HELDERSOHE
EJV NIEUWEOEEPËR COURANT.
1877. N°. 130.
Woensdag 31 October.
Jaargang 35.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
Binnenland.
„Wij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag cn Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
n« franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MIIIESP1EIJ K°. 1«3.
Prijs der Ad verten tien: Van 1—4 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Blken Donderdag vertrekt de mail
Oost-lndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWEDIEP, 30 October.
Het heeft Z. M. den Koning behaagd, HD. bijzondere
tevredenheid kenbaar te maken aan den kapt. ter zee
W. K. van Gennep, over de wijze waarop het bevel over
de onlangs ontboudene oefenings-divisie door hem is
gevoerd.
Blijkens achterstaande annonce worden giften gevraagd
voor de ongelukkigen op Cura9ao en Bonaire, die door
den laatsten orkaan have en goed hebben verloren. De
ellende moet groot zijn en we hopen, dat ieder een klei
nigheid zal afzonderen om het lot van zoovelen eenigszins
te verzachten.
Omtrent de ramp op Cura9ao leest men nog het
volgende in de Tijd.
«Te midden der verwoesting had men evenwel ook
tooneelen van heldenmoed en naastenliefde te aanschouwen,
die waarlijk treilend mogen heeten. In laatstvermeld par
ticulier schrijven, gedateerd: Cura9ao 29 September 1877,
komt o. a. de volgende bijzonderheid voor:
«Wij hebben bovendien het onherstelbaar verlies te be
treuren van drie onzer goede gasthuis-zusters. Deze engelen
van liefdadigheid bedienen hier niet alleen het gasthuis en
het krankzinnigen-gesticht, maar ook het gesticht voor
melaatschen. Dit laatste is gelegen op een smalle strook
lands in zee, een rif, dat zich langs de zuid-west-zijde
van Cura9ao uitstrekt. Men had die plaats uitgekozen, om
de lijders, getroffen door de verschrikkelijkste en walgelijkste
van alle kwalen, zooveel mogelijk in de verkwikkende en
versterkende zeewinden eenige verfrissching te doen vinden.
Het gesticht werd bediend door vier zusters, die er reeds
sedert tal van jaren aan verbonden wareu, toen God op
het onverwachts hare overgelijkelijke naastenliefde kwam
beloonen, door van drie harer het bereids zoolang aan
geboden offer des levens te aanvaarden. Na nog in den
morgen van dienzelfden Zondag, waarop de verwoesting
plaats had, de H. Communie te hebben ontvangen, gingen
zij, bij het opsteken van den storm, in hare kapel God
bidden, dat Hij toch de aan hare zorgen toevertrouwde
1)
V E R Gr A. A. N!
In het jaar 1864 woonde er te Yokohama, in Japan, een zekere
Parker, die bij alle voorkomende gelegenheden eene buitengewone
belangstelling in het algemeen welzijn der aldaar gevestigde vreem
delingen aan den dag legde en zich daardoor den eervollen bijnaam:
„the Public Spirited,de behartiger van 't algemeen belang
had verworven.
Deze „Public Spirited" Parker, of P. S. Parker, gelijk hij door
al zijne vrienden genoemd werd, had ééne bijzondere liefhebberij
bij stichtte clubs. De hardloopersclub, de schaatsenrijdersclub, de
cricketsclub, de racketclub, de Itagattaclub, de Yokohama „United
Club" eindelijk, hadden allen aan hem haar bestaan te danken.
Parker bezat een niet alledaagsch talent voor organiseeren en
administreeren en zou in zijn vaderland, Engeland, een man van
bëteekenis geworden zijn, zoo bij zich de een of andere bepaalde
carrière gekozen had, waarin hij zijne natuurlijke begaafdheden had
kunnen dienstbaar maken. Dit was echter niet het geval geweest;
de „PubKc Spirited" had op jeugdigen leeftijd zijn vaderland ver
laten en, zijn zucht naar avonturen gehoor gevend, gedurende de
beste jaren zijns levens in vreemde landen rondgezworven. Hij was
in Indië, aan de Kaap de Goede Hoop, in Australië en in China
geweest, totdat het toeval hem in het jaar 1864 naar Japan deed
verdwalen.
Dit schoone, destijds nog weinig bekende land beviel hein beter
dan eenig ander, zoodat hij besloot, zich daar voor goed te vestigen.
Hij werd er na weinig tijds een algemeen bekend, bemind en geacht
man. Als ik mij niet vergis, leeft hij er tegenwoordig nog, als
eigenaar van een klein landgoed, dat de Europeesche markt te
Yokohama van boter, melk, koffie, gevogelte, vruchten en groenten
voorziet.
In de bovengenoemde „United Club" verzamelde zich eenige
jaren geleden eiken avond het meerendeel der inwoners van Yokohama.
Parker had, als secretaris van de club, een Ernnsclien kok in dienst
genomen, die een tamelijk goed diner Avist gereed te maken. Ook
kon men in de club billard spelen, een partij kegelen of in de
gelagkamer, aan het buffet, de nieuwtjes van den dag uit Yokohama
hooren, verspreiden en controleeren. Bals bij inteekeniug veertig
dansers en acht dames en feestmaaltijden werden eveneens in
de club gegeven.
Yokohama was toen ter tijd een stad, waar men zich in het ge
heel niet met voóroordeelen ophield, en de „United Club" kon dan
ook niet „exclusief" genoemd worden. De commissie ballottcerde
wel over elk nieuw op te nemen lid, maar het gebruik der zwarte
balleu scheen haar vrij wel onbekend te zijn. Iedereen die zich in
een onbezoedelden naam verheugde, kon van zijne opneming iu de
en haar zoo dierbare melaatschen zou willen sparen. Het
was toen half tien. Een oogenblik daarna sloeg de zee,
inmiddels woedend geworden, over de rif heen, greep de
keuken, de cellen en de kamers der zusters, in één woord,
hare geheele behuizing aan, tegelijk met de kapel, waarin
zij neergeknield lagen, en deed alles met zich in de diepte
verdwijnen. Alleen zuster Tecla gelukte het, zich vast te
klampen aan een groot steenblok; zij wist zich, toen de
branding terugliep, op eene hoogte te slepen en werd nu
des namiddags tegen vijf uur, dus na gedurende zeven
pijnlijke uren te midden van een woedende zee alle doods
angsten te hebben uitgestaan, nog gelukkig gered. De
overige drie waren verdwenen. Van de melaatschen echter,
wier aan de woning der zusters grenzend huis Avas blijven
staan, is er niet één omgekomen. Het gebed der zusters
was dus verhoord; niet voor zich, voor de melaatschen
alleen hadden zij gebeden, en dezen waren behouden.»
De Tijd heeft ruim f 10,000 voor Aruba ontvangen, en
opent thans eene inschrijving voor de noodlijdenden door
den storm.
Wie Zaturdag avond in Tivoli Avas, heeft weder het
talent kunnen bewonderen van de groote tragédienne Agar,
die in het vorige jaar o. a. als Camille in «les Horaces
schitterde. Het publiek was niet talrijk, dit was te betreuren,
want als één actrice een flinke opkomst verdiende, dan was
zij het.
Meesterlijk trad Agar op in *Britannicusals Agrippina,
de heerscheres, de keizerin die haar magt doet gelden, doch
ten slotte gevoelt dat zij de nederlaag heeft geleden. Zij
bragt. de vrees, de vreugde, de zegepraal, de woede en de
schrik in beeld met eene fijnheid van nuance als aan wei
nige actrices is gegeven. En wanneer ze in de slot-acte
den moord verneemt van Britannicus, nadat ze fier was op
haar zege en Junie troostte, welk een uitbarsting van woede
en wanhoop I Agar moet men gehoord hebben om de ironie
te kunnen vatten en de innige verachting die uit haar toon
en houding sprak.
Van de overige vertooners zij alleen gezegd, dat zij in
middelmatigheid uitblonken. De heer Cliatelain als Nero
had gelukkige momenten, dit zij nog even aangemerkt.
Les précieuses ridicules» werd flink vertoond. Mascarille
(Dacheux) heeft de lachspieren in beweging gebragt, hoewel
hij in het begin wat sterk chargeerde.
club verzekerd zijn. Men vond er de officieren van bet Engelsehe
en liet Eransche garnizoen te Yokohama, van den kolonel af tot
den jongs ten vaandrig, toe; de cbefs van Europeesche en Ameri-
kaansche handelshuizen, cn tevens de klerken die op de kantoren
dezer heeren Averkzaam Avnren; gezagvoerders van koopvaardijschepen
en officieren van de vreemde oorlogsbodems, die in de havens van
Yeddo en Yokohama voor anker lagen. Allen leefden cr vreedzaam
en vriendelijk met en naast elkander. Ieder vreemdeling, die te
Yokohama kwam, Avcrd allereerst naar de club gebracht, om daar
den eigen avond nog al de inwoners van Yokohama, aan Avie hij
Avenschte voorgesteld te worden, t.e leeren kennen. Yokohama was
een kleine stad, maar er heerschte met dat al géén „kleinsteedsche"
toon. Vreemde bezoekers Averden in de club niet met wantrouwende
blikken aangegaapt, maar konden integendeel onopgemerkt en on
gehinderd doen en laten wat zij Avilden, zoo lang zij zich binnen
de ruime grenzen van het reglement der club bleven bewegen.
Op zekeren avond in de maand Juni des jaars 1864 zat ik op
de liooge sopha in de billardkamer, om een mooie partij tussclien
tAvee bekAvame spelers gade te slaan, toen ik mij plotseling door
P. S. Parker bij mijn naam hoorde roepen. De „Public Spirited"
had een luide, heldere stem, en iedereen in de ruime billardkamer
kon even goed als ik hooren, Avat Parker mij te zeggen had. Het
Avas geen geheim. Parker kende dan ook over 't algemeen slechts
zulke geheimen, die hij met een gerust geweten op de hoeken der
straten had kunnen uitroepen.
„Hier stel ik u Dr. Ileinrich Günther voor!" riep hij. „Hij
heeft brieven voor u van gemeenschappelijke vrienden uit Duitsehland.
Hij is heden namiddag met de P. O. mailboot aangekomen en
kan u de nieuwste berichten uit het vaderland brengen." Daarop
verdween Parker Aveder, om straks aan het andere einde van de
club bij een ander een soortgelijke taak te vervullen.
De nieuAv aangekomene scheen min of meer verlegen, nu hij op
zulk een luidruchtige manier aan het geheele gezelschap voorgesteld
Avas; en zijne stem klonk zacht, bijna duisterend, toen hij met mij
een gesprek aanknoopte. Ik had hem vluchtig gemonsterd cn zijn
uiterlijk voorkomen bracht een hoogst aangenaraen indruk bij mij
te Aveeg.
Günther was destijds acht en tAvintig jaar oud. Ik kwam dat
eerst later te hooren. Avant hij zag er ouder uit. Hij had grijs haar
en een buitengewoon ernstig, ik mag wel zeggen zorgelijk, droevig
uitzicht. Zijne ingevallen, bruine oogen echter zagen iemand zoo
vrijmoedig en trouwhartig aan, als ik het ooit bij ecnig ander
mensch heb opgemerkt. De vergelijking, die ik hier ga neerschrijven,
is niet dichterlijk, maar zij kwam terstond bij mij op en is ook
volkomen juist: de blik van mijn landgenoot deed u denken aan
den melankolieken, schooneu blik van een trouwen hond. Günthers
voorhoofd Avas breed en edel gevormd, zijn neus misschien wat te
sterk ontAvikkeld; en hij droeg een langen vollen baard. Zijn gc-
Door de commissie voor het èxamineeren van varens
lieden te Rotterdam is het diploma van derden stuurman
toegekend aan den heer J. P. Nannings, leerling aan de
school voor de zeevaartkunde van den onderwijzer A. J.
Leijer alhier.
Aan de koninklijke fabriek van stoom- en andere
werktuigen te Amsterdam, Averd jl. Zaturdag middag ten
1 uur, in tegemvoordigheid van de ministers van Marine
en Koloniën, met het beste gevolg te water gelaten het
schroefstoomschip 4de kl. Suriname.
Zr. Ms. gepantserde ijzeren stoomvaartuig Rhenus,
gebouwd bij de Koninklijke fabriek te Amsterdam, voor
rekening van de Koninklijke Nederlandsche Marine, deed
jl. Vrijdag een eindproeftogt op het IJ. Het heeft daarbij
goed voldaan; de vaart bedroeg 71 mijl.
Dit is het tweede vaartuig van dit charter, dat voor de
Marinedienst gereed komt. Het eerste is de Isala; een
derde, de Mosa, is in aanbouw bij de Maatschappij de Atlas,
waar ook de Isala is vervaardigd.
Z. K. H. Prins Hendrik bragt jl. Vrijdag een lang
durig bezoek aan den Koninklijken grafkelder te Delft en
legde een prachtig bouquet neder op de lijkkist van wijlen
H. M. de Koningin.
Men heeft het plan gevormd te Hoorn een «West-
friesch Museum» op te rigten.
Eenige uren na de vermelde uitspraak in de zaak
van den heer Oostmeijer tegen de Amsterdamsche Omnibus-
Maatschappij is de Omnibus-Maatschappij namens den heer
Oostmeijer bij deurwaarders-exploit gesommeerd om dadelijk
immers binnen 2 maal, 24 uren, de huurder in het genot
van het gehuurde te herstellen.
Het geregtshof te Amsterdam heeft gisteren, regt
sprekende ir. booger beroep, een vonnis vernietigd der
arrondissements-regtbank te Alkmaar, waarbij P. K., land
bouwer en lid van den gemeenteraad te Westerblokker,
ter zake van diefstal van steenen, liggende op den publieken
weg tusschen Westwoud en Blokker, en behoorende aan
de administratie der zes Noordhollandsche steden, Avas
veroordeeld tot een cellulaire gevangenisstraf van drie
maanden en ontzetting van 6 eigenschapsregten voor den
tijd van tien jaren. Ëet hof heeft op nieuw regt doende
de schuld van beklaagde wel als bewezen aangenomen, maar
met ruimer toepassing van verzachtende omstandigheden,
stalte bereikte nauwelijks de gemiddelde grootte, maar zij Avas krachtig
en goed geproportioneerd.
„De heer Parker heeft u reeds gezegd, dat ik de overbrenger Aran
brieven a'oor u ben," begon hij.
„Ik heb inderdaad brieven en commissies voor u van uAven
broeder en van Eörstcr cn van Ribbeek."
In bet jaar 1864 zou eeu niet gastvrij man de zeldzaamste uit
zondering te Yokohama geAvcest zijn. Later moet daarin echter
eenige verandering gekomen zijn.
In den tijd Avaarvan ik nu spreek, kon geen vreemdeling met
goede aanbevelingsbrieven te Yokohama komen, of terstond Avërden
de huizen voor hem geopend van al degenen, aan Avie hij intro
ducties had medegebracht.
Eörster en Ilibbeck Avaren goede, oude vrienden van mij, eu iemand,
die door hen Avas aanbevolen, kon mij te Yokohama niet dan een
welkome gast zijn.
Nadat ik dus de korte, hartelijke brieven, die Günther uit een
portefeuille haalde en mij overhandigde, vluchtig gelezen had. was
het niet meer dan natuurlijk, dat ik den overbrenger uitnoodigde,
ten mijnent zijn intrek te nemen.
Günther had vermoedelijk reeds op reis naar Japan vernomen,
dat hem zulk een ontvangst te wachten stond; hij nam althans
mijne uitnoodiging zonder eenige formaliteit aan. ik bracht hem
daarop naar mijne woning, wees hem een kamer aan en stelde een
Icotzkoi - een Japansche bediende tot zijn beschikking. Daarna
liet ik zijn bagage halen, die nog op de stoomboot av.is en verzocht
hem, zooals de Avellevendheid het te Yokohama destijds over 't
algemeen meebracht, en zooals ik het ook oprecht meende, mijn
huis als het zijue te beschouAven.
Reeds weinige dagen later Avas het, alsof ik Günther al jaren
lang gekend had. Hij Avas een eenvoudig, rondborstig man. Ik
kreeg hem lief en hij schonk mij spoedig zijn vertrouwen. In den
loop der langdurige gesprekken, die ik^'s avonds met hem op de
verand ah had, vernam ik het volgende van zijne levensgeschiedenis:
Günther had zich aan de natuurwetenschappen gewijd. Hij had
te Halle en te Berlijn gestudeerd eu was met zijn diploma als
Doctor philosophiae naar Parijs getrokken, om daar zijü geluk te
beproeven. Hij had het er niet gevonden. Het Avas hem integendeel
te Parijs meestentijds zeer slecht gegaan. Nadat hij daar drie jaar
lang een soort van zigeunerleven geleid had, was hij naar zijn
vaderland teruggekeerd, om eeu kleine, weinig beteekenende erfenis
te aanvaarden. In zijn geboorteplaats had hij een jong meisje leeren
kennen en beminnenen volgens een oud vaderlandsch, burgerlijk,
onverstandig, maar niet onedel gebruik, had hij zich met haar ver
loofd, zonder er ook maar een Hauw begrip van te hebben, hoe bij
het zou aanleggen om te kunnen trouwen en vrouw en kind den
kost te geven.
(Wordt vervolgd