dreven, kon nu haar aandeelen niet meer voor 25 van de
hand doen. Ost-End noteerde weleer 120, nu 12; Lan-
derwerb-und Bau-Verein vroeger 200, nu 15; West-End
125, nu 1Nord-End 140, nu 0. Doch niet enkel Berlijn,
maar geheel Duitschland leverde het schouwspel van zulke
teleurstellingen. Handel en nijverheid, waaraan door den
oorlog onschatbare krachten aan arbeid en kennis waren
ontroofd, bleken met reuzenschreden, in plaats van vooruit,
zooals men verwacht had, achteruit te gaan. De invoer
overtrof in 1872 in Duitschland den uitvoer met 900
millioen mark; in 1873 reeds met een milliard, en toen
de commissaris-generaal der Duitsche afdeeling verslag moest
uitbrengen over de door de Duitsche industrie naar de
tentoonstelling van Pliiladelphi^ gezonden voorwerpen, was
hij genoodzaakt te verklaren: //Wij moeten, wat den arbeid
betreft, voor alle volken onderdoen; niet één van onze
voortbrengselen is zoo goed als die van dezelfde soort, in
het buitenland vervaardigd. Wij hebben een prachtige
tentoonstelling vanhoogmoed gehouden met onze borst
beelden van den Keizer, van von Bismarck, van von Moltke,
maar onze armoede werd er des te ellendiger door. Wij
zijn belagchelijk in 't oog van geheel de wereld."
De fabriek voor stoom- en andere werktuigen te
Amsterdam, de Atlas, keert over 187778 een dividend
uit van 6 pCt. Tevens wordt belangrijk afgeschreven op
verschillende posten. Het aantal werklieden beliep van
220 tot 300.
Jl. Vrijdag werd te Amsterdam de jaarlijksclie alge-
meene vergadering gehouden der aandeelhouders in de
Amsterdamsche Kanaalmaatschappij. In 1877 werd met
weinig voordeel gewerkt, wat baggering enz. betreft; beter
ging dit in 1878. Tot 25 Mei waren circa 800,000 M3
uitgebaggerd. Het baggerwerk is thans voltooid tot 96Tgg
percent. De diepte was sedert officieel op 65 decimeter
vastgesteld, terwijl thans eene verdieping tot 7.70 M. onder
handen is.
De kanaalgelden hebben in 1877 beloopen f 182,640.95|.
In de eerste vier maanden van 1878 beliep dit f 58,093.68
tegen f 36,202.30 in 1876.
Uit 't verslag bleek nog, dat van de schade, door den
diefstal van den secretaris Bruyn geleden, nog circa
f 75,000 uit zijn boedel teregt is gekomen. Het totaal
der schade voor de Maatschappij, daarbij geleden, wordt
daardoor op f 138.844 bepaald.
De Amsterdamsche Duinwaterleiding-Maatschappij
zal een dividend van f 23.50 per aandeel van f 240
uitkeeren.
Naar men verneemt, zal de kapt. van Moock, van den
Generalen Staf, met 1 October e. k. als leeraar aan de
krijgsschool voor officieren te 's Hage optreden.
Voor het hof te 's Hage stond een gehuwde vrouw
uit Charlois teregt, beschuldigd, haar pas geboren kind
levend begraven te hebben. Zij beweerde gemeend te
hebben, dat het reeds overleden was, toen zij het in een
kuil wierp en met aarde bedekte; de deskundigen verklaarden
echter, dat het kind niet dood was geweest, daar o. a. slijk
en aarde in luchtpijp en maag waren gevonden. De reden
voor die vreeselijke daad was, volgens het O. M., dat de
vrouw zóó gierig was, dat zij bevreesd was een tweede
kind te hebben en daarom de zwangerschap zelfs voor
haren man geheim hield en het kind ombragtDe advocaat-
generaal eischte veroordeeling tot 10 jaar tuchthuisstraf.
De verdediger opperde de vraag, of het wel aannemelijk
is, dat een zoo vreeselijke misdaad met bewustheid is
gepleegd.
Een jeugdige dienstbode te 's Hage had sedert de
kermis haar dienst verlaten, zonder dat eenig spoor van
handen op de schouders van zijn vriend. Deze zog langzaam,
met wijd geopende, glazige oogen de ledige kamer rond, die zij nu
gingen verlaten.
//Goeden nacht, mijn liefde, mijn leven, mijn geluk," sprak hij
met dolle stem. En toen ontmoette zijn blik het angstige, uitvor-
schende oog van zijn vriend, en hij wierp zich weeneud aan zijn borst.
Aan het station stonden een aantal collega's van Elben. Zij
wenschten hem goede reis en goed succes in de hoofdstad. Eenige
hunner, die met Ribbeek, hoewel slechts oppervlakkig, bekend
waren, kwamen naar hem toe, gaven hem de hand ten afscheid en
zeiden: ,/Moge het u wel gaan, mijnheer ltibbeck," waarop hij
ten antwoord gaf: „Dank u zeer, mijne heeren, dank u zeer!"
Eenige oogenblikken later stoomden Elben en Ribbeek het station
uit. De vrienden, die hen uitgeleide gedaan hadden, keerden naar
de stad terug.
„Die heer, die met Elben meeging, zag er erg neerslachtig uit,"
zeide een hunner, een jongman met een vriendelijk, openhartig gelaat.
„Hij heeft er ook wel reden toe," merkte zijn meer bejaarde
vriend op; „hij bezat een aardig fortuintje en een lieve bruid, en
heeft beiden verloren."
„Hoe heet zijne biuid?"
„Eene juffrouw Jordan."
„Die mooie Anna Jordan, die met baron von Halffen geënga
geerd is?"
„Dezelfde."
„Dan feliciteer ik haar niet! Zij heeft, verbeeld ik me, een
Biechten ruil gedaan."
„Halffen is puissant rijk!"
„Nu ja! Maar is geld dan alles?"
De oudere antwoordde daarop nadenkend: „Geld is zeer veel;
geld is de beste, de trouwste vriend dien iemand hebben kan. Hij
reikt hem bij alles, wat de meuscli najaagt, een sterke hand. Hij
is vindingrijk, onvermoeid in zijn diensten, verlicht hem iederen
arbeid, verpleegt hem als hij ziek is, prijst hem bij zijn vrienden,
maakt hem bij zijn vijanden gevreesd, plaatst zijne goede eigen
schappen in het helderste en gunstigste licht, verbergt zijne zwak
heden, zijne misslagen, zijne gebreken zelfs, achter een dikken,
bijna ondoordringbaren sluier; en doet dit alles en nog veel meer,
zonder ooit een woord van dank of den minsten wederdienst te
begeeren. Dwazen en egoïsten alleen verachten het geld. Wan
neer men als Diogenes in een ton leven wil, nu ja! dan kan men
het geld wel missen. Maar als men goede boeken lezen, mooie
muziek hooren, zeldzame schilderijen zien, nette menschen kennen,
zijn vrienden aangenaam zijn wil, dan moet men geld tot zijn
beschikking hebben. Waaraan heeft de onhebbelijke baron von
Halffen de liefde der mooie Anna Jordan te danken? Alleen
aan zijn geld! Kom, kom; rijkdom is een goede vriend!"
Wordt vervolgd.)
haar te vinden was. Haar vader deed onophoudelijk
onderzoek, totdat hij haar Donderdag avond, in gezelschap
van een paar //heeren", in de Spuistraat aldaar ontmoette.
Vrij onzacht vatte hij zijn dochter bij de ooren en diende
haar een duchtig pak slagen toe, tot ergernis van de
„heeren," die op hun beurt den vader aanvielen en hem
stompen en slagen toedienden. De man liet zich nogtans
niet van zijn stuk brengen, hield zijn dochter stevig vast
en bragt haar, onder een toevloed van nieuwsgierigen,
naar het ouderlijke huis, waar de kastijding door een
tweede editie gevolgd werd. (D. v. Zh.)
Te Dordrecht waren gisteren in het middaguur heel
wat menschen op do been, om getuigen te zijn van een
geïmproviseerde rijtoer, door het gezelschap van Carré,
door en om de stad. De heer Oscar Carré en echtgenoote
reden voorop in een open rijtuig met een prachtig vierspan.
Daarop volgden een tiental heeren te paard, een twaalftal
van de fijnste ekwipages, waarbij zich nog eenige andere
rijtuigen voegden.
Uit het Westland wordt dd. 1 Junij gemeld:
//Gisteren werden reeds enkele kinnetjes aardappelen
voor Engeland gescheept. Waarschijnlijk zullen er de
volgende week wel grooter partijen verscheept worden.
Evenwel zal de eigenlijke handelsdrukte niet vóór half
Junij beginnen, daar de aardappelen zeer veel geleden
hebben door de hevige regens der laatste weken. De schade
is voor vele tuinders groot. Enkelen hebben zelfs het
land, waarop reeds de aardappel gepoot was, weder om
geploegd en met graan bezaaid, aangezien alles in den
grond verrotte. De prijzen zullen hoog moeten zijn, om
het voor de tuinders goed te maken."
In de jl. Zaturdag te Zutphen gehouden vergadering
van aandeelhouders indeNed. Westf. Spoorwegmaatschappij
is door den voorzitter geantwoord op een daartoe tot hem
gerigte vraag, dat hij hoopte, dat de opening der lijn in
Julij of Augustus zou kunnen plaats hebben.
Door het hof te Leeuwarden is de arbeider G. J. K.,
te Minnertsga, schuldig verklaard aan diefstal van een
gouden oorijzer op den openbaren weg, met geweldpleging,
en veroordeeld tot 10 jaren tuchthuisstraf.
De Friesche Crt. wijdt een artikel aan het: liberaal
zijn. In den laatsten tijd doet zich op verschillende
plaatsen het verschijnsel voor, dat de liberalen, wat de
gemeen teraads-ver kiezingen betreft, terrein verliezen, niet
tegenstaande de anti-liberale partijen in kracht achteruit
gaan. Het blad verklaart dit zonderlinge verschijnsel
hierdoor, dat de liberale partij over het geheel genomen,
in de plaats is getreden van de conservatieve vóór 1848,
en dat slechts een deel van die partij, harer roeping
bewust, werkelijk liberaal is gebleven.
Zoodra een partij de heerschende is geworden en geen
hinderpalen meer op haren weg ontmoet, zondert zich een
aristocratisch gedeelte af, om te gaan bovendrijven, - zij
is als de room, die zich van de melk afscheidt; room nu
moge voor den smaak van de meeste menschen het aan
genaamste bestanddeel der melk zijn, het voedzaamste deel
is zij niet.
De geschiedenis van de Nederlandsche republiek is daar
om de juistheid dezer stelling te bewijzen. Na de „ont
worsteling aan Spanje" kreeg men een heerschenden koop
mansstand, die een wel niet drukkende, maar zooveel te
ruwer heerschappij voerde. In de provinciën buiten
Holland werd de magt gegeven aan de groote landbezitters
en adellijke geslachten. De politieke catechismus van den
gewonen burgerman bestond uit twee artikelen; Art. 1.
De heeren moeten het weten. Art. 2. Wat de heeren
wijzen, zullen de gekken pi'ijzen.
De Nedeidandsche aristocraat was een geboren conser-
vatief: de zaken te houden gelijk ze waren, - ziedaar
zijn ideaal. Overigens meende Kij het in den regel niet
kwaad, had veel voor de mindere standen en zeer veel
voor de ongelukkigen en noodlijdenden over, gunde
den wei-kenden stand wel een goed leven, maar
hijzelf moest aan alles, wat de mindere man deed, zijn
goedkeuring kunnen hechtendie mindere man moest
niets meê hebben te zeggen.
Toen men in andere landen begon te spreken van de
„bourgeoisie" als de heerschende stand, wei-d de druk
dier heerschappij hier reeds lang gevoeld. Die druk was
de oorzaak van den laksen karaktertrek in den Neder-
landei-, welke aanleiding gaf dat men hem buitenaf ver
geleek met den Chinees en den Japanner.
De Grondwet van 1848 gaf aan de bui-gerij het bepei-kte
regtstreeksche kiesregt. De Nederlandsche aristocratie
was wanhopig, dat hij de lijn van het gezag moest laten
vieren, maar besloot meê te gaan, om zoodoende het
gezag terug te krijgen. Dit is goed gelukt; men heeft
de lijn van het gezag zachtjes aan weêr ingepalmd, en
telkens als de gelegenheid daartoe gunstig was, een eind
van de lijn ingehaald en een slag gelegd om den paal
van het conservatisme.
Dat gevoelt de gewone burgerklasse. Zij begrijpt dat
het niet gaat zooals het behoort; zij vermoedt, dat door
de eerste standen een deprimeerende magt wordt uitge
oefend, ziet, dat de individuëele kracht belet wordt
zich te ontwikkelen, beseft het, dat de toekomst en
de welvaart der gemeenten lijden, ziet rond naar de
middelen, om den ongezonden toestand te verbeteren,
maar is vooralsnog besluiteloos, waar het heen moet.
Zoodra zij zich ook eens poogt op te heffen en teekenen
van leven geeft, wordt daar van boven geroepen: „Dat
is oppositie, dat is lastering van het liberaal beginsel!"
En Jacques Bonhorame, die den waarschuwenden spreker
wel mag lijden, laat de armen slap hangen endoet
er in Gods naam het zwijgen toe! Hij weet wel, dat het
zóó niet goed gaat, dat men hem zelfs met een beroep
op zijn geweten dwingt gemeenteraadsleden te kiezen, die
tot in merg en been behoudend zijnmaar hij kan er
niet aan doen! Hij kan immers niet voor een weer
spanneling doorgaan; bovendien, wie zoo verklaard
liberaal is, kon eens schade lijden in zijn klandisie, hij
houdt zich maar stil, is onverschillig, komt niet ter stembus,
of hij stemt, wien hij niet verlangt, of dien hij oui den
broode wel wil stemmen.
Kortom, er is malaise! Het conservatisme is van plaats
veranderd, het draagt een liberalen rok, maar van
natux-e is het nog steeds hetzelfde gebleven.
Uit Assen wordt gemeld:
„Met de prijzen van het vee, voornamelijk guste koeijen,
is het zoo gesteld, dat wanneer de veehouders voor eene
koe zekere som gelds vragen, die onmiddellijk? door den
kooper wordt aangenomen. Tot dusverre heeft men in
het noorden voor het vee nimmer zulke hooge prijzen
kunnen bedingen. Iedere koe brengt gemiddeld f 30 meer
op dan op de laatste markten. Vette koeijen f 200 325,
kalfde koeijen f 180 265, guste koeijen f 150 a 200,
melkkoeijen f 170 a 190, dragtige koeijen f 180 a 200."
In een kroeg te Venlo heeft een der bezoekers, een
boerenknecht, Donderdag avond twist gekregen met den
kastelein, die daarop een schot uit een revolver op hem
loste. De boerenknecht werd thuis gebragt met een
verbrijzelde kin: de tanden waren hem uit den mond
geschoten en hij miste ook een stuk van zijn tong. Daar
hij niet kon spreken, is het regte van de zaak nog niet
bekend. Intugschen heeft de justitie zich van den kroeg
houder meester gemaakt.
Ciiic. Als oorsprong van het woord chic, waarmee
alles wordt aangeduid wat elegant en, lief is, vinden wij
het volgende vermeld. De beroemde kunstschilder Horace
Vernet had een leerling van groot talent, dien hij aan
zijne overige leerlingen steeds ten voorbeeld stelde. Was
de meester over een hunner ontevreden, dan voegde hij
hem toe: „zie eens naar Chic", (dit was de naam van den
knappen leerling), „kijk eens hoe hij werkt, volg hem na,"
enz. Chic stierf jong; Vernet was daarover zeer bedroefd,
en als hij het werk van zijne overige leerlingen beschouwde,
was hij gewoon de handen te vouwen en in zichzelven te
zeggen: „Ce est pas Chic!" Weldra ging dat in den mond
van anderen over, en aldus is de naam van Vernet's
leerling eene zeer gebruikelijke uitdrukking geworden, die
in alle talen is overgegaan.
V iscliiDcrlgtoii.
De geepvisscherij aan de Hors en Huisduinen bepaalt zich tot
1 ii 2 tal, terwijl de Wieringer schuitjes van diverse netten de
vangst aanbraglen. Eenige bragten 5 tal en enkele tot 13 tal.
De prijs varieerde van f 4.50 tot f 6.50 per tal.
Noordzecvisch is er niet veel aangebragt.
Gisteren bedroeg de vangst van 50 tot 120 schelvisschen f 12
per 100 stuks, 1 a 3 mandjes scholletjes van f 2.20 a f 2.60 per
mandje, 1 mand scharren iï f 2.50 en diverse tongen, doch meestal
klein soort.
Aanbrengst van rog 15 tot 30 stuks per schuitje; de prijs is
gemiddeld 20 cent per stuk.
Heden morgen kwamen een dertigtal schuitjes uit zee alhier aan.
De aanbrengst bestoud uit alles zoo wat; prijzen waren nogal hoog.
Een steur bragt f 12 op.
Rog 20 a 22 cent per stuk.
Tong naar grootte van 5 tot 40 cent.
Scholletjcs waren erg klein; prijs f 2.10 a 2.50 per mandje.
Benoemingen, ©nzs.
De luit. ter zee 2de kl. J. Luijtjes, laatst behoord hebbende tot
het eskuder in Oost-Indië en vandaar den 25 dezer teruggekeerd,
is met dien datum op non-activiteit gesteld.
De ingenieur lste kl. P. J. Turk en die der 2de. kl. J. F. van
Beek worden respectivelijk met 1 Julij en 1 Aug. overgeplaatst,
eerstgenoemde van 's Rijks werf te Amsterdam naar die te llellc-
voetsluis en laatstgenoemde van Hellevoetsluis naar Amzterdam.
Staten-Generaal.
Eerste Hamer.
Zitting van Zaturdag 1 Junij. Een viertal ontwerpen zijn aan
genomen, waaronder de onteigeningswet ZaandamHoorn en de
aanvulling der wet op het ijkwezen.
Zitting van Maandag 3 Junij Al de tegen heden aan de orde
gestelde ontwerpen zijn aangenomen, waaronder de leeningswet
unaniem, de verhooging der Indische begrooting met 24 tegen 9
stemmen en de vernieuwing der hypothecaire inschrijvingen unaniem.
Heden zou de successiebelasting behandeld worden.
Een niem aanslag op bet leven van Keizer Wilhelm.
„De woorden ontbreken haast," zoo schrijft de Köln.
Ztg., „om van de ontzetting te getuigen, welke elk Duitsch
hart aangreep, toen het ruchtbaar werd, dat een tweede
moorddadige aanslag was gepleegd op onzen Keizer."
Die tweede aanslag tegen 's Keizers leven heeft zelfs
de belangstelling voor de gewigtige pliase, waarin thans
de Oostersche kwestie verkeert, eenigzins op den achter
grond gedrongen. Pas drie weken is het geleden, dat de
krankzinnige daad van een Hödei niet alleen in Duitsch
land, maar in geheel Europa groote sensatie verwekte, en
nog meer toen de regering haar in verband bragt met de
sociaal-democratische woelingen, of deze nieuwe aanslag
komt de reeds ingedommelde vrees wakker maken, dat er
toch van een complot sprake moet zijn. In hoeverre die
vrees thans zal bewaarheid worden, kan het onderzoek
eerst leeren.
Jl. Zondag namiddag even over 2 nre reed de Keizer
in open rijtuig, op den bok als naar gewoonte een lijf
jager naast den koetsier, uit het paleis, om een toer door
den Thiergarten te maken. Toen het rijtuig voor het huis
No. 18 Onder de Linden kwam, viel uit een venster der
tweede verdieping een schot, dat den Keizer in de regter-
wang trof. De Keizer bedekte de bloedende wond dadelijk
met een zakdoek, maar onmiddellijk viel een tweede schot,
dat den Keizer ernstig kwetste. Z. M. werd door een
aantal hagelkorrels getroffen, die helm en mantel door
boorden en daardoor veel van hunne kracht verloren, maar
toch gedeeltelijk in het ligchaam drongen. De Keizer bleef
kalm en gaf bevel om te keerende jager sprong in het
rijtuig en ondersteunde den Keizer, wien de krachten nu
schenen te begeven. Het rijtuig was binnen vijf minuten