HELDERSUHE
EN NIEUWËDIEPER COURANT.
1878. N°. 35.
Vrijdag 22 Maart.
*ëMJb
Jaargang36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
Uitgever AA. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN 1V°. 103.
Gr o m eenteraad..
IN NOODWEER.
BEKENDMAKING.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
fraico per post - 1.R5.
Prijs der Adrertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Zitting van Dingsdag 19 Maart 1878.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 15 leden; afwezig, met kennisgeving vun verhin
dering, de heeren Hugenholtz en van Spall.
Bij de opening der zitting brengt de Voorzitter hulde aan de
nagedachtenis van den overleden Gemeente-Secretaris, den heer
L. Verhey. Hij herinnert, dat de overledene ruim 25 jaren die
gewigtige betrekking heeft bekleed, en doet uitkomen hoezeer zijn
heengaan door allen wordt betreurd. Met de grootste eere, zoo
verzekert de Voorzitter, bekleedde de ontslapene zijne gewigtige
betrekking. Geplaatst aan 't hoofd van de Gemeente-Secretarie,
onderscheidde hij zich door kunde en nnauwgezetlieid, en was hij
de vriend van allen, die met hem in aanraking kwamen. In hem
wordt veel verloren, aldus merkt de Voorzitter verder op, doch
zijne nagelatene weduwe en kinderen verliezen in hem alles. Met
herinnering aan 't jubiló, ten vorige» jare gevierd, wijst de spreker
op de hulde toen algemeen gebragt aan den man, wiens toewijding
aan zijne betrekking men op den hoogsten prijs stelde. Namens het
Dag. Best. stelt de Voorzitter voor, om, onder nadere goedkeuring van
H1I. Gedep. Staten, aan de weduwe Verhey eene jaarlijksche toe
lage uit de gemeentekas te verleenen van f 600, als een blijk van
waardeering der belangrijke diensten, door den overledene aan
de gemeente bewezen. Door opstaan betuigen alle leden hunne
ingenomenheid met dit voorstel.
De notulen van het verhandelde in de vorige zitting worden
gelezen en goedgekeurd.
De vergadering ontvangt mededeeling, dat B. en W. de tijdelijke
waarneming der betrekking van Gemeente-Secretaris hebben opge
dragen aan den heer C. Boon.
Aan de orde wordt gesteld de behandeling van een drietal
kohieren voor plaatselijke directe belastingen. Ter tafel worden
gebragt: a. het voljaars-kohier van den hoofdelijken omslag, dienst
1878, tot een bedrag van f 19668.31'; b. liet voljaars-kohier der
belasting op de honden, mede over 1878, ten bedrage van
f843; en c. het suppletoir-kohier der honden-belasting over 1877,
tot een bedrag van f 96. De beide laatstgenoemde kohieren, waar
tegen geene bezwaarschriften zijn ingekomen, worden met eenparige
Novelle van E. VELY.
„E het een geschiedenis voor mij?" riep de jonge vrouw, ter
wijl zij luidkeels lachte. „Och, tante Nanne, ik verbeeldde mij
daar dat ik met mijn goede tante Clara sprak, die dikwijls, heel
dikwijls, zulke vragen met een ernstig hoofdschudden beantwoordde.
Eu toch is het nu anders; ik ben nu getrouwd en zal nu de
geschiedenis der blonde mevrouw Iledwig wel mogen hooren."
Nanne knikte toestemmend.
„Zij is niet lang, kiud, maar met een paar woorden verhaald.
Hedwig had, toen ze een jong meisje was, haar hart geschonken
aan een kunstschilder, een talentvollen maar armen schilder. Hare
ouders wisten het niet, en zij bekende het ook niet toen de rijkste
koopmanszoon uit de geheele stad haar ten huwelijk vroeg. Zij gaf
hem haar ja-woord."
Meta staarde haar verontwaardigd aan. „Dat was valsch en
lafhartig!" riep zij.
„Stil," sprak Nanne, „oordeel niet te haastig; wie aanschouwde
toen wat er in het hart der arme vrouw omging? De schilder was
weg, ver weg naar het Zuiden, en zij dacht, dat hij haar wel zou
vergeten hebben. Maar toen zij getrouwd was, kwam hij terug."
„Kwam hij terug," herhaalde de jonge vrouw werktuigelijk, „en
verweet haar hare trouweloosheid en
Nanne schudde zachtkens het hoofd met den kleinen kanten
doek, die haar iets nonachtigs in haar voorkomen gaf.
„O kind zij zagen elkaar weder en wisten toen dat de liefde
niet dood was. En omdat Hedwigs echtgenoot zijn vrouw veron
achtzaamde, en voortdurend over zijn boeken en zijn rekeningen
gebogen zat, bet eene schip na het andere naar zee zond, en
zijn doode goederen liever had dau vrouw en kind, nu, zoo
kwam het er toe, dat Hedwig het besluit nam om met den man,
dien zij in liaar jeugd reeds beminde, te vluchten. Niet waar, het
heeft wel iels van een roman; maar liet eindigt toch anders dan in
de meeste boeken. Hedwigs man ontdekte het door een toeval
Meta's kleine hand vatte de koude vingers der verhaalster.
„Eu -hij vermoordde den schilder in een tweegevecht,
zooals zij dat noemen, hoewel het toch een moord is?" vroeg zij
met zenuwachtige gejaagdheid.
Nanne schudde ontkennend het hoofd.
„De heer Justus Rolling was een groothandelaar, die zijn leven
niet zoo licht op het spel gezet zou hebben. Neen, hij begaf zicb
naar den man die het hart zijner vrouw bezat, en kocht hem de
eer van zijn huis voor een aanzienlijke som af. Hedwig wachtte
vruchteloos op den bestemden tijd naar hem, dien zij als haren
redder en verlosser beschouwde. In zijne plaats verscheen haar
echtgenoot, om haar met een glimlach vol bitteren spot een kwi
tantie te laten zien. „De prijs van mijn onbezoedelde eer; de som
stemmen goedgekeurd en vastgesteld. Tegen het kohier van den
hoofdelijken omslag zijn bezwaren ingediendde Voorzitter stelt
daarom voor, dit kohier aan 't einde der overige werkzaamheden
aan de orde te stellen en de bezwaaischriften in eene zitting met
gesloten deuren te behandelen. Dienovereenkomstig wordt besloten.
Namens het Dag. Best. stelt de Voorzitter voor om, bij wijze
van proef, te beginneu met 1 Mei a. s., op de gemeenteschool
No. 3 leerlingen op te nemen op öjarigen leef'iijd. Bij genoegzame
ruimte en aanwezigheid van het noodige hulp-personeel, bestaat
het voornemen, om die bepaling zoo spoedig mogelijk ook voor de
overige schoolwijken in werking te doen treden. Nadat onder
scheidene leden de wenschelijkheid hadden betoogd van een alge-
meenen maatregel ten deze, wordt het voorstel van het Dag. Best.
met eenparige stemmen aangenomen.
Voor kennisgeving worden aangenomen deze medcdeelingen des
Voorzitters
a. Dat door HH. Gedep. Staten dezer provincie het contingent,
door deze gemeente te leveren in de ligting der Nationale
Militie van 1878, is bepaald op 65 man.
h. Dat door HH. Gedep. Staten is goedgekeurd het raadsbesluit
tot aankoop voor amotie van het huis op den hoek der
Langestrant, tot verbetering van den openbaren weg, en dat
met 1 Mei a. s. over dit perceel kan worden beschikt.
c. Dat bij het Dag. Best. is ingekomen eene missive van de
Commissie voor het Middelbaar Onderwijs in deze gemeente,
inhoudende het voorstel, dat de Itaad zich wende tot de
Hooge Regering en het Prov. Bestuur, met verzoek om sub
sidie, ten behoeve van de Zeevaartkundige School in deze
gemeente. De Voorzitter merkt bij deze mededeeling op,
dat bedoelde missive in eene volgende zitting in behandeling
zal komen, doch herinnert dat, enkele jaren geleden, eene
poging, tot het bewuste doel bij Gedep. Staten aangewend,
bleek vruchteloos te zijn.
en d. Dat in de laalstgehoudene vergadering van B. en W. zijn
uitgeloot de aandeelen Nos. 2 en 36 der gemeentelijke geld-
leening, groot f 80,000.
Een adres door J. van der Zwan alhier, namens eenige visch-
handelaren ingediend, hoewel thans aan een gezegeld papier gehecht,
wordt, wegens gebrek in den vorm, ter zijde gelegd.
Thans heft de Voorzitter de openbare zitting op en doet die
overgaan in eene beslotene, tot liet behandelen der ingekomen
bezwaarschriften tegen het primitief kohier van den hoofdei, omslag.
Bij de heropening der zitting wordt bedoeld kohier vastgesteld
tot een bedrag van f 19659.81'.
De zitting wordt daarop voor gesloten verklaard.
is hoog, gic vrouw
„O!" fluisterde Meta, „o ik heb geen woorden! die
ellendeling, die lafaard; en zij, die arme vrouw!"
„Zij," ging Nanne voort, „leeft sedert dien tijd geduldig voort,
zonder klachten of begeerten."
Het was heel stil in de kamer; men hoorde niets dau het klet
teren der regendroppels tegen de vensterruiten.
„Zonder klachten of begeerten," herhaalde de jonge vrouw na een
zeer lange pause; „hoe onbeschrijfelijk treurig klinkt dat. Er zullen
wel niet veel menschen zijn, die zoo leven; dat moet het ellendigste
vau alles zijn!"
Er trilde een weemoedig lachje om de dunne lippen der bleeke
weduwe; Meta bemerkte het; zij sprong op eu sloeg haar arm om
den hals harer nieuwe vriendin.
„O, tanie Nanne gij niet!" sprak zij, alsof "zij beducht was,
het „ja" te hooreu.
De oude vrouw knikte toestemmend. „Als ik er ooit weder toe
komen mocht, iets te begeeren, dan zou het voor u en voor Hen
drik zijn."
„En zij is toch óók eens jong geweest," sprak Meta voor zich heen.
Nanne glimlachte weder en vervolgde: „Jong en met een hart
vol liefde trad ik het leven in. Wilt ge nog een geschiedenis,
kleine? Ik schonk dit hart aan een armen boekhouder van mijns
vaders kantoor; mijn broeder bemerkte onze verhouding, nog
eer wij zeiven duidelijk met elkander gesproken hadden, en hij
zorgde met broederlijken takt dat dit nooit meer gebeuren kon.
De arme boekhouder verloor zijn post, en dewijl dat zoo plotseling
gebeurde, nam niemand hier hem in dienst; al spoedig werd hij
door een hevige ziekte aangetast en op stadskosten in liet gasthuis
verpleegd. Daaruit hebben zij hem ook begraven, juist op den
zelfden dag toen ik in de bruiloftskoets met Willibald Griites naar
de kerk reed. Dat was een huwelijk naar den zin der familie."
Meta staarde de bleeke weduwe als verbijsterd aan; had zij wel
goed gehoord?
„Als ge echter den anderen lief liadt, werkelijk lief hadt," vroeg
zij twijfelend, „waarom liet ge u dau dwingen?"
Het was een droefgeestig, moedeloos glimlachje, waarmede de
oude vrouw antwoordde: „O, kind, ge kent de wereld nog niet!
Waarom ik mij dwingen liet? Broer Daniël zou het u kunnen
vertellen. Hij zou zich niet ontzien hebben, mij bij de haren naar
het altaar te sleepen. Maar er zijn ook kalmer middelen. Op het
kantoor was een diefstal gepleegd; men kon niet» bewijzen, maar
wel de verdenking op den ontslagene werpen. Ge begrijpt dat
kon ik niet dulden. Ik onderwierp mij en ging met volle bewust
heid een oneelukkig huwelijk tegemoet. Het duurde niet lang. De
zaak van Willibald Griites begon spoedig slecht te staan mijn
broeder had hem kunnen redden, maar deed het niet cn zoo hield
de ander zich door valsehhedcn en bedrog nog een poos staande,
totdat hem de gevreesde slag trof. Hij vluchtte naar Amerika en
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS der gemeente HELDER
brengen ter openbare kennis, dat op heden door den Raad dezer
gemeente vastgesteld en gedurende de eerstvolgende acht werkdagen
op de gewone kantooruren ter Secretarie der gemeente voor een
ieder ter lezing zijn nedergelegd
a. Het VOLJAARS-KOHIER van den HOOFDELIJKEN
OMSLAG, over liet dienstjaar 1S78
h. Het VOLJAARS-KOHIER der BELASTING op de HONDEN,
over het dienstjaar 1878.
c. Het SUPPLETOIR-KOHIER der BELASTING op de
HONDEN, over het dienstjaar 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSK, Burgemeester,
den 20 Maart 1878. G'. BOON, 1°. Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 21 Maart.
Gisteren is aan A. van der Stroom, korporaal bij liet
korps mariniers, alhier in garnizoen, ter hand gesteld de
Koninklijke Kroon, zijnde liet onlangs ingestelde onder-
sclieidingsteeken voor eervolle vermelding, en zulks naar
aanleiding van zijn moedig gedrag hij de tuchtiging van
Pedir. Voor eenigen tijd werd deze korporaal gedecoreerd
met liet ridderkruis 4de klasse der Militaire Willemsorde,
voor zijne uitstekende houding bij het ongelukkig gevecht
te Mukki-Mukki.
- De Sociëteit Mars vierde gisteren avond in Musis
Sacrum haar negende jaarfeest. Is eene afwisseling van
werkzaamheden op zulk een feestavond steeds geschikt om
de aandacht bestendig te boeijen en eene aangename
stemming te bevorderen, ditmaal was het bestuur der
Sociëteit weder allergunstigst geslaagd in de zamenstelling
van het feestprogramma. Voordi'agten van verschillenden
aard werden afgewisseld door zangnummers en muziek
uitvoeringen, terwijl een viertal feestliederen het hunne
toebragten om 't genot van dezen avond te verhoogen.
Door den heer Alting von Geusau, eerelid der Vereeni-
ging, werden bestuurderen en leden geluk gewenscht met
het negenjarig bestaan dezer zoo nuttig werkende Sociëteit,
en de wensch uitgesproken, dat zij nog lang bestaan en
bloeijen, en als tot beden nut stichten moge.
moet (laar een trcurigen dood gevonden hebben. Ik keerde terug
nanr mijn ouderlijk huis; hoe?.... Zonder klachten of begeerten!"
Meta keerde haar gelaat naar het venster toe. Tante Nanne's
breipennen tikten weer regelmatig voort.
Aan een kale schrijftafel, met leelijke, stijve pooten, waar dertig
jaar geleden Mevrouw Anna Dornedden (geboren Sparheuke) haar
huishoudboeken met letters en cijfers gevuld had, zat Meta, haar
jeugdige opvolgster, over een vel papier gebogen, dat naar tante
Clara moest vliegen. Haar pen gleed met grooten spoed over het
papier
„Gisteren vond Hendrik dat ik wat bleek zag; ik heb daarop
den spiegel geraadpleegd, maar die was bet er volstrekt niet
raeê eens. Alleen gevoel ik mij wat moede, doch dit zal ook
wel beter worden, als maar eerst de frissche zeelucht om mij
heen waait.
Ja, ik ben zoo blijde, tante Clara, als een groot, brood
dronken kindwij gaan naar het eiland Wallliafen, waar een
villa-Dornedden is, Hendrik en ik alleen. O, het is prachtig;
die arme Hendrik kan dan weer eens goed uitrusten, en wij
zullen veel pleizier hebben, langs het strand schelpen gaan
zoeken, zooals wij op het Lido te Venetië deden, en liedjes
zingen boven wind en golven uit.
Ik verlang zeer naar het eiland; nog één of twee dagen,
dan gaan we er heen. Hendrik heeft allerprachtigste zomer-
toiletten voor mij gekocht in Parijs; die zal ik er dragen.
Veel bezoekers vindt men op Wallliafen niet meer: het is er
niet fashionable; maar voor Hendrik wil ik er goed uitzien.
Hier had ik zoo weinig lust om mij op te schikken. De
diamanten van Hendriks moeder, die mijn schoonvader mij op
mijn huwelijksdag ten geschenke zond, heb ik maar eenmaal
gedragen. Zij deden mij bijna huiveren of kwam het van
den toon, die aan het vervelende familiediner heerschte? Ik
zal er u maar liever geen beschrijving van geven. Zij waren
allen stijf en koel en hun blikken schenen mij eenparig toe
te roepen„Wij weten zeer goad dat gij arm hier in dit
rijke huis zijt gekomen, verlang niet dat we meer notitie
van u nemen dan bepaald noodzakelijk is." Hendrik wilde
het mij ontstrijden, maar ge kent uw princes en ik kon wel
aan hem zien dat ik mij toch niet zoo geheel vergist had. Op
een anderen keer echter hadden wij maar óón gast; dat ging
beter. Hij was groot, donker, met prachtige bruine oogen en
een door de zon gebruind gelaat; hij sleept een weinig met
zijn eenen voet, die in den Fransch-Duitschen oorlog door
een kogel getroffen is. Een tweede kogel wondde hem in de
borst; een bajomietsteek kwetste hem aan den linkerwang. Is
dat geen held? En verstandig is hij ook, zoo echt mannelijk,
nu en dan met wat geestigen spot gemengd, maar zijn
scherts is altijd goedig en welmeenend.