HELOERSCHE
liV NIEUWEDIEPER COURANT.
1878. N°. 17.
Vrijdag 8 Februarij.
Jaargang36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
GRONDBELASTING.
Binnenland.
Op „BOSCHHOEK."
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 1.80.
au franco per post - 1.65.
Uitg-ever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN Y'. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag; vertrekt de mail naar Oost-ludië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Afkondiging overeenkomstig art. 15, tweede lid, der wet
van den 26 Mei 1870, (Staatsblad No. 82).
De Burgemeester der gemeente Helder brengt, overeenkomstig
art. 15, tweede lid, der wet van den 26 Mei 1870 (Staatsblad 82),
ter algemeene kennis, dat bij ter Secretarie van de gemeente, ge
durende dertig dagen ter inzage van de belanghebbenden heeft
nedergelegd, eene OPGAVE VAN UITKOMSTEN, bedoeld in de
artt. 15, 23 en 4J der genoemde wet.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
den 5 Februarij, 1878. STAKMAN BOSSE.
HELDER en NIEUYVEDIEP, 7 Februarij.
Jl. Zondag namiddag 1 ure was liet oefenings-escader
in goeden staat sloomende ter hoogte van Dungeness. De
machinist M. aan boord van het Zilveren Kruis heeft zich
aan den pols vrij ernstig bezeerd. Tot het verleenen van heel
kundige hulp heeft het escader onderweg eenigen tijd gestopt.
Jl. Dingsdag avond werd in 't lokaal Tivoli alhier
de vierde volksvoordragt in dit saizoen gehouden. De heer
Alting von Geusau hield eene lezing over de brandblusch-
middelen; hij toonde aan hoe gebrekkig die waren in
vroeger tijd, hoe ze door de uitvinding der slangbrand
spuiten werden verbeterd en hoe tegenwoordig te Amsterdam
het brandwezen is ingerigt. Daarna werd door den lieer Bron
voorgedragen het schoone dichtstuk van de Genestet: „Arme
Visscliers." Eindelijk werd door den Burgerkring Harmonie
ten tooneele gebragt het blijspel„Vijf minuten Hollandsch
dat zeer verdienstelijk werd opgevoerd. De werkzaamheden
werden, als gewoonlijk, door goede muziekuitvoeringen
afgewisseld. Door den grooten toeloop van 't publiek
was de Commissie reeds vroeg genoodzaakt, tal van bezoekers
af te wijzen.
De regering heeft thans bepaald, dat de spoorweglijn
AmsterdamZaanstreekHoornEnkhuizen zal loopen
langs de gemeente Zaandam en van daar naar Hoorn.
De nieuwe bronzen centen onderscheiden zich door
een net en duidelijk model. Zij zijn wat kleiner en ligter
dan de koperen centen. Aan de eene zijde ziet men het
waarde-merk: „1 cent" 111 een lauwerkrans, aan de andere
7)
Novelle van THEODOE STORM,
Vervolg.)
Toen zij weg was, zette hij zich weder aan zijn schrijftafel. Met
een bijzonder kunstigen sleutel opende hij een der vakjes, waarin
hij zijn papieren van waarde bergde. Hij legde van de verschil
lende pakjes eenige ter zijde, sloeg er een vel wit papier omheen
en schreef daarop een adres. Toen dat gedaan was, nam hij een
anderen sleutel, volkomen gelijk aan dien waarmede hij het deurtje
geopend had, paste dien nog eens in het sleutelgat en legde hem
toen naast de papieren op het blad van de schrijftafel.
De avond was reeds zoover gevallen, dat hij alles bijna in donker
deedboven de deuren waren reeds de laatste nevelen van de
schemering uiteengedreven.
Toen Francisca een poos later met de brandende lamp binnen
gekomen was en zwijgend weder de kamer wilde verlaten, vatte hij
hare hand cn trok hnar naar de schrijftafel.
„Kent ge dat, Fransiska?" vroeg hij, terwijl hij eenige der ge
noemde papieren voor haar openvouwde.
Zij bekeek ze aandachtig. „Ik geloof het wel," hernam zij; dat
is zoo goed als geld."
„Het zijn effecten."
„Ja, juist; ik heb eens bij den schoolmeester een lijst van zulke
dingen moeten maken."
Hij liet haar het pakket zien, waarop hij zoo pas haar naam
geschreven had en noemde haar het bedrag dat daarin vervat was.
„Dat is uw eigendom," zeide hij.
„Mijn eigendom; al dat geld!Zij staarde met glinsterende
oogen op het gesloten pakje.
„Versta mij wel, Fransje," begon bij weer; „nu reeds behoort
het udoch meer bepaald" en hij verslond de jeugdige gestalte
met zijne blikken „in het oogeublik dat gij zelve niet meer
aan mij behoort. Gij zult dan volkomen vrij zijn; gij moogt het
nu reeds zijn."
Hij zag haar aan, als verwachtte hij van haar een vraag, een
verzoek ora opheldering; daar zij echter zweeg, zei hij op een toon,
die schertsend moest lieeten„daar gij nu een kapitaliste zijt, moet
ik u ook het daarvoor vereischte eigendomsbesef trachten in te
boezemen."
En hij nam een van de dagbladen die om hem heen lagen, trok
de geliefde op zijn schoot en begon de rubriek „Beursnieuws" met
haar te doorloopen. Het volgende oogenblik echter, terwijl zij op
merkzaam naar hem scheen te luisteren, lachte hij zelf om zijn
zijde een staandeu leeuw met den pijlbundel en het zwaard
te midden van het randschrift: „Koningrijk der Nederlanden,"
wat beter en- zinrijker is dan de groote W der oude centen.
Een gekartelde rand omgeeft het geheele stuk.
Om den rammonitor 2de kl. Luipaard beter te doen
sturen, is voor dien bodem een centrale kiel van 2 deci
meter vervaardigd, welke te Hellevoctsluis wordt aangebragt,
terwijl het roer eene verbreeding zal ondergaan.
De heer dr. J. A. Gunning, predikant te 's Hage,
heeft voor de kerkelijke benoeming tot lioogleeraar te Utrecht
bedankt.
Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. G dezer:
„Door het kiescollegie is gisteren avond tot predikant
bij de Herv. gemeente beroepen ds. IT. A. J. Lutge, pred.
te Nederhorst den Berg."
„De uitvoering door de rederijkerskamer Bilderdijk en
het muziekgezelschap Concordia, jl. Maandag avond ten
voordeele van de nagelaten betrekkingen der verongelukte
bemanning van den loodskotter No. 8 gegeven, heeft, 11a
aftrek van alle kosten, opgebragt f 334.95."
„De Commissie voor de Unie van Utrecht alhier is
geconstitueerd als volgt: de heeren J. C. Ivoorn, mr. C.
R. H. van Lelyveld, mr. C. P. E. Ilanegraaf, dr. J. J.
de Gelder, II. P. Ibink Meienbrink, J. Vonk, A. Px-ins,
J. Nuhout van der Veen en jhr. J. G. E. van Spengler.
Tot president is gekozen dr. J. J. de Gelder, tot penning
meester jhr. J. G. F. van Spengler en tot secretaris
J. Nuhout van der Veen."
Onderstaand adres is te Amsterdam ter teekening gelegd
„De ondergeteekenden, leden der Ned. Herv. Gemeente
alhier, met droefheid en verontwaardiging tevens, in kennis
gekomen zijnde met een besluit, waarbij de kerkeraad heeft
goed kunnen vinden, om uit de formule, beti-effende bet
ontslag aan de hh. Hugenholtz verleend, de gebruikelijke
wooi'den: „op voor hem vereerende w\jac,' te &cin appei.,
en overtuigd dat er geenerlei feit. kan aangewezen worden,
dat tot zulk een besluit gei'egtigt, verklaren deze daad van
den kerkeraad onchristelijk, als ten eenenmale in strijd met
de leer der liefde.
„En niet willende geacht worden, door hun stilzwijgen,
daaraan deelachtig te zijn, protesteeren zij openlijk daar
tegen en verklaren dat de Kerkeraad, die ook hen ver
tegenwoordigt in de Gemeente, in dezen op sclu'omelijke
wijze zijn mandaat heeft misbruikt, stellende hem verant
woordelijk voor de treui'ige gevolgen, die deze handelwijze
moet na zich sleepen, als moetende zulke daden van onregt
schoolmeesterachtig bedrijf. „Het is al te gek! Gij en die effecten,
Fransje! Gij hebt natuurlijk van (lat alles geen woord begrepen
Maar zij lachte niet mee; zij was van zijn schoot afgegleden en
begon hem weldoordachte vragen over het zoo even gehoorde te doen.
Hij zag haar verwonderd aan. „Gij z.ijt gevaarlijk slim, Fransje,"
zeide hij.
„Zoudt ge dnn liever hebben dat ik u niet begrijp als ge mij
iets leert?"
„Neen, neen; waarom zou ik dat!"
Zij wilde heengaan, maar hij riep haar terug. „Vergeet den
sleutel nietE11 terwijl hij haar naar de schrijftafel terugvoerde,
voegde hij er bij: „Dit kastje bevat thans mijn en ook uw eigen
dom. Moge het nooit gescheiden worden!"
Zij had inmiddels een snoer van haar hals genomen, waaraan zij
een klein gouden medaillon met liet haar eener jong gestorven
zuster op de borst droeg, en stond juist gereed daaraan ook den
sleutel vast le maken, toen eensklaps bare beide handen werden
tegengehouden.
„Neen, neen, Fransje," zeide hij. „Wat gaat ge doen?" Hij
had het meisje tot zich getrokken en kuste haar hartstochtelijk.
„Leg hein weg, ver weg! bij uw andere zaken. Wat denkt gij wel?
Moet ik den sleutel van uw geldkast op uw hart vinden
Zij kreeg een kleur. „Waar denkt ge ook al niet dadelijk aan
sprak zij en stak den sleutel iu haar zak.
Men was in de eerste helft van Augustus. Het waren drukkend
warme dagendroefgeestig zaten de ruiende vogels in de booraen
van 't woud; slechts een enkele beproefde reeds het nieuwe veder
kleed voor de lange najaarsreis; maar des te schooner waren de
nachten met hun verkwikkende koelte; buiten in den boschvijver,
waar vroeger de waterplanten bloeiden, en in den hof in de diepte
der openliggende bron spiegelden zich thans de schoonste sterren;
in het noordoosten van den nachtelijken hemel verspreidde de
Melkweg zijn brcede, glansende stroomen licht.
Richard had gedurende eenige dagen den naasten omtrek van
„Boschhoek" niet verlaten: een kwaal uit de jaren zijner gevangen
schap die niet maar een verzinsel van den kramer in de herberg
was had zich weder doen gevoelen en als verlammend op zijn
krachten gewerkt.
Thans zat hij, de zoele nacht verbeidend, op een houten bank,
die builen voor den ringmuur was geplaatst; zijn geelharige hond
lag naast hem. De eene ster na de andere vertoonde zich boven
hem aan den blauwcnden trans; hij moest plotseling aan het geluk
zijner jeugd denken. Waar wat was Franciska te dier tijde
geweest? Een niets, een slapende kiem; hoe lang had hij reeds
en onverdi-aagzaamheid buns inziens leiden tot algeheelen
ondergang der Gemeente."
De jl. Maandag te Amsterdam in veiling gebragte
landerijen, gelegen in de gemeente Haarlemmerliede en
Spaarnwoude, hebben gegoldenInlaagpolder, 22 IIA. 63 A.
10 cA,. f7G,890; Binuenpolder, 4 HA. 83 A. 80 cA., f10,200;
Buitenland, 2 ITA. 73 A., f 6650; Rottepolder, 86 A. 30 cA.,
f 2225; te zarnen 31 HA. 6 A. 20 cA., f 95,965.
De collectie wilde dieren in Artis te Amsterdam,
thans een der belangrijkste van Europa, is weder vermeei--
derd met een jonge leeuwin, een schoon exemplaar, oud
9 maanden, uit den Zoölogical Garden te Londen. Deze
koningin der wouden is voornamelijk aangekocht om den
jeugdigen leeuw, ongeveer 2 jaren oud en door den be
kenden Afrika-i-eiziger Schuver aan Artis afgestaan, tot
gezellin te dienen. Ofschoon de leeuwin reeds dxde weken
te Amsterdam vertoeft, heeft ixien het echter nog niet
durven wagen, het toekomstig echtpaar met elkander in
kennis te brengen. De leeuwin betoont zich tot nog toe
daartoe geenszins bereid.
Artis bezit thans twee paren van deze kostbare dieren,
die allen in schoonheid om den voorrang wedijveren.
Jl. Zondag heeft een zendeling der Mormonen in
een schooltje op de Egelantiersgi-acht te Amsterdam eene
toespi'aak gehouden. Naar men zegt beeft hij een drietal
bekeerlingen gemaakt. De vrouwen uit de buurt ecliter
moeten duidelijk en luidruchtig hebben doen blijken, dat
zij den Mormonen niet gunstig gezind waren.
Multapatior geeft weder in 't Handelbl. een beschou
wing over „eene vei'eeniging van mannen van doorzigt,
geduld en vasten wil," ter bestrijding van 't misbruik van
sterken drank, waarin o. a. deze periode voorkomt
„Werklieden, ongefortuneerden en nietsbezitters, die ein
delijk gaan begrijpen, dat voor hunne aan den drank ver-
"l*—-'-■•''ümioDtRn do jonover is, wat de zware kogel is
aan den voet van den van zijnen Imroofden Galei
boef. Met dronkaards en drinkebroers is de poïitieKe vnj
heid en het gelijk regt voor allen nooit te verkrijgen; met
die verstompten van geest, die halve idioten en verachtelijke
jeneverzwelgei's, is niets tot vrijmaking en verheffing van het
volk uit te rigtenLaat hun slechts de vrijheid van zich te
bedrinken, dat is hun eenig, dierlijk genoegen, 't is de wellust
van een zwijn dat steeds over een vollen trog te beschikken
heeft. Ze zijn noch te vreezen, noch te ontzien, die bedwelm
den door den Schiedamschen opium. Ze houden wel vergade
ringen en praten oproerig in herbergen en kroegen, maar
geleefd!Langs de dalzijde begon een frissche koelte op te
steken; hij had beier gedaan daar niet in de avondlucht te gaan
zitten.
Op eens sloeg de hond aan en richtte hot dier zich op. Aan
den oveikant tusschen de dennen lieten zich voetstappen hooren,
en weldra verscheen de rijzige gestalte van een man, die met haastigen
tred het voetpad afkwam. „Stil, Leo!" zeide Richard, en de hond
ging gehoorzaam weder naast hem liggen.
De vreemdeling was inmiddels nader gekomen en ltichard zag
voor zich een jongman in gewoon jagerscostuum, met donker krullend
haar en opgeruimde gelaatstrekken; fraaie witte tanden schitterden
onder zijne puntig uitkopende kneveltjes, toen hij, ter loops aan
zijn muts tikkend, „goeden avond" zei.
„Verlangt ge iets van mij?" vroeg Richard, opstaande.
„Van u niet, mijnheer; maar ik zou gaarne het jonge meisje
spreken, dat bij u in huis is."
Er lag in den toon, waarop die woorden gezegd werden, eene
zekere vertrouwelijkheid, die Richard reeds het bloed aan 't koken
bracht.
„En wat verlangt gij van haar?" vroeg hij.
„Wij, jongelui, hebben aanstaanden Zondag een bal in het na
burige stadje; ik ben gekomen om haar daartoe mede uit te noodigen."
„Mag ik weten, aan wien zij die eer zou hebben te danken?
Naar uwe spraak te oordeelen, zijt ge niet uit deze streek."
„Zoo is het ook," hernam de ander, die volkomen op zijn gemak
was gebleven; „ik houd slechts gedurende de vacnutie het toezicht
over de onbewoonde houtvesterij van de heeren op 't kasteel."
„Maar gij vergist u, mijnheer de houtvester; de jonge dame, die
hier in huis woont, bezoekt zulke danspartijen niet."
„O, mijnheer, het is een heel fatsoenlijk gezelschap!"
„Daar twijfel ik niet aan."
De ander zweeg een oogeublik. „Ik zou het toch de jonge dame
zelve wel even willen vragen
„Dat zal niet noodig zijn."
Richard wendde zich reeds naar de poort. Daar de houtvester
op hem toetrad, als wilde hij hem tegenhouden, stak de hond zijn
breeden kop op en begon dreigend te grommen.
„Doe verder geen moeite, heer houtvester!" zei Richard.
Een felle gloed trilde in de oogen van den rijzigen jongman;
hij beet peinzend op de punten zijner knevels; daarop sloeg hij,
gelijk zooeven, losweg de hand aan zijn muts en liep, zonder een
woord te zeggen, het voetpad, waarlangs hij gekomen was, weder
op. Toen hij halverwege was, keerde hij zich nog eens om en liet
het oog langs de vensters van „Boschhoek" gaan; doch weldra was
j hij verdwenen tusschen de breede schaduwen der dennenbooraen.