HELDERSCHE
EN NIEl WEDIEPER COURANT.
1877. N". 101.
Jaargang35.
Vrijdag 24 Augustus.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
Binnenland.
'i.r.ï,
„Wij huldigen
li e t goed c."
Venchijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
A bonnemcutnjirijper kwartaal1.30.
i 00 franec per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prij der Ad ver tent ion: Van 14 regela 60 Cents,
clko regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Hlken Donderdag: vertrekt de inall naar
Oost-Iadtê. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Batavia en Padangte ver
zenden per stoomschip Torrington, geschiedt den 25 dezer, voor
drukwerken des avonds 6 uur, voor brieven des avonds
10 u. 30 m.
HELDER en NIEUWEDIEP, 23 Augustus.
Achter in de haven alhier werden jl. Dingsdag proeven
genomen in het schieten met het getrokken Krupp-kanon
van 17 cM. op een pantserschijf. De schijf was zamen-
gesteld uit 6 pantserplaten, gesteund door horizontale en
verticale balken, ter dikte van 60 cM., die met de platen
het boord van een schip voorstelden. Het geheel was
gesteund door zware balken en de schijf geplaatst op een
vaartuig. De pantserplaten, drie soorten, Fransch-, Duitsch-
en Engelsch fabrikaat, hadden eene dikte van 23 tot 25 cM.
en waren met zware bouten aan de talken bevestigd.
Op een afstand van 100 M. werd door het instructie
vaartuig het Loo op genoemden schijf gevuurd met eene
lading van 15 KG. kruid. De glasharde granaten, wegende
circa 60 KG., met eene snelheid van bijna 500 M. in de
seconde den schijf treffende, doorboorden de 25 cM. dikke
smeedijzeren platen en bleven in het hout zitten, of
baanden zich een uitweg aan den achterkant: terwijl de
23 cM. dikke stalen platen, hoewel de granaten niet
doorlatende, in verschillende rigtingen zware scheuren
vertoonden.
Wij vernemen, dat het Nederl. escader niet te IJmuiden
maar alhier zal binnenloopen. Het wordt omstreeks half
September verwacht.
Volgens een bij het departement van Marine ont
vangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip Batavia,
onder bevel van den luit. ter zee 1ste kl. W. van Oorschot,
den 20 dezer van Bombay naar Batavia vertrokken.
15)
GORDON BALDWIN.
Novelle van RUDOLPH LINDAU.
Pertolj
IX.
De laatste wenscli, dien Forbcs in zijn brief aan Baldwin uit
gesproken bad, was vervuld geworden. Men had zijn lijk in alle
stilte ter aarde besteld. De Parijsche bladen hadden van het geheele
voorval slechts op zeer bescheiden wijze melding gemaakt. De
nasporingen der politie over de oorzaken van den dood waren
vruchteloos gebleven. De verklaringen der geneesheeren consta
teerden, dat de meening, als zou Forbes zich het leven hebben
benomen, in het geheel niet in aanmerking kon genomen worden,
Aan den anderen kant viel het inoeielijk, aan een misdaad te ge-
looven, daar men in de kleederen van den overledene een niet
onaanzienlijke som gelds gevonden had, terwijl niemand ook maar
het vermoeden durfde opperen, dat Forbes onder zijne bekenden
een verbitterden vijand had gehad.
Baldwins knecht had verklaard, dat Forbes op dien noodlottigen
avond bij mevrouw Baldwin omstreeks negen uur een korte visite
gemaakt had; de man had niets bijzonders in zijn voorkomen op
gemerkt. Mevrouw Baldwin getuigde, dat de heer Forbes, toen
zij hem had medegedeeld dat Baldwin niet te huis was, zich spoedig
weder verwijderd had. Ook haar was in zijn voorkomen niets
opgevallen, waaruit zij besluiten kon dat hem toenmaals een gevaar
bedreigde. Uit de verklaringen der beide heeren die het lijk
gevonden hadden, kon men opmaken dat Forbes tusschen tien uur
en kwart over tienen gestorven was. Waar hij het laatste uur van
zijn leven doorgebracht had, bleef een geheim. Een sergeant de
ville eindelijk getuigde, dat, toen hij omstreeks tien uur de Pont
de 1'Alma passeerde, een open rijtuig in snellen galop over de kade
hem voorbij gereden was. Of dit een eigen rijtuig of een huur
koets geweest was, kon niet uitgemaakt worden. De doktoren,
de commissaris van politie en de rechter van instructie kwamen
daarop eenparig tot de overtuiging, dat Forbes zich in dit rijtuig
bevonden had, dat hij er uitgesprongen was uit vrees dat de paarden
op hol gingen, cn dat hij bij die gelegenheid den dood gevonden
had. Deze verklaring bevredigde iedereende nasporingen bleven
steken, en het gebeurde was kort daarna reeds zoo goed als vergeten.
Tusschen Baldwin en zijne vrouw echter verrees het geval als een
noodlottige schaduw.
Baldwin voelde, zoodra hij met Johanna alleen was, dat haar
blik, evenzeer uit vrees als uit wantrouwen, gelijk die eener mis
handelde, hem van stap tot stap naging. Zelfs de laatste zweem van
vertrouwelijkheid, die vroeger nog tusschen hem en haar bestaan
had, was nu verdwenen. Zij gingen zwijgend, gedrukt naast elkaêr,
ieder met een geheim en een argwaan iu het hart. Hij had het
nog niet gewaagd, haar te vragen wat er bij haar laatste samenkomst
met Forbes voorgevallen was. De woorden bleven hem in de keel
steken zoodra hij den naam van den man, die door zijn hand
Bij Kerkvoogden der Hervormde gemeente alhier is
slechts één plan voor 't bouwen eener nieuwe kerk inge
komen. Dit plan is ter beoordceling in handen gesteld van
twee bouwkundigen, de heeren Scholten te Rotterdam en
van Niftrik te Amsterdam; het wordt binnen enkele dagen
terugverwacht en, is het advies der HH. beooi'deelaren
gunstig, dan zal ten spoedigste de aanbesteding van het
nieuwe kerkgebouw plaats hebben.
Gisteren arriveerde van de tweede zoutreis te Pernis,
de schoonersloep Pollui, schipper A. Verschoor, van de
Visscherij-Maatschappij «Neptunus» alhier, aanbrengende
de kapitale vangst van 154 tonnen zoutevisch en 41 ton
nen leng.
Spaarbank voor den Helder, 2de kwartaal 1877:
Saldo op 1 April 1877 f 59323.30
Ingebragt, en renten gedurende het 2de kw. 1877 6035.70
f 65359.
Uitbetaald gedurende het 2de kwartaal 1877 o 6707.69
Saldo op 1 Julij 1877. f 58651.31
Aantal deelhebbers op 1 April 1877 535
1 Julij 525
Wij maken onze lezers attent op de maansverduiste
ring, die heden avond zigtbaar zal zijn. Het begin van de
totale eclips heeft ten 10 u. 42 m., het einde ten 12 u.
27 m. plaats.
Z. M. de Koning zal zich eerstdaags wederom
buiten'slands begeven. Prins Alexander is gisteren naar
Stuttgart gereisd, waar hij geruimen tijd de gast zal zijn
van den Koning van Wurtemberg.
Beroepen bij de Chr. Geref. gemeente te Oenkerk
ds. M. H. K. Mol, pred. te Dirksliorn.
De heer M. Grootes, hoofdonderwijzer te Nieuwe
Niedorp, heeft dezer dagen zijne 25jarige onderwijzers
loopbaan, tegelijk met zijn 25jarig huwelijksfeest, herdacht
en bij die gelegenheid vele kostbare bewijzen van belang
stelling ontvangen.
om liet leven gekomen was, in hare tegenwoordigheid uitspreken
wilde. Zijne oude ongedwongenheid was verdwenen, en hij gevoelde
dat hij die nooit weder zou kunnen herwinnen; dat hij voortaan,
onder een drukkende last gebogen, den weg door een onrustig
leveu tot aan het graf zou moeten bewandelen. Een gevoel, dat
hij tot hiertoe nooit gekend had, een gevoel van vrees, bekroop
hem. Als zijn geheim toch nog eens uitkwam? Als de zon de
duistere daad aan het licht bracht Hij huiverde bij die gedachte.
Hij wilde uit Parijs weg; hij wilde bezigheid zoeken; zwaar werk
zou hem verstrooien, vermoeien, zou hem deu slaap geven, die
hem sedert dien rampzaligen dag ontvloden was. Hij verlangde
naar Yesso terug, naar de eenvoudige eilanders, die hem vertrouwden,
die van hetgeen er te Parijs voorgevallen was niets wisten en nooit
iets vernemen zouden. Hij wilde ontkomen aan de uitvorschende,
vijandige blikken zijner vrouw, die hem vervolgden eu pijnigden.
Hij had nooit in zijn leven de oogen voor iemand neergeslagen,
en nu durfde hij ze in tegenwoordigheid van zijne eigene vrouw
niet meer op te heffen. Het was onverdragelijk.
Baldwin had terstond na den dood van Forbes aan Thomas ge
schreven, om hem het plotselinge overlijden van zijn broeder te
melden en hem uit te noodigen, tot aanvaarding van het aanzienlijke
vermogen en de uitgestrekte goederen, die deze hem nagelaten had.
Nu kwam hij op het denkbeeld, om naar Hakodate te gaan, ge
durende den tijd dat Graham van daar afwezig was, ten einde de
leiding van de gemeenschappelijke zaak over te nemen. Hij vreesde
evenzeer voor Thomas als voor Johanna. Hij stelde zich bij voorbaat
het wederzien van zijn ouden vriend voor. Hoe zou hij hem kunnen
aanzien, als hij hem de fabel van den dood zijns broeders vertelde?
Hij zag in gedachten Grahams oogcu, die vertrouwend en liefdevol
de zijnen zochten. En hij zou voor deze eerlijke oogen liegen en
huichelen? Het angstzweet parelde hem op het voorhoofd als hij
daaraan dacht. NeenLiever nog wilde hij Johanna's argwaan
dan Thomas' vertrouwen verdragen. Hij nam het besluit, terstond
naar Hakodate op reis te gaan. In dit geval was hij bijna zeker,
zijn vriend te vermijden, daar deze, na de ontvangst der tijding
van den dood zijns broeders, waarschijnlijk aanstonds uaar Europa
zou zijn afgereisd.
Hij wachtte, nadat hij dit alles bij zich zeiven overlegd had, tot
het donker geworden was. Ilij schaamde zich voor zich zei ven,
dergelijke voorzorgsmaatregelen te nemen; niaar al wat er geschied
was dwong hem er toe. Toen de lamp op tafel stond, zocht hij
een zitplaats uit, waarop hij het licht den rug toekeerde, en daarop
zeide hij tot Johanna, die bleek cn zwijgend, in het volle licht en
zonder de minste verlegenheid tegenovfcr hem zat:
„Thomas Landsdale zal na het ontvangen van mijn brief Hakodate
verlaten hebben. Een van ons beiden, hij of ik, dient daar echter
tegenwoordig te zijn, om voor onze gemeenschappelijke belangen te
wakeu. Ik zal derhalve binnen kort naar Japau terugkeeren. Wilt
gij mij daarheen vergezellen, of verkiest ge liever hier te blijven?"
Zij gaf er geen antwoord op, maar richtte zelve een vraag tot hem
«Gij wilt dus Parijs verlaten?"
Op Urk zijn jl. Zondag drie rijksveldwachters aan
gekomen, die daar eenigeu tijd zullen blijven om "de orde
te handhaven onder het werkvolk, dat gebezigd wordt ter
verbetering der haven.
De oproerige beweging onder de poldergasten aldaar had
haren oorsprong in een eiscli om hooger loon. Dit ging
gepaard met het onmatig gebruik van sterken drank, ver
volgens baldadigheden op den openbaren weg en jegens
de vrouwen en meisjes. (N. Rott. Crt.)
Gisteren middag ten li ure werd van de Marinewerf
te Amsterdam met goed gevolg te water gelaten Zr. Ms.
rammonitor de Draak.
- Het geregtshof te Amsterdam heeft, bij arrest van
jl. Dingsdag, Frans Leder, ontslagen konstabel bij de Kon.
Ned. Marine, vrijgesproken van den hem te laste gelegden
doodslag op den persoon van Wursch, in het Suez-kanaal,
aan boord van het stoomschip Prins van Oranje, maar
hem veroordeeld wegens moedwillige verwonding, waardoor
geen ziekte of beletsel om te werken van meer dan 20
dagen is ontstaan, tot eene celstraf gedurende 10 maanden
en het betalen eener geldboete. Inmiddels is door het hof
zijne onmiddellijke invrijheidstelling gelast op grond der wet.
De snijboonen leveren dit jaar een overvloedig gewas;
jl. Maandag waren te Gorinchem circa 4,200,000 stuks
aan de markt en werden verkocht voor f 2.50 a f 3.80
per mand van 3000 stuks.
Jl. Maandag had te Utrecht de 11de jaarlijksche
algemeene vergadering van den Nederlandschen Weerbaar-
heidsbond plaats. Uit het uitgebragte verslag blijkt, dat de
toestand vrij gunstig is. Eene commissie, benoemd om
middelen te beramen tot het brengen van verband tusschen
leger, schutterij en weerbaarheid, is in overleg met com
missie» uit de Vereeniging van Scherpschutters-officieren
en uit de Vereeniging van Schutterij-officieren gekomen
tot het indienen van een adres aan den Koning, waarin
yoor de regeling der levende strijdkrachten eenige punten
in overweging worden gegeven. Herkozen werden de
aftredende bestuursleden, de heeren W. H. Doorman,
jhr. W. G. de Jonge van Zwijnsbergen en mr. C. R.
Merkus, terwijl op daartoe herhaaldelijk gebezigden aan-
„Ik moet."
„Ik dacht het wel."
Hij deed zij» best, deu verbaasde tc spelen, en vroeg: «Hoe
korut gij op die gedachte?"
Zij haalde verachtelijk de schouders op.
„Hoe komt gij aan die gedachte?" herhaalde hij. Hij spande
al zijne krachten in en had den moed, haar een oogenblik aan
le zien.
„Vraag mij dat niet. Gij weet het wel!"
Hare stem had een eigenaardigen, dreigenden klank. Hij gevoelde
zich onbeschrijfelijk vernederd, maar hij waagde het niet, eene
opheldering van haar te verlangen. Hij vroeg nog eens: '„Wilt
ge met mij naar Japan gaan?"
„Neen!" antwoordde zij; en na een korte stilte voegde zij er
onverschillig bij„Ik verwacht binnen eenige dagen een brief van
mijne tante Alicc. Ik heb besloten, voortaan met haar samen
te wonen."
Zoover was het dus reeds gekomenZij wist dut hij geen macht
meer over haar haddat hij het niet wagen zou, zijne rechten op
haar te laten gelden. „Ik begrijp u niet," zeide hij langzaam;
„maar ik zal 11 niet beletten, datgene te docu wat u het best bevalt.
Ik heb, sedert ik u ken, nooit iets anders als uw geluk gewild."
„Hij sprak die laatste woordeu met onbeschrijfelijke droefheid
uit, cn hij voelde dat de tranen hem in de oogen sehoteu. Waar
mede had hij de vreeselijkste ellende, waaronder hij leed, verdiend?
Als iemand er schuld aan had, dan was het Johanna, wier liefde
loosheid zijn wantrouwen had opgewekt cn wier halfbewustelooze
uitroep over Forbes zijn toorn gaande had gemaakt. De gedachte
aan een belcediging, die zijne vrouw aangedaan was, had zich
van hem meester gemaakt, toen hij de hand aan Forbes geslagen
had. Zij vóór alle andere stervelingen had hem moeten vergeven,
hem moeten troosten; maar juist zij was het, die hem het meest
pijnigde. Hij bedekte het gelaat met beide handen en weende.
Hij was sedert Forbes' dood een ander menscb. Zijn oude geest
kracht had hem verlaten. Hij was zwak en prikkelbaar geworden.
Johanna zag zijne tranen eu zijn lijden, maar ze werd er niet door
getroffen. Zij zat koud en gevoelloos, als versteend, tegenover hem,
terwijl hare wantrouwende oogen onafgewend op hem gevestigd
waren. Eindelijk stond hij op en zeide nauw hoorbaar:
„Gij zijt zeer hardvochtig en onrechtvaardig, maar ik wil er niet
over klagen. Misschien komt eens de dag, dat ge er berouw over
gevoelt, mijne liefde miskend en mij van u gestooten te hebben.
Roep mij dan en ik zal tot u komen. Nu zal ik heengaan."
Hij verliet langzaam het vertrek. Zij zag hem na, zonder een
woord te spreken; docli hare lippen bewogen zich en noemden hem
onhoorbaar„Moordenaar
Baldwin was er zeker van, dat hij zich tegenover zijne vrouw
niet verraden had. Zij kon niets van het bloedige feit weten;
maar zij vermoedde het. Hij begreep, dat zijne rust weg was,
zelfs wanneer Johanna geen argwaan jegens hem had gekoesterd.
Haar onverdiend vertrouwen zou hem piet minder onverdragelijk