HELDERSUHE
EN N1EUWERIEPER EOlJRANT.
1877. N". 85.
Woensdag 18 Julij.
Jaargang 35.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
Binnenland.
.,W Ij huldigen
li e t goede."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zatnrdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
0 at franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 103.
Pry der Advcrtentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Ktken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Batavia en Padang, te ver
zenden per mailboot Prins Hendrik, geschiedt voor di tik
werken den 20 dezer, na aankomst van trein III
(Noordhollandsche Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor
brieven den 21 dezer, na aankomst van trein I, ten 9.27
des morgens.
VRIJWILLIGE DIENSTNEMING.
Do Burgemeester der gemeente Helder brengt Ier algcmeene
kennis, dat bij Gebrs. van Cleef te 's Gravenhage, tegen den prijs
van 50 cents, verkrijgbaar is een werkje, uitgegeven op last van
het Departement van Oorlog, getiteld „Neêrlands leger."
De bedoeling inet de uitgave van dit boekje is, betrekkelijk het
leger meerdere algemeene bekendheid te verschaffen eu het vrij
willig dienst nemen daarbij te bevorderen.
Ouders of voogden, die verlangen dat hunne zonen of pupillen
de militaiic loopbaan zullen kiezen, wordt de kennisneming van
den inhoud van dit werkje zeer aanbevolen.
Inlichtingen zijn inmiddels te verkrijgeu ter Secretarie dezer
gemeente.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
den 16 Julij 1877. STAKMAN BOSSE.
HELDER en NIEÜWEDIEP, 17 Julij.
In het kerkgebouw der Hersteld Evang. Luthersche
gemeente alhier leest men deze inscriptie:
«Op den 13 Julij 1827 is de eerste steen van dezen
Tempel gelegd door den wel-eerw. lieer J. H. Sonstral,
namens de kerkelijke commissie, beeto«n«i~
II. Kloppenburg, J. A. \V. Welcker, E. Cliristofiels, J. A.
Welcker, II. Klein en F. W. Timmner.»
Jl. Vrijdag was het de 50ste verjaardag van deze voor
de gemeente belangrijke gebeurtenis, en 't is dus geen
wonder, dat de voormiddag-godsdienstoefening in dit kerk
gebouw op jl. Zondag aan de herdenking van die gebeur
tenis, en 't geen daarmede in verband staat, gewijd was.
Voor eene zeer talrijke schare trad de heer D. Snijder op.
Naar aanleiding van Openb. III 3aZoo gedeul: nu hoe
gij het ontvangen en gehoord hebten bewaar het9» schetste
de leeraar het ontstaan der gemeente nu een halve eeuw
Brieven uit Kennemerland.
{Slot.)
Ia de volgende raadsvergadering deelde de heer Coster mede,
dat hij van sommige der eigenaren nog eene vermindering der
koopsom, gezamenlijk ten bedrage van f 8000, verworven had
waarop de heer Stuart aanmerkte, dat de weinige dagen waclitens reeds
vruchten hadden gedragen, en dat liet zoo kort geleden als liet
laagst genoemde cijfer niet onherroepelijk het laagst gebleven was.
Het voor en tegen werd weder uitvoerig besproken, de doelmatigheid
van een vergroot Waagplein als veemarkt echter niet aangetoond.
Somwijlen werd het debat vrij scherp, tot meerder stichting van
het zeer talrijk publiek. Ten laatste volgde de stemming7 leden
verklaarden zicli voor en 7 tegen den aankoop (één lid was uit-
stedig). Groote agitatie!
In afwachting der terugkomst van het in Gelderland toevende
raadslid, belegde de heer Stuart eene volksbijeenkomst, waarin hij
zijn reeds in den raad besproken plan tot verlegging der veemarkt
naar de Paardenmarkt op zijne gewone welsprekende wijze ontwikkelde.
Al waren misschien 600 personen tegenwoordig, toch gelukte het
niet, een behoorlijk debat over dit en andere pleinen gaande te
maken; maar er werd niet nagelaten te constatecren, dat niemand
het gewaagd had, iets ten gunste van het bij den raad aanhangige
voorstel te zeggen. Weinige dagen later had eene tweede bijeenkomst
plaats, waarin de heer Jonges de verlegging der veemarkt naar de
Gedempte Nieuwesloot trachtte te bepleiten. Ook toen beteekende
het debat niet veel en bleven de voorstanders van het Waagplein,
hoezeer in het strijdperk gedaagd, het stilzwijgen bewaren. Zij
zaten nochtans niet stil; het ter sprake brengen van het verleggen
der markt, eerst in de zitting van den gemeenteraad, daarna bij
herhaling in meetings, vervulde hen met angst, dat het voorstel,
waardoor hun belang zoozeer gediend werd, wel kon afgestemd en
vervangen worden door een ander, dat hun belang nadeelig zoude
zijn. Nieuwe adressen dus, van veehandelaars, marktschippers enz.
De afwezige keerde ten laatste terug en de eind-stemming kon
bij voltallige vergadering gehouden worden. In spanning werd
verwacht hoe bij, van wien de beslissiug thans afhing, zijne stem
zou motiveeren. Hij verklaarde aanvankelijk tegen de te hooge
sotn te zijn geweest, maar in de bedongen vermindering vrijheid te
vinden om voor te stemmen. Na korte woordenwisseling nog,
geviel het besluit zooals te voorzien was, met ééne stem meer
derheid werd eene beslissing genomen in eene zaak, waarover de
burgerij het zoozeer oneens was, in eene zaak van een tonne gouds,
behalve hetgeen nog zou moeten volgen om van het te winnen
terrein behoorlijk partij te kunnen trekken. Daaraan werd door de
meerderheid niet eens gedacht, en de aanbieding van f 40000
geleden. Uit de daarvan bestaande aanteekeningen deelde
hij mede, hoe ten jare 1818 da hier aanwezige leden der
gemeente behoefte gevoelden aan liet vieren van liet H.
Avondmaal en zich daartoe, onder de leiding van een pre
dikant uit Alkmaar, in het toenmalig kerkgebouw der
Doopsgezinde gemeente vereenigden. Verder deelde hij
mede, hoe sedert 1821 pogingen werden aangewend tot
stichting eener kerkelijke gemeente ter dezer plaatse, welke
pogingen, na vele onderhandelingen en teleurstellingen, ein
delijk in 182(5 met goed gevolg werden bekroond. Ver
volgens herinnerde spreker aan de groote verdiensten van
den heer J. 11. Sonstral, die, aanvankelijk als proponent,
de godsdienstoefeningen in de Doopsgezinde kerk leidde,
en, nadat liet tegenwoordig kerkgebouw was gesticht, als
herder en leeraar krachtig heeft bijgedragen fot den bloei
der gemeente, gedurende een tijdsverloop van 45 jaren.
Den 9den Dec. 1827 was het kerkgebouw voltooid, en
werd het aan zijne bestemming gewijd door den heer D.
J. Uckerman, predikant te Amsterdam, met eene rede naar
aanleiding van 1 Kon. VIII vs. 29 «Dat uwe oogen
openstaan over dit huisdag en nacht.» Later werd in dit
bedehuis een orgel geplaatst, dat na verloop van tijd door
een beter instrument werd vervangen.
De gemeente doorleefde gedurende haar 50jarig bestaan
veel lief en leed; de belangrijkste bijzonderheden werden
door den leeraar herinnerd. Hij eindigde zijne rode met
opwekking tot belangstelling in en waardeering van de
openbare eeredienst en van het evangelie, binnen deze
tempelwanden verkondigd. Helder deed hij uitkomen de
opoffering en de volharding der wakkere mannen, die geene
moeite te groot achtten tot stichting van gemeente en bedehuis;
met warmte prees hij hun voorbeeld ter navolging aan.
Als blijk van den goeden geest, die alsnog in de gemeente
wpp«i bii nn een o-esc'h'y'v K-"*
stel zilveren voorwerpen voor de bediening van doop en
avondmaal, door den kerkeraad, ter gelegenheid van deze
feestviering, aangekocht uit vrijwillige bijdragen der
gemeenteleden.
't Gezang der gemeente werd opgeluisterd door het orgelspel
van den heer J. A. Gullen, organist te Amsterdam, die
's avonds voor een groot aantal belangstellenden een concert
gaf, waarbij hij zijne talenten deed uitkomen.
Op de reede alhier is aangekomen Zr. Ms. ramtoren-
schip Koning der Nederlanden, kommandant kapt. ter zee
Enslie, van Blackwall, waar het gedokt heeft.
legen 3 pCt. werd bij de heerscliende opgewondenheid geheel ver
geten, immers niet aangenomen, niet genoemd zelfs. Als men
groote dingen wil doen, komt het ook op een paar gulden per
honderd niet aan.
Op het einde der zitting verklaarde de heer Vonk, naar aanlei
ding van het genomen besluit, afstand te doen van zijn mandaat
als lid van den gemeenteraad, ten einde de stemgerechtigde leden
men wijte deze kerkeraads-uitdrukking aan zijne verontwaardi
ging in de gelegenheid te stellen om over de kwestie uitspraak
te doen.
Nu kwam de beurt van adresseeren weder aan de tegenstanders,
aan wie niets dan ceu beroep op Gedeputeerde Staten overbleef.
Velen beproefden dien kans in uitvoerige adressen, waarin gewezen
werd op den buitensporigen prijs der perceelen, welke zelfs bij
onteigening niet zou overtroffen worden, op het twijfelachtig nut
der marklvergrooting bij het bestaand verschil van gevoelen over
de mogelijkheid om vee- en kaasmarkten op hetzelfde plein te
houde.i. enz. enz. Maar ecnigen deden hunne bezwaren in korter
adressen kennen, bezwaren van wettelijken aard, welke, zijn zij
gegrond, tot vernietiging van het raadsbesluit zouden moeten leiden.
Zij beriepen zich op art. 46 der gemeentewet: „Zij [de leden]
onthouden zich van medestemmen over de zaken, die hen, hunne
echtgenooten, of hunne bloed- en aanverwanten, tot den derden
graad ingesloten, persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigden
zijn betrokken." Adressanten haalden verscheidene uitdrukkingen
van den heer Coster aan, waaruit zij meenden op te maken, dat
hij werkelijk als gelastigde der verkoopers was werkzaam geweest,
weshalve hij Jiiet aan de stemming had mogen deelnemen en zijn
voorstel dus verworpen zou zijn geworden. In hoever dit juist
gezien is, kan ik niet bcoordeelen; ik herhaal, ik ben geen wetge
leerde. Heeft dan, mag ik vragen, niemand der leden, waaronder
verscheidene juristen zijn, aan art. 46 gedacht, ook niet de voor
zitter, aan wien bij art. 66 de inachtneming der bepalingen van
art. 46 is opgedragen? Gedeputeerde Staten mogen uitmaken in
hoever het aangehaald artikel in deze toepasselijk was. Met de
adressen hebben zij natuurlijk ook een pak van de andere zijde
evenmin gemotiveerd als iets anders van dien kant ontvangen
en zij hebben de heele collectie aan onzen raad gezonden om
bericht, consideratie en advies.
Wat zou men doen, debatteeren en beslissen over de waarheid
of onwaarheid van al het in de adressen aangevoerde, over feiten
en hunne appreciatie, over de handelingen van zichzelven.... met
één stem meerderheid misschien? Welke langwijlige en netelige
beraadslaging! Eenige leden stelden, om hieraan te ontgaan, voor,
dat de raad, de moeilijkheid der voldoening van de opdracht der
Staten betoogende, zou voorstellen de afvaardiging eener commissie
Gisteren avond ten 10 ure is in de Noorderliaaks
verzeild bet Noorsche dricmastschip Oregon, kapt. Beutlich,
met rijs?1(*vai.a<-Bassein naar Breinen bestemd. Het schip
ge^.rendê den nacht nagenoeg droog op den Bol.
en fflc
zat ge^'.rende den nacht
Heden ffiorgen echter, omstreeks 3 ure, werd' het storm
achtig en begon het schip hevig te stootenmet levens
gevaar trachtten toen twee vischschuiten, die in de nabij
heid lagen, het schip te naderen en de equipage, 19 man
sterk, te redden. Gedeeltelijk gelukte diteen°ander deel
redde zich met eigen boot, waarbij één man verdronk.
Zoodra dit hier bekend werd gingen de sleepbooten er
heen om het schip zoo mogelijk af te brengen. Intusschen
had men een gedeelte der lading gelost en raakte het
schip bij den ingevallen vloed vlot. Thans zijn de sleep
booten bezig het schip, dat zwaar lek is, binnen te brengen.
Een gedeelte der equipage, dat met de vischschuiten is
aangebragt, is door de zorg van de heeren van Vliet Co.
van huisvesting en kleêren voorzien.
Bij beschikking van den 14 dezer zijn ingetrokken
de beschikkingen van 12 Julij 1876 en 8 Mei 11., waarbij
aan de firma Hooglant van Herwerden alhier vergunning
is verleend voor eene stoomsleepdienst op de Zuiderzee en
in de zeegaten van Noordholland en Friesland.
Men deelt aan het Dagblad van 's Gravenhage mede,
dat generaal-majoor Schönstedt, chef van den generalen
staf te 's Hage, pensioen heeft aangevraagd en vervangen
zal worden door kolonel Dittlinger, stelling-kommandant
alhier.
Staat van in- en uitgaande schepen gedurende het
eerste halfjaar 1877 te
Texel.
Ink. Uitg. Totaal.
"ie'iVfuarij. M lil
Maait 64 44 108
April. 63 93 156
Mei 63 73 136
Junij. 76 67 143
Totaal 331 311 642
Beroepen te Huisduinen de heer G. A. van der
Brugghen, pred. te Est.
Z. K. H. de Prins van Oranje is uit Darmstadt te
's Hage teruggekeerd.
IJ inuiden.
Ink.
Uitg. Totaal.
46
53 99
42
5] .93
80
110 190
97
116 213
97
108 205
436
517 953
om op de door de Staten te doene vragen te antwoorden. Tot
teleurstelling van liet publiek, dat eene warme discussie verwacht
had, werd dit voorstel eenparig aangenomen, en de commissie
samengesteld uit den voorzitter en drie leden, zijnde 2 voor- en
2 tegenstanders van den aaukoop der perceelen. De Staten hebben
onder cenig voorbehoud genoegen genomen roet dit aanbod, mnar
verschillende omstandigheden hebben alsnog de samenspreking van
Staten en commissie verhinderd.
Of de poging van den heer Vonk om een votum der kiezers
over de innrklkwestie uit te lokken zal slagen, mag betwijfeld
worden. Ik vermoed, dat do voorstanders van den koop zijn oorlel
niet aanvaardeu cn beweren zullen, dat een man als hij in den
raad niet mag gemist worden, en ik verwacht zijne herkiezing met
eene groote meerderheid. Van andere zijde worden pogingen aan
gewend om de aftredende voorstanders te doen vallen en te ver
vangen door mannen, die zich meer of minder tegen de zaak ge
ïnteresseerd hebben. Maar nevens dezen worden nog zoo vele
caudidatcn genoemd, dat de kansen voor die aftredenden nog zoo
kwalijk niet staan. Aan beide zijden zullen gewis vele kiezers zich
nog door andere invloeden en overwegingen laten leiden, dau zich
ten opzichte der marktkweslie doen gelden. Al trachten velen deze
kwestie te doen domineeren, niet ieder wil hun daarin te wille zijn.
De aftredende tegenstanders zijn de heeren Wellan, Conijn en
Vonk, de aftredende voorstanders de heeren Coster, Stoel en van
Leeuwen, welke laatste, wegens de uitbreiding van zijnen werkkring
als officier van justitie, niet weder in aanmerking wenscht te komen.
Gij zijt nu in staat om, wordt in de volgende week de uitslag der
verkiezingen medegedeeld, de gevolgtrekkingen te maken welke gij
zult goedvinden.
Vraagt gij nu mij, ongewichtig persoon, wat ik van het aange
nomen voorstel denk en wat ik hoop? Ik geloof, dat het Waagplein
voor de kaasmarkt, welke ten gevolge van de toenemende vet-
weidcrij en de vestiging eener dergelijke markt te Haarlem eer
vermindert dan vermeerdert, geene vergrooting behoeft; dat na de
slooping der gekochte panden het plein niet voldoen zal aan de
eischen, welke voor eene behoorlijke veemarkt moeten gesteld
worden; en dat de koopsom veel te hoog is. Ik hoop derhalve,
dat Gedeputeerde Staten termen mogen vinden om hunne goedkeu
ring aan het genomen besluit te onthouden, vooral omdat de zaak
behandeld is met voorbijgang der gebruikelijke vormen, zonder
voorbereiding en onderzoek, zonder liet gevoelen in te winnen van
eenige commissie of eenig collegie. Juist dit maakt m. i., dat men
zich te moeilijker kan nederleggen bij eene beslissing van de helft
-f- 1, eene verhouding welke bij eene zoo gewichtige zaak reeds
bedenkelijk is.
Later weder eens over iets anders; mijn brief is reeds al te lang.