HELDERSCHE
liNIEUWEDIËPER COURANT.
1877. N°. 108.
Zondag 9 September.
Jaargang35.
Algemeen Nienws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
„W ij huldigen
het goed e,"
Verschijnt Dingsilag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.80.
franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs iler Ad verten tien: Van 1—4 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Grootc letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Rülken Bonderdag vertrekt de mail naar
Oo«t-Indiê. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Oost-lndië, te verzenden per
stoomschip A1ADURA, geschiedt voor drukwerken den 14
dezer, na aankomst van trein III(NoordhollandscheSpoorweg),
ten 10.58 des avonds, voor brieven den 15 dezer, na aan
komst van trein I, ten 9.47 des morgens.
Er heeft geene verzending via Napels plaats.
Binnenland.
IIELDER en NIEUWEDIEP, 8 September.
Gisteren werd op de gepantserde schijf, bestaande uit
verschillende ijzeren en stalen platen, geschoten met het
kanon van 23 cM., waarmeê ons gepantserd materieel nog
grootendeels bewapend is. De ijzeren platen van Engelsch
en Fransch fabrikaat waren 0.25 M., de stalen uit Zweden
0.23 M. dik, terwijl van ieder fabrikant 2 platen op de
schijf waren. Het kanon van 23 cM. is een voorlader
van Armstrong. Met een glasharde granaat, wegende
115 KG., werd met eene lading van 22 KG. buskruid en
eene snelheid van p. m. 415 M. op de schijf geschoten.
Hoewel het moeijelijk valt om juiste gevolgtrekkingen
te maken uit deze proef, kan men wel zeggen, dat Krupp's
17 cM. meer indringingsvermogen heeft dan de 23 cM. van
Armstrong; de meeste projectielen toch van de 23cM. waren
tegen de platen tot gruis verpletterd en slechts weinig ingedron
gen, terwijl de 17 cM. glasharde granaat door al de ijzeren
platen heendrong en gaaf er in zat; de glasharde gra
naten van 17cM., op de stalen platen geschoten, zijn gebroken,
doch de punten (die alléén gehard zijn) bleven heel, terwijl
ook een dier granaten geheel en al gaaf uit de stalen plaat
terug kwam. Bij het laatste schot vloog een stuk granaat
door den bodem van de schuit waar de schijf op stond en
viel een groot stuk stalen plaat door het luik in het ruim,
waardoor de schuit lek werd en vol water liep, doch niet
zonk, daar ze geboeid zit.
Heden hadden we gelegenheid een kijkje te nemen bij
de inzending van planten voor de op morgen te houden
tentoonstelling van Floralia. Met genoegen merkten we
op, dat de ingezonden planten blijken dragen met veel zorg
te zijn gekweekt. Ongetwijfeld zullen de feestelijkheden,
LUCRETIA.
Naar het Italiaanseh van CLAUDE VIG-NON.
(Vervolg.)
De van Napels uitgaande revolutionaire beweging breidde zich
snel uit. Het Carbonarisme won met den dag veld en terwijl de
noordelijke Mogendheden raadpleegden over de middelen om het
monster te verdelgen, was geheel Italië in opstand gekomen. Van
het Zuiden naar het Noorden trok over het schiereiland een storm
wind, die de heersehende machten wegvaagde. Koningen stelden
zich aan de spits der beweging en een algemeene kreet om vrijheid
ging door het land. De Oostenrijksche troepen trokken over de Po
hier en daar dreunden kanonschoten; de steden ontvingen militaire
bezetting en de heldhaftige jongelingschap van Piëmont en Toscane
werd door den dood gedecimeerd, of door verbanning, vogelvrij
verklaring en gevangeuis onschadelijk gemaakt.
Het gewoel van den strijd vond een doffen weerklank tot aan
PistojaLucretia zag verscheidene vrienden aan haren kringontrukken
de politic legde beslag op een twee- of drietal paleizen en het
garnizoen werd verdubbeld.
„Het is gedaansprak zij tol Monsignore Rospigliose. „De
Italianen hebben zich gedragen als twintig millioeneu lafaards en
een hand vol helden."
„Tosinghi is dood en Palaudra te gronde gericht!" hernam de
prelaat met een zacht verwijt.
„Ik weet het en ik zal Palaudra huwen," antwoordde zij.
Lucretia had de jaren der eerste jeugd reeds achter zich. Het
gloeiende enthousiasme vau dit tijdperk was meer en meer in haar
hart uitgebluscht, en ten laatste bleef haar van de aanbidding der
half-godcn uit het verledene nauwelijks iets anders over dan een
onverzoenlijken haat ten opzichte van het heden. Zonder hoop ging
zij door het leven, als door een woestijn, en op deu drempel der
toekomst verhief zich de strenge, koude plicht als een beeld des
noodlots. Toen Palaudra gewond en van al zijne goederen beroofd
terugkeerde, huwde zij hem, op gelijke wijze als men eene schuld
betaalt.
Iiaar gewone levenswijs onderging daavdoor geen verandering en
slechts de vertrouwdste personen in hare omgeving konden misschien
een nog grootere verwijdering vau het heden bij haar opmerken.
Haar echtgenoot beminde haar afgodisch en stelde zijn hartstocht,
met al de ongedwongenheid der Italianen, voor iedereen ten toon.
Lucretia was niet in staat zijne gevoelens te deelen. Zij bleef koel
en ongenaakbaar. De jaren hadden in hunnen loop aan de lijnen
van haar gelaat nog trotscher wending gegeven en die van haar
karakter onbuigzaam vastgesteld.
De soldaten en gerechtsdienaars van Oostenrijk hadden den opstand
onderdrukt en de orde hersteld; doch na eenigen tijd kwamen de
aangekondigd bij advertentie hierachter, op morgen druk
worden bezocht.
De secretaris der Vereeniging «het Nederl. Rundvee-
Stamboek» heeft een oproeping gerigt tot allen, die belang
stellen in het zenden van vee naar do wereldtentoonstelling
te Parijs en dezulken opgeroepen tot een vergadering, te
houden op Zondag den 16 dezer, 's avonds 8 ure, in het
hotel de Toelast, te Alkmaar. (Landb. Crt.)
Beroepen te Ridderkerk ds. J. D. van Arkel, pred.
te Broek op Langedijk.
Door den heer dr. T. Modderman, predikant bij de
Herv. gemeente te Amsterdam, is eervol ontslag uit zijn
betrekking gevraagd.
Bij den jl. Woensdag te Hoorn gehouden zeil- en
roei wedstrijd waren winners:
1. Van de scherpe- en pleiziervaartuigenJ. F. Hoff-
man, te Rotterdam.
2. Van jagten en boeijers: G. K. de Vries, te Grouw,
prijs; Gebrs. Schouten, te Goudsluis, premie.
3. Beurtschepen boven 40 tonJ. Karei, te Broeker
haven, prijs; Gebrs. vau Rossum, te Rotterdam, premie.
4. Beurtschepen beneden 40 tonJ. H. Swart, te Gor-
redijk, prijs; G. Buurman, te Broekerhaven, premie.
5. Visschersvaartuigen 1ste kl.J. Molenaar Jbz., te
Volendam, prijs; D. de Waard, te Marken, 1ste premie;
C. de Waard, aldaar, 2de premie.
6. Visschersvaartuigen 2de kl.S. P. de Waard, te
Marken, prijs; D. J. de Waard, aldaar, premie.
Roeivaartuigen. 1Vierriems-giekenRoeivereeniging
Fortuna, te Amsterdam, prijs Roeivereeniging de Amstel,
aldaar, premie.
2. Visschersbooten of cubbootenJ. Willede en J. Bras
ser, te Amsterdam, prijs; J. de Best en P. de Best, te
Hoorn; 1ste premie; L. de Flart Gz. en L. de Flart Pz.,
aldaar, 2de premie.
3. Jollen, vletten: Bruyne, te Amsterdam, prijs: Roei
vereeniging Fortuna,"aldaar, 1ste en 2de premie.
Men nieldt ons uit de Zijpe, dd. 6 dezer:
«Bij de herstemming voor een lid van den Gemeente
raad alhier zijn uitgebragt op den heer C. R. Blaauboer
119 en op den heer J. van Beusekom 83 stemmen, zoodat
eerstgenoemde is gekozen.»
«De door den Gemeenteraad voorloopig vastgestelde
verstrooide overblijfselen van het groote bond der Carbonari hier
en daar weder in kleine groepjes te samen en deze poogden de
draden der samenzwering op nieuw aan ie knoopen. De uitslag van
die heillooze poging is bekend. Palaudra was de chef zijner Venta
en werd op zekeren nacht met onderscheidene zijner aanhangers
midden in het woud in hechtenis genomen. Om hein met andere
aanvoerders te confronteeren, bracht men hem naar Milaan en van
daar, zonder een behoorlijk vonnis over hem te vellen, naar de vesting
San Michele op het eiland Murano bij Venetië.
Lucretia volgde hem zoover het haar veroorloofd werd. De scheiding
was hartverscheurend. Palaudra poogde te vergeefs bij het afscheid
van de aangebeden vrouw zich te beheerschen. Lucretia bezat
een te helderen blik, om zich iu dit opzicht te laten misleiden; j
zij zag vooruit dat de gevangenschap van haar gemaal langdurig I
en hard zou zijn, en als zij bedacht dat deze man, in den bloei
zijner jaren, aan de langzame martelingen der onmeedoogende kerker
straf ten prooi zou zijn, deed zij zich bittere ver wijtingen wijl zij
hem er toe gebracht had.
„Had hij mij niet bemind," sprak zij, „dan was hij uu te Florence,
in gezelschap van andere jonge edellieden, die de prima-donna
der Pergola met bijval applaudiseeren en in de Casino's; dan liep
hij nu misschien op den Lung'Arno te wandelenEn was dat toch
niet zijne eigenlijke bestemming? Ik wilde mijne aanbidders in
helden veranderen; ik heb ze ongelukkig gemaakt en kan hen niet
eens met mijne liefde beloonen
Zij zou in dit oogenblik van ganseher harte gewenscht hebben,
in Pahuidra's plaats den kerker te kunnen betreden; ïuaar zij was
niet in staat, zijne hartstochtelijke gevoelens te deelen.
Terwijl het naberouw haar aan 't hart knaagde, lag de man, die
haar beminde, aan hare voeten en zou bij zijn leven voor een harts
tochtelijken blik uit hare oogen hebben willen geven.
„Zult gij mij ooit leeren beminnen?" riep hij, een pijnlijke zucht
bedwingend. „Zeg dat gij mij lief zult hebben wanneer de muren
van den kerker mij zullen omsluiten als een levend begravene.
Italië zal eenmaal vrij zijnmaar wanneer zal deze dag komen?
Wellicht ben ik inmiddels oud en grijs gewordenzal ik u weder-
vinden, Lucretia?......"
„Vertrouw op mijsprak zij, hem vlak in het gelaat ziende,
terwijl zij hem hare beide handen reikte.
Zoo scheidden zij. Palaudra ging op reis om zich in eene Oosten
rijksche vesting te laten opsluitenLucretia begaf zich naar Pistoja,
ten einde daar haar eenzaam paleis weder te betrekkeu.
Haar schitterende kring was plotseling uiteengespat. Iedereen
vreesde zich of'de zijnen door den omgang met verdachten te coin-
promiiteerende muren hadden ooren; men durfde nog slechts over
zaken spreken, die met de politiek niets te maken hadden, nit vrees
van een gedachte te laten doorschemeren, die kwade vermoedens
zou kunnen wekken.
rekening over den jare 1876 bedraagt in ontvangst
f 28163.225 en in uitgaaf f 26279.S85, bacigslot f 1883.84,
over de verschillende hoofdstukken zich verdeelende als volgt:
Ontvangsten.
Ontvangsten wegens vroegere diensten
Inkomsten van eigendommen en bezittingen
Opbrengst van belastingen en heffingen
Ontvangsten van verschil lenden aard
Uitgaven.
Kosten van huishoudelijk bestuur
invordering' van belastingen en
i teruggave deswegens
j Kosten van onderhoud van eigendommen
(buiten de schoolgebouwen) en lasten.
Kosten van openbare veiligheid en brandweer
de gezondheids-politie.
het onderwijs
het armwezen
Renten en aflossingen
Pensioenen
Andere uitgaven, niet onder de vorige begrepen
Aanbouw school te Oudesluis
On voorziene uitgaven
De begrooting der gemeente voor den jare 1878, zooals
die door het dagehjksch bestuur aan den Gemeenteraad
is aangeboden, bedraagt in ontvangst en in uitgaaf f 27512.68.
De hoofdelijke omslag is daarop uitgetrokken tot een
bedrag van f 6000.»
Jl. Donderdag hield de Maatschappij tot bevordering
der Bouwkunst haar 31ste jaarvergadering te Amsterdam.
De heer J. G. van Niftrik, als voorzitter, schetste den
bloeijenden toestand der Maatschappij. Het Kon. Instituut
van Ingenieurs heeft een prijsvraag voor een gebouw ten
dienste van het genootschap uitgeschreven en de Maatschappij
tot bevordering der Bouwkunst uitgenoodigd 3 deskundigen
in de beoordeelings-commissie aan te wijzen. Die taak is
aanvaard. Den heer J. R. de Kruijff,.lid van het hoofd
bestuur der Maatschappij, werd hulde gebragt voor de waar
deering zijner verdiensten als architect der tentoonstelling
van kunstnijverheid, hem door den Koning, door de be
noeming tot officier van de Eikenkroon, geschonken. Een
belangrijke discussie werd gevoerd over de vraag: «Is het
wenschelijk uit het oogpunt van kunst, terug te keeren tot
f 1522.11
778.50
25589.72
272.893
f 3822.18
643.92
443.17
1852.133
100.—
8837.12
6447.75
1675.—
200.—
98.685
1984.—
175.42s
Lucretia was destijds acht en twintig jaar oud. Hare laatste
illusicn waren vervlogen. Het Carbonarisme en de pogingen die er
van uitgingen, boezemden haar geen geestdrift meer in, want zij
wist dat dit alles tot niets anders leidde dan om nieuwe slachtoffers
aan de Oostenrijksche gevangenissen te leveren. Had zij eigenlijk
wel ooit met ernst de wenschen der Italiaanschepatriotten gedeeld?
Zij vermocht op deze Vraag geen antwoord te geven en deed zich
over het noodlot van graaf Palaudra slechts des te bitterder ver
wijtingen.
Zij zou het een of andere grootsche, stoute waagstuk hebben willen
beslaan, om haar onvruchtbaar leven daarmede aan te "vullenmaar
overal om zich heen aanschouwde zij slechts kleingeestige drijfveeren,
en al meer en meer werd zij overmeesterd door den diepsten afkeer
van zich zelve en van anderen. Zij sloot zich in haar paleis op;
een soort van doffe wanhoop, een zonderlinge gejaagdheid, een
wrevel tegen alle menschelijke zaken en belangen cn een onbedwing
bare behoefte aan opwinding hadden zich van haar meester gemaakt.
Monsignore Rospigliosi poogde te vergeefs, de arme gekwelde
ziel gerust te stelleu en met die Christelijke gelatenheid te vervullen,
zonder welke hem het leven na verloop van de jaren der eerste
jeugd onbestaanbaar toescheen. Lucretia kon er niet toe komen,
zich in haar noodlot te schikken. Somwijlen beproefde zij, zich aan
den godsdienst vast te klemmen, die troost belooft voor gewonde
en onbevredigde harten; maar plotseling kwam alles in haar
daartegen in opstand. In een vlaag van woede wierp zij het Evangelie
en de „Navolging van Christus" verre van zich af en wendde zij
zich weder tot de heldenfiguren, die zij sedert hare kiudscliheid
bemind had. Maar ach, zelfs deze figuren waren tot de verflauwde
herinneringen gaan behooren, tot schimmen, waarmede zij te vergeefs
de haar omringende leegte poogde aan te vullen.
Zoo verliepen er maanden en jaren. Ondanks den inwendigen
slonn nam het voorkomen der „muze van Pistoja," gelijk men haar
noemde, langzamerhand een stempel van verhevenheid aan, die de
bewondering in vereering, de liefde in aanbidding deed overgaan.
Sedert de gevangenneming van graaf Palaudra was haar leven non-
ernstiger dan vroeger. Ieder woord uit haren mond, elke handeling,
iedere blik van haar, dwongen een zoo onvoorwaardelijken eerbied
af, dat geen der mannen, die haar als uit de verte beminden, gelijk
Pctravca zijne Laura, het gewaagd zou hebben, haar dit gevoel te
verraden. Tosinghi, dien men ten onrechte als gesneuveld had be
schouwd, kwam in het derde jaar der gevangenschap van zijn niede-
minuaar te Pistoja terug. Hij had eveneens in den kerker gezucht.
Als een jong man was hij vertrokken, om de liefde der schoone
Forteguerri te verdienen; oud voor zijn tijd kwam hij terug.
Toch liet hij zich op zijn langdurig lijden en zijn vergrijsde haren
niets voorstaan. Hij kwam als vriend tot Lucretia en legde zijne
toewijding aan hare voeten.
Omstreeks dezen tijd ondernam gravin Palaudra in het belang