HELDERSCHE 1MIEUWEDIEPER ('91 RAVT. 1877. N°. 107. Vrijdag 7 September. Jaargang35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. BEKENDMAKING. xsét- „Wij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. v pp franeo per poit - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prij der Ad ver ten tien: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Onze abonné's in de gemeente ontvangen bij dit nummer afzonderlijk„Vervolg der bewegingen van Zr. Ms. schepen op de Rust van Atsjin." Abonné's buiten de gemeente zullen wij het, op aanvrage, gratis toezenden. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter openbare kennis, dat de begrooting der Inkomsten en Uitgaven der gemeente voor de dienst van 1878, gisteren aan den Raad is aan geboden en van heden af op de Secretarie der gemeente, op de gewone kantooruren, voor een ieder ter lezing nedergelegd en hetzij in druk, hetzij in afschrift, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar is gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ïl e 1 d e rSTAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 5 September 1877. L. VERHEY, Secretaris. Zitting van Dingsdag den 4 September 1877. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 16 leden; afwezig, met kennisgeving van verhin dering, de heer van Spall. De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. Aan de orde is de beëedigiug der nieuwgekozen leden. De heeren Maal9teed, Rugehholtz, .lelgersnia, Giltjes, van Kelckhoven, Hattinga Raven, Duinker en Tinkelenbcrg lcggeu achtereenvolgens in handen van den Voorzitter de bij de wet voorgeschreven amblseeden af en nemen zitting. De Voorzitter wenscht de herkozen en gekozen leden geluk en wijst bij deze gelegenheid op 't gewigt der taak voor de leden van den Raad, met het oog op de tijdsomstandig heden. Hij herinnert aan de vermindering der welvaart iu deze gemeente, tengevolge van 't openstellen eener nieuwe voorhaven van Amsterdam en op den fmanciëlen toestand, een gevolg van de gedeeltelijke opheffing der plaatselijke verbruiksbelastingen. Hij drukt den wenseh uit, dat de leden allen eenparig zullen mede werken om te trachten naar bestendiging van de plaatselijke accijnsen, LUCRETIA. Naar het Italiaansch van CLAUDE VIGNON. Lucretia was iu de eenzaamheid en in afzondering groot geworden. Hare fantasie was met de grootste liguren der antieke wereld be volkt: zij had zoo veel gehoord en gelezen van die oude Romeinen, die hunne sporen overal iu Italic's bodem hadden achtergelaten, en van de gevreesde partijhoofden der middeneeuwen, dat zij slechts in hen leefde en groeide. Verlangend zocht zij in de Italir.ausche kronieken naar verhalen van de voormalige veeteu en burgeroorlogen en stelde zich met hart en ziel aan do zijde van de eeue of andere partij. Zij hield er van. tusschen de bergen van Pistoja rond te zwerven, die vol van herinneringen aan die roemrijke worstelingen zijn, en in hare landhuizen de verroeste wapens der oude Forteguerri's te beschouwen. Op straat en in de musea's bleef zij vol bewondering voor de monumenten van de vroegere grootheid haars vaderlands staan. De menschcn om haar heen waren haar onverschillig. Deze ont aarde Italianen waren in haar oog slechts schimmen en spooksels, die nu het larnl der reuzen bevolkten. Doch zij had destijds nog evenmin eene eigene meening over de regeeringeh van haar land en haar tijd, als dat zij haat koesterde tegen de heerschende machten. Zij beminde alleen liet groole en verachtte het middelmatige, het kleine en het zwakke. Haar begeerten, hare gloeiende wenschen waren op iets onbestemds gericht.. Alleen wanneer zij zich 's avonds na afloop van haar uitstapjes eu studiën in den talentvolle» kring van den canonicus bevond, waarin nu en dan ook wel eens een Fransche uniform verscheenwanneer te midden van al het gefluister en gemompel de overwinnings-bulletins der „grande armee" als een echo uit laugvervlogen dagen haar in de ooren klonken, dan droomde zij somwijlen ook van 111 oderne helden, eu bij wijze van troost herinnerde zij zich dat Napoleon toch eigenlijk een Italiaan was. Van alles wat groot heet op het gebied des geestes bleef slechts ééne zaak voor haar verborgen: de Christelijke grootheid, de groot heid van ootmoed en verloochening. Zag zij de kinderschaar van Pistoja de processies volgen en voor de Madonna-beelden de wierookvaten zwaaien, dan had zij daarvoor slechts ecu medelijdend lachje over. Dat zijn nu de krijgshelden van liet hedendaagsche Italië! dacht het jonge meisje. Zij kleeden zich in blauwe, roode, witte en zwarte gewaden, sluieren hun gelaat en dragen kaarsen in de handen, maar hoevelen onder hen zouden den vijand met open vizier en het zwaard in de vuist tegemoet gaan? Wat- beteekent deze Christelijke vroomheid, die als belooning een Paradijs verwacht, vergeleken bij de antieke deugd van het republikeinsclie Rome! Lucretia kon zich een begrip vormen van heroïsche offers, on buigzame deugd, wraak zonder naberouw en boete zonder einde; haar hart kende geen bijoogmerken en haar als uit één stuk gevormde geest plaatste zich nooit aan de zijde van het zwakke, van het in consequente, of van die onedele drijfveeren, welke als zoovele sporen der erfzonde aan de menschelijkc ziel kleven. Zij geleek eene reine, verhevene muze; eene antieke Polyhvmnia; en zelfs hare schoonheid droeg de uitdrukking van haar karakter. Zij bezat de regelmatige trekken en het welgevormde hoofd der Etruscische figuren. In andere landen zou men van zulk een vrouw ontstellen. Vrouwelijke die bij uitzondering voor een beperkt tijdvak alsnog zijn toegestaan. Met nadruk beveelt hij de belangen der gemeente bij de leden aan. De Voorzitter brengt ter tafel het door het Dag. Best. opge maakte suppletoir kohier van den lloofdelijkcn Omslag, dienst 1877, ten bedrage van f 385.23'. Dit kohier heeft, gedurende den bij de wet vastgestelde» tijd, ter Secretarie ter visie gelegen eu geene I bezwaren uitgelokt. Zonder hoofdelijke omvraag wordt- het kohier I met eenparige stemmen vastgesteld. I Namens B. en W. wordt vervolgens door den Voorzitter den Raad aangeboden de staat van begrooting der ontvangsten en uit- i gaven van de gemeente voor het dienstjaar 1S78. De hoofdstukke» dezer begrooting sluiten met de navolgende totaalcijfers: Hoofdstukken. Inkomste n. Bedrag. I. Ontvangsten wegens vroegere diensten 22525.82 II. Inkomsten van gom.-eigendommen en bezittingen 502.50 III. Opbrengst van belastingen en hellingen. 166210.42 IV. Ontvangsten v. verschill. aard en toevallige baten 935. V. Buitengewone ontvangstenu20. Totaal 190253.74 Uitgaven. I. Kosten van huishoudelijk bestuur13865. II. invordering van do plaatselijke be lastingen en teruggave des wegens 11565. III. Kosten van onderhoud van gemeentc-eigen- dommeu, en de deswege verschuldigde lasten 26917. IV. Kosten der openbare \eiligheid en brandweer. 28634. V. plaatselijke gezondheids-politie. 120. VI. voor het onderwijs4S813. VII. van het armwezen, mitsgaders subsidiën en bijdragen aan onderscheidene daarmede in verband staande instellingen31250. VIII. Renten en aflossingenu 4400. IX. Pensioenen en wachtgelden1381. X. Andere uitgaven, niet onder de vorige hoofd stukken behoorenden 720. XI. Buitengewone uitgaven van allerlei aard 18410. XII. Onvoorziene uitgaven4178.74 Totaal 190253.74 overmacht, die zich vol majesteit boven de middelmatige geesten verheft, is over het algemec.i niet, zeer gezocht. In Italië, waar de liefde de ijdelheid op den achtergrond dringt, worden zulke ver schijningen omringd als door een hofstoet. De zoons der rijkste familie» van Florence en Pistoja bestreden elkander den voorrang in het dingen naar dc hand der schoone Lucretia; doch haar hart zweefde te hoog iu het rijk der idealen dan dat zij had kunnen besluiten om uit al die jonge mannen zonder roem en zonder grootheid een keus te doen; en dit- was oorzaak dat zij, ondanks alle voordeelige aanbicdiugen en de voor slagen van haren oom, niet in het huwelijk trad. De dood van den canonicus liet haar alleen en zonder andere bescherming dan die van Mottsignore Rospigliosi, die ccn soort van voogdijschap over haar bleef uitoefenen. Lucretia betrok nu het huis haars vaders, een trotsch paleis, dat, door de geweldige steenmassa's der Florentijiisehe bouwkunst als niet een harnas onipantserd, door massieve hoeksteenen geflankeerd en als eene vesting met ijzeren tralies voorzien was. De gewone bezoekers van den canonicus volgden haar daarheen; vijf of zes harer aanbidders wisten er zich eveneens toegang te verwervende marchisa Malespini voerde haar de vronwelijke aristocratie van Pistoja toeen weldra was Lucretia bijna tegen wil en dank een soort van Koningin en haar salon een der meest geziene in Toscane. Dit alles geschiedde omstreeks den tijd, dat eene onheilspellende gisting zich van de gemoederen in Italië begon meester te maken. De Fransche instellingen luidden overal (ie kiemen der vrijheid uitgezaaid, die zich in liet geheim ontwikkelden en de Oostenrijksclie heerschappij bedreigden. De zendelingen der Carbonari verspreidden zich van stad tot stad en wisten zich uit alle standen aanhangers te werven. Lucretia ondervond, zonder zich daarvan rekenschap te ge-ven, den invloed dezer beweging der geesten. Het jongere deel van haar gezelschap bracht haar dag aan dag als ware het de echo van den tijdgeest over, eu het enthusiasme der zamenzweerders greep haar aan met onweerstaanbare kracht. Niet dat zij voor de moderne revolutionaire idéés bijzonder veel geestdrift koesterde. De verklaring der „vechten van den meusch" eu de geloofsbelijdenis van den Savoyaardschen vicaris maakten weinig indruk op haar, of, beter gezegd, zij begreep ze niet. Het „volk" was een denkbeeld, waaraan zij op verre na de beteekenis niet toekende, welke onze moderne staatsinrichtingen daaraan hechten, en het begrip van een Vertegenwoordigend Lichaam vermocht haar slechts een medelijdenden glimlach af te dwingen. Doch voor de bevrijding van Italië klopte haar hart. Zij droomde van Dante's eeuw eu van den roem der Medici's, en zoo zij haar vaderland zijn voormalige» luister had kunnen hergeven, door er haar leven als koopprijs voor ten offer te brengen, zij zou zich, een andere Iphigenia! dat olfer zonder morren getroost hebben. Onder de ijverigste patriotten van haren kring behoorden twee jonge manuen, Alessandro Tosinghi, een rijk Florentijnsch edelman, en Paolo Palaudra, die tot een der beroemdste families van Pistoja behoorden. Door beiden werd zij sedert jaren hartstochtelijk bemiud, en zij wist dat beiden bereid waren, alles te doen om hare hand te verdienen. Op een avond, toen het gezelschap talrijker en opgewekter was dan gewoonlijk, werd er onder anderen druk gesproken over de tijdingen uit Napels en over de plannen, die Oostenrijk en Rusland De begrooting voor het Algemeen Weeshuis bedraagt f 16707.40 die van het Burgerlijk Armbestuur f 9G50.beiden in ontvangst en uitgaaf tot een gelijk bedrag. Tut onderzoek dezer stukken splitst zich de Raad in drie nfdee- lingen, elke onder voorzitterschap van een der leden van het Dag. Bestuur, volgen derwijze: 1ste afdecling de heeren Braaksmn, Bitter, Duinker, van Veen eu van Spall2de afdceling de heeren Hattins;a Raven. Groen. Hugenholtz, Jelgersma en van Kelckhoven; 3de afdeeling de heeren de Lange, Maalsteed, Giltjes en Tiukeleiiberg. De vergaderingen der afdeelitigeu zijn bepaald op 10,11 en 12 dezer. De Vooratter deelt mede, dat, tengevolge van het vastgestelde suppletoir kohier van den HoofdeÜjken Omslag, het cijfer van dezen post is gestegen tot boven het bedrag, waarvan de heffing is toege staan. Ilij stelt daarom aan de orde dc behandeling van een concept-besluit tot verhooging van dat bedrag niet f 500. Dit besluit wordt goedgekeurd. Op voorstel van het Dag. Bestuur wordt aan den lieer M. Mulder, hulponderwijzer aan de gemeente-school No. 7, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking, met ingang van i Oct. a. s., uithoofde van zijne benoeming tot hulp onderwijzer te Franeker. Er wordt gelezen een adres van den lieer majoor-kominaiulant en heeren officieren der dd. Artillerie-Schutterij, houdende verzoek dat de Raad ten behoeve van het muziekkorps op nieuw eene toe lage uit de gemeentekas verleene. Adressanten wijzen er op, dat het muziekkorps zich herhaaldelijk beijvert om in het openbaar rauziek-uitvoeringen te geven, blijkbaar zeer ten genoegen van het publiek. Dc Voorzitter herinnert, dat op de begrooting een post is uitgetrokken voor publieke vermakelijkheden en stelt voor, het bedrag van dien post, 1 150, aan het muziekkorps toe te staan. Dienovereenkomstig wordt besloten. Eindelijk deelt de Voorzitter nog mede, dat er iu de laatste dagen vrees heeft bestaan, dat mejufvrouw Schuurman, hoofdonder wijzeres aan de meisjes-school voor gewoon- en uitgebreid lager onderwijs, zicli naar elders zou verplaatsen. Hij is thans in de gelegenheid te kunnen verzekeren, dat genoemde hoofdonderwijzeres besloten heeft hier alsnog te blijven. Dc zitting wordt hierop voor gesloten verklaard. in Laibach ten uitvoer brachten, en Lucretia vierde aan haar patri ottische» geestdrift den vrijen teugel. „Sicilië is dus nog niet geheel dood!" riep zij uit. „Er zijn dan toch nog mannen, in wier aderen het edele bloed onzer dappere voorvaderen stroomt! Zou Opper-Italië niet evenzoo zijn wrekers vinden Slechts ten deele gelukte liet haar, den smadelijken glimlach tc verbergen, waarmede zij die woorden uitsprak, eu zij had hare oogen niet genoeg in haar macht om den daaruit sprekenden blik van spot en minachting ongezien te maken. „Waarom niet, Signora?" vroegen tegelijkertijd twee stemmen aan hare zijde. Verrast zag zij op en ontmoette een schitterenden blik in de oogen der beide jonge mannen, die op hetzelfde oogenblik zwegen en elkaar vragend aanstaarden. „Zou het mogelijk zijn?" riep zij met een door aandoening be wogen stem. „Zou er voor het vaderland iu mijne nabijheid een bevrijder opstaan Dc liefde van Alessandro en Paolo voor Lucretia was zeer geheim. Bij den uitroep, dien zij gelijktijdig deden hooren, vestigde het gehecle gezelschap de oogen op hen, en iedereen begreep de plechtige gelofte, welke door een tusschen de drie personen gewisseldcn bUk bezegeld werd. Lucretia sloeg de oogen néder en eene lichte huivering overviel haar. Een somber voorgevoel maakte zich plotseling van haar meester. In weerwil daarvan stond zij bleek en vol waardigheid op en reikte zij haar eene hand aan Palaudra en de andere aan Tosinghi. Maar zij was niet in staat, het pijnlijke gevoel, dat haar hart beklemde, te boven te komen. „Dus is dan nu het lot geworpen," mompelde zij, alsof zij haar doodvonnis onderteekend had. Paolo eu Alessandro verwijderden zich eindelijk. Zij moesten denzelfden weg op, maar als bij stilzwijgende afspraak vermeden zij het, naast elkaar te gaan. Lucretia zag heu op haar balcou na. Het was een donkere nacht, maar zij bemerkte toch hoe beiden voor het Madonna-beeld den hoed lichtten en zich daarna naar het balcon omwendden, om .haar met huu zakdoek een groet toe te wuiven. Zij trad iu het vertrek terug, liet zich op een stoel in het midden van haar groote», ledigen salon neervallen en mompelde in de hevigste ontroering-. „Eu zoo ben ik dan, wat er voortaan ook gebeure, zoo goed als getrouwd Tosinghi en Palaudra hadden, om zich naar huis te begeven, de gehecle stad moeten doorgaan. Op den hoek van dc laatste straat, waar huu weg uiteenliep, bleven zij een oogenblik staan, aarzelend of zij elkander goeden nacht zouden zeggen; doch plotseling keerde Tosinghi zich om, ging op Palaudra toe en bood hem de hand. „Paolo," zeide hij, „de zaak, waaraan wij ons wijden, is één en dezelfde, eu het zal een bange worsteling zijn. Laat ons als vrienden dien strijd aangaan." Paolo reikte hem de hand zonder iets te antwoorden. Tosinghi ging met ontroerde stem voort: „Als wij beiden naar Pistoja terugkeeren, zal zij kiezen en hare keus zal geëerbiedigd worden." „Neen, het noodlot moet beslissen," hernam Palaudra. „Zoo lang als ik leef, zal ik geen afstand van haar doen." Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1