HËLDIÜiSflIË
EN NIEIIWEIHËPËII ('OI R INT.
1878. N°. 3.
Zondag 6 Januarij.
Jaargang 36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
BEKENDMAKING.
Binnenland.
„W ij huldigen
het goede."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdng namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
nu franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. B A IC K E B Cz.
Uur eau: MOLENPLEIN N°. 103.
Prijs der Advertenticn: Van 11 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag verlrekt de mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
l)e VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER
brengt ter openbare kennis, dat DE RAAD ZAL VERGADEREN
op DINGSDAG den 8 JANUARIJ aanstaande, des
AVONDS ten ZEVEN ure.
Helder, De Voorzitter voornoemd,
den 5 Januarij 1878. STAKMAN BOSSE.
punten ter behandeling
1. Aanbeveling leden plaatselijke Schoolcommissie.
2. Verzoek om ontslag van een hulponderwijzer.
3. Brief omtrent de besluiten tot heffing van belastingen.
4. Brief aanvulling reglement Weeshuis.
5. Wijziging der politie-verordening op de wegen.
HELDER en NIEUVVEDIEP, 5 Januarij.
Aan boord der mailboot Koning der Nederlanden, welke
lieden namiddag van bier naar Oost-Indië is vertrokken,
bevinden zicli o. a. de volgende passagiers:
P. Spanjaard, kapt. der mariniers; R. Wijmans, luit.
ter zee 1ste kl.H. Vreedenberg, J. A. H. Beek, C. F.
A. Gregory, G. M. Titsingli, J. S. van Drooge, W. II.
Souman, J. van den Bosch, jhr. J. B. Ortt, A. Seret,
J. A. Borel en jhr. J. F. Coertzen de Koek, luits. ter
zee 2de kl.; G. F. Tydeman, J. H. van Hoogstraten, R.
O. J. Verschoor, A. C. Zeeman, J. M. P. Kluit, W. J.
Colien Stuart, J. M. Phaff, P. C. Swaan en H. Flaes,
adelborsten 1ste kl.; A. Vermeulen, off. van adm. 3de kl.;
C. Visser, T. R. Rijkers, II. Courlander, A. Bruch en
A. Noltee, machinisten 1ste kl.; M. J. Schenk, A. P.
Staalman, J. N. de Klerk en II. A. Leeflang, machinisten
2)
DE FAMILIE JOYEUSE.
(Uit den nieuwen Roman L E NABAB, van
Alphonse Daudet.)
(Feroolr/.)
In een opgeruimde stemming gebracht door zijn droombeeld, door het
mesterende vuurtje in de achtereenvolgende bureaux, met hun parket-
/loeren en hun tralievensters, waar altijd een bescheiden daglicht
heerschte, waar men de goudstukken kon tellen zonder zich op den glans
blind te staren, groette de heer Joyeuse minzaam dc andere bedienden,
trok zijn kantoorjasje aan en zette zijntluweelen mutsje op. Eensklaps
de telephone was nog onbekend werd er door desprcekbuis van boven
gelloten; en toen de boekhouder zijn oor aan het mondstuk hield,
hoorde hij dc groffe en slcepende stem van Hemerlingue, den
eenigen, den echten Hemerlingue, de andere, de zoon, was
altijd afwezig, die naar den heer Joyeuse vroeg. Wat! Duurde
zijn droom dan nog voort?Hij gevoelde dat hij zijne aan
doeningen bijna niet meester was, liep de kleine binnentrap af, die
hij zoo even nog zoo goedsmoeds was opgegaan, en bevond zich in
het kabinet van den bankier, een klein vertrekje, doch zeer hoog
van verdieping, alleen gemenbeleerd met groene gordijen en ver
bazend groote lederen leuningstoelen, die berekend waren op de
vervaarlijke corpulentie van den chef des huizes. Daar zat hij nu
aan zijn lessenaar, zoo dicht er voor als zijn buik hem toeliet; dik
als een ton, hijgende naar zijn adem, en zoo geel dat zijn bolrond
gelaat met den haviksneus, sprekend gelijkende op den kop van een
vette, zieke uil, als een smeerkaars glom en blonk in dit sombere
en half donkere kabinet. Een dikke Moorsche koopman, beschim
meld in de vochtigheid van zijn kleine kluis. Onder zijn zware
oogleden, die hij met moeite omhoog hield, fonkelde even een
zonderlinge blik toen de boekhouder binnentradhij gaf hem een
wenk om naderbij te komen, en langzaam, op zijn gemak, telkens
rustende om adem te scheppen, zeide hij, in plaats vanMijn
heer Joyeuse, hoeveel dochters hebt gij? het volgende:
Joyeuse, gij hebt u veroorloofd, op het kantoor een oordeel
te vellen over onze laatste operatiën op de Tunische markt. Ge
behoeft u niet te verdedigen. Wat gij gezegd hebt, is mij woord
voor woord overgebracht. En daar ik zoo iets niet kan gedoogen
in den mond van een mijner ondergeschikten, geef ik u keunis dat
met het einde der loopende maand uwe betrekking hier zal ophouden.
Een golf bloed vloog den boekhouder naar het hoofd, stroomde
weg en kwam weder terug: telkenmaal met een vreemd gesuis in
zijn ooren gepaard gaande en met een storm van gedachten en
beelden in zijn brein.
Zijne dochters
Wat moesten zij beginnen?
Het is zoo moeielijk, om dien tijd van 't jaar een betrekking te
vinden.
De ellende grijnsde hem aanen tegelijk zag hij in een visioen
een ongelukkige, die Hemerlingue te voet viel, die hem smeekte,
hem dreigde, hem in een vlaag van wanhopige woede naar de keel greep. Al
die verschillende aandoeningen gleden over zijn gelaat als een wind
die de oppervlakte van een meer rimpelt en er allerlei soorten van
3de kl.; T. E. Akkermn". H. L. E. van der'Brugh,
W. Boer, A. Sizoo en J." TI. van Dijkerhof!, machinist
leerlingen 1ste kl.
Gisteren nacht is een marinier, die, zoo als men meent,
in staat van dronkenschap verkeerde, in het Ilcldersche-
kanaal geloopen en verdronken; men heeft met dreggen
zijn lijk gevonden.
Tot 2den onderwijzer aan het Instituut voor Blinden
te Amsterdam is benoemd de heer G. Evers, hulponder
wijzer bij de openbare lagere scholen alhier.
Gedurende het jaar 1877 zijn voor de ligting der
nationale militie van 1878 in deze gemeente ingeschreven
199 personen.
De officier-machinist, der Marine A. Jongkees is o. a.
benoemd tot lid der Commissie van examen, ter verkrijging
van een diploma als stuurman, aan boord van koopvaardij
schepen.
Voor het in den loop der maand Maart a. s. te
's Hage te houden examen van onderofficieren zijn 40
officiersplaatsen opengesteld, waaronder 2 voor liet examen
2de soort. Tegelijkertijd zal er een officiers-examen zijn
voor het Indische leger, waarvoor geen aantal plaatsen
is bepaald.
Bedankt voor het beroep naar de Herv. gemeente te
Alkmaar door ds. B. J. Swaan, predikant te Breda.-
Men schijft ons van Texel, dd. 3 dezer:
„Met zekerheid kunnen wij vermelden, dat op liet einde
van het vorige of' bij het begin van dit jaar door de
navolgende leden der Hervormde kerk aan den Burg het
lidmaatschap aan den kerkeraad is opgezegd: den heer
A. P. Koorn en echtgenoote, de heeren II. R. de Holl Jr.,
C. C. Kuiper, K. II. Plavier, mevr. LomanKievit, mej.
A. Plavier en mej. G. BakkerEelman.
Reeds vroeger is een dergelijk ontslag ingediend door
onderscheidene leden, evenals de bovengemelde alle behoo-
rende tot de notabelsten dezer kerk, en zien wij met leed
wezen, dat onze vrees, dat die gemeente door al het
bewegelijke kolkjes in groeft; maar hij bleef stom; liij bleef op de
zelfde plaats staau en op een teeken van den patroon, dat hij heen
kon gaan, sloop hij wankelend naar boven, om zijn werk aan dc
kas voort te zetten.
's Avouds, toen hij weer in de ltue Saiut-Fcrdiuand kwam, zeide
de heer Joyeuse aan zijne dochters geen woord van wat er voor
gevallen was. llij durfde niet. De gedachte, dat hij een donkere
schaduw zou moeten werpen op die onbezorgde vroolijkheid, die
kleur cn leven aan het geheele huis g.if; dat hij die lieve, heldere
oogeu met groote tranen zou moeten vullen, kwam hem onver-
dragelijk voor. Daarbij was hij vreesachtig cn zwak; een van die
meiisclien die altijd zeggen„Laten wij nog eens tot moigen
wachten." Hij wachtte dus, alvorens van iets te spreken, eerst tot
de maand November ten einde was, in de flauwe hoop dat Hemer
lingue nog tot andere gedachten-zou komen; alsof hij den taaien
wil van dien vetklomp in zijn gouden vacht niet beter kende!
Later, toen zijn traktement hem was uitbetaald, en een ander boek
houder zijn plaats had ingenomen voor den hoogen lessenaar, waar
aan hij zoovele jaren had staan werken, hoopte hij weldra iets anders
te zullen vinden, en zoo zijn ongeluk te kunnen herstellen voor dat
hij verplicht was het aan den dag te brengen.
Eiken morgen hield hij zich alsof hij aanstalten maakte oin naar
zijn kantoor te gaan, cn liet hij zich oudergewoonte afborstelen en
tot aan de trap uitgeleide doen, met zijn groote loeren brievendoos
onder den arm, voor de talrijke avond-commissies. Hoewel hij er
opzettelijk eenigen van vergat, met het oog op zijn onzekere positie
aan het einde der maand, ontbrak hein nu niet meer de tijd om
ze te doen. Hij kon vrij beschikken over zijn dag, een lange,
eindclooze dag, dien hij doorbracht met heel Parijs af te loepen om
een betrekking te vinden. Men gaf hem tal van adressen en uit
stekende aanbevelingen. Maar in die nare maaud December, met
haar koude en korte dagen, als ieder het hoofd vol heeft van geld
zaken en geldzorgen, leeren de bedienden geduld oefenen en de
patroons ook. Iedereen doet zijn best oin het jaar kalmpjes te
eindigen en stelt tot de maand Januari, tot na dien groeten sprong
van den tijd naar een volgenden mijlpaal, alle veranderingen, alle
verbeteringen, alle nieuwe verbintenissen uit.
Oveial waar de heer Joyeuse zich aanmeldde, zag hij eensklaps
de gezichten betrekken zoodra hij met- het doel van zijn bezoek
voor den dag kwam. „Hé! is u niet meer bij Hemerlingue Zion?
Hoe is dat zoo gekomen?" llij verklaarde het gebeurde zoo goed
mogelijk als een gril van zijn patroon, dien akeligen Hemerlingue,
dien heel Parijs kende; maar er lag een zekere koelheid, iets wan
trouwends, in het eentonige antwoord: „Kom na de feestdagen
nog maar eens aan." En, beschroomd als hij reeds was, eindigde
hij met zich nergens meer aan te melden, met twintig maal dezelfde
deur voorbij te loopen, waarvan hij zeker nooit den drempel zou
hebben overschreden zonder de gedachte aan zijne dochters. Dat
alleen joeg hem rusteloos voort, stak hem ceu hart onder den riem,
dreef hem op een cn deuzelfden dag vau het eeue naar het andere
einde vau Parijs, naar de onbestemde adressen die hem door zijn
collega's waren opgegeven, naar Aubervilliers, in een groote been-
zwartfabriek, waar men hem drie dagen achtereen voor niets liet
weerom komen.
O, nu kende hij ze: die lange tochten door regen en sneeuw;
daarin gebeurde niet in bloei zou toenemen, niet ten
onregte bestond.
Waarlijk, de toekomst dier gemeente is niet schitterend I'
„4 dezer. De betrekking van voorzanger eu lezer in
liet kerkgebouw der Herv. gemeente aan den Burg, tal
van jaren vervuld door den alom geacliten lieer W. Brouwer,
is met liet einde van bet vorig jaar door hem nedergelegd.
Door den kerkeraad is daarop met meerderheid van
stemmen in zijne plaats benoemd de beer* Jan Visser, aan
den Burg, die dan ook op den eersten dag van het aan
gevangen jaar als zoodanig voor de eerste maal optrad."
In liet' jaar 1877 zijn te Anna Paulowna geboren
72 jongens en 67 meisjes te zamen 139, overleden zijn
73 personen, waarvan 38 van bet mannelijk en 35 van het
vrouwelijk geslacht. In de gemeente hebben zich geves
tigd 221 personen en haar verlaten 368 personen.
In de eerste jaren na de vestiging der gemeente 'is liet
bevolkingscijfer sterk geklommen, de laatste drie jaren is
het weder langzamerhand achteruit gegaan. Bij hare vesti
ging, op 1 Augustus 1870, telde de gemeente 2080 zielen
tegen 2924 op 31 December 1874 en op 31 December jl.
2669 tegen 2750 op 31 December 1876in bet afgeloopen
jaar dus eene vermindering van 81 personen. Deze ver-v
mindering is echter alleen waar te nemen in de eerste
5 maanden van het jaar, de overige 7 maanden stoncl liet
aantal ingekomen en vertrokken personen ongeveer gelijk; I
de beide vorige jaren was de vermindering over alle
maanden bijna gelijkelijk verdeeld.
Het getal der huwelijken bedroeg 23, dat der eclit- j
scheidingen 1. Naar de verschillende godsdienstige gezind-
heden is de bevolking verdeeld als volgtNcderd. Her
vormden 2016, Evang. Lutherschen 16, Herst. Lutherschen 4
Doopsgezinden 160, Remonstranten 2, Christelijk Gere!^
meerden 155, Roomsch Catholieken 315, B. Clezefij'ï.
In het jaar 1877 zijn te Wicringenvaard geboren 25 jon
gens en 21 meisjes, te zamen 46 overleden zijTi 19 personen
waarvan 11 van liet mannelijk en 8 van liet vrouwelijk
dat komen voor een gesloten deur, als de patroon uit was of
iemand bij zich had; die schoone beloften, die in een oogenblik in
rook vervlogen; die verijdelde verwachtingen; de zenuwachtige
gejaagdheid tengevolge van de voortdurende spanning; de vernede
ringen waaraan iedereen bloot staat, die om werk vraagt, alsof het
schande was geen werk te hebbende heer Joyeuse kende thans al
die verdrietelijkheden en leerde nu bij ervaring dat ook dc grootste
geestkracht, de beste wil, verslagen en machteloos wordt tegenover
de taaie volharding van den tegenspoed. En ge kunt denken dat
de bange folteringen van „iemand die een betrekking zoekt" r.og
vertienvoudigd werden door de visioenen van zijn verbeelding, door
de spookgestalten die voor zijn zielsoog tusschcn de steenen der
Parijsche straten opdoemden, terwijl hij zé® in alle richtingen
doorkruiste.
Een hecle maand lang was hij een van die beklagenswaardige,
in zich zeiven* pratende, gesticuleerende wezens op dc trottoirs, wien
elke botsing met andere menschcn een uitroep als in den droom
ontlokt: „Ik had liet. wel gezegd," of „ge behoeft er niet aan te
twijfelen, mijnheer." Men gaat ze voorbij: men moet er bijna om
lachen," zoo men niet met medelijden vervuld werd over de onuoozel-
heid van dis ougelukkigcn, die beheersclit worden door een idéé fixe,
van die blinden die door een visioen voortgeleid en als met on
zichtbare koorden getrokken worden, liet vreeselijkstc was, dat
na die lange, wreede dagen van werkeloosheid en afmatting,
wanneer de lieer Joyeuse te huis kwam, hij do rol moest spelen
van iemand die zijn dagtaak had vervuld; dat hij dan moest ver
tellen wat er dien dag zoo al gebeurd was, wat hij voor nieuws
gehoord had, de gewone kantoorpraatjes die hij altijd trouw a ui de
meisjes overbracht.
In zulke kleine huishoudens is er altijd een naam, die veel-
vuldiger voorkomt dan anderen, die men aanroept in bange
dagen; die zich mengt in alle wenschen, in alle er waeh tingen,
zelfs in het spel der kinderen, die reeds van de beteekenis van
dien naam doordrongen zijn; een naam die in liet gezin de plaats
bekleedt van een helpende Voorzienigheid, of liever, van een
geineenzamen cn bovennatuurlijken huisgod, liet is de naam van
den patroon, van den fabrickdirecteur, den grondeigenuar, den mi
nister, in één woord van den man die het geluk, het bestaan van
liet gezin in zijn hand heeft. Bij de Joyeuscs was het Hemerlingue,
altijd Hemerlingue, tieu-, twintigmaal op één dag genoemd iu de
gesprekken der meisjes, die hein betrokken in al liaar plannetjes,
tot iu de kleinste bijzonderheden van haar vrouwelijke luchtkisteelen
„Als Hemerlingue maar wilde.... Dat hangt alleen maar van He
merlingue af." En niets zoo aardig als de vertrouwelijke loon
waarop de meisjes babbelden over dien dikbuikigen geldzak, dien
zij nooit gezien hadden.
Men vroeg hoe hij het maakteIlad Pa hem gesproken?
Was hij nog al in zijn humeur?Zjo hebben wij allen, allen
zooals we zijn, zoo nederig, zoo gekromd als liet noodlot ons houdt,
altijd nog beneden ons van die arme schepsels, nog nederiger eu
dieper gebogen dan wij, voor.-wie wij groot, voor wie wij goden
zijn, en dus ook, in onze hoedanigheid van goden, onverschillig,
hondseh of wreed.
Men kan zieli de martelingen van den heer Joyeuse voorstellen,
als hij genoodzaakt was allerlei voorvallen en aneedoten te verzinnen