Buitenland.
2000 nieuwe schoenen, pas in de magazijnen gebragt, even
eens verbrand zijn. De regiments-schoenmakers en kleer
makers zitten dan ook tot over de ooren in het werk. De
officieren komen de soldaten in alles zooveel mogelijk te
gemoet.
De faam verbreidt de goede hoedanigheden van den
Zeeuwschen aardappel steeds verder. Dank zij den ver
beterden middelen van gemeenschap, komt men van vele
zijden uit het buitenland groote inkoopen doen. Dit jaar
werden o. a. 80,000 hectoliter naar Britsch-Indië verscheept.
De prijs is door dit alles niet weinig hoog.
Een inwoner van Ambt—Yollenhove verkocht jl.
Donderdag een koe aan een koopman, die het rund met
anderen naar het drie uren verder gelegen Genemuiden
voerde om het op de markt te verkoopen. Den volgenden
ochtend echter vond de vroegere eigenaar de koe op zijn
land onder zijn ander vee grazen. De koe, te Genemuiden
in eene weide gedaan, was in den nacht het Zwarte Water,
op een plaats waar dit ,30 a 35 meter breed is, overge
zwommen en naar hare vorige weide teruggekeerd.
Uit 's Hage meldt men o. a. aan de Gron. Cour.:
«De reden waarom Z. M. van het lustslot nabij Apel
doorn naar Rijswijk is «verhuisd» (om 't zoo eens te noemen)
is niet bekend. Doch zij, die beweren dat er geen aanleiding
voor bestaat, vergissen zich. Men moet het den Koning
op de een of andere wijze op het Loo lastig hebben ge
maakt; er moet iets zijn gebeurd in strijd met Zr. Ms.
wenschen en verlangens en de straf is niet uitgebleven.
Voor Apeldoorn is dit misschien zeer te betreuren, voor
Rijswijk is het een waar geluk.»
Men zal zich herinneren, dat de heer M. van Dijk
te Groningen voor eenigen tijd een mededeeling in de
Prov. Gron. Cour. deed over de schandelijke behandeling,
zijn kind op de bewaarschool in de Sophiastraat aldaar
aangedaan. De directrice der school diende een klagt
tegen hem in wegens laster. De regtbank te Groningen
heeft van Dijk vrijgesproken van de hem ten laste gelegde
lastering door middel van gedrukt geschrift, de Prov. Gron.
Cour., met afwijzing van de vordering tot schadeloosstelling
der beleedigde partij, als zijnde niet bewezen, dat de
beklaagde het oogmerk heeft gehad iemand te beleedigen
de kosten te dragen door den Staat. De Groninger bladen
hebben omtrent deze zaak nog niets naders meegedeeld.
In Roermond werd in den laatsten tijd veel geklaagd
over zakkenrollers. Yooral de dames, wier japonnen naar
den laatsten snid waren gemaakt, werden hun slagtoffer.
Het blijkt nu dat de diefstallen gepleegd werden door een
dertienjarig boodschapmeisje.
De waarde der meteorologische stations, voor het
voorspellen van stormachtig weder, kan het best worden
gekend uit een vergelijking van de uitkomsten der waar
nemingen sedert 1870. In dat jaar werden van de uit
Groot-Brittannië gezonden waarschuwingen 46.7 pCt. beves
tigd door stormen, 21.7 pCt. door sterke winden. In 1876
stegen die cijfers tot 61.1 en 21.5 pCt. Het aantal gevallen,
waarin het gevaarlijk weder uitbleef, was in 1870 22.4 pCt.,
in 1876 slechts 11.7 pCt. (31 keeren van de 265). Slechts
4 maal bij de 265 waarschuwingen, in 1876 op de stations
van Groot-Brittannië voorgekomen, kwam de tijding van
zwaren storm te laat, d. i. zij bereikte slechts 2 stations
bijtijds; 11 keer was dit met 1 station het geval.
Eenige maanden later, in den herfst, toen ik reeds naar Berlijn
was teruggekeerd, ontving ik geheel onverwachts een brief van Monti.
Hij schreef mij dat zijn vader in Florida een zeer rijk man geworden
was en te Weeuen naar den zoon van Augelina geïnformeerd had
waarbij hij zijn verlangen had te kennen gegeven dat die zoon bij
hem zou komen om deelgenoot in zijn zaak en, als hij hem beviel,
eenmaal zijn erfgenaam te worden. De bovenvermelde geestelijke
had hem dat alles medegedeeld, en hem ook de vereischte legitimatie
papieren verstrekt; en nu wilde hij daar ginds zijn geluk eens
beproeven. Zijn geliefde viool zou hij medenemen. De brief was
verzonden uit Bremen op denzelfden dag dat het schip met land
verhuizers in zee zou gaan. Hij beloofde mij, uit Amerika nadere
tijding te zullen zeuden.
Zij is uitgebleven, maar ik weet dat hij daaraan geen schuld
heeft. De couranten brachteu niet lang daarna zeer uitvoerige be
richten over een hoogst treurige zeeramp, die het Breracr emigranten
schip Pkönix getroffen had. Monti had den naam niet genoemd,
doch de nadere bijzonderheden maakten het voor mij maar al te
zeker, dat hij er zich aan boord bevonden had. Het schip was
dagen lang door een vreeselijken storm bestookt geworden en had
een lek bekomen. Toen de stoomboot, wier kapitein van het onheil
rapport gemaakt had, in de nabijheid kwam, was het reeds op 't
punt van zinken. Scheepsvolk en passagiers hadden aan de pompen
gewerkt totdat zij er uitgeput bij neervielen en verbeidden nu
machteloos en krachteloos den dood. De storm was nog zoo hevig,
dat het slechts na veel moeite gelukte, booten uit te brengen om
bij het wrak te komen. Allereerst werden de vrouwen en kindereu
overgébracht; daarop kwam de beurt aan de mannen, maar het
gevaar was nu zoo toegenomen, dat men zooveel mogelijk spoed
moest maken en de booten overladen moesten worden, wilde men
bij den laatsten tocht alle opvarenden redden. Het bericht meldde
daarna ongeveer het volgende.- Onder de passagiers was ook een
jong man, dien sommigen wegens zijn naam voor een Italiaan,
anderen wegens zijn spraak voor een Duitseher aanzagen. Hij was
moedig achtergebleven bij de laatsten, die op redding mochten
hopen. Toen hij nu langs het touw in de reeds zwaarbeladen boot
wilde afdalen, bemerkten de matrozen dat hij een groote vioolkist
onder den arm droeg. Men wilde dat hij die zou achterlaten.
Daarover ontstond eene heftige woordenwisseling, doch hij verklaarde
hardnekkig dat hij zijn viool moest medenemon. En zoo bleef hij
dan ten slotte alleen op het zinkende schip achter. Een reusachtige
golf spatte er tegen uiteen en sleurde de boot met zich voort.
Nogmaals naar het schip te roeien, was feitelijk onmogelijk. Beeds
daalde ook het achterdeel van het wrak onder den waterspiegel en
stroomden de golven er over heen. Toen zag men den jongen man
de trap naar de kapiteinsbrug opklimmen. Hij leunde tegen de
overgebleven stomp van den mast en drukte de viool aan zijn hart.
Intusschen zonk het schip met elke seconde dieper en dieper,
de ongelukkige scheen ten laatste een oogenblik als op een smalle
plank boven de bruischcnde zee te staan. En toen sloten de golven
zich voor eeuwig boven zijn hoofd.
Hij heeft den dood gevonden met de viool in den arm in
zijn oog voorzeker een schoone dood.
En daarmede is mijne viool-geschiedenis nu voor goed uit,
jongelui!
De koninklijke intendant der hofschouwburgen te
Berlijn heeft verscheidene dames tot het tooneel behoo-
rende beboet, wegens het dragen der Detnimonde Frisur.
«Voor onze Hollandsche lezeressen,» zegt de Arnh. Cour.,
«is misschien als bijvoeging niet overtollig, dat onder deze
wijze van zich te kappen verstaan wordt het neerkammen
der haren over het voorhoofd. De betiteling van het kapsel
is niet vleijend voor haar die het dragen en te straffen
voor het volgen eener mode is ook wel wat al te Duitsch;
maar uit een aesthetisch oogpunt kan men den koninklijken
intendant geen ongelijk geven dat hij boete stelt op de
huichelende haardragt, die de vrouwen leelijk maakt en
haar het voorkomen geeft van eene onnoozellieid, die zij
zich niet ten deel zouden wenschen.» Bij zijn ontstaan
heette het kapsel a la chienne; doch die hondenbijnaam
weerhield de dames niet; of de leelijke bijnaam: demimonde-
kapsel de Hollandsche dames nog zal terughouden, is de
vraag.
De gezamenlijke doctoren van een Zwitsersche badplaats
hebben aan de spoorweg-directicn een verzoekschrift inge
diend, om de stoomfluiten der locomotieven eenige toonen
lager te doen stemmen. Acht spoorweglijnen komen bij
deze uit en het gillend gefluit der locomotieven heeft een
zeer nadeeligen invloed op de zenuwen van de patiënten.
De maatregel verdient ook elders aanbeveling. Er is al
geen hatelijker instrument te bedenken dan een stoomfluit,
en daar lage toonen «veel verder» worden gehoord dan
hooge, zou verandering ieder baten.
Een jeugdig ingenieur te Melbourne, Louis Beerman,
heeft een torpedo uitgevonden, die zelfs de visch-torpedo
van Whitead moet overtreffen. Hij onderscheidt zich o. a.
door groote snelheid (28 kilometer in het uur), door ge
makkelijk rigten en ook daardoor dat hij niet verloren is,
als hij geen doel heeft getroffen, doch dan aan boord kan
worden teruggebragt.
The Army and Navy Gazette dringt zeer op het nemen
van proeven door de admiraliteit aan.
De jongste der gebroeders Davenport, William, is te
Sydney aan longtering overleden.
Benoeming-en, enz.
De luit. ter zee 2dc kl. L. Haremaker, off. van politie bij liet
Kon. Instituut voor de Marine alhier, wordt met 1 Nov. a. s.
overgeplaatst aan boord van het artillerie-instructieschip het Loo,
en vervangen door den luit. ter zee 2de kl. D. J. Boom, thans
dienende aan boord van het wachtschip alhier. Voorts wordt met
dien datum aan boord van genoemd wachtschip geplaatst de luit.
ter zee 2de kl. A. E. J. W. Juta.
De luit. ter zee 1ste kl. A. J. Visser wordt inet den 23 dezer
eervol ontheven van het bevel over bet schroefsl,oomschip Aruba
en vervangen door den luit. ter zee lsie kl. S. Kraijenhoff van
de Leur.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
In 't verslag omtrent hoofdstuk VIII der staatsbegrooting (Oorlog)
en de vestingbegrooting wordt gewezen op de opdrijving van uit
gaven, die er in te bespeuren zijn. Er wordt toch bijna een millioen
gulden meer aangevraagd dan verleden jaar, terwijl te vergeefs naar
sporen van een zuinig beheer wordt gezocht. Men wees daarbij op
de weelderige inrigting van het departement, van het topografisch
bureau, van den constructievvinkel en van de pyrotcchnische school,
en op het stelsel van toelagen waarvan de minister een groot voor
stander schijnt. Vooral verklaarde men zich tegen de onuoodige
kostbare inrigting der staven, met name van den grooten staf, en
zoo ook tegen de telkens verhoogde posten voor ordonnance-officiereu
des Konings. Van een andere zijde werd daartegen ingebragt, dat
de Kamer zelf schuld aan die opdrijving van uitgaven heeft.
Er worden voorts bezwaren geopperd tegen de wijze waarop de
minister de uitgaven in gewone en buitengewone splitst, tegen de
ongestadigheid b. v. in zake de sperforten en niet 't minst tegen
de moeite, die aan de leden werd berokkend, wijl vele der stukken
slechts ter griffie gedeponeerd en niet algemeen publiek gemaakt
waren geworden. Enkele leden voegden hierbij, dat zij h. i. de
grenzen der opgelegde geheimhouding niet te buiten gingen, wanneer
zij met een kort woord den indruk weergaven, dien de raadpleging
van de kosten-opgaven van den bewapeningsstaat en van het dis
locatie-plan op hen hadden gemaakt. Zij meenden de plannen der
regering te moeten kenmerken als minder doeltreffend, als zeker
zeer kostbaar en als te buiten gaande dat stelsel van concentratie,
hetwelk bij de vestingwet ten opzigte onzer verdediging is aangenomen.
Frankrijk.
Het reglement betreffende de kostelooze en betaalde
toegangen tot de internationale wereldtentoonstelling is nu
reeds officiëel vastgesteld. De gewone, dagelijkscbe toegang
voor het publiek is bepaald op een franc per persoon, met
de bepaling, dat men dien niet aan den ingang voldoet,
maar dat men zich tot dien prijs vooraf van een kaart
voorziet, te Parijs verkrijgbaar te stellen in alle tabaks-
bureaux, het postkantoor en de hulpkantoren, de telegraaf-
bureaux, en voorts bij allen, die, op aanvrage, door het
ministerie van Financiën als debitanten zullen worden
gekwalificeerd, in de eerste plaats de spoorwegkantoren, de
ondernemers van openbare vervoermiddelen, hotel- en
koffijhuishouders, dagbladverkoopers, enz. Een abonnements
kaart, doorloopenden toegang gevende voor den geheelen
duur der tentoonstelling, zal 100 francs kosten. Ieder
inzender zal een personeel kosteloos toegangbewijs ontvan
gen, geplakt op zijn photographisch portret, waarvan hij
er twee te dien einde moet overleggen, een voor genoemd
gebruik en een voor de controle. Dit geldt ook voor de
abonnementskaarten.
De burgers van Cöte d'Or maken zich vrolijk wat
in dezen tijd veel waard is over een waar oordeel van
Salomo. Aan het blad Progrès de la Cöte d'Or werd
een verkiezingscirculaire toegezonden, op het titelblad waar
van de maarschalk Mac-Mahon te paard was afgebeeld.
Het blad besprak de circulaire en zeide tot toelichting van
de afbeelding woordelijk: Le cheval a Voeil intelligent.
De uitspraak, dat het paard van den maarschalk er ver
standig uitzag, was beleedigend voor den ruiter, meende de
regter misschien niet ten onregte en veroordeelde
den uitgever tot 500 francs boete.
Iu de kerk Saint-Jacques te Parijs werd deze week
het huwelijk ingezegend van twee zusters, achter-klein
dochters van den heer Duroy, oud-hoofdofficier. Deze
over—grootvader is 104 jaren oud en, ondanks de gevolgen
van drie wonden, waaraan hij nog van tijd tot tijd lijdt,
nog^zoo krachtig en frisch, dat hij niet alleen bij de ker
kelijke plegtigheid, omstuwd van al zijne kinderen, klein
en achter—kleinkinderen, de beide bruidjes met vluggen,
vasten tred naar het altaar geleidde, maar vervolgens aan
het bruiloftsmaal met heldere stem een lied zong en
het bal opende.
Engeland.
Lord Falmouth heeft dit jaar aan de wedrennen 35,272
p. st. (ongeveer 4J ton Ned.) gewonnen.
Jl. Maandag ochtend heeft in de kolenmijnen van
den heer Dixon, te Blantyre, bij Glasgow, eene ontploffing
plaats gehad, waarbij meer menschen zijn omgekomen dan
bij eene der rampen van dien aard, die in de laatste jaren
zijn voorgevallen. Er waren omstreeks 233 man in de
mijn aan het werk, toen zich eene geweldige ontploffing
deed hooren en een stroom van vuur en allerlei voor
werpen, waaronder ook enkele ledematen van menschen,
uit eene van de openingen der mijn zich een weg baande.
Spoedig waagden zich eenige kloeke mannen naar omlaag,
maar zij vonden niets dan lijken. Slechts één man schijnt
ontsnapt te zijn. Men onderstelt echter, dat er in een
gedeelte van de mijn nog een aantal levend begraven zijn
en men werkt met alle magt om hen te verlossen. Waar
schijnlijk zal het getal van hen, die zoodoende nog behou
den kunnen worden, blijken niet groot te zijn. Omtrent
de oorzaak der ontploffing geven de berigten geene
geheel voldoende inlichting. Het schijnt echter bijna zeker
te zijn, dat er met ongedekt licht in de mijn gewerkt werd.
Is dit zoo, dan behoeft men geene verdere verklaring
te zoeken en ook niet te zuchten over de industrie,
die onverbiddelijk is in het eischen van zoovele offers.
Want gelijk de Times aanmerkt, hoeveel gevaar er ook
bij de beste voorzorgen bestaan blijft, ontploffingen van
dezen aard kunnen altijd voorkomen worden. Maar de
Times dringt zeer ernstig aan op zeer gestreng onderzoek,
opdat blijke, indien er zonder veiligbeidslampen gewerkt
is, of dat aan eene overtreding der werklieden dan wel
aan eene ligtzinnige nalatigheid van de patroons te wijten is.
De Daily News spreekt in gelijken geest. Zij maakt
bovendien de opmerking, dat de werklieden, hetzij dan met
of zonder veiligheidslampen, bezig schijnen geweest te zijn
met het doen springen van sommige voorwerpen door middel
van buskruid. De Daily News acht het reeds tamelijk wel
geconstateerd, dat op dergelijke werkzaamheid met kruid
dikwijls ontploffingen van mijngas zijn gevolgd. Hoogst-
laakbaar zou de Daily News het achten, indien, ten einde
een weinig meer winst te verkrijgen, de patroons het leven
hunner werklieden daardoor ligtvaardig op het spel hadden
gezet.
De beruchte claimant, Thomas Castro, alias Arthur
Orton, zich noemende sir Roger Tichborne, werd verleden
week van de gevangenis te Dartmoor overgebragt naar
die te Portsea. Hij lag namelijk voortdurend overhoop
met de cipiers te Dartmoor, en moest daar herhaaldelijk
gestraft worden wegens verzet. Men weet dat hij tijdens
zijn regtsgeding een monster was van vetheid. Sedert hij
gevangen zit, heeft hij aan gewigt 32 KG. verloren. Sir
Roger hanteert schaar en naald. Zijn taak is 't verstellen
der kleederen van zijn medegevangenen een ongenrig
werkje voor een edelman!
Duitschlaod.
Aan de Koninklijke Bouw-academie te Berlijn is magtiging
verleend ter aanvaarding van een legaat, ten bedrage van
80000 mark, haar vermaakt door mej. Nathalie Heimburger,
te Hochfelden (Baden). Ingevolge het testament is die som
bestemd ter oprigting van een fonds, onder den naam van
Louis-Boissonnet-stichting, waarvan de renten moeten
dienen om het eene jaar een architect, het andere jaar een
ingenieur, op reis te zenden, met opdragt een hem aan
gewezen werk te bestuderen en daaromtrent een rapport
uit te brengen, hetwelk bij uittreksel of in zijn geheel
openbaar moet worden gemaakt.
Voor de eerste reis is nu vastgesteld: «het bezigtigen
en bestuderen van het nieuwe kanaal van Amsterdam naar
de haven van IJ muiden,» waarbij o. a. speciaal zal moeten
worden acht gegeven op de pompen, baggermachines,
kranen en andere werktuigen, die bij den aanleg zijn
gebezigd. Voor deze reis is 2000 mark beschikbaar gesteld,
terwijl er thans een oproeping is gedaan van sollicitanten.
De landman Oostergetele, te Getelo (Pruissen), had
dezer dagen het ongeluk, dat zijn geweer, terwijl hij het
schoonmaakte, afging, waardoor zijn kind, dat op een stoel
zat, zoodanig getroffen werd, dat men voor het behoud vreest.
Wèl hem van wien weinig gesproken wordt zelfs
na iemands dood is dit soms nog in het belang, zoo niet
van hem, dan van zijne nagelaten betrekkingen.
Men zal zich herinneren, dat er eene polemiek gevoerd
is over Ilacklanders geldelijken toestand. Eerst werd be
weerd dat hij arm was; toen bewezen zijne uitgevers dat
zij hem toch een ruim honorarium betaalden en thans
heeft de regering beslag gelegd op zijne nalatenschap, omdat
Hackliinder zijn inkomen veel geringer aangaf dan het was
en op die wijze de directe belasting ontdook. Hij gaf slechts
f 1200 op. Waarschijnlijk zal nu zijne geheele nalatenschap
wel in de schatkist gestort moeten worden.
Berigten betreffende den Rnssiscli-Tnrkschen oorlog.
Genehaal Todleben. In den zomer van 1861 vierde men te
Biga een groot zangersfeest, tot hetwelk ik, daar ik mij juist te
Petersburg ophield, ook uitgenoodigd werd. Ik begaf mij met een