aan de belangen, der dieren gewijd, wordt gemeld dat hel
Nederlandse!), toevlugtsoord voor noodlijdende dieren, sedert
deii 15 Oetober jl. te 's Hage geopend, volkomen beant
woordt aan zijne bestemming. Ultimo December waren er
successievelijk 100 honden en 20 katten opgenomen; het
meèrendéel dezer dieren, zegt het verslag verder, is goed
geplaatst, dc overige zijn afgemaakt.
Omtrent- den toestand van de twee weesmeisjes in
het armweeshuis te Middelburg, die jl. Zaturdag bij ongeluk
door een geweerschot, getroffen werden, meldt de Middelb.
Crt., dat zich eenige gunstige verschijnselen voordoen. De
eene, die aan het hoofd werd gewond, schijnt buiten gevaar
te zijn. Ook de andere, die in de borst getroffen werd,
had'iets minder koorts en leed minder pijn, doch omtrent
den vermoedeiijken afloop valt nog niets met zekerheid te
zeggen.
Een 20tal schapen van den landbouwer D. v. d. Werf,
te Workum, zijn dezer dagen min of meer deerlijk gehavend
de meesten van de ooren beroofd, velen aan borst en keel
vrij ernstig gewónd, terwijl een tweetal letterlijk is ver
scheurd. Van twee naburige eigenaars is een 4tal schapen
verminkt, waarvan een gedood. Een schaap werd zelfs
aan .de overzijde van een wijd kanaal teruggevonden. Dit
alles wordt op rekening gesteld van een bond!
lil Semper Virens wordt gewezen op een maatregel
tegen het beschadigen van appels door insecten. Zoodra
de appel de grootte beeft van een hazelnoot, snijde men
met een scherp mes de kelk, die dan nog uitpuilend is,
weg. De appel vvordt dan grooter van stuk en staat veel
minder aan verrotting bloot- Zij heeft dan geen klokhuis.
Zeer dikwijls is gewezen op het storende, om geen
ander woordte gebruiken, van het applaudisseren en
terugroepen van de artisten, 'tzij tooneelspeler, 't zij zanger,
als zij na een treffend tooneel of heerlijken roerenden zang
het tooneel verlaten. De heer .T. H. de Beer heeft, aan
deze gewoonte in 't jongste nomrner van het Nederlandsch
Tooneel' een artikeltje gewijd. Hij noemt het een Icunst-
onteerend gebruik, den kunstenaar als bewijs van waar
deering een-, twee-, ja zesmaal terug te laten komen en
als een Japansche duikelaar voor "t publiek te laten buigen.
„Arme kunstenaar roept hij uit gij meendet dat
het- publiek met u meeleefde, met u medeleed, en... het
publiek vond alleen, dat gij u zoo natuurlijk kondt aan
stellen/'
„Wilt gij een bewijs léveren voegt de heer de B.
nog het publiek toe dat gij de kunst waardeert (en
begrijpt, in de eerste plaats), houd u dan stil eii verstoor
den indruk niet, clien het spel, op u gemaakt beeft. Wilt
gij 't bewijs leveren, dat de kunst u na aan 't harte ligt,
dat ze n meer is dan een goochelpartij, meer dan een
hond, die door een papieren hoepel springt? Wilt gij
toonen, dat Agar, Nevifle, Ristori, Rossi, Faure of wie
anders ook, voor u hooger staan dan „L'honime Obus,"
bisseer uzclven dan en zie hetzelfde stuk "bij herhaling.
Dat bewijst, dat ge de kunst waardeert. Maak er u dan
niet af met een praatje: „Dat stuk heb ik al gezien,"
hetwelck is overgheset synde: „Ik weet al, boe ze mekaar
krijgen, en daar was 't me maar om te doen."
„En wilt gij bewijzen, dat gij den kunstenaar waardeert?
Scheep hem of haar dan niet'af met wat handgeklap.
Zend eens een mooi cadeau als blijk van waardeering en
erkentenis! Noodig hem of haar aan uwen disch; toon
daar, dat ge vereerd zijt met zijn bijzijn.
kleinen botaniseer-trommel, clien hij voor haai' had laten maken.
Meestal sproiig ook cle groote hond naast hen voort; soms echter,
wanneer de hemel met nevelen bedekt was, wanneer de lucht stil,
als heimelijk drooinend, over de heide hing en het woud als een
schemerend geheim lokte, dan werd de ruigharige metgezel, als hij
met hen de huisdeur uitstormde, volgens stilzwijgende overeenkomst
door hpn teruggejaagd; haastig sloegen zij dan de zware tuinpoort
achter zich dicht en hadden geen ooren voor het huilen en blaften,
dat hen van achter den hoogen muur bleef volgen. IJlings stapten
zij voort, en eindelijk tu.sschen bosch en heide bereikte het hen niet
meer. Niets verstoorde de buitengewone stilte om hen heen, clan
van tijd tot tijd het geschuifel van een slang of in de verte het
breken van een dorren tak; in het loof verscholen zaten de vogelen
met dichtgevouwen vleugelen hingen de vlinders aan de struiken.
Aan den zoom van 't woud waren thans, in zeldzame»' overvloed
de donkerroode boschrozeu ontloken. Als clan zoo van alle kanten
de heerlijke bloemengeur hen omringde, vatten zij elkaar soms bij
de hand en sloegen sprakeloos cle glinsterende oogen tot elkander
op. Zij ademden de lucht der wildernis iu; zij waren de eenige
mensclièu, man en vrouw, in deze dróomende wereld.
-- Eens, na een lange wandeling, toen de zon brandde en
reedsloodrecht hare middagstralen neerzoud, waren zij onverwacht
aan den rand van het woud gekomen. Zacht, oploopend, breidde
een onafzienbaar korenveld zich voor hen uit; het was in den bloei
tijd der rogge; nu en dan woeien er lichte nevelwolken over heen;
tot aan den horizont zag men niets als cle lichte golving van die
blauwzilvereu zee.
Daar klonk van verre het geklep van een klok; ver achter hen,
uit den omtrek waar het kasteel moest liggen; als een roepstem
klonk het door de stille middaglucht, en als aangetrokken door die
stem, liep -Franciska het golvende, arenveld in, terwijl Itichard, tegen
een beukenstam geleund, haar nazag. Al verder en verder
liep zij;, het wuifde en kronkelde om haar heen; en al
verder en verder zag hij haar hoofdje over de onbekende zee
drijven. Daar viel het hem plotseling in, dat zij door de
een of. andere geheimzinnige macht voor hem zou kunnen ver
loren gaan. Wat kon er niet op den onzichtbare» grond liggen,
dien hare kleine voetjes thans drukten? Misschien was liet niet
bloot een fabel, dat „oogstkind," waarvan oude menschen weten te
vertellen, dat dengene, die het iu 't koren zag liggen, het licht uit
de oogen rooft! Er loert immers zoo velerlei kwaad om onze hand
of onzen voet te grijpen en ons dan in de diepte te trekken.
„Fransje!" riep hij; „Fransje!"
Zij draaide'het hoofd om. „De klok!" riep zij. terug. „Ik wou
maar weten, waar die klok luidt!"
„Dat is niet voor ons, Fransje, dat is de middagklok op liet
kasteel!"
Zij keerde zich om en kwam terug. Hij sloot haar hartstochtelijk
in zijne armen. „Weet ge niet dat het gevaarlijk is, zoo ver inliet
korenveld te loopen?"
„Gevaarlijk?" Zij zag hem glimlachend doch vol verwondering
aan. Daarna keerden zij naar hun bosch.terug.
Wordt vervolgd.)
Kunt ge dat niet, wilt ge dat niet, of... durft ge dut
niet, omdat ge niet weet, wat de menschen er van zullen
zeggen
„Dc verstandigen zullen n prijzen, en hoe de dwazen
er over denken, kan een zoo verstandig man, als gij zijt,
niet schelen! Hun gedrag? Hoe weet u daar wat van?'
Men zegt zoo iets? Weet u of 't waar is? Weet u wel,
wat ze van u zeggen? Als de kunstenaars dat hoorden,
zouden zij misschien ook niet met u willen omgaan.
„En ge ontvangt den heer A. zoo beleefd, die driemaal
per week dronken is van onbetaalden wijn en driemaal
van wijn als schuimlooper gekregenEn ge ontvangt B.,
die rijk werd door zwendelarijEn O., wiens vrouw weg
kwijnt van verdriet... om hem! En D., E., F. en zooveel
anderen, die uwe goede vrienden lieeten, die alleen veel
meer kwaad mogen doen, omdat ze meer geld hebben, dan
zij, met wie gij niet duiift omgaan!
„Ga been, schaam u en verbeter u
Uit Japan wordt gemeld, dat twee oorlogschepen,
cle Seiki en de Kuwam, in Japan gebouwd en uitgerust,
met Japanners bemand en door een Japanner gekomman-
deerd, eerlang zee zullen kiezen, om een proeftogt te
ondernemen in de Middellauclscbe zee.
In de algemeene vergadering der vereeniging tot
bescherming van dieren, in de Rijnprovincie en Westfalen,
die ruim 3000 leden telt, zijn drie punten behandeld: cle
muilkorf, het slagtmasker en het vervoer van vee. Men
achtte het onraadzaam, de honden ten allen tijde een muil
korf te doen dragen, daar de ondervinding heeft geleerd,
dat het voor de dieren eene kwelling en voor de eigenaars
een last is, zonder dat bet iets ter vermindering der honds
dolheid afdoet. In Beïjeren is bet verpligt voortdurend
gebruik van den muilkorf in 1875 in zoover opgeheven,
dat het alleen geldt voor groote kwaadaardige honden en
slechts dan algemeen verpligtend is, wanneer er zich een
geval van hondsdolheid heeft voorgedaan. Zoowel daar als
t.e Londen en Weenen is de dolheid niet toegenomen sinds
het verpligt voortdurend gebruik ls afgeschaft. Het bestuur
der Vereeniging bad in dien zin aan de veeartsenij kundige
commissie een adres gezonden, waarop de vergadering thans
hare goedkeuring verleende. Omtrent de zaak van het
slagtmasker werd geconstateerd, dat er eene circulaire met
eenige vragen betreffende het gebruik van dien toestel naar
een groot aantal gemeenten is verzonden, waarop uit 129
plaatsen antwoorden zijn ontvangen, waaruit o. a. bleek
dat liet masker in 7 steden verpligtend is gesteld, terwijl
het in 37 andere steden onverpligt in gebruik is genomen.
Op 9 plaatsen hebben de proefnemingen een gewenscht
resultaat opgeleverd, zonder dat bet masker er is inge
voerd. In 14 steden heeft men er nog niet. van willen
hooren en slechts in éóne stad, Elbing, had de proef een
ongunstig resultaat opgeleverd. Op sommige plaatsen, vooral
te Kcnlen, vond liet, masker bij de slagters veel bijval,
maar overal elders had men van hunne zijde met veel
tegenwerking te kampen. Wat het nieuwere, zoogenaamde
schietmasker, betreft, daartegen bestonden gegronde bezwaren,
zóówel wegens de werking van het schot op het dier als
wegens gevaar voor den slagter. Na overweging van dit
een en ander werd besloten, de nooclige stappen te doen
ter algemeene invoering van bet verpligt gebruik van
het slagtmasker. Over het derde punt, het vervoer van vee,
heeft slechts eene korte gedachtenwisseling plaats gehad.
Verscheidene Duitsche Vereen ïgingen van dierenbescherming
hebben zich tot de Rijkskanselarij gewend, met verzoek om
vaststelling van maatregelen op alle spoorwegen van het
veetransport, en naar liet oordeel der vergadering was de
zaak thans in goede handen. De Rijkskanselarij toch heelt
zich te dier zake reeds tot de Kamers van koophandel gewend,
terwijl inmiddels de Kamer te Keulen met den voorzitter
der Landhuishoudkundige Vereeniging in overleg is getreden,
die alsnu de veehandelaars tot eene algemeene vergadering
heeft bijeengeroepen, ten einde hun gevoelen te vernemen.
In de N. Iiott. Crt-. komt de volgende advertentie
voor: „Theatre Alhambra, Korte Hoogstraat, No. 28.
Extra geëngageerd voor slechts eenige dagende familie
Harper, die het regterbeen in den burgeroorlog van Amerika
heeft verloren cn slechts met een been horlepijp, schaatsen
rijden en dansen, even zoo goed als met twee beenen, met
medewerking van verder personeel."
Die „familie" met een been zal ongetwijfeld publiek trekken.
Benoemingen, enz.
Aan den heer J. C. F. baron van Heerdt is, op zijn verzoek,
met ingang van 1 Febr. a. s., eervol ontslag verleend als burge
meester van Iiof van Delft, en aan den heer mv. E. de Wendt is,
mede op verzoek, met ingang van dien datum een eervol ontslag
verleend uit zijne betrekking van auditeur-militair in bet vijfde
militie arrondissement, ter standplaats Leeuwarden, behoudens aan
spraak op pensioen, en zulks n et dankbetuiging voor de door hem
in verschillende betrekkingen aan den lande bewezen diensten.
De luils. ter zee 2de kl. C. E. Hummel en F. C-. E. L. Koster,
laatst behoord hebbende tot de rol van het scliroefstoomschip
Prinses Maria te Konstantinopel en vandaar den 24 dezer terug
gekeerd, zijn met dien datum op non-activiteit gesteld.
Buitenland.
Frankrijk.
De zoon van Napoleon III heeft dit jaar geloot. Hij
deed liet echter niet zelf, doch had zich, zooals cle wet
toelaat, door een bloedverwant doen vertegenwoordigen.
Prins Joachiin Murat, met Roulier als getuige, trok inliet
Industrie-paleis te Parijs nommer 307 voor hem uit de bus.
Eigenlijk bad de voormalige keizerlijke Prins verleden
jaar reeds moeten loten, docli zijn naam was toen op de
lijsten vergeten, en ofschoon hij dadelijk reclameerde was
er toen niets meer aan te veranderen; vandaar het uifstel
van een jaar.
Als eenige zoon eener weduwe is hij van de active
dienst' vrijgesteld.
Het derde regiment Zouaven van liet Frausche leger
heeft aan Ilumbert I, Koning van Italië, een adres van
rouwbeklag gezonden, en daarbij gevoegd zijne benoeming
tot korporaal. Dezelfde onderscheiding waarop Victor
Emmanuel zeer trots was, was aan dezen Vorst verleend
geworden door hetzelfde regiment op liet slagveld van
Palestro. Eiken avond werd bij liet appël door den officier
van dienst de korporaal Victor Emmanuel opgeroepen, en
dan trad de oudste soldaat in liet midden van de zaal en
antwoordde: „afwezig met verlof!"
Te Parijs is de geneesheer Peter inet algemeene stem
men bénoemcl tot lid van de akademie der medicijnen.
De beroemde geneeskundige was eerst zetter en latei-
corrector in eene drukkerij van de firma Laliure, en terwijl
bij alzoo voor zicli en zijne moeder den kost verdiende,
studeerde bij in de medicijnen en werd een beroemd man.
Engeland.
Binnenkort zal bij liet Parlement een wet op den
invoer van vee inkomen. Reeds lieeft de Cobdcnclub eene
commissie benoemd om op dit onderwerp het oog te bou^len.
In de commissie voor die ook voor Nederland belangrijke
zaak heeft o. a. onze vroegere landgenoot, mr. D. J. baron
Mackay, zitting. Het voorzitterschap is opgedragen aan
den oucl-minister Forster. De andere leden zijn de lieeren
Milner Gibson, oud-minister, Jacob Bright, Peter Rylands
en T. B. Potter, als leden van bet Parlement.
Mr. James Christie, student aan de Loudensclie
schilder-academie, en die dit jaar met zijne historische
schilderij de gouden'medaille behaald heeft, was niet lang
geleden een gewone, schaapherdersjongen. Later werd hij
huisschilder in een Schotscli plaatsje, en verkreeg daar een
plaatselijke beurs, waarmee bij naar Londen trok en zijn
eigen opleiding iu dc kunst bekostigde.
Eene der schoonste en beroemdste troepen jagtlionden,
de Atherstone Hounds, en, wat erger is, eene talrijke
jagerstoet tegelijk, waren verleden week bijna jammerlijk
omgekomen. Er werd een vossenjagt gehouden. In duize
lingwekkende vaart snelden een honderdtal honden liet
dier na en de jagtstoet, op uitstekende paarden gezeten,
volgde in vliegenden galop. De vos zoekt een toevlugt in
een steengroef, 80 voet diep, maar welks opening met den
bodem gelijk was en door niets aangewezen werd. Onver
mijdelijk zou liet gelieele jagtgezelschap oen twintigtal
personen sterk, waarbij verscheidene dames met honden
en al in den afgrond gestort en jammerlijk omgekomen
zijn, indien de steenbakkers, door den vos opgeschrikt,
het gevaar niet bevroed hadden, ijlings naar boven go-
klommen waren en door waarschuwende teelcenen en luide
kreten den stoet in zijne vaart gestuit hadden.
Dnitschland.
In de jongste zitting van de crimineele regtbank te
Berlijn, leverde een der beschuldigde inbrekers zijne plii-
losophische opvatting van liet vak. Hij werd beschuldigd,
in vereeniging met twee helpers, kleederen ter waarde van
100 Mark gestolen te hebben. De jongste beschuldigde,
die leerling was bij den bestolene, erkende den sleutel aan
de twee dieven te hebben gegeven, ten einde den diefstal
te kunnen plegen.
„Als ik u mijne opvatting van de zaak mag mededeelen,
mijnheer de president," aldus begon de beschuldigde, „dan
heeft, dc leerling den diefstal alleen gepleegd en werpt nu
de hoöfdscliuld op ons. Ik althans heb het niet gedaan.
Waarom zou ik het anders ontkennen? 't Is immers slechts
ligte diefstal, geen braak, maar gebruikmaking van een
nachtsleutel, daar zit tocli maar een paar maanden op;
waarom zou ik het dus niet bekennen? leder die mij kent,
weet dat ik liet niet gedaan kan hebben. Ik steel geen
kleeren, en daarenboven nog slechte, zooals de gestolene
moeten geweest zijn; immers staat op de lijst der vermiste
voorwerpen een alpaca kleed van 4 Mark! Dat is geen
werk voor mij. Geld - dat is wat anders, ik neem het,
waar ik het vind. Kleeren laat ik voor beginners over. Ik
wil voor mijn werk iets degelijks hebben, daarvoor versta
ik :t handwerk te goed. Waar wat goeds te halen is, daar
vindt men mij gereed, maar met zulke dingen bemoei ik
mij niet."
Zijn zondenregister was dan ook reeds vrij groot. Hij
had, blijkens de voorlezing van den president, reeds tien
vonnissen wegens zwaren diefstal achter den rug en moest
zich ook nu een vonnis wegens ligten diefstal getroosten.
Spanje.
Omtrent bet stierengevecht, jl. Zaturdag gegeven ter
gelegenheid van het huwelijk des Konings, waaraan edel
lieden, meest officieren der kavallerie, als liefhebbers deel
namen, vermelden wij nog de volgende bijzonderheden,
ontleend aan de Times:
liet gevecht werd door het gelieele koninklijk huis, de
ambassadeurs, de grandes en 16,000 andere toeschouwers
bijgewoond. De trein was schitterend. Eerst kwamen de
koninklijke trommelslagers en trompetters, de gala-rijtuigen
der hertogen van Sesto en Santona, de „caballeros en
plaza," do eerste „matadores," de beste klingen van Madrid;
voorts tien pages in de kleuren hunner meesters en aan
de beenwindsels kennelijk; dan twee ledige staatsiekoetsen
(cocbcs de respeto), gevolgd door den troep van „torreros,
picadores, banderilleros, matadores;" twee rijtuigen met de
secondanten der „caballeros en plaza," die deze aan den
Koning moeten voorstellen; eindelijk een aantal bedienden
te voet. Alles schittert van goud en kleuren en luide
toejuichingen bersten van alle zijden los en heel Spanje
staat open om zijne helden toe te juichen, die straks nieuwe
lauweren of woedende smaadredenen zullen inoogsten.
De „caballeros" stappen uit, worden voorgesteld en
stijgen te paard. Al de overigen, behalve de „alguazils,"
zitten af, de deuren worden opengeworpen; de eerste stier,
met glanzig zwart liaar en breede horens, rent liet strijd
perk in, blijft een oogenblik, van liet plotselinge licht
verblind, staan en stort dan met gebogen kop op de
„alguazils" toe, die zicli tot groot vermaak der aanscliou-
wers uit de voeten maken. En nu begint het welbekende