daartoe bestemde lijkbaar was gesteld, hield de weleerw. heer ds. G. Molenkamp, oudsle predikant der Ned. Herv. gemeente te Delft, dc volgende toespraak: Geëerbiedigde Koning! „Met diepen weemoed staan wij aan deze plaats. Het graf is ontsloten, waarin bet stof bewaard wordt van zoo velen, op wien het voor- en nageslacht roem draagl. Het is geopend voor het stoffelijke overblijfsel der waardige Vorstin, welke het Vaderland na acht-en-twintig jaren als zijn Koningin met een dankbaar hart eerde. Hoeveel goeds mogt zij hier stichten. Door God met edele gaven begiftigd bij hare hooge waardigheid met liefde bezield was zij sieraad van het Koninklijk Huis, voor hulpbehoevenden tot troost en steun, voor ontwikkelden tot aanmoediging en opwek king, voor veleu ten zegen. Met reden betreurt de natie haar verlies. Maar wij slaan hier de blikken naar boven, tot Hem die allen dingen naar Zijnen rand leidt en wien ook zij door bet evangelie van Christus als onzen God en Vader erkende en beleed: ook wij zegenen hare nagedach tenis met (1e bede, dat zij ook hierdoor tot ons nog spreke? nadat zij gestorven is. Sire! de God aller ontferming vertrooste u. Hij sterke u door Zijne kracht om het vaderlnnd zoo nog te zegenen, dat gij hier door lifreid wordt ook voor eene hoogere kroon, dan welke de aarde u bieden kon. Zijne goedertierenheid bcmoedige uwe geliefde zonen en geve hun in dankbaar aandenken den invloed van het beeld der ont slapene te toonen. Zij verheffe al de uwen, ook bij het klimmen der jaren, om haar gemis gelaten te dragen. Zijn geest beziele u en hen en ons allen, opdat het ons bij alles, in leven en in sterven, wèl zij. Heer onze God! ja, boor onze bede, dat wij door het geloof in Christus U zoo ter eere leven, dat wij onze dooden U toevertrou wen, en bereid zijn, als eens de jongste ure ook voor ons slaat. Amen." Na de rede van den predikaut werd Prins Alexander bitter bedroefd en greep den Prins van Oranje bij de hand. Beide weenden. Z. M. de Koning ging op heu af en kuste hen onder tranen. Bij het nederlaten van de lijkkist liep Prins Alexander er op af en kuste de kist. Na de verzegeling door den minister van justitie en de sluiting der plegtigheid door den heraut „Nederland" daalden de Prinsen van Oranje, Alexander, Hendrik en Oldenburg in de groeve neÊr. Daarna ging men uiteen. Naamlijst vau de Vorsten en Vorstinnen uit liet Huis van Oranje, die in de Koninklijke grafkelders van de Nieuwe Kerk te Delft zijn begraven. OUDE GRAFKELDER. 1. Prins Willem I van Oranje, te Delft doorschoten 10 Julij 1584. 2. LouisedeColigny,4de gemalin van Willem I,overleden 9 Oct.1620. 3. Prius Maurits, overl. 23 April 1625. 4. Eene Prinsesse-dochtervau PrinsFrcd. Hendrik, overl. 4Aug'.1630. 5. Isabella Charlotte, overl. 17 Mei 1642. 6. Prins Frederik Hendrik, overl. 14 Maart 1647. 7. Catharina Belgica, dochter van Prins Willem X, overl. 12 April 1648. 8. Prins Willem 11, overl. 6 Nov. 1650. 9. Amalia van Solms, douairière vanFred.Hendrik, overl. 8Sept.l676. NIEUWE GRAFKELDER. 10. Anne Marie, dochter vau Prins Willem IV, overl. 19 Dec. 1736. 11. Prins Willem IV, overl. 22 Oct. 1751. 12. Anua, Kroonprinses van Engeland, douairière van Willem IV, overl. 12 Jan. 1759. 13. George Willem Belgicus, 1ste Prins van Nassau Weilburg, overl. 27 Mei 1762. 14. Een doodgeboren kind van Nassau Weilburg, overl. 15 Oct. 1767. 15. Een eerstgeboren zoon van Prins Willem V, overl. 23Maartl769. 16. Frederika Louisa Wilhclmina, douairière hertogin van Bruns- wijk Lunenburg, gcb. Prinses van Oranje, overl. 15 Oct. 1S19. 17. Frederika Sophia Wilhelmina, Koninklijke Prinses van Pruissen, douarière vau Prins Willem V, overl. 9 Junij 1820. 18. Willem Frederik Nicolaas Karei, zoon van Prins Frederik der Nederlanden, overl. I Nov. 1834. 19. Frederika Louisa Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, ge boren Prinses vau Pruissen, overl. 12 Oct. 1837. 20. Willem Frederik I, eerste Koniug der Nederlanden, Graaf van Nassau, overl. 12 Dec. 1843. 21. Willem Frederik Nicolaas Albert, zoon van Prins Frederik der Nederlanden, overl. 22 Junij 1846. 22. Willem Alexander Frederik Constantijn Nicolaas Michaël, 2de zoon van Z. M. Koning Willem II, overl. 20 Febr. 1848. 23. Willem II, Koning der Nederlanden, overl. 17 Maart 1849. 24. Willem Frederik Maurits Alexander Hendrik Karei, Prins der Nederlanden, 2de zoon van Z. M. WillemIII, overl. 4Junijl850. 25. Willem Alexander Ernst Casimir, vierde zoon van Koning Willem II, overl. 22 Oct. 1822, begraven te Brussel 28 Oct. 1822, bijgezet te Delft 11 Mei 1860. 26. Anna Paulowna, Grootvorstin vau Rusland, gemalin van Koning Willem II, overl. 1 Maart 1865. 27. Louisa, gemalin van Prins Frederik der Nederlanden, geboren Prinses van Pruissen, overl. 6 Dec. 1870. 28. Amalia, gemalin van Prins Hendrik der Nederlanden, geboren hertogin van Saksen-Weimar, overl. 1 Mei 1872. 29. Sophia Frederika Mathilda, Koningin der Nederlanden, geboren Prinses van Wurtemberg, overl. 3 Junij 1877.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 2