HËLDERSCHE NIËUWEIHEPER COURANT. 1877. N°. 146. Vrijdag 7 Decemoer. Jaargang35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. VILMA. „W ij b n 1 <1 i g e n het o e d e," Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1-30. u H franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. llnreau: MOLENPLEIN' N°, 163. Prijs der Advertentién: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Klken filonderdns vertrekt de mail naar Oost-Indlê. Laatste ligting 's avonds 6 uur. Binnenland. HELDER en NIEUWEDIEP, 6 December. In de vergadering der plaatselijke afdeeling van den Nedcrlandschen Protestantenbond, eergisteren avond in Musis Sacrum gehouden, werd door den heer dr. M. A. N. Povers, van Haarlem, eene voordragt gehouden, die tot titel voerde: Een Bijbel der menschheidVddr de pauze wees spreker op het vele verheffende en edele, dat in vele zoogenaamde heidensche godsdiensten bestaat, door eenige schoone frag menten uit de heilige boeken van Parzen, Brahmanen, Buddhisten en Chinezen te vergelijken met Joodsche zangen en profetiën en met voortbrengselen der oudste christelijke letterkunde. Flink deed spreker uitkomen, dat het Chris tendom, hoewel het niet de meeste aanhangers telt, den toets met andere godsdiensten zeer goed kan doorstaan, wat humaniteit en zuiver godsbegrip aangaat. In korte trekken werd nog de sccte der Brahmó-Samadsch en het optreden in Engeland (1870) van haar tegenwoordig hoofd Keschab Tschander Sen besproken. Na de pauze bepaalde spreker de aandacht zijner hoorders tot Lessing en diens gelijkenissen, waarbij die der «drie ringen» uit «Natlmn de Wijze» iets breeder werd behandeld. Be nieuwe vuurtoren alhier is thans gereed en de verlichting aangebragt. Ter beproeving is het licht dezer dagen ontstokenhet heeft zeer goed voldaan. Wij vernemen, dat de toren binnen enkele dagen als geheel afgewerkt, zal worden opgeleverd. De datum, waarop de oude toren buiten gebruik zal worden gesteld en vervangen, is nog niet bepaald. Blijkens een - telegram van den Nederlandschen consul- generaal te Londen van jl. Dingsdag, is bij eene Order in Council de invoer van vreemd vee in de haven van Huil, na den 10 dezer, tot nadere beschikking verboden. Doorde Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen zijn jl. Maandag avond zeer interessante proef nemingen gedaan met de telephone. Een ambtenaar der •Maatschappij was daartoe naar Zutplien gegaan, om in een 1) Naar het Frauseli van ERNEST DAl'DET. Het was nu ongeveer tien jaar geleden dat Angelique d'Anisy hart en hand geschonken had aan graaf Bernard d'Argennes, en beider geluk scheen door niets gestoord te worden. Er zijn bij het sluiten van dergelijke verbintenissen tusschen inan en vrouw dikwijls te vóél drijfveeren in 't spel, die met de liefde niets gemeen hebben, dan dat men onder de huwelijken der groote wereld er vele zou kunnen tellen, die zich in de toekomst gunstig laten aanzien. Maar het huwelijk dat wij hier op 't oog hebben, was de vruchL geweest van wederzijdsche genegenheid. l)at is de geheime oorzaak van het geluk. Angelique en Bernard waren dus gelukkig; gelukkig omdat zij elkaar liefhadden; gelukkig omdat zij hun beeld terug vonden in twee kinderen, wier lieftallighecn de bekoriugeu van hun huiselijk leven verhoogden. Hun vermogen zou hun zeer wel veroorloofd hebben, te Parijs op een onbekrompen, schitterenden voet te leven; doch zij vertoefden bij voorkeur het grootste deel van het jaar op hun kasteel Argeimes in de Ardèchc. Het beheer van eene belangrijke landbouwkundige onderneming en de bestu- deering der quaestiëu die de belangstelling van ieder ontwikkeld man verdienen, vormden in den regel Bernards dagelijksche bezig heden. Angelique wijdde elk uur haars levens ganscli en al aan haar man, hare kinderen en hare armen. De liefde voerde den boventoon bij al wat zij deed en gaf er gloed en kleur aan. De beide echtgenooten waren zeer gehecht aan hun landelijk schuilhoekje. Wanneer er overeenstemming en vertrouwen bestaat tusschen zielen, die te voren reeds door de liefde vereenigd zijn, dan vinden zij in de eenzaamheid een genot, dat er iets heerlijks en verkwikkends aan geeft. Uit dien hoofde zag men den graaf en de gravin d'Argennes dan ook zelden te Parijs. Zij kwamen er meestal in het begin van Januari en gingen tegen het laatst van Maart, ten volle verzadigd, weer heen, zoodat zij er juist lang genoeg bleven ora vroeger aangeknoopte vriendschapsbanden levend te houdoii. Zulk een leven nu had Bernard altijd voor zich verlangd en voldeed ook aan Angeliques behoeften; geen van tweeën had verder iets te wenschcn. Doch in den winter van 1874 viel er eensklaps iets voor, dat een groote stoornis te weeg bracht in dit kalme en on bezorgde leven. Op zekeren ochtend ontving Bernard d'Argennes den volgenden brief, dien hij dadelijk aan zijn vrouw voorlas: //Kasteel Schncebcrg, Kreits Olmütz, Mornvië, 8 Januari. //Waarde neef, ik ben in de treurige noodzakelijkheid u kennis te geven van een noodlottig verlies, waardoor ik een weeze geworden ben. Mijn vader is gestorven, zoo schielijk en plotseling alsof hij duor den bliksem neergeveld is, terwijl zijn leeftijd en zijne uit muntende gezondheid mij op goeden grond deden hopen, dat ik der lokalen van het stationsgebouw een der toestellen te verbinden aan den telegraafdraad, die met bet hoofdgebouw te Utrecht in gemeenschap staat. Tusschen Utrecht en Zutphen en omgekeerd, dus over een afstand van omstreeks 75 kilometers, werd, volgens het Handelsblad, duidelijk en verstaanbaar gesproken, door ver schillende personen. Daarbij is gebleken, dat eenige oefening vcreischt wordt om afgemeten en helder te spreken en vooral scherp te luisteren, waarom ook bij het ontvangen der berigten de grootste stilte noodzakelijk is. Het niet verstaan van enkele gezegden werd dan ook toegeschreven aan te weinig oefening en storende geluiden. Beroepen bij de Ilerv. gemeente te Oude Niedorp de candidaat L. Scholte. Ds. Boonacker, te Waal en Koog op Texel, komt voor op het drietal te Ivuinre. Ook op Zr. Ms. opleidingsschip Admiraal van Was- senaer te Amsterdam is de St.-Nicolaas-avond feestelijk gevierd. De jongelingen werden onthaald op chocolade en krentenbrood, terwijl de bekende goochelaar Bamberg eenige toeren ten beste gaf. Gisteren is de echtgenoote van wijlen den heer Geer Boers, te Amsterdam, die vermoed werd tengevolge van vergiftiging te zijn overleden, wegens gebrek aan bewijs van regts ver volging, uit de voorloopige gevangenis ont slagen. (N. v. d. D.) Men schrijft aan de Leidsche Crt.: «Het zoogenaamde Michiels-zomertje (Sint Michael, 29 Sept.) is dit jaar uitgebleven. Anders brengt October doorgaans, terwijl «de geele bladers vallen,» met mooijeu zonneschijn nog menigen dag lief weer. Aan November zou nu de prijs toekomen. Het heeft in die maand wel ontzettend gestormd, doch ook bedaard en zonnig weer met een bijzonder zachte weersgesteldheid heeft zij mede- gebragt. Als het niet zoo veelvuldig had geregend, liepen er nog koeijen in de weiden. Maar het gras is opgeraakt. Toch zijn de melkkoeijen nog maar pas gestald en dat wel in een tijd, waarop de boeren niets -hebben aan te merk&n. Men weet het: met Sinte Cathrijn (Sint Catha- rina, 25 Nov.) gaan de koeijen aan de lijn. Het wcêr moet erg meevallen als de koeijen «Sunterklaas-dag» nog in de wei gemolken worden; dat is een groote zeldzaam- liem nog lang zm behouden. Hij heeft, den 12den dezer maand, in mijne armen den laalsten adem uitgeblazen, tengevolge van een korte ongesteldheid, die eerst van hoogst ernstigen aard bleek te zijn toen het te laat was om er afdoende middelen tegen aan te wenden. Ik gevoelde tot mijn smart dat ik de macht niet bezat om een leven te behouden, dat ik met het mijne had willen koopen; en nu ben ik voor altijd van dien besten en teerhartigsten vader gescheiden. De slag heeft mij letterlijk verpletterd. Ik heb naar mijn dood gewenscht, en het is mij niet helder waarom en waartoe ik nog leef. Gij moet het mij dan ook niet euvel duiden, dat ik zoo lang gewacht heb met u te schrijven; ik kan geen ander excuus voor die traagheid aanvoeren dan het bittere verdriet dat mij schier machteloos maakte. Doch ik durf hopen dat gij die verontschul diging niet zult afwijzen en dat mijne nicht d'Argennes eu gij zelf deel neemt aan mijne droefheid. Vorst Malborg is gestorven gelijk hij geleefd heeftals een Christen. Bidt voor hem //Ik moet er nu wel toe overgaan, waarde neef, over mij zelve te spreken. Geheel alleen op de wereld, vrij. en onbeperkt in al mijn doen en laten, maar met het stellige voornemen om nimmer te trouwen, drijft mijn hart mij in deze bange dagen het allereerst naar u heen. Nu mij alles tegelijk ontvallen is, heb ik de liefelijke herinnering aan mijn verblijf te Parijs, van uwe weldaden, aan Angeligues vriendschap, zij, mijn goed lief moedertje van het Heilige Hart, heb ik dat alles vastgegrepen als de eenige hoop die mij voor dc toekomst rest. Ik ben gaan inzien dat ik alleen in uwe omgeving iets zal terugvinden, van wat ik verloren heb. „Ik kom dus bij u een toevlucht zoeken, althans voor zoo lang die smartelijke rouw duurt. Ik doe u dit verzoek met ecu beroep op ecu verleden, waarvan ieder uur onuitwischbaar in mijne her innering is blijven voortleven. Het is voor mij zulk een behoefte geliefd te worden en ik heb u zoo innig lief! Ik wenschte wel, Bernard, dat ik u duidelijker kon doen gevoelen, hoe iu toenemende mate mijne genegenheid voor u door mijn verstand is aangewakkerd. Ik ben nu drie eu twintig jaar. Ik behoef u dus niet te zeggen dat ik niet meer het wispelturige, onbesuisde, erg ondankbare meisje ben, waarmede gij hebt omgegaan. Mijne nicht d'Argennes zal aan mij een dankbare en hartelijke zuster hebben; voor u zal ik een trouwe vriendin wezen, en voor uwe kinderen als een tweede moeder. Ik z.al mijn best doen hun door liefkozingen en voortdurende zorgen al het goede te vergelden dat mij bij u ten deel zal vallen. Gij zult er geen spijt van hebben, dat ge goed voor mij geweest zijt, eu mij mijne smart hebt helpen dragen. Het zal voor uiij een genot zijn u lief te hebben. „Ik wacht met ongeduld uw antwoord af, beste neef, om van hier te kunnen gaan. Dit oude kasteel, waar de dood zoo onver hoeds is binnengedrongen, ziet er zeer somber uit sedert de wel bekende stem van hem dien ik beween er zich niet meer laat hooren. Ik omhels Angeligue. Ik verzoek haar mijner indachtig te zijn bij onze eerwaarde moeder van het Heilige Hart, die ik niet vergeten beid. Daarom is het dan ook vetpot bij de boeren, als dat gebeurt, waarbij de toebereide «Sunterklaas-melk» zich best. laat smaken en er in het geheel niet op een snijkoek gezien wordt. De koolboeren doen dit najaar beste zaken, al zag het er in den voorzomer zoo treurig voor hen uit. Met glans komt nu overal de bloemkool, die zoo blank als hagel gehakt wordt, van het veld binnen en een menigte schepen ook uit zooveel andere oorden des vaderlands, vervoeren maar altijd door verschillende soorten van zeer groote kool.» Een jeugdig milicien te Leeuwarden is, naar men zegt, door zijne kameraden uit eene zoogenaamde aardig heid dronken gemaakt. De overigens fatsoenlijke jongeling is althans erg beschonken tehuis gekomen en... 's morgens dood in zijn krib gevonden. Voor eenige dagen, schrijft de Hoogev. Cour., werd een gezond en flink koebeest van een landbouwer te Alteveer plotseling ongesteld en hevig benauwd; blijkbaar had het iets ingeslikt dat in de keel bleef zitten. Op raad van den veearts besloot men eindelijk het beest te slagten, en toen bleek het dat een stekelbaarsje bij het drinken uit de vaart in de keel was geschoten. Eene bijdrage tot de veiligheid, waarmede men per Spaansche post brieven kan verzenden, wordt geleverd door het feit, dat de correspondentie van Koning Alfonso zelfs niet meer geëerbiedigd wordt. Men is namelijk tot de ontdekking gekomen, dat drie brieven van don Vorst aan zijne nicht de infante Mercedes de Montpensier, met wie bij eerstdaags in het huwelijk zal treden, onderschept zijn. Reeds is een onderzoek ingesteld en zijn 3 a 4 ambtenaren der posterij in arrest genomen. In een koffijliuis kwam iemand, die de gewoonte had bij het betalen aan liet buffet eenige klontjes broodsuiker in zijn zak te steken. »Te veel suiker is ongezond!» zei de jufvrouw. «Ik heb een hekel aan mijn leven!» ant woordde de snoeper. Benoeming-en, enz. Mot ingang van 1 Jan. a. s zijn benoemd: tot sluismeester, waarnemend havenmeester aan de Willemsluizen op het NoordholL kanaal, de lieer 11. van de Velde Smit, thans sluisnieester op het kanaal door Yoorne te Ilellevoetsluis; tot sluisnieester op laatstge noemd kauaal de heer M. P. Brants, te Volleuhove. heb, en mij aan te bevelen in hare gebeden. Ik blijf mijn leven lang uwe toegenegen nicht, „Vilmn Malborg." Na de lezing van dien brief raadpleegde Bernard d'Argennes zijne vrouw met ceu enkelen blik. Gewoon als zij was zijne gedachten in zijne oogen te lezen, begreep zij zijne weifeling en zijne heimelijke onrust. Zij beantwoordde zijn vragende» blik op afdoende wijs: Zij moet terstond komen. Dat zal een zware taak voor ons zijn, hernam hij, om een meisje van drie en twintig jaar, schoon als een engel of als een duivel, althans wanneer zij geworden is wat zij beloofde, te be schermen, te bewaken, te leidenTe troosten eenvoudig, merkte mevrouw d'Argennes hiertegen op; Vilma Ï3 geen kind meer, zij is een vrouw die zeer wel zichzelve regeeren eu zelve de verantwoor delijkheid harcr daden dragen kan. Haar fortuin en hare schoonheid zullen weldra tal van aanbidders doen opdagen. Onze eenige plicht, na haar getroost te hebben, zal dus zijn om uit dezen er één te kiezen die haar past. Schrijf haar terstond dat zij op reis kan gaan, dat wij haar afwachten en dat zij bij haar neef twee harten zal vinden om haar lief te hebben. Daar Bernard haar nog zwijgend bleef aanzien, voegde zij er bij Wij hebben geen vrijheid om haar brief met een weigering te beantwoorden. Eu bovendien, het zou al zeer zonderling moeten loopen als deze goede daad ons onheil berokkende. Bernard vereenigde zich met de zienswijze zijner vrouw en zond aan mademoiselle Malborg een schrijven, waarin haar verzoek werd toegestaan. In antwoord op dien brief ontving hij in het begin der volgende week uit- Olmütz een telegram van dezen inhoud „Ik kom binnen drie dagen te Parijs." Om den lezer op de hoogte te brengen van wat graaf d'Argennes zoo met zorg vervulde en hem voor te bereiden op de gebeurtenissen die thans volgen, is het noodig hem terug te voeren naar het ver- ledene en hem niet een paar woorden de geschiedenis te verhalen van de personen, die hier zullen optredeu. Iu het jaar 1852 werd dc aanzienlijke post van raadsheer bij het Oostenrijksche gezantschap te Parijs door zekeren Vorst Malborg bekleed. Deze Vorst, gesproten uit een oud Moravisch geslacht, had toen den leeftijd van vijf en dertig jaar bereikt; hij bezat een groot vermogen, een innemend uiterlijk, en bovendien al die hoe danigheden van geest en hart, die iemand bemind maken en overal waar hij komt hem blijvende genegenheden en hechte vriendschap doen verwerven. Als trouw bezoeker van de hooge kringen, kwam hij daar dikwijls in aanraking met mademoiselle Gcneviève d'Eternay, tweede dochter van wijlen den markies d'Eternay en jongste zuster van de gravin d'Argennes, Bernards moeder. Schoon zij reeds lang den leeftijd bereikt had om te kunnen trouwen, had Geneviève, in plaats van zich te laten overhalen door het huwelijksgeluk harcr oudste zuster en daarin een aanmoediging

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1