HELDERSCIIE
EV NIEUWEDIEPER COURANT.
1878. N°. 51.
Zondag 28 April.
tiH
Jaargang36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
„Wij huldigen
het goed c."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per knartaaiƒ1.80.
00 franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Cz.
Prijs der Advertentièn: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWEDIEP, 27 April.
Blijkens een bij het departement van Marine ontvangen
telegram, is Zr. Ms. ramtorenscliip Koning der Nederlanden
den 25 dezer van Bombay vertrokken, ter voortzetting
der reis naar Oost-Indië.
Gisteren heeft ten Raadhuize alhier de openbare aan
besteding plaats gehad van het uitvoeren van eenige verf-
werken aan gemeente-gebouwen, enz., in 2 perceèlen.
Eerste perceel: ingekomen 12 insclirijvings-billetten, als
van de lieeren P. Bierenbroodspot f 1245, J. Betlilehcm
f 1225, J. Hoogerduin f 1160, F. Boon f 1070, K. Pronk
f 1035, J. de Vries f 1022, J. Iiubbeling f 1000, J. de
Vries Ivz. f 990, J. van Brederode f 986.50, J. C. B. Kalft'
f948, H. de Wit f 936, P. v. d. Heijden f 875.
Tweede perceel: ingekomen 11 inschrijvings-billetten,
als van de heeren P. Bierenbroodspot f895, J. van Brede
rode f 750.75, K. Pronk f 732, Hoogerduin f 710,
J. C. B. Kalft' f 640, J. Iiubbeling f 615, F. Boon f610,
H. de Wit f 600, J. de Vries Kz. f 600, J. de Vries
f 587, P. v. d. Heijden f 565.
Ten behoeve van de Directie der Marine alhier
werden jl. Woensdag door den directeur en kommandant
der Marine te Amsterdam herbesteed vier "perceelen hout
waren, die bij de aanbesteding op 11 dezer niet werden
gegund. De uitslag daarvan is geweest als volgt: Perceel
No. 6. greenen balken, Avordsche en Pruissische deelen,
minste inschrijvers de heeren Blaauboer &Co., aan't Zand
in de Zijpe, voor f 4963.34; perceel No. 8, greenen ribben,
schrooten en latten, minste inschrijver de heer A. Vos Rz.
alhier; perceel No. 9, vuren deelen, de heeren Blaauboer
Co. aan 't Zand in de Zijpe; perceel No. 10, dennen
deelen, de heeren B. Loos Zoon, te Blokzijl, voor f 1549.
Aan de volgende personen in 's Rijks dienst zijn
gisteren en heden de medailles en bijbehoorende gratificatiën
uitgereikt voor betoonden ijver en trouwe dienstbetrachting:
de gouden medaille met f 100 gratificatie voor 36jarige
dienst aan G. Zwier, J. Klaversteijn en J. van Heusden;
EEN ZONDERLING DUEL,
door Eriedricli Gerstackcr.
(Vervolg.)
Jenny zweeg zij staarde strak en uitvorschend in Ralfsons
oogen, alsof zij zijn verborgenste gedachten doorgronden wilde
doch eindelijk fluisterde zij zacht: „Ik zal komen!" en zich uit
zijn arm losmakend, snelde ze ijlings langs den weg dien zij ge
komen was naar huis terug. Ralfson echter, met eene wereld van
onuitsprekelijke zaligheid in het hart, liep verder het groenende
woud in, om nu toch de plaatsen te doorzoeken, welke de oude
man hem aangewezen had, en dan naar de hut terug te gaan om
den uitslag van zijne nasporingen mede te deelen.
Het was echter waarlijk geen wonder dat hij heden niets vond.
En al hadden de heeren dien nacht ook als mieren door het bosoh
gezworven, hij zou achteloos over liuune sporen zijn heengeloopen,
want Jenny's lief gezichtje was het eenige dat hem voor oogen
zWeefde; uit iederen dauwdroppel lachten hem haar goedige oogen
tegen. Lachten? wat was liet meisje toch ernstig! hoe
stroef eu somber konden hare oogen hem soms aanzienEu welk
een diepe smart moest dit jonge hart reeds getroffen hebben, om
alle opgeruimdheid van haar gelaat te verbannen Arme Jenny
hoe pijnlijk moest ze gebukt gaan onder den druk van zulk een
strengen vader hoe uiterst pijnlijk maar welk een ommekeer
van levenslot stond haar ook te wachten, en hoe gelukkig zou zij
zich dan ook in hare nieuwe omgeving gevoelen!...
Met zulke gedachten en droomen zwierf hij door het bosch. Hij
had wel het besef, welke richting hij moest inslaan om niet te
verdwalen, maar verder niets; hij zag niet om of er ook een
spoor was, dat door een beer kon zijn achtergelaten, en toen hy
eindelijk, met een langen omweg, de hut weder bereikte, vond hij
den ouden man reeds daar, die echter niet gelukkiger, hoewel veel
opmerkzamer op zijnen onderzoekingstocht was geweest.
„Wel, vreemdeling," sprak hij, niets gevouden?
„Volstrekt niets, sir," antwoordde Ralfson, terwijl hij echter zeer
goed bemerkte dat die onwaarheid zijn gelaat met een lichten blos
kleurde.
„Hm, dat dacht ik wel," hernam de oude man, „anders zou ik
ook wel iets gezien moeten hebben, want die oude knapen be
schrijven gewoonlijk als zij eenmaal komen een boog om
de geheele vlakte. Maar dat hindert niet wij zullen hem toch
wel eens meester worden, en morgen maken wij dezelfde wandeling.
Als hij zich weder dezen kaut uit heeft gewaagd, dau vinden wij
hem ook zeker in den kleinen hurricane dien wij gemakkelijk
de zilveren medaille mot f 50 gratificatie voor 24jarige
dienst aan J. Zoetelief, S. Lak, M. Boon, D. J. Kuijl,
A. J. Feij, IC. Kolliorn, D. N. de Back, A. Meijer, J. de
la Houssayc en M. Merens;
de bronzen medaille voor 12jarige dienst aan H. D. v. d.
Laag, C. W. Iteurder, J. A. Kraak Sr., J. Kraak, J. B.
Abeln, D. de Ruijter, H. Vonk en L. van Oeven.
Het stoomschip Thetis is uitgaande tegen liet wacht
schip alhier geloopen, dat daardoor een gat in de zijde
kreeg; de Thetis zette zonder schade de reis voort.
De opper-kamerheer en de chef van het Militaire
Huis des Konings maken bekend, dat Z. M. op Woensdag
den 1 Mei a. s., des morgens ten 9| ure, in het Paleis
te Amsterdam audiëntie zal verleenen aan commissiën,
civiele en militaire autoriteiten, officieren militairen, en
op Donderdag den 2den daaraanvolgende, ten 9^ ure, aan
particulieren.
Degenen die verlangen tot deze audientiën te worden
toegelaten, worden uitgenoodigd, zich in te schrijven op
een der lijsten, welke daartoe aan gezegd Paleis gereed
zullen liggen van heden af tot en met 29 April, des namid
dags ten 4 ure, op welken tijd die lijsten zullen worden
gesloten.
De namen der officieren en verdere bemanning van
de Willem Barentz, welk vaartuig den 4 Mei naar de
Noordelijke IJszee zal vertrekken, zijn de volgende: de
luit. ter zee A. de Bruyne, kommandant; de luit. ter zee
L. R. Koolemans Boynen; de luit. ter zee II. M. Speelman;
dr. C. P. Sluyter, zoöloog; de off. van gez. van het Indische
leger Heymans van Anrooy, arts; de heer W. J. A. Grant,
photograaf; B. Witteveen, bootsman der Marine; J. de
Bruyn, officierskok der Marine; E. F. Vogelaar, 3de tim
merman der Marine; J. Kamermans en B. G. Baljé, beide
matroos bij bet loodswezenD. de Wit, koopvaardijmatroos;
A. de Waart en J. Roos, beide visscliers.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal is bijeen
geroepen tegen Dingsdag den 30 dezer, ten half vier ure.
Men schrijft uit 's Ilage:
„De nieuwe regeling van de opleiding van onderofficieren
en mindere militairen tot officier, die met 1 October van
Hurricane i9 een in de Vereenigde Staten niet zelden voor
komende orkaan, die al de hoornen welke hij in zijn vaart tegen
komt, omver werpt en uit de omgevallen en na verloop van tijd
dooreengegroeide stammen vaak inderdaad ondoordringbare en met
denzelfden naam aangeduide loofmassa's vormt.
te paard omtrekken. Zoodra die schelmen eenmaal den smaak van
varkcnsvleesch geproefd hebben, zijn ze er niet meer vau af te
houden, en komen ze telkens weder naar dezelfde hoeve terug,
waardoor ze dan ook dikwijls in den val loopen. Wie zijn tijd
afwacht, wacht zijn winst af, is een oud en goed spreekwoord; let
er op, vreemdeling, en gij zult er u altijd goed bij bevinden."
Ralfson schaamde zich bijna, dat de oude farmer hem in zijne
goedhartige onwetendheid juist datgene aanried, wat hij met in
spanning van alle krachten najoeg. Maar de teerling was geworpen
hij kon niet meer terug, al had hij ook gewild. Jenny's kussen
brandden nog op zijne lippen, en zijn geheele ziel was uitsluitend
met de gedachte aan haar vervuld.
Geen dag was nog zoo langzaam voor hem omgegaan als deze;
de minuten kropen als uren voort, en de groote wijzer op de oude
Amerikaausche klok scheen letterlijk stil te staan, al liet de slinger
bij zijn trage schommelingen ook liet gewone vervelende tik-tak
hooren. Maar de tijd kwam toch ommeer en meer daalde de
zon aan den westelijken gezichtseinder; en toen de avond aanbrak
en de familie ziclï weder om den breeden, met reusachtige hout
blokken gevulde» haard verzamelde, poogde hij te vergeefs Jenny's
blik weder te ontmoeten. Stil en in zich zelve gekeerd als altijd,
zat zij bij den haard, terwijl de anderen nauwelijks acht op haar
sloegen, en dikwijls als hij met den ouden man sprak en daarbij
voelde dat haar oogen op hem rustten, sloeg zij ze toch haastig
neder of staarde zij weder in het vuur, zoodra hij zich naar haren
kant wendde.
En weder was liet uur der rust aangebrokende meisjes begaven
zich naar het voor haar bestemde deel des huizes, en nog geen
half uur later was het op de kleine hoeve eveu stil en rustig, als
in de groote wildernis daar buiten.
III.
De vlucht.
Hoe stil en geheimzinnig ruischle het door de geweldige boomen
van het eeuweulieugende bosch hoe golfde de rivier voort
hoe stil, hoe statig en indrukwekkend; hoe plaste de stroom tegen
de kruinen der omgevallen boomen, waarvan hij eerst de wortels
had losgespoeld, om ze dan later geheel tot zich te trekken I Wel
stonden daar een paar uit liet bosch gehouwen hutten, en wel
leefden er menschen in die enge ruimte, doch vlak daar omheen
breidde zich de wildernis uit; geen licht wierp over de kleine,
nauw merkbare vlakte zijn schijnsel, en het was of het plekje écn
geheel uitmaakte met het groote moeras.
Daar weerklonk plotseling een vreemd klinkend geluid met
regelmatige tusschenpoozen door de stilte van den nacht. Poeff
poeff poeff!Het was een der groote Mississippi-stoomers,
die van New-Orleans kwam en tegen de geweldige strooming van
den „vader der wateren" worstelde en opwerkte; en térwijl hij al
nader eu nader kwam, en eindelijk zelfs om de kromming dei-
rivier heen, het licht zijner ketclvuren en de blauwe lantaarns op
zijn kompashuisje zichtbaar werden, ontvlamde ook op den stillen,
donkeren oeverkant een klein vuur, dat Bob, de oude, bij de hoeve
dit jaar zal worden ingevoerd, zal eene belangrijke veran
dering in de bestaande brengen. De cursus op de onderwijs-
inrigtingen te Haarlem (Kampen), 's Bosch en Delft duurt
vier jaren. De twee eerste daarvan zullen gewijd zijn aan
de opleiding in de burgerlijke, de overige in de militaire
vakken. De onderofficieren die de twee laatste studiejaren
doorloopcn krijgen den titel van vaandrig en worden tot
een compagnie bij een der regimenten van liun wapen
gevormd. Zij zijn van hun ranggenooten onderscheiden door
fijnere uniform en door bet dragen der kwasten, zooals die
voor de kadetten der militaire akademie naar gelang hunner
studiejaren zijn bepaald.
De militaire scholen staan onder toezigt van den inspecteur
van liet militaire onderwijs, die tevens vaste voorzitter is
van de commissie tot het afnemen der examens voor den
officiersrang. Aan bet lioofd der scholen staat een kapitein,
aan wien het noodige aantal burgerlijke en militaire leer
aren en verder personeel wordt toegevoegd.
Na het volgend jaar wordt het ligter examen voor onder
officieren afgeschaft. Evenwel kunnen oppassende, getrouwe,
doch ongehuwde adjudant-onderofficieren en sergeant-majoors
zonder examen tot 2den luitenant worden benoemd.
Drietal te Alkmaar: II. van der Ilagt te Genemuiden,
F. van Spall te Leimuiden, en P. Bartstra te Klundert.
Toezegging van beroep naar Hem aan ds. Boonacker,
pred. te Waal en Koog op Texel.
De bevestiging en intrede van den beer J. D. LI.
van Setten te Noordscharwoude zal plaats hebben op Zondag
5 Mei a. s., des voormiddags ten half tien en des namiddags
ten half twee ure. Bevestiger de heer H. J. van der
Weerd, pred. te Oudendijk.
Te Haarlem heeft o. a. acte van bekwaamheid voor
de Fransche taal bekomen de heer J. H. Meurs, van Hoorn.
Door het Provinciaal Bestuur van Noordholland is
jl. Donderdag o. a. aanbesteed: Het leveren van brik en
stortsteen en het bestorten der Heldersclie zeewering, in 2
perceelen; 1ste perceel minste inschrijver de lieer A. VosRz.,
alhier, voor f 26262de perceel de heeren Gebrs. Janzen,
alhier, voor f 6742. Het verdiepen van eenige gedeelten
van liet Noordhollandsch kanaal, in twee perceelen; 1ste
mm:affai3gr Tin.-»,.. i m
behoorende neger, daar ontstoken had, en er nu droge spaanders
op wierp, oui het helderder te doen opvlammen. Want de negers
aan den Mississippi ontvingen telkens een kwart-dollar bclooniug
als zij 's nachts goed wacht hielden en de voorbijkomende stoom-
booten door een vlammend houtvuur waarschuwden, dat er brand
hout te krijgen en de landing voor stoombooten veilig was.
Ondertusscheu moeten zij daarvoor 's nachts buiten, met talloozc
gonzende en stekende muskieten om zich heen, in de open lucht
verblijven en telkens den slaap afbreken, dien zij na hun harde
dagtaak zoo hoog noodig hebben; en hoe dikwijls, hoe ontelbare
malen steken zij het vuur te vergeefs aan, terwijl de stoomboot,
die misschien reeds onderweg aangelegd en haar voorraad inge
nomen heeft, of nog voor verscheidene uren ruimschoots van hout
voorzien is, voorbijvaart zonder op het sein acht te slaan, zoo
dat de arme zwarte al zijn werk voor uiels gedaan eu zijn nacht
rust vruchteloos opgeofferd heeft. Maar menigmaal gelukt het hun
toch, eu als muziek klinkt hun dan de bel in 't oor, die aan boord
der stoomboot het teeken tot landen geeft en de arme tusschen-
deks-passagiers, die zicli verbonden hebben om onderweg hout aan
te dragen, uit hun zoeten slaap wekt eu voor hun zware taak van
de boot af en den steilen, zandigen oever opjaagt.
Sambo, de neger, had echter ditmaal een gelukkigen nacht. Al
nader en nader kwam de boot, die blijkbaar op dezen oever aan
hield; en de brcede vuurstrecp, die zich aan den voorkant zien
liet, verried duidelijk genoeg, dat de voedingsdeuren onder de
ketels geopend werden, om de hitte te laten uitstroomen en zich
gereed te maken om aan te leggen.
Nog heerschte op dat gedeelte van den oever, waar liet hout
opgestapeld lag, de diepste stilte te midden van de nachtelijke
duisternis; en door het geboomte lieen bespeurde men slechts een
flauwe schemering van het door den neger ontstoken vuur, dat aan
de zijde der rivier beter zichtbaar was; doch nader en nader kwam
de boot reeds begonnen de honden aan te slaan en onrustig te
worden, en de oude Backwoodsman kwam ook reeds zijn deur uit.
Hij had de boot hooren aankomen en zette zich in postuur om het
geroep van den kapitein te beantwoorden.
„Wat voor hout aan land?"
Cottonioood(katoenhout
„Droog?"
„Agag/" (Ja, zeker!)"
„Hoeveel het vaam?"
„Anderhalven dollar!"
„Goede landing?"
iiAg.' agl"
Weer luidde de bel, om den lieden aan boord het sein te geven,
hunne touwen gereed te liouden en deze dadelijk, zoodra ze aan
land konden springen, hier of daar aan een boom of een .stronk
vast te maken. Sambo was ondertusscheu reeds met een vlam-
menden spaander den steilen oever afgeklauterd, ter plaatse waai
de stoomboot het veiligst kon aanleggen, en waar ook de voorraad
hout lag opgestapeld, die uit meer dan tachtig vaam bestond.
(Wordt vervolgd.)