EN
HELDERSCHE
MEUWEDIEFER COURANT.
1877. N". 122.
Jaargang 35.
Vrijdag 12 October.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
„W ij li u 1 <1 i g' e n
het goed e."
Verschijut Diugsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abouuementsprij» per kwartaal1.3
franco per post - 1.6
Uitgever AA. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 103,
Prijs der Ad vertcn t ic nVan 1-1 regels 60 Cents,
<:lke regel meer 15 C'ents.
Groole letters of vignetten worden naar plaatsruimte bercVeud.
Eiken «onderdos vertrekt de mail naar
Oost-Iodiê. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
GEHIEEXTE BAAD.
Zitting van Dwgsdag den 9 October 1877.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig alle leden.
De notulen worden, nadat de zitting door den Voorzitter voor
geopend is verklaard, gelezen en goedgekeurd.
Vervolgens heeft plaats de beëediging van den lieer van Spall,
onlangs tot raadslid gekozen. In handen des Voorzitters legt
genoemde heer de gevorderde ecdeu af, en na met zijne benoeming
te zijn geluk gewenscht, neemt hij zitting.
Aan de orde wordt gesteld de behandeling van de begrooting
der gemeente voor dc dienst van 1878. Namens de commissie van
rapporteurs, bestaande uit de heeren Giltjcs, Groen en Braaksma,
wordt bij monde van laatstgenoemde verslag uitgebragt nopens het
onderzoek, dat in de afdeelingcn heeft plaats gehad. Dat onderzoek
heeft tot geene bepaalde aan- of opmerkingen geleid. Alleen is
daarbij de wensch geopenbaard naar 't aanbrengen van een uurwerk
cn klok op den toren van de Westcrkerk, waarvan de her
bouw is voorgenomen. Bij de uitdrukking van dien wensch wus
herinnerd, dat de bewoners van liet westelijk deel der gemeente
steeds gewoon zijn geweest aan een torenuurwerk. B. en W. hebben
de behoefte daaraan mede erkend, doch ook gelet op andere
doelen der gemeente, waar de plaatsing van een tijdwijzer
zeer wenscbelijk zoude zijn. In ieder geval stelt het Dag. Best.
voor, liet nemen van een besluit te verdagen totdat een voorstel
kan worden gedaan met eene raming van kosten. Hiermede wordt
genoegen genomen.
De begrooting wordt hoofdstuksgewij/e aan de goedkeuring van
den Baad onderworpen. De hoofdelijke omslag wordt daarbij aan
genomen tot een bedrag van hoogstens f 21,000. Tot het hellen
der plaatselijke belastingen op het gedistilleerd en het gemaal
worden de concept-besluiten gelezen en goedgekeurd. Ten behoeve
van liet Burgerlijk Armbestuur wordt een subsidie uitgetrokken,
groot f 7850, voor het Algemeen Weeshuis tot een bedrag van
f 11,000.
De geheele begrooting, in ontvangst en uitgaaf tot een gelijk
bedrag, wordt daarop met eenparige stemmen goedgekeurd. Het
eindcijfer bedraagt f 190,258.74.
Ook de begrootingen voor het Burgerlijk Armbestuur, het Alge
meen Weeshuis en de dd. Artillerie-Schutterij werden in de al'dee-
lingen onderzocht en, blijkeus het verslag, hadden zij tot geene
andere aanmerking aanleiding gegeven dan tot het voorstel om dc
DE GESCHIEDENIS VAN EEN VIOOL.
[Vervolg,)
Wat er verder met haar voorviel op haar pelgrimstocht en later
te Weenen, waar zij nu reeds meer dan twaalf jaar woonde, vernam
ik niet. Zij ontweek blijkbaar opzettelijk mijne vragen dienaan
gaande. „Ik heb liet treurig genoeg gehad," zeide zij eens, „en
ik heb er reeds dikwijls over nagedacht, of het toch niet beter
voor mij geweest zou zijn als ik der wereld ware afgestorven eer
ik haar had lecrcn kennen cn de zusters in het klooster door mijn
vioolspel getroost had. O, hoe slecht hoe slecht is de wereld!
En als men dan arm en jong en onervaren isMaar er is nu
niets meer aan te doen. Wat ik ben, dat ben ik, niemand kan mij
helpen
Dat klonk zeer droefgeestig, en daarbij paste ook volkomen de
melancholieke trek, die dit schoon gevormde gelaat geen oogenblik
verliet. Maar ik wilde er niet van hooren dat zij niet te helpen
zou zijn en dat niemand iets voor haar zou kunnen doen. Koesterde
ik zelf niet het stelligste voornemen om een hulpvaardige vriend
voor haar te worden?
Een hulpvaardige vriend? ja, ook dat! Het sprak vanzelf
ook dat. Maar een gevoel van vriendschap was het toch niet dat
er in mijn hart gloeide dagelijks vuriger gloeide. Ik had zou'xi
gevoel van vriendschap destijds voor eene onuitstaanbare, koele ge
waarwording gehouden, goed genoeg voor een ouden vrijer meteen
uitgebrand hart en een kalen schedel. Zulk een jeugdig, schoon,
beminnelijk schepsel en ik, een frissche, levenslustige, voor het
niet alledang9chc zoo gevoelige kerel. Neen, dat was heel iets
anders dan vriendschappelijke deelneming of menschlievende hulp
vaardigheid. Ik had miju hart tot hiertoe vrij gehouden, hoe vaak
liet ook in verzoeking gekomen was, maar nu bemiude het voor
de eerste maal. Ja, dat moest liefde zijn, wat het in de verkwikkelijke
nabijheid van dit wezen gevoelde dat was liefde!
Ik beken dat ik er mij zeer weinig het hoofd over brak, wat er
wel gebeuren zou als Angelina mij nu ook eens liefhad. Zoodra
ik maar eerst van mijn eigeu gevoel zeker was, was al mijn streven
en al miju geestkracht daarop gericht, haar mijne genegenheid te
betuigen en haar hart te veroveren. Zij scheen in de oprechte
bewijzen mijner teederc gevoelens een stil genoegen te smaken, doch
zij hield mij voortdurend op een bepaalden afstand en bekoorde mij
daardoor slechts te meer. Mijne aanzoeken werden onstuimig; ik
smeekte al dringender om een uurtje te mogen komen praten in
hare woning of op een andere plaatsik dreigde dat ik mij niet
langer zou laten afwijzen, dat ik haar tegen haar wil zou volgen.
„Het kan niet zijn," antwoordde zij ernstig en met een blik vol
roerende smeeking.
ffGij hebt mij niet lief," verweet ik haar.
jaarwedden der hoornblazers bij de Schutterij te bepalen op f 40
voor ieder, in plaats van f 52. zooals volgens het wettelijk voor
schrift was voorgedragen. Nadat in dien zin de bedoelde begrooting
was gewijzigd, werden achtereenvolgens vastgesteld: de begrooting
van liet Armbestuur tot een bedrag van f 9650, die van het
Algemeen Weeshuis bedragende f 16,707.40$ cn die van de Art-
Schutterij met de som van f 1705 als eindcijfer.
Door den Voorzitter wordt voorgesteld, even als voorgaande jaren,
bij den Koning concessie aan te vragen tot het houden eeuer Bank
van Leening, doch nu voor den tijd van drie achtereenvolgende jaren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter herinnert aan het adres, voor cenigcn tijd bij den
Baad ingezonden door bewoners van dc Koningstraat, houdende
verzoek om bestraling. Hij wijst er op dat, nadat dit adres bij de
commissie voor de gemeentewerken in behandeling is geweest, het
voorstel is gedaan om adressanten te antwoorden, dat dc staat der
gemeente-financiën niet toelaat tot die bestrating over te gaan, doch
dat, ingeval de eigenaars der aldaar gelegen perccclcn voor hunne
rekening zulks willen doen, de gemeentekas eene toelage zou ver-
leenen van der kosten. Thans herhaalt spreker dat voorstel en
onderwerpt, het aan de goedkeuring van den Baad. De heer van
Veen verklaart zich tegen dat voorstel. Hij wijst er op, dat er
straten zijn, nog ouder dan de Koningstraat, waar de behoefte aan
een goed plaveisel niet minder dringend is. De Voorzitter ver
dedigt het voorstel en deelt daarbij nog mede, dat de kosten der
bestrating in de Koningstraat zijn geraamd op f 4360. Het
bewuste voorstel wordt daarop met 16 stemmen tegen 1 aangenomen.
Tegen stemde de lieer van Veen.
De Voorzitter deelt mede dat een dergelijk adres is ingekomen
van bewoners der 2de Molenstraat. Hij stelt voor aan die adres
santen een gelijkluidend antwoord te geven als aan die der Koning
straat. De kosten van deze bestrating zijn geraamd op f 1200.
Met eenparige stemmen wordt dit voorstel aangenomen.
Voortgaande met de behandeling van zaken op liet gebied der
openbare werken, stelt de Voorzitter namens het Dag. Best. voor,
over te gaan tot bestrating der G;.s- en Oranjestraten, gelegen in
de Nieuwstnd. De Voorzitter herinnert hierbij, dat indertijd de
grond, waarop deze straten zijn gelegen, door de gemeente van liet
Dijk is overgenomen en dat toen de bepaalde belofte is gedaan den
openbaren weg te bestraten, zoodra de gemeentekas dit eenigszins
zou toelaten. Hij deelt mede dat de kostcu pl. m. f 1800 zullen
bedragen. Ook dit voorstel wordt aangenomen, en wel met een
parige stemmen.
De Voorzitter deelt mede dat de bewoners der vrij talrijke per-
ceelen gelegen achter de fabrieken vau den lieer Bosch Beitz liet
verzoek hebben gedaan tot verlichting bij avond van den weg aldaar.
Hij doetevenwel opmerken, dalde bebouwing op dat terrein nog lang niet
voltooid is, doch zou, ten gerieve der bewoners vau dat deel der
„Juist omdat ik u lief heb, gelijk niemand anders, kan het niet
zijn," hernam zij hoofdschuddend. „Gij kunt cr zeker van zijn."
Ik gehoorzaamde;, maar ik was er niet zeker van. Dezen keer
gehoorzaamde ik nog, maar den volgenden avond niet meer. Toen
echter deed zij werkelijk wat zij terstond bij den aanvang onzer
kennismaking gedreigd hadzij keerde weder naar de stad terug,
en dwong mij haar te volgen. Ik moest haar, als ik niet ganschelijk
van hare gunst wilde beroofd worden, beloven dat ik naar huis zou
gaanen zij vergezeldde mij met de oude. vrouw tot aan mijn huis
en bleef op straat wachten totdat ik de deur achter mij gesloten had.
En toen ik daarover uit mijn humeur was en den volgenden dag
een uur later dan gewoonlijk de zaal van liet koffiehuis binnentrad
zag ik tot mijn schrik dat ze er niet was. In hare plaats werd
een concert gegeven door een blinden knaap op een groote hand
harmonica, en de bezoekers schenen over deze eigenaardige afwisseling
volstrekt- niet ontevreden te zijn. De waard haalde de schouders
op: de schoonc Angelina had laten zeggen dat zij niet zou terug
komen, cn er was'ook al spoedig een phiatsvervanger gevonden. Ik
snelde half wanhopig het huis uit.
Het baatte mij niets dat ik van het eene locaal naar het andere
ging; aan alle vensters luisterde, waar muziek te hooren was; ik
wachtte haar ook 1e vergeefs op den hoek der bekende straat, waar
zij mij anders mijn afscheid gaf. Zij moest te huis gebleven zijn,
of ditmaal een anderen weg genomen hebben. Maar ik liet het
daarbij niet blijven. Eiken avond vernieuwde ik mijne pogingen
om haar te ontmoeten, overtuigd dat dc nood liaar niet lang ver
oorloven zou zich teruggetrokken te houden; en daarin bedroog ik
mij niet. Ik overlaadde haar bij liet wederzien met de tecderste
verwijten. Zij haalde zwaar en moeilijk adem, als iemand die op
de vlucht is en dreigt te bezwijken van vermoeienis en uil putting.
„Waarom vervolgt gij mij zoo hardnekkig?" vroeg zij met bevende
stem. „Ziet gij dan niet dat het voor u liet best is als ik mij aan
u onttrek? Wat verwacht gij van mij? Wat kan ik voor u ziju?
Gij kent mij niet eens!"
Wat ik daarop antwoordde behoef ik niet te vertellen. De taal
van den hartstocht is overal cn altijd dezelfde. Maar ik bracht niet
louter frases uit: ik geloofde waarachtig alles wat ik zeide. Ik
zeide haar dat ik haar liefhad, meer dan mijn leven; ik zeide haar
dat ik
Neen, niet bij die gelegenheid. Maar eenige dngen later, toen
zij mij halsstarriger dan ooit afwees, zeide ik haar, dat zij mijne
bedoelingen scheen te miskennen, dat ik haar volkomen oprecht en
in allen ernst mijne hand aanbood. Zij ontstelde zichtbaar en werd
een oogenblik doodsbleek. Zij dreigde in onmacht te vallen. Ik
vatte hare hand cn voelde dat die ijskoud was. Zij leunde zwaar
op mijn arm en liep zoo een paos naast mij voort. „"Het kan niet
zijn, mijn vriend," zeide zij toen op weemoedigen toon; „Godweet
het: het kan niet zijn!"
gemeente in ieder «jeral dc plaatsing van een paar lantaarns bij
wijze van geleide—lichten aanbevelen. De kosiea hiervan ZGudeu
bedragen f 80 per jaar. De plaatsing der beide lantaarns wordt
goedgekeurd.
De Voorzitter brengt in herinnering den aanleg van een riool
van de Breewalerstraat naar het Heldersche Kanaal, waardoor dat
deel der gemeente, wat de afwatering betreft, zeer is gebaat. Ter
bevordering van de passage langs dien weg stelt hij nu voor, daar
ter plaatse tot aan de Evang. Luth. kerk een breede voetstraat té
leggen, waarvan' de kosten zijn geraamd op f 280. Dienovereen
komstig wordt besloten.
Eindelijk wordt een voorstel, door den Voorzitter namens het
Dag. Best. gedaan, tot den aanleg van een riool in dc Konings-
dwarsstra-.it, met eenparige stemmen goedgekeurd. Bij de toelichting
van dat voorstel deelde de Voorzitter op eene vraag van den lieer
van Spall mede, dat dit riool in verbinding zal worden gesteld
met dat in de Koningstraat, en dat de kosten zijn geraamd op f1200.
Voor kennisgeving worden aangenomen deze mededeelingen des
Voorzitters
a. Dat vóór eenige dagen is overleden de vroedvrouw mej. de
Wed. Kroon, en dat omtrent de vervulling der vacature, hierdoor
ontstaan, in de volgende zitting een voorstel zal worden gedaanen
b. Dat door UIL Gedep. Staten dezer provincie de rekening der
dd. Artillerie-Schutterij over het dienstjaar 1876 bij besluit van
12 Sept. 11. is goedgekeurd.
De zitting wordt hierop voor gesloten verklaard.
Binnenland.
HELDER en NIECJWEDIEP, 11 October.
Jl. Dingsdag avond had in Musis Sacrum op feestelijke
wijze plaats dc uitreiking der prijzen, behaald op het con
cours, Zondag 7 dezer door het Artillerie-Vrijkorps gehouden.
De zaal was voor deze gelegenheid gedrapeerd. Met eene
gepaste toespraak rigtte zich de majoor-kommandant tot
de overwinnaars in den wedstrijd, wenschte hun geluk met
de behaalde zege, en overhandigde hun de behaalde
teekenen der overwinning. In zijne betrekking van
majoor-kommandant der Schutterij reikte de heer Aberson
daarna eenige prijzen uit, toegekend aan onderofficieren en
korporaals der Schutterij, die zich bij de practische oefe
ningen op 30 September jl. in liet rigten der mortieren
hadden onderscheiden. Bij het mortier van 29 cM. hadden
zich door juist rigten bijzonder onderscheiden de sergeanten
J. Klein, Riesselmann en Klik en de adjudant-onderofficier
„Waarom niet, Angelina?" vroeg ik. „Vreest ge dat ik iels
beloof wat ik niet zal kunnen houden? Het liangt alleen van
uwen wil af, mij de volle onafhankelijkheid te geven, die voor zulk
een verbintenis veveischt wordt.
Mijne ouders ziju dood, en jegens mijne overige familie heb ik
geene verplichtingen. Ik ben gefortuneerd ik kan morgen mijn
ontslag als officier nenien. Niets belet ons, zoo gelukkig te wezen
als de liefde ons maken kan. Zeg ja en wij zijn gelukkige
menschen."
Zij begon, terwijl ik sprak, al sneller en sneller te loopen, alsof
ze door mijne woorden werd voortgedreven.
Het schoone hoofd was op dc borst gebogen; de oogen staarden
onbewegelijk op den groud, en aan de lange wimpers parelden
druppels. Nu lieten die tranen los ea vielen neder, gelijk regen
droppelen van de bladeren, wanneer de wind ze plotseling heen en
weer schudt. „O, mijn Godriep zij, „het is te laatd a t het
te laat is! Neen, neen ik kan u niet bedriegen u niet!
Ik kan niets voor u ziju dat. niet, en ook niets minder."
„Angelina!" riep ik verwijlend.
Zij zag tot mij op met een blik zóó smartelijk, dat mijn hart
er van bloedde. „Omdat ik u te lief heb!" bracht zij haastig uit'
„en dat is mijn laatste woord."
Wij liepen midden door de straat in den helderen maneschijn.
Uit de zware schaduwen der huizen kwam een gedaante te voorschijn
die ons naderde. Ik voelde een hevigen schok aan mijn arm.
Angelina had zich van mij losgerukt. Zij liep een paar stappen
voor mij uit, doch zij scheen terstond overtuigd dat zij vergeefs
poogde te ontvluchten; zij bleef dus staan cn wendde zich tot den
man, die ons op zijde trachtte te komen. „Wat wilt gij?" vroeg
zij, en hare stem trilde van verbeten toorn.
Wat ik in de duisternis op een afstand voor mij zag was de
donkere silhouette vau een zwierig gekleed heerschap, afstekende
tegen den helderen achtergrond der door de maan beschenen straat.
Hij droeg zijn hoogen hoed een weinig schuin naar achteren en
hield een dun stokje in dc hand; dc punten van zijn langen knevel
staken ver buiten zijn gezicht uit. Toen ik ijlings naderbij kwam,
bleven wel de omtrekken der gedaante dezelfde, maar de zwierbol
werd een bedelaar. Stel u een meuscli voor, die zich voor jaar en
dag in het grootste modemagazijn van. top tot teen zoo elegant
mogelijk heeft laten klceden, maar later nimmer van costuum ver
anderde. De snede is gebleven, maar alles aan hem is kaal en
versleten; de stukken op zich zelf bleven te nauwernood aan zijn
lichaam hangen. Voeg daarbij echter een lorgnet aan een lang lint,
een badientje, gele handschoenen en een aan de punten uitgerafelde
das van lioogroode zijde, met studie in een knoop gelegd! Ik her
inner mij niet, voor of na dien tijd ooit zulk een jammerlijk exem
plaar van vérloopen zwierigheid ontmoet te hebben.
Wordt vervolgd