HELDERSCIIE
EK KIEUWEOIEPER COURANT.
1877. N". 100.
Woensdag 22 Augustus.
Jaargang35.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
„Wij huldigen
bet goede."
Verschijnt Dingsdng, Donderdag en Zalurdag namiddag.
Abouuemeutsprijs per kwartaal 1.30.
w ww franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. I«3.
I regels 60 Cents,
Prij der Advertuntiën: Van 1—
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden nonr plaat ïrfrhnte berekend.
14! ken Donderdag vertrekt de inail naar
Oost-Indiê. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Vaststelling der 295stl'
Staats-Loterij.
Het Gemeentebestuur van den Helder brengt ter openbare kennis,
dat bij resolutie van Z. Exc. den Minister van Financiën van
21 Julij 11. No. 33, krachtens de daartoe door den Koning ver
leende mngtiging, is vastgesteld de 295ste Staats-Loterij, bestaande
uit 21000 loten, 10500 prijzen en 2 premiën.
Voorschreven resolutie en het daarbij behoorendc plan, in de
Staatscourant geplaatst, liggen ter lezing aan de Secretarie der
gemeente.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
Helder, STAK MAN BOSSE, Burgemeester,
den 17 Augustus 1877. L. VEltHEY, Secretaris.
VERGADERING van den RAAD der gemeente TEXEL,
op VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1877, 's morgens 10 ure.
Punten van behandeling:
Ingekomen stukken.
Vaststelling Gemeenterekening.
o Rekening Armbestuur.
Onderzoek Geloofsbrieven.
B i n n e n I a n d.
MELDER en NIEUWEDIEP, 21 Augustus.
De 8ste comp. van liet 3de reg. vesting-artillerie,
onder bevel van den kapt. S. J. A. de Quertenmont,
vertrok jl. Zaturdag naar hare garnizoensplaats Willemstad
en werd nog dienzelfden dag ter bijwoning der schiet
oefeningen alhier vervangen door de 13de comp. van dat
regiment uit Neuzen, onder bevel van den kapt. A.
Romswinckel.
14)
GORDON BALDWIN.
Novelle van RUDOLPH LINDAU.
(Vervolj.)
Duizcnde gedachten bestormden hemmaar niet in woeste ver
warring. De gebeurtenissen rezen in geregelde volgorde voor zijn
geest op, zoodat hij ze met de grootste kalmte en bedaardheid in
overweging kon nemen: Forbcs had zijne vrouw beleedigd; zij
had hem, en niemand anders, voor een «ellendeling" uitgemaakt.
Hij, Baldwiu, was volkomen in zijn recht geweest, toen hij aangaande
het voorgevallene een opheldering begeerde te ontvangen. Van
Johannn had hij die niet kunnen verkrijgen; hij moest er zich dus
tot Forbes om wenden. Deze bad geweigerd hem op zijne vraag
ten antwoord te staan. Hij had hem tot spreken willen dwingen;
hy was boos geworden; maar zelfs toen zijn toorn tot woede ge
stegen was, was geen oogenblik de gedachte bij hem opgekomen
om Forbes te dooden. Onwillekeurig had bij hem van zich al'ge-
stooten. Maar Forbes had nu opgehouden te leven; wie Icon
voor zijne, Baldwin's, onschuld getuigen? Wanneer hij zich openlijk
als dc eenige oorzaak vau dit onvrijwillig sterfgeval aanmeldde, dan
moest hij zich aan het oordeel van vreemde, achterdochtige rechters
onderwerpen, diezijno met de waarheid overeenstemmende voorstelling
van het gebeurde voor logen en bedrog Zouden houden en hem,
een onschuldige, als een gemeenen moordenaar behandelen en be
straffen zouden. Niets dwong hem, zich aan dit gevaar bloot te
stellen. Zijn geweten deed hem geen verwijtingen: bij hud niets
kwaads op 't oog gehad. Zou hij zich aangeven? Zou hij heen
gaan en openlijk uitroepen «Mijne hand heeft dien man omgebracht?"
Zou hij zijn naam aan boosaardige commentaren cu verdachtmakingen
prijsgeven? Neen! Dat wilde en dat zou hij niet. Hij wilde in
tegendeel alles doen wat binnen het bereik zijner krachten lag, om
zulk een onverdiende Tamp van zich af te wenden.
Hij dacht nu nog eens rijpelijk na over alle détails, die de daad
onmiddellijk voorafgegaan en gevolgd waren. Niemand had bespeurd
dat bij whs uitgegaan en weder thuisgekomen; hij was slechts een
korten tijd afwezig geweest. Het was ondenkbaar, dat liet ver
moeden van den moord op hem vallen zou. «Niemand weet wat
ik gedaan heb," zei hij bij zich zeiven, nadat hij een geruimen tijd
telkens en telkens weer over hetzelfde onderwerp had zitteii nadenken,
«en niemand zal het ooit te weten komen."
In hetzelfde oogenblik hoorde hij dat er driftig gescheld werd
aan de buitendeur, onmiddellijk gevolgd door een luid en heftig
gesprek in de voorkamer. Zijn luisterend oor vernam duidelijk, dat
de naam «Forbes" meermalen uitgesproken werd. Hij zette de
met een scherm bedekte lamp haastig op een laag tafeltje, zoodat
zijn gelaat in de schaduw lag, en daarop wachtte hij eenige seconden
met gespannen opmerkzaamheid. Een oogenblik later werd de deur
van zijn kamer met een ruk geopend, waarna Forbes' oude kamer
dienaar binnentrad. Baldwin's knecht, die hem op den voet volgde,
bleef nieuwsgierig op den drempel staan.
«Wel, wat is er?" vroeg Baldwin bedaard.
«Men heeft mijn meester dood thuis gebracht. Hij is vermoord
geworden!"
Baldwin sprong met voortreffelijk gehuichelde outsteltenis van
zijn stoel op, om den Jobsbode te volgen. Hij richtte verscheidene
vragen tot hem, gelijk hij gedaan zou hebben wanneer hem van
De fluitist van Z. M. den Koning, de lieer Jac. de
Jong, liet zich jl. Zaturdag avond herhaaldelijk hooren
op 't Israëlitisch feest in Musis Sacruin. Welluidend
waren de toonen, die hij aan zijn instrument wist te ont
lokken en de daverende bijvalsbetuigingen waren zeker
ondubbelzinnige bewijzen van bewondering voor bet onbe
twistbaar talent van dezen artist. De feestelijke bijeen
komst der Perouges-Yereeniging, waarbij tal van voor
dragten elkander afwisselden, schonk den talrijken aan
wezigen blijkbaar veel genoegen.
Naar wij vernemen zijn vanwege de Commissie voor
Volks voordragten alhier dezer dagen uitnoodigingen ver
zonden aan de plaatselijke vereenigingen voor zang en
uiterlijke welsprekendheid en aan sprekers, ten einde voor
den volgenden winter weder Volksbijeenkomsten te kunnen
organiseeren. De Commissie vleit zich, ook nu de noodige
medewerking wel te zullen verwerven.
Gaarne vestigen wij de aandacht van belanghebbenden
op de annonce hierachter, waarin wordt aangekondigd eene
zitting der Floralia-Commissie, op a. s. Donderdag avond
te houden. Welligt dat velen nog van deze gelegenheid
zullen gebruik maken om van hunne deelneming te doen
blijken.
Nog onder den indruk van den ijsselijken dubbelen
zelfmoord, kwam eergisteren weder het akelige berigt tot
ons, dat een bejaard man, zekere V. in de Nieuwstraat
alhier, een einde aan zijn leven bad gemaakt.
Volgens het "voorschrift tot het houden van groote
manoeuvres,» dezer dagen uitgegeven op last van het ministerie
van Oorlog, wordt in de voeding der troepen gedurende
den tijd, dat zij buiten hun garnizoen zijn, voorziena. door
de ingezetenen bij wie zij zijn ingekwartierd; b. op bivak,
bij geconcentreerde zonder voeding, bij noodkwartieren in
schuren, gebouwen of onder tenten, door het verstrekken
van veldrantsoenen. Daar het voor den goeden gang der
het geheele voorval niets bekend ware geweest, c.i k.vam, na luils
over kop eenige straten te zijn doorgerend, ademloos voor het
Hötel-Forbes aan. De deur van het huis stond wijd open, maar
twee polilie-agenten hielden er de wacht bij. De beide aangekomenen
legitimeerden zich en kwamen, zonder verder tegengehouden te
worden, in de slaapkamer van den overledene. Daar, op het bed,
lag het half ontkleede lijk. Dicht er bij stonden drie personen,
die Baldwin uit een paar woorden als ceu dokter, een commissaris
van politie en diens assistent leerde kennen. l)e ambtenaar, op
wiens verzoek Baldwin als een vriend van den overledene herwaarts
ontboden was, verhaalde dezen wat hein tot dusver aangaande liet
ongeval bekend geworden was. Twee lieeren waren ongeveer drie
kwartier geleden, vergezeld van een sergeant de ville, bij hem ge
komen, oin tc berichten, dat zij op de kade, tusschcn de Pont de
1'Alma en dc Pont des Invalides, een lijk gevonden hadden. De
identiteit er van was dadelijk geconstateerd geworden, daar de
ongelukkige een portefeuille bij zich bad, die. behalve een niet
onaanzienlijke som gekls, zijn naam en zijn adres bevatte. De
commissaris van politie wenschte nu te weten, of de heer Baldwin,
die door den knecht als een intieme» vriend van den overledene
was aangewezen, wellicht de een of andere inlichting betreffende
het treurige voorval zou kunnen geven.
Neen, Baldwin wist er niets van.
«Wanneer hebt gij den heer Forbes voor de luafsle maal gezien?"
vroeg de commissaris.
«Een paar uur geleden," antwoordde Baldwin. «Toen ik omstreeks
negen uur naar huis ging, ontmoette ik hem in de nabijheid mijner
woning, waar hij mij had willen bezoeken."
«Wat zeide hij u toen?"
«Hij sprak mij niet aan. Hij herkende mij in de duisternis niet
en liep mij haastig voorbij. Ik had hem in den loop van den dag
nog gesproken; nu had ik hem niets bijzonders te zeggen en ik
hield hem niet staande."
«Heeft hij aan uw knecht ceu boodschap voor u achtergelaten?"
«Neen, want dan zon men mij dat in elk geval toch wel ge
zegd hebben.
«Met wien heeft hij bij u aan huis gesproken?"
«Met mijne vrouw."
«Wat heeft hij haar gezegd?"
«Dat weet ik niet. Mijne vrouw was niet heel wel toen ik
thuiskwam, en daardoor vergat ik, naar Forbes te vragen. Hij was
een dagelijksche gast ten onzent. Zijn bezoek was niets buitengewoons."
Het onderhoud begon den vorm van een verhoor aan tc nemen.
Baldwin bemerkte dat zeer goed en was op zijne hoede. Hij nam
zich voor, elke vraag overeenkomstig de waarheid te beantwoorden
en slechts datgene te verzwijgen, wat buiten hem niemand wist en
niemand weten zou. Hij weersprak zich bij geen zijner verklaringen;
de commissaris was er ver van af, hem te verdeuken, en deze
besloot eindelijk het gesprek met de mededeeling dat de heer en
mevrouw Baldwin, benevens de knecht, die Forbes uitgelaten bad,
waarschijnlijk in den loop van den volgenden dag voor den rechter
van instructie zouden moeten verschijnen. Baldwiu antwoordde hierop
slechts met een lichte buiging en wendde zich toen tot den dokter,
om zich door dezen te laten uitleggen, welke handeling den dood
des heeren Forbes ten gevolge had gehad. Hij hoorde de geleerde
vertoogen van den esculaap met de grootste bedaardheid aan; ja,
het kostte hem geen moeite, het lijk met aandacht in
manoeuvres van veel belang is, dat de troepen niet te veel
in verschillende gemeenten verspreid worden, moet bij de
aanvrage om huisvesting bij de ingezetenen worden getracht
te verkrijgen, dat er in de aan te wijzen gemeenten voor
één of twee nachten meer troepen en paarden worden ge
huisvest en gestald dan waartoe in die gemeenten, volgens
de bestaande inkwartieringstafelen, gelegenheid is. Is dit
verkregen, dan mag van militaire zijde niet streng worden
gevorderd, dat al hetgeen bij de inkwartiering moet worden-
verstrekt, verschaft worde. Op den maaltijd en het ration
brood mag echter geen vermindering worden toegelaten.
Door den minister van Oorlog zullen, naar de Tijd
meldt, als proef aan ieder bataillon, dat de manoeuvres
aan de Grebbe moet medemaken, 25 veldflesschen uit de
hardglasfabriek van den lieer Jeekel worden verstrekt. Zoo
die proef voldoet, zal de door den heer Jeekel ontworpen
flesch algemeen bij het leger worden ingevoerd.
Te Texel neemt de sterfte onder de varkens toe,
vooral in den polder Eijerland komen dagelijks vele gevallen
voor. Ook onder de aardappelen heerscht de ziekte sterk.
Jl. Donderdag is te Amsterdam de algemeene ver
gadering van het Nederlandsch Bijbelgenootschap gehouden.
Het Genootschap telt 3899 leden en 2776 begunstigers.
Afgeleverd werden 11,065 Bijbels, 1591 Oude Testamenten,
20,613 Nieuwe Testamenten, 202 afzonderlijke Bijbelboeken,
33,471 exemplaren in het geheel. Er worden maatregelen
genomen om de militairen, die naar Oost-Indië worden
overgebragt, gratis van Bijbels en Nieuwe Testamenten te
voorzien, aanvankelijk met gunstige uitkomst. Aan con
tributie werd ontvangen f 33,175.45*aan legaten f4499.25,
aan giften 249.83, aan renten f 4564.30|, aan verkoop
van Bijbels, enz. f 8479.40*. De rekening sloot met een
nadeelig saldo van f 3860.t»8|. Over de beste middelen
om den Bijbel onder de lagere volksklasse te verspreiden
werd uitvoerig beraadslaagd.
ie nemen. Zijn geheele innerlijk bestaan, zijn gansehe ziel was
vervuld met die ééne gedachte: door daad, woord noch blik iets te
doen, wat hem zou kunnen verraden. Al liet andere was voor het
oogenblik bijzaak. Als hij alleen was, dan zou hij weder over het
gebeurde nadenken. Thans had hij er geen tijd toe; hy moest
voor alle dingen zorgen om weder, zonder argwaan te hebben ge
geven, uit de tegenwoordigheid van den koelbloedige», opmerkzame»
polilie-beambte te zijn. Hij gevoelde onduidelijk, dat de omvang en
de betcekenis van zijn daad hem voor het oogenblik nog ontging,
dat hem nog de een of andere ramp als het natuurlijk gevolg van
die daad te wachten stond, dat het vergoten bloed verzoening
zoekt, —r Al deze en dergelijke gedachten waren nog onduidelijk,
vormloos, in zekeren zin niets meer dan ruwe omtrekken. Zij be
stormden hem; doch hij dreef ze terug. Voor het oogenblik kwam
het er slechts op aan, zijn terugtocht zoo veilig mogelijk te maken.
Terwijl hij er over nadacht, hoe hij dit doel het best zou kunnen
bereiken, hoorde hij den commissaris tot zijn assistent zeggen, dat
twee polilie-agenten in het huis moesten blijven, tot dat men de
noodige verzegelingen verricht zou hebben. Daarop wendde de
ambtenaar zich weder tot Baldwiu, om dezen te vragen, of hij wist
waar de overledene zijne contanten placht tc bewaren. Baldwin
wees daarop een secretaire aan, waarin Forbes in vroeger tijd geld
en papieren van bijzondere waarde achter slot hield. De commissaris
opende deze kast met een sleutel, dien hij onder verscheidene andere
kleine voorwerpen in de zakken van den overledene gevonden had,
en ontdekte in een lade een niet onbelangrijke som gelds in bank
biljetten en goud. Terwijl hij bezig was, dit in tegenwoordigheid
der aauwezige getuigen te tellen, bemerkte Baldwin een met vijf
lakken verzegeld couvert, dat met het adres naar beneden in het
geldkistje lag. Hij nam den brief eu las het volgende opschrift:
«Aan den heer Gordon Baldwin, uit Hakodate, tijdelijk
te 1'arys. Na mijnen dood te openen."
«Dit zullen testamentaire beschikkingen zijn," zeide hij, zich tot
den commissaris wendend «gelooft gij niet dat het raadzaam is,
terstond den inhoud van dit pakket te onderzoekeu
De ambtenaar gaf dadelijk zijne toestemming, doch voegde er
bij dat de brief later aan den rechter van instructie zou moeten
vertoond worden. Baldwin had daar niets tegen in te brengen,
en terwijl de aanwezigen nieuwsgierig om hem heen stonden, brak
hij het couvert open eu las hij den volgenden brief:
«Parijs, 26 Februari.
«Waarde Baldwiu,
«Ik heb mij voorgeuomen, een einde aan mijn leven te maken,
en als deze brief u in handen komt, zal ik dat voornemen ten uit
voer gebracht hebben."
Baldwin liet een kreet van verbazing hooren en las den commissaris
deze eerste regelen overluid voor.
«Dat is zonderling" meende de ambtenaar.
«Volgens de verklaringen van den dokter hield ik het voor
onmogelijk dat uw vriend door zelfmoord om-'t leven zou zijn gekomen 1
Baldwin las verder:
«Ik deel u dit mede, om aan alle verkeerde veronderstellingen
en uasporingen over de oorzaak van mijn dood een eiude te maken
en om u te verzoeken, alle onnoodige ruchtbaarheid dienaangaande
zooveel mogelijk tegen te gaan. Ik heb het steeds vermeden, opzien
te verwekkenen mijn laatste weusch is dat het mij vergund moge
zijn, rustig en stil, zoo ongemerkt mogelijk, uit het leven te ont-