12 ure, in de groote zaal van de Sociëteit de Vereeniging.
illemstraat te 's Hage. Op die vergadering zullen de
volgende vragen in behandeling en in stemming worden
gebragt
1. Is de herziening der grondbelasting noodzakelijk?
2. Zoo ja, zal de voorgestelde herziening het beoogde
doel, namelijk: „herstel der thans bestaande onbillijkheid"
bereiken?
3. Is de voorgestelde grondslag: „de huurwaarde" als
juist en doeltreffend, aan te nemen?
4. Is liet noodig dat eene dergelijke regeling van het
kadaster, daaraan vooraf, of daarmede gepaard ga?
5. Moet iian een anderen grondslag, bijv. het classifi
ceren der landerijen, volgens grondtypen, de voorkeur
word en gegeven
6. Moeten, onverschillig welke grondslag van waar
deering wordt aangenomen, bij de vaststelling der belastbare
waarde, de polderlasten worden in aanmerking genomen?
7. Is het in het algemeen wensclielijk, dat de tegen
woordige opbrengst der grondbelasting bij deze wet onver
anderd blijve vastgesteld? Zoo niet, is het dan wensclielijk
dat die opbrengst aan wisseling onderworpen zij, ten einde
bij hoogere opbrengst, over te gaan tot afschaffing van
andere lasten, die op grond drukken, zoo als het mutatieregt
en het obligatieregt bij vestiging van hypotheken?
Het hoofdbestuur verwacht, dat, 'wegens het groot belang
dezer zaak, al de afdoe!ingen zullen vertegenwoordigd worden
en het verzoekt dat, vóór of op 20 April e. k., de naam
van denafgevaardigde der afdeeling worde opgegeven
aan het adres van den voorzitter der Maatschappij O. J.
van der Oudermeulen te 's Hage, aangezien de secretaris
in die dagen afwezig moet zijn.
Het R.-C. kerkbestuur te Hoorn is voor tienduizend
gulden eigenaar geworden van het naast zijne gebouwen
gelegen perceel, behoorende aan en bewoond door de
weduwe Willebrands. Daardoor wordt de bouw waarschijn
lijk eener groote nieuwe R.-C. kerk aan bet Groote Noord.
Men schrijft ons van Schagen, dd. 18 dezer:
„Vrijdag 11. had alhier in liet lokaal van den heer
Knikker de tweede, en voor dit saizoen laatste, volksvoor-
dragt plaats. Door den lieer II. Bakker werd bij die
gelegenheid eene lezing gehouden over de zegeningen,
welke ons land bad genoten onder de regering van onzen
tegenwoordigen, beminden Koning, welke lezing door velen
der aanwezigen met genoegen, door allen met gepaste
stilte werd gevolgd. Vervolgens werd door eenige tooneel-
liefliebbers liet bekende blijspel „Kort van memorie" zeer
verdienstelijk opgevoerd, waarbij vooral een woord van
lmido toekomt aan mejufvrouw P., die de Commissie uit
groote verlegenheid heeft gered, door, bij een plotseling
bedanken van eene der medewerksters, kort vóór de uit
voering, die rol welwillend op zich te nemen en die te
vervullen op eene wijze, welke ieder die haar hoorde,
ongetwijfeld doet wenscheu, dat deze eerste kennismaking
niet tevens de laatste moge zijn geweest.
Na de pauze volgde het kluchtspel „De repetitie van
een liefhebberij-tooneel." Jammer was liet dat daarin,
•zeer tot oohadc van het geheel, een der medespelers,
waarschijnlijk door overspanning, geheel scheen te vergeten
dut „acteur" en „paljas" geen woorden zijn van dezelfde
beteekenis, en dat bet in de rol vlechten van triviale,
afgezaagde kroegaardigheden, niet behoort tot de eischen
Z-Uïie onhandigheid droeg bij het uit- en instappen dc oude
Christiaan de zijden sleep der jonge mevrouw, tcrwijL Hendrik er
weinig of niets van bespeurde, dat de uitdrukking van haar gelaat
meer en -meer vermoeienis en onverschilligheid teekende. Zij luis
terde zwijgend toe, als hij haar den graad van bloedverwantschap
zijner betrekkingen poogde uit te leggen, of van een avontuur uit
zijn jeugd met dczën en genen vriend verhaalde, dien zij zoo even
als een braaf en eerzaam huisvader heel gezellig bij zijn vrouw en
kinderen gevonden haddeu.
Thans was de laatste visite gemaakt en toen zij na afloop daar
van met Hendrik in het halfdonkere portaal gekomen was. wierp
zij zich met. een zucht van verlichting aan zijne borst..
„Nu is het voorbij. Hendrik! O, hoe dikwijls'heb ik gerild en
gehuiverd ouder hunne koude en nieuwsgierige blikken. Als tante
Glara het gezien had, zou ze medelijdeu met mij gehad hebben.
Ik verzeker u, het prinscssenbloed kwam menigmaal in gisting en
had ik niet aan u gedacht, HendrikMaar nu is hel dan ook
voorbij, en wanneer, Hendrik, wanneer zult ge nu weder voor mij
zijn, voor mij alleen?"
„Heel spoedig!" sprak hij, terwijl zijne bruine oogen glinsterden
van vurige liefde. „Schik u nog een korte poos in de omstandig
heden, Meta, uit liefde voor mij."
„Schikken!" fluisterde zij en er kwam een trek van hooghartige n
wrevel om haar schoonen mond, „als men dat den vogel in zijn
kooi toeroept, is liet een wreedaardige spotternij."
Zij snelde met vluggen tred de trap op, zonder naar haar echt
genoot om te zien, doch hij bemerkte dit plotselinge, minder
plechtige afscheid volstrekt niet, want juist kwam er achter uit
den gang een boekhouder naar hem toe, om over een zeer gewig-
tige kwestie le spreken.
„Tante Nanne," vroeg de jonge vrouw nu zoo onverwacht, dat
de aangesprokene half verschrikt hare klapperende breinaalden uit
haar handen liet vallen, „tante Nanne, waarom gaat gij ook niet
eens uit naar al die stijve, koude menschen, die gij uw familie
noemt,?"
„Waarom? O mijn liefste lieveling," zuchtte de weduwe, „wat
zou ik daar doen Eens maar dat is al lang geleden
kwamen ze mij opzoeken; nu ben ik op leeftijd en arm en afhan
kelijk; wat zouden ze nu met mij beginnen?"
Zij- had dat met. zooveel weemoedige, onderworpen gelatenheid
gezegd, dat Meta bijna spijt had over haar vraag. Terwijl zij zich
over die verlegenheid poogde heen te zetten, sprak zij op vriende-
lijken toon
„Yan daag zag ik een van uwe rijke dames; zij was niet jong
meer en ik geloof niet dat ze ooit van haar leven heel mooi ge
weest is, maar toch stal ze mijn hart. Mevrouw Iledwig Rolling."
„De arme vrouw!" zuchtte Nanne.
Meta draaide haastig haar hoofdje om.
„Haar?... een rijke vrouw, een gelukkige moeder.... noemt gij
haar zoo?"
„Zij is niet gelukkig, maar zij is erg, ere ongelukkig geweest,
en dat heeft haar beminnelijk gemaakt en haar in de oogen
van lijngevoelende lieden iets aantrekkelijks gegeven. Ja, mijn kind,
rampen en smarten zijn wonderlijke geneesmiddelen."
der tooneelspeelkunst, zelfs niet op eene volksvoordracht
Dat. wijders Majoor Degenvorst vloekte, is hem als oud-
militair een weinig te 'vergeven; een ondoorgrondelijk
raadsel zal het echter, zoowel voor bet publiek als voor uwen
correspondent blijven, om welke reden zich Borstel, bij
de slot-scène, een tweeden neus aanzette.
Het publiek gedroeg zich als altijd uitmuntend en de
Harmonie-kapel maakte zich verdienstelijk door de flinke
uitvoering van verschillende muziekstukken."
De zaak der jl. Woensdag avond te Amsterdam
„gevonden" kinderen heeft zich aldus opgehelderd: De
kleintjes waren door hunne wettige moeder bij den wettigen
vader, een kleermaker, die gescheiden van haar leeft, aan
huis bezorgd, en dus niet in het. Stadsbestedelingshuis,
gelijk men meende. De kinderen schijnen thans door den
man elders te zijn uitbesteed.
Een jongentje te Amsterdam, die op 't Nieuwe Plein
speelde, is door een grooten hond het regteroor geheel
afgebeten. Het ongeval moet, volgens de Amsterdamsche
Crt., alleen aan speelschheid van bet dier té wijten zijn.
Naar aanleiding van het verhaal omtrent de tamme
eend, die naar de hoeve waar zij vroeger leefde terugkeerde,
verhaalt de lieer J. H. van Lennep in het Dagblad:
„Mijn vader, des zomers verblijf' houdende op het Huis
te Manpad boven Haarlem, had van een, hem toebehoo-
rende kleine hoerenhofstede, in het. duin nabij Zand voort,
eenige eenden doen overbrengen, ten einde den vijver om
liet genoemde Huis te verlevendigen. Deze dieren, voor
hun overbrenging gekortwiekt, waren in een zak naar de
buitenplaats overgevoerd. Den afgelegden weg van een uur
gaans hadden zij dus niet kunnen zien. Op hun nieuw ver
blijf hadden zij water gevonden; ginds, in hun oude woon
stede hadden zij niets dan het zand achtergelaten. Den
morgen na bun overbrenging werden zij evenwel vermist,
en bij navraag bleek, dat zij weder naar Kostverloren waren
wedergekeerd. Dus teruggeloopen
Te 's Hage heeft eene werkvrouw, die jaloersch was
op eene dienstbode, welke meer dan zij in de gunst liarer
meesteresse stond, getracht liet meisje te vergiftigen.
Uit Oss wordt aan de N. Rott. Crt. gemeld, dat de
dochter van den commies-chef aldaar, beschuldigd van poging
tot vergiftiging van haren vader, weder in de ouderlijke
woning is teruggekeerd. Zij heeft zich eenige dagen opge
houden te Zalt-Bommel en ook te 's Bosch, alwaar zij door
den officier van justitie is gehoord. Naar mén zegt, berust
de geheele vergiftigings-geschiedenis op een bloot gerucht,
waartoe het meisje zelf aanleiding had gegeven. De apotheker
aldaar kan zich ook niet herinneren aan haar vergiftigde
muizentarwe te hebben verkocht.
Te Rotterdam is eene kamer van arbitage voor
handelsgeschillen opgerigt. Dertien handelaars en regts-
geleerden vormen het personeel. De benoeming geschiedt
door de Kamer van Koophandel of op eenigerlei andere
wijze. De regtsgeleerden worden door de kamer van
arbitage benoemd. De kosten eener arbitage mogen niet
beneden de f 20 en niet boven de f 250 zijn. De wijze
vsm bollandp.ling «lor zaken ie uitvoerig voprgeschi e ven.
Omtrent den moord te Nijmegen meldt, men nog liet
volgende: „De verslagene werd 's morgens nog gevonden
met wonden overdekt, de hersenpan gespleten en de heup
ontwricht. Daar hij een zeer sterk man was, zijn er waar
schijnlijk meer dan één aanvaller geweest. De verslagene,
tot eene goede familie behoorende, woonde in een der
achterbuurten."
Een boer te Brakel was dezer dagen naar Bommel
gereden, in gezelschap van 3 andere personen, om bij den
notaris V. liet transport te beteekenen van door hem ver
kochte huizen en tot het ontvangen der kooppenningen,
waarna hij naar huis terugkeerde. Daar gekomen, bemerkte
hij, tot zijne groote ontsteltenis, dat hij zijne portefeuille,
die p. m. f 1450 aan papieren geld inhield, kwijt was. De
nasporing bleef tot nogtoe te vergeefs. De man heeft zich
deze zaak zoo zeer aangetrokken, dat hij ziek te bed moet liggen.
In de dorpsschool te Dalfsen werd jl. Woensdag
avond een voordragt gehouden over zuivelbereiding, door
den heer E. R. Gorten. Een groote. schare uit alle standen
luisterde met belangstelling naar de leerzame wenken en
opmerkingen van den spreker; maar van de vrouwen der
landbouwers waren slechts twee aanwezig. En'tóch zijn
het de boerinnen die in het maken A an boter verbetering
moeten brengen, als Denen en Zweden ons in andere landen
niet van de markt zullen verdringen.
Betreffende den te Middelstum gepleegden moord
verneemt men nog, dat na de inhechtenisneming van den
vermoedelijken dader, de gestolen voorwerpen ten zijnent
gevonden zijn. De vrouw van Heun moet verklaard hebben,
dat haar man den vorigen avond laat was te huis gekomen
en haar had verzocht eenig goed, hetwelk hij medebragt,
hier of daar te begraven. Voorts moet hij onder sterke
bedreigingen liaar hebben bevolen, dat wanneer er iemand
om hem kwam, zij moest zeggen dat hij ziek te bed lag.
Toen de justitie ten zijnent kwam, lag hij dan ook te
bed en beweerde hij, sedert den vorigen dag koorts te heb
ben gehad. Heun is gevankelijk naar Groningen vervoerd
en beeft reeds een volledige bekentenis van zijn schuld
afgelegd.
De heer G. J. Hengeveld, te Utrecht, toont in de
Landb. Crt. door den uitslag van proeven, genomen op de
goederen van graaf de Bassewitz, in Mecklenburg, aan, dat
onder zekere omstandigheden de maïs voordeeliger is om
varkens te mesten dan gerst en rogge.
Ter veemarkt te Leeuwarden is gewogen een stier,
oud 3 jaar, wegende 870 Kilogr. Hij behoorde aan M. J.
Dijkstra, landbouwer te Menaldom.
Uit het Noorden des lands meldt men, dat aldaar
jl. Vrijdag, bij bet keeren van den wind naar het N. en
N. O., tegen den avond een geweldige sneeuwjagt is geweest,
waardoor in een paar uur tijds alles met een dikke laag
overdekt was, wat vooral de te veld staanden winter-
vruchten, rogge enz., zeer te stade komt, daar eene al te
snelle ontwikkeling meer scliade dan voordeel te weeg brengt.
Sultan Abdul-IIamid heeft aan barones Burdett Coutts
de beroemde ïnensdiemT-iendin, het groote lint der Medidjie-
orde geschonken, als blijk van erkentelijkheid, voor de
buitengewoon aanzienlijke hulp door haar aan de Turksche
gekwetsten en aan de vlugtelingen gezonden. Nog nooit
werd een vrouw met deze orde vereerd.
Het volgende telegram uit New-York is aan het
bureau van de New-York Herald te Londen ontvangen
„Omstreeks den 19 Maart zullen hevige Z. O. tot
N. Westelijke winden vergezeld van lagen barometerstand
met regen en vermoedelijk bliksem voorkomen op de Britsclie
en Noorsche kusten. Tevens omstreeks dien tijd storm
weder benoorden 40° N. breedte."
Blondin heeft medegedeeld, dat hij, naar zijn bereke
ning, gedurende de 40 jaren dat bij zijn gevaarlijk vak
beoefent, dat is Aan kindsbeen af, meer dan 6000 voor
stellingen gegeven en ongeveer 1200 mijlen op het gespan
nen koord afgelegd heeft.
Men Aveet, dat verscheidene diersoorten, die vroeger
de aarde bevolkten, thans er niet meer voorkomen; zij
zijn uitgestorven. Dit lot heeft ook verscheidene viscli-
soorten getroffen. Figaro heeft nu de volgende verklaring
omtrent het verchvijnen van deze laatsten sedert den zond
vloed: Noach zeide tot de visschen: Komt in mijn
ark, mijne vrienden, ik heb er een waterbekken in geplaatst,
waarin ge 't goed zult hebben. Verscheidene visschen, die
Avijzer dan Noach meenden te zijn, verkozen zich niet iu
de ark te laten opsluitengedurende veertig dagen zou
het Avater de geheele aarde bedekken, en zij wilden dus
van hunne vrijheid genieten. Na verloop van dezen tij 1
echter, toen het water Aveder viel, geraakten deze visschen
op het drooge, waar zij versmachtten, hun onbezonnenheid
betreurende.
Door een Weener fabrikant is een groote verbetering
uitgevonden bij de naaimachines. Hij heeft namelijk het
middel ontdekt, om ze even als een pendule op te winden
met een veer, die naar verkiezing versneld en vertraagd
kan worden en alleen van tijd tot tijd behoeft te worden
opgewonden. Daar de doctors allerlei nieuAverwetsche
vrouw e n z i ek ten toeschrijven aan de zenuwachtige beweging
van de hand of den voet ^ij het gebruik der naaimachines,
zal deze nieuwe uitvinding zeker met blijdschap begroet
Avorden.
Over den invloed van de temperatuur op den wasdom
der aardappelen heeft llannay de waarneming gedaan en
bekend gemaakt, dat de aardappelen in een donkeren bodem
beter groeijen en gezonder zijn .dan in een ligten grond.
Eene verklaring van dat verschijnsel moet Avel hierin
worden gezocht, dat de hoogte van de bodemtemperatuur
invloed heeft, daar toch een donkere grond meer Warmte
absorbeert dan een ligte. llannay heeft proefondervindelijk
aangetoond, dat een met kolengruis bedekte bodem bij eene
diepte van 5 cM. ongeveer 1° en bij eene diepte van
20 cM. 0.6° Avafmer is, dan dezelfde niet met kolen
bedekte bodem. De aardappelen van den eersten bodem
bevattende 22.5 pCt. zetmeel, die van den anderen slechts
17.5 pCt. De verhoudingen der anorganische bestanddeelen
zijn iu beide soorten bijna dezelfde.
De Bohlkensche boterkarn. De meeste boter
karnen zijn zoo zamengesteld, dat de melk of de room
geslagen of sterk geroerd wordt; bij eenige onder toevoer
van dampkringslucht. In de karn van Bohlken Avordt de
melk niet alleen fikscli door elkaar geroeid of geslagen,
maar zij valt van eene betrekkelijk aanzienlijke hoogte naar
beneden, opdat de in de melk voorhandene microscopisch
kleine, in eiwithulsels vervatte vet-(boter)-klompjes, na het
vernietigen der hulsels, vrij worden en aan elkaar kleven.
Als het in aanraking brengen van de melk met de lucht
werkelijk mogt bijdragen tot het spoedig boteren, dan
wordt dit in de karn van Bohlken zoo volkomen mogelijk
bereikt. De maatschappij voor machinebouAv en ijzerindustrie
te Va rel (aan de Jade) maakt zulke karnen van 8, 14, 20
tot 30 enz., tot 500 liter inhoud en hooger. In deze
machine wordt de melk niet zoozeer verhithet boteren
kan dus plaats hebben bij een temperatuur Aan eenige
graden lager dan in andere kanis, en de boter Avordt zeer
fijn en kort. De machine is goedkoop en sterk.
Berigten uit Atsjin.
Blijkens een bij het departement van Koloniën ontA'an-
gen telegram van den gouv.-generaal van Nederl.-Indië,
dd. 15 dezer, is bet noodig geAveest eenige troepen uit
Atsjin naar de westkust te zenden, ter beteugeling van
strandroof en tot horstel der gestoorde rust te Lohong,
Noh en Malaboe. De expeditie, die gekominandeerd werd
door den overste van Lier, heeft volkomen aan de ver
wachting beantwoord. De Avederspannige Hoofden zijn naar
Kotta Radja gegaan om hunne onderwerping te beëedigen,
en de gouverneur van Atsjin, die zich persoonlijk naar
Malaboe heeft begeven om er den toestand op te nemen,
heeft dien bevredigend gevonden.
De gezondheidstoestand van onze bezetting Avordt gun
stig genoemd.
Visolitoerigteii.
16 Maart. De Enkhuizer vloot (circa 30 schuiten) is met (le
beug uaar zee. De vangst varieerde van: 3 tot 35 kabeljaauwen
f 1.40 a 1.75, 10 tot 100 schel visschen f 40 tot 55 per honderd,
20 tot 80 roggen 70 a 80 cents per stuk.
De haringtrekkers vingen van 1.0 tot 35 tul van f 1.90 a 2.40.
17 Maart. Yan haring Avas geringen aanvoer; slechts enkele
booten vischten; de prijs was circa f 2.25.
Hier kwamen binnen de sloepen
Jan Hofland, schipper J. v. d. Hoeven, 10 levende kabeljaauwen,
20 levende leugen, 5 heilbotten, 80 schetvjsschen, 1£ mand vleet,
te zameu afgeslagen voor f 176, 2S doode kabeljaauwen en lengen
a f 1.40.
Lichtstraal, schipper C. Noordzij, 100 levende kabeljaauwen, 25
levende lengen. 1000 doode schelvisscheu, 14 heilbotten a 5.10,
168 doode kabeljaauwen en lengen f 1 a 1.10.
Watergeus, schipper A. Hart, 200 levende kabeljaauwen, 9 heil
botten, 70 lengen, 600 doode schelvisschen, 18 levende vleeten,
1 ben rog, opgehouden.