IIELDERSCIIE EN NIEIIWEDIEPER (OIRAVT. 1878. N°.22. Woensdag 20 Februarij. Jaargang36. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. Uitgever A. A. BAKKER Cz. TWEEDE BEKENDMAKING. Vrijwilligers voor de Nationale Militie, BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. Verboden onderwerp. ■m „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnemontsprijs per kwartaal1.30. w franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertcntiën: Van 14 rcgela 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groot# letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De sluiting der mail naar Batavia en Padang, te ver zenden per Stoomschip Haarlem, geschiedt voor druk werken den 25 dezer, na aankomst van trein IV (Noord- liollandsche Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 26 dezer, na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens. LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder maken bekend, dat de LOTING- over de in 1877 in deze gemeente ingeschrevenen voor de ligting der Nationale Militie van 1878 is bepaald op MAANDAG den VIJF-EN-TWINTIGSTEN FEBRUARIJ eerst komende, des voormiddags ten tien ure. l)e loting zal plaats hebben in de BOUWZAAL, achter het Bureau voor Gemeentewerken op de Kcrkgracht. Gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting heeft plaats gehad, kunnen tegen de wijze waarop zij is geschied, %bij de Gedeputeerde Staten bezwaren worden ingebragt door belang hebbende lotclingen, of door bun vader of voogd, bij verzoekschrift, op ongezegeld papier, onderteekend door hem die het bezwaar inbrengt. Dat verzoekschrift moet worden bezorgd bij den Burgemeester dezer gemeente. Voorts wordt in herinnering gebragt, dat zij die vermeenen vrij stelling van dienst te kunnen erlangen, daarvan bij de loting opgave moeten doen aan den Heer Militie-Commissaris. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 18 Februarij 1878. L. VERHEY, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER roepen bij deze op ingezetenen, die verlangen nl» VRIJWILLIGERS bij de Militie voor deze gemeente op te treden, om zich daartoe cp een der overige werkdagen van deze maand, tuaschea des morgens 9 en 12 nre, ter Secretarie aan te geveD. Aan ieder Vrijwilliger wordt door de gemeente een handgeld toegekend van ZESTIG GULDEN. Ora Vrijwilliger bij de Militie te zijn, moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en ingezeten wezen, voorts ligcliamelijk voor de dienst geschikt, ten minste 1.56 meter lang, op den 1 Jnnuarij van dit jaar het 2f'stc jaar ingetreden en bet 35ste jaar niet volbragt hebben, tot op het tijdstip der optreding aan zijne verpligtingen ten aanzien van de Militie, zoover die te vervuiltu ivarec, voldaan en een goed zedelijk gedrag hebben geleid. Ter bekoming van laatstgenoemd bewijs, kan men zich, vergezeld van twee, ter goeder naam en faam bekend staande meerderjarige iogezetenen, die de vercischtc verklaring kunnen afleggen, ter Secretarie op eiken werkdag in deze maand aanmelden, tusscbcn des morgens 9 en 12 ure. Hij, dia voor de Militie ia ingeschreven, wordt slechts als Vrijwilliger toe gelaten voor de gemeente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geeu ver pligtingen ten aanzien van de Militie meer te vervullen hebbe. llïj, die bij de zeemagt, bij het leger bier te lande, of bij het krijgsvolk in 's Rijks Overzeesche bezittingen beeft gediend, wordt niet als Vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij hij bij bet verlaten van de dienst, behalve een bewijs van ontslag, van den bevelhebber onder wien hij laatstelijk heeft gediend, een getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende, dat bij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen. Hij kan, beeft bij dit ontvangen, tot zijn veertigste jaar volbragt is, als Vrijwilliger bij de Militie worden toegelaten. De Vrijwilligers worden, voor zooverre ze daartoe geschikt bevonden zijn, en er gelegenheid toe bestaat, ingelijfd bij het korps hunner keuze. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 18 Februarij 1878. L. VERHEY, Secretaris. De Burgemeester dar gemeente Helder vestigt de aandacht der ingezetenen op het koninklijk besluit van 1 September 1877 (Staatsblad No. 175), in werking getreden op 28 September daar aanvolgende, waarbij bepaald is 1dat ff een e nieuwe tonnemalen en geene nieuwe cilindrische malen, uil duigen samengesteld, waarvan, volgens vroegere bepalingen, hoogte en middellijn ongeveer gelijk waren, mogen worden geijkt 2. dat deze cilindrische maten voortdurenden de tonnematen tot 1 Januarij 1879 mogen worden herijkt, op welk tijdstip deze laatste buiten gebruik worden gesteld; en 3. dat is ingevoerd eene andere soort van cilindrische matenuit duigen zamengesteld, op een inhoud van 2, 1 en j hectoliter, waarvan bodem en duigendikte merkelijk minder zijn dan van de sub 1 en 2 genoemde cilindrische maten, en waarvan de middellijnen en hoogten zicli verhouden als 4 tot 5, zoodat ook de iuwendige middellijnen belangrijk van de vroegere verschillen. Helder, den 18 Februarij 1878. De Burgemeester voornoemd, STAKMAN BOSSE. Als men „levens van beroemde mannen" doorleest en hoeveel biograplien hebben sedert Plntarchus ons niet allerlei soorten van beroemdheden ten voorbeeld en ter navolging gestelddan treft liet ons meestal hoe hunne bekendheid, hunne opkomst dagteekencn van zekere toe vallige gebeurtenis in hun leven, die de aandacht van liet publiek op hun naam en hun persoon vestigde. Het treft ons te zien, hoe groot het getal is van lien, die het eerste en beste deel huns levens worstelden met armoede en tegenspoed, om, dank zij de luimen van liet lot., in de laatste helft van hun bestaan opgenomen te worden onder de „beroemde" en „groote" mannen hunner eeuw. Sommigen verhieven zich boven de groote massa, waaruit eigen krachten alleen hen nimmer getrokken hadden, doordat een geestig woord, op 't juiste oogenblik gezegd, een kleine dienst, eene hooggeplaatste vrouw bewezen, eene enkele rede, een enkel geschrift, beantwoordende aan den hartstogt der menigte, de aandacht van het duizend- oocige publiek voor een' korten tijd boeiden. Anderen, met niet mindere gaven toegerust, niet minder arbeidzaam, diepdenkend, volhardend en moedig, bleven onbekend en stierven vergeten zooals zij geleefd hebben, omdat zij verzuimden vrouw Fortuna bij den haarlok te vatten, toen ze voorbijging in die enkele seconde, die volgens de oude spreuk voor ieder mensch eenmaal in 't leven komt, maar die de meesten verzuimen. Tom Holloway werd een beroemd man, omdat hij tegelijk met Barnum de kunst van ad verteeren uitvond en de fortuin zich door hem liet vangen; honderden verzonnen even onmogelijke, algemeene geneesmiddelen en stierven berooid in 't gasthuis. Zoo ook kan men jaren lang in zijn eigen kring een geacht burger zijn, en voor een ver standig man gelden, totdat het een of ander toeval van u een groot man, een staatsman, een schrijver, een her vormer, de Hemel weet wat, maakt. En over zulk een toeval is niemand in den regel meer verbaasd dan de man zelf, die er boven verwachting groot door is geworden. Inmiddels blijven zijne overige „verstandige en geachte" vrienden grosjean comrne devant. 't Publiek leeft wonderlijk met zijne beroemdheden, het vleit ze en scheldt ze, en bevordert de nieuwe renommee met schelden meer nog dan met vleijen. Multatuli hij voor beeld kan zich beroemen tot een groot man gescholden te zijn. Boven zijne verdiensten verheven, vooral in de Ilavelaar-periode, is hij later verre heneden zijne waardig heid en zijn regt aangevallen. Maar juist liet leven, dat Publiek heeft gelieven te maken, heeft de steenen van het voetstuk bij elkander gebragt, waarop deze letter kundige thans staat. Menigeen onzer eerste mannen op !t gebied van letter kunde, van politiek, van kunst en wetenschap zou kunnen zeggen, hoe ze reeds jaren lang hetzelfde hadden geschre ven, gezegd, gedicht en gearbeid, zonder dat iemand buiten hun kleinen kring van partij- en tijdgenooten er iets van scheen te bemerken, totdat eindelijk op eens 't grillige publiek vuur vatte op een woord, reeds honderdmaal gesproken, in enthousiasme geraakte voor eene melodie of een penseelstreek, niet beter dan vele vroegere, en de denker of de kunstenaar, 's morgens wakker woi'dende, bemerkte dat hij eene beroemdheid was, over wien de couranten schreven en de menschen praatten. Sommigen zullen u ook zeggen, dat zij hun grootste succes behaalden met iets, dat zij in alle nederigheid bekennen niet te hebben bedacht of uitgevonden, met de verkondiging van iets, dat hun een axioma scheen. Van tijd tot tijd zien wij op die wijze ook in ons kleine land iemand den tempel des roems binnendragen op de schouders van verschillende tegenstanders. Op dit oogenblik schijnt Publiek, de vijand van Mul tatuli en Mina Kruseman, bezig zulk eene beroemdheid te vervaardigen voor den volksvertegenwoordiger mr. van Houten. Voor korten tijd, voor een paar jaar had dat deel van de 3| millioen Nederlanders, die het Publiek uitmaken, dat is alles wat een courant leest en in koffijhuizen mede werkt aan de hooge opbrengst van den accijns op het gedistel- leerd, met geen mogelijkheid u iets meer van deze onze jongste beroemdheid kunnen zeggen, dan dat hij liberaal was en in de Kamer zat. Thans weet iedereen, letterlijk iedereen, mede te praten van „van Houtensche moraal," van het „twee-kinderen-stelsel," van 's maris radicale begrippen op sociaal en politiek gebied. Gelezen, wat van Houten schreef, heeft men daarom niet, och neenHet „Handelsblad" vond v. H. studie over sexueele moraal onkiesch, de „Tijd" had er een ander afkeurend adjectief voor, en daar de lectuur van de meeste menschen zich bepaalt tot een dier beide bladen, en de redactiën dier couranten de leveranciers zijn der denkbeelden van het grootste deel van 't publiek, was van Houten ongelezen veroordeeld. Eu tevens beroemd! Want het onderwerp was piquant, herinnerde aan de verbodene vrucht, en de man, die daarover durfde schrijven, oefende eene sterke aantrekkings kracht uit op de verslapte zenuwen van 't publiek; inder daad eene aantrekkingskracht van dezelfde 'soort, als dat gedeelte van het wassenbeeldenspel achter de verbergende gordijn, waarvoor men extra betalen moet, pleegt uit te oefenen op jongelieden, wien de komende baard de stem bederft. Op deze wijze wordt veel kwaad gedaan. Uit een zuiver persoonlijk oogpunt gesproken, kan het betrekkelijk onverschillig zijn, waardoor men notoriteit, bekendheid bij 't publiek, verkrijgt. Op den duur toch regelt zich de achting, die iemand geniet, niet naar de onbekookte oordeelvellingen van de massa, maar naar eigen gedrag en de meening der meest ontwikkelden, terwijl liet reeds dadelijk een groot voordeel is te beliooren tot degenen, die „naam" hebben, wier woorden gehoord en wier boeken gekocht worden. Het geeft de banden ruim, het bevrijdt in vele opzigten van financiëele consideratiën, het verschaft datgene, wat het onmisbaarst is voor ieder, die iets te zeggen heeft en het moeijelijkst te verkrijgeneen gehoor. Om bij het gekozen voorbeeld te blijven: Waarover thans de heer van Houten schrijven wil, over het planten van kool, het kweeken van zijwormen, of het creosoteeren van hout, de nieuwsgierigheid zal doen luisteren, iedereen zal willen wetenr of er soms achter de kool, de zijderupsen of het hout, iets van het twee-kinderen-stelsel schuilt, en hopen, dat iets piquants kleur geven zal aan 't geschrift. En dat men daarop lang teeren kan, heel wat bundels „Ideën" kan doen lezen om de wille van zekere 7/koffij- veilingen," daarvan weten wij Nederlanders mede te praten. Maar voor de zaak zelf is 't een ongeluk. Het bespro kene onderwerp, dat de aanleiding is geweest van zooveel heftige aanvallen en ongewasscbene kritiek, is er eigenlijk door buiten discussie geraakt. Wie waagt er zich aan, die ongaarne met vuil geworpen wordt? Voor geruimen tijd is de toon van behandeling van dien aard geworden, dat niemand lust heeft zich in die gepeperde polemiek te begeven. Wie bij voorbeeld zal over van Houten's sociale studiën willen debatteerenmethet „Handelsblad" of de „Tijd?" Er is voor den onpartijdigeii toeschouwer iets in den loop dezer zaak, dat het gevoel van regt vaardigheid kwetst. Zeker onderwerp, in een geschrift behandeld, stelt den schrijver op eenmaal onder de weinige mannen, naar wien 't publiek luisteren wil, maar ten koste van de zaak zelve, die hij voorstond; immers 't lieve publiek heeft die zoo gedenatureerd, dat men, met de wetenschap verkeerd ver staan te zullen worden, zich tweemaal bedenkt alvorens er aan te roeren. Dit is op zichzelf reeds te betreuren. Maar het is dit in nog hooger mate, als het zulk een gewigtig maatschappelijk onderwerp geldt als dat, hetwelk door den heer van Houten aan de orde was gesteld. Iedereen toch, die oogen heeft om te zien, weet dat er in onze maatschappij veel, zeer veel wordt geleden, dat gebrek en ellende talrijke olïers eischen, dat hard werk en te karig loon het lot is van zeer velen. En iedereen weet ook, dat daaraan bij de tegenwoordige organisatie der maatschappij niets te doen is. Men kan hier en daar kleine gebreken wegnemen, onregtvaardig- heden in wet en wetgeving herstellenmen kan enkele honderden helpen, de vele duizenden niet. Waarom niet? Omdat er, zoo al niet op de geheele aarde in het algemeen, zeer zeker plaatselijk in 't grootste deel van de beschaafde wereld, eene wanverhouding bestaat tusschen de middelen van bestaan en de bevolking. De laatste neemt sneller toe dan de eerste. Dit is een feit, dat niemand ontkent. Nu hebben de meeste staathuishoudkundigen heil gezocht in vermeerderde productie. Inderdaad is daardoor in deze eeuw, men denke aan verbeterde wegen en communicatiën, afschaffing van tollen en tarieven, vrijheid van industrie, veel gewonnen, maar ook nooit ofte nimmer is de bevol king zoo snel toegenomenbetrekkelijk is er niets veranderd. De socialisten, die vooral in Duitschland thans eene zeer magtige partij vormen, zoeken verbetering in eene meer gelijkmatige verdeeling van den aanwezigen rijkdom. Daargelaten nog, dat een dergelijk nivelleeren van het bezit de dood is voor alle kunst, alle wetenschap, alle studie en ontwikkeling des geestes boven het gewone peil, toont reeds eene ruwe berekening, dat eene gelijke ver deeling van alle goederen onder allen slechts eene gelijk heid van ellende zoude scheppen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 1